Hoeveel van mijn kostbare leven wil ik eigenlijk online doorbrengen? Van de jongere generaties wordt gezegd dat ze veel te veel tijd bezig zijn met hun telefoon. Hoe jonger, hoe meer. Ik zie het dan van redelijk nabij aan mijn kleinzonen. Ik zie ze nooit zonder mobieltje. Als ik op visite kom, schenken ze me een paar tellen van hun aandacht. Daarna duiken ze weer in hun telefoon. Hun vader, mijn zoon, sommeert ze wel om hun schermtijd te beperken maar ik heb de indruk dat hij een verloren wedstrijd speelt.
Ik ben van de generatie oude knarren en vind dat ik zelf al op veel schermtijd zit. Dagelijks besteed ik de meeste
digitale tijd aan een verhaaltje als dit. Drie à vier uur. Verder
check ik talloze malen per dag (meestal tevergeefs) mijn mail en app. Indien
nodig beantwoord ik ze. Ik lees Teletekst Nieuws en Teletekst Voetbal.
Beluister 4 uur (soms wel meer) Spotify en
de podcast van Maarten van Rossum (bijna een kwartier). Mijn smartphone ligt zo af en toe, als ik alleen thuis ben, luidruchtig op de
salontafel te tetteren.
Ik heb hem ook vaak in mijn kontzak of in mijn binnenzak.
Dan ben ik de enige die het geluid hoort met mijn oortjes in. Zo luister ik ook
op straat, in de bios, op de fiets, in het openbaar vervoer. Ik zit dan niet achter
een scherm maar ben wel online.
Hoeveel zal dat bij elkaar zijn? Bij benadering 12 à 13 uur
per dag. Maar …. ik word die 13 uren niet digitaal opgeslokt. Terwijl ik dit stukje
schrijf, de krant lees of de aardappelen schil, luister ik bijvoorbeeld naar Lady GaGa, die op Spotify haar mooie nieuwe cd MAYHEM ten gehore brengt of naar de podcast van Theo Maassen. En … meestal ben
ik onderweg als ik mijn mail of app check en beantwoord.
Sinds 2008, de intrede van de smartphone, is mijn gedrag veranderd en de
generatiekloof lijkt breder dan ooit. De mensen op straat, in het openbaar
vervoer … ik zie ze minder. Het mobiele
verkeer gaat meestal voor. Dat wordt à la minute afgehandeld. Gaat ten koste
van het sociaal contact.
Wanneer ik bezoek krijg, heb ik contact met mijn bezoek. We praten, eten, drinken. Online zitten we dan vrijwel nooit. We hebben het met elkaar hooguit
over de moderne worstelingen met het
digitale tijdperk.
De jongere generatie is liever bezig op de mobiel, met hun
vele games, apps, geheime 2e telefoons, duistere online
‘challenges’. Maar de eerlijkheid
gebiedt te zeggen: hebben de oudjes het recht om te klagen, terwijl ze zelf ook
diep in hun schermen verdwijnen?