Posts tonen met het label spiegel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label spiegel. Alle posts tonen

donderdag 13 maart 2025

GEEN PROBLEEM.

Geen probleem.

Ik ben een kwartier te vroeg bij de kappersuniversiteit. De student achter de receptiebalie vraagt me waarvoor ik kom. Dat lijkt me op zich niet zo moeilijk te raden. Voor haar staat een oude man met lange grijze haren, die ook nog eens alle kanten op staan.

‘Ik heb een afspraak om half twee voor een knipbeurt. Ik ben dus wat te vroeg’.

‘Geen probleem’, antwoordt ze adequaat. Dat blijkt wel, want ik hoef maar vijf minuten in de wacht te staan of een van de professoren haalt mij op en brengt mij naar de student die mij gaat knippen. Het is klein mannetje hooguit 1.65 m en net als alle andere studenten geheel gekleed in het zwart.

‘Luc,’ zegt hij. Hij kijkt mij nauwelijks aan. Misschien schrijf je wel ‘Luuk’. Maakt niet uit.

‘Ik ben Jos’.

Hij wil weten wat ik vandaag wil.

Ik wil er een centimeter af laten halen. Luuk schrijft dat op. Hij staat schuin achter me. Ik kan hem net niet zien in de spiegel.

Hij wil ook weten of ik een verzorgende of een gewone shampo wil.

Luuk mag pas beginnen als de professor daar goedkeuring aan geeft. De professor, herhaalt nog eens wat ik al tegen Luuk heb gezegd en … dat het mij 17,50 euro  gaat kosten.

Zoooo, dus dat verzorgende shampootje kost 2,50 euro, want de standaardprijs  voor een universitaire knipbeurt is immers 15 euro. Nou ja, ‘t Is nu al besteld. Maakt niet uit.

Luuk nodigt mij, heel bescheiden, uit om achter hem aan te lopen naar de haarwasbakken. In eerste instantie is het water wat koud en voordat ik dat tegen Luuk zeg fluistert hij bijna: ‘Is het zo warm genoeg voor u?’’

Heel zachtaardig wast hij mijn haar. Hij dept het ook weer droog. ’Komt u maar met me mee naar de kappersstoel’.

Luuk sorteert dan uit zijn gereedschapskoffertje de scharen en kammen, die hij denkt nodig te hebben. Al kammend en knippend stuit hij op nogal wat klitten in mijn haar. Telkens als hij met zo’n klit bezig is voel ik het trekken op mijn kop.

‘Ik maak het je nogal moeilijk zo, hè Luuk?

Het is echter ‘geen probleem’, voor hem.

Het resultaat is goed. De professor vraagt me net iets te vaak of ik tevreden ben en scheert dan nog snel wat nekhaartjes bij me weg.

Luuk begeleidt me naar de kassa. Ik reken af.

‘Goed gedaan!’ zeg ik nog.

‘Geen probleem’, zegt Luuk.

‘Geen probleem???? Geen probleem???? Waarom niet gewoon: ‘Dank u wel!’.


donderdag 21 juli 2022

ERGENS EEN GRENS TREKKEN

 

Sinds zeven jaar woon ik  alleen in een tweekamerwoning. Ooit heb ik in een vierkamerwoning gewoond met alles er op en er aan.  Met mijn toenmalige gezin woonde ik daar: een echtgenote, twee kinderen, een kat en een hond.’ Die ben ik in de loop der jaren allemaal kwijt geraakt. Ook de spulletjes … och, daar hechtte ik niet zo aan. Kleine dingen zoals: beeldjes, lepeltjes, cd’tjes, plantjes,  gaf ik gewoon weg; hoefde er niks voor terug. Op den duur liet ik het bezoek zelf kiezen wat ze mee wilden nemen. Toen kwam de omslag. Het bezoek wachtte opeens niet meer tot ik iets aanbood om mee te nemen, neen, bij binnenkomst  werd er alvast wat gepakt en in de tas gegooid. Toen had ik al een duidelijke grens moeten trekken. Mijn echtgenote wilde er nog  wat van zeggen maar ik keek haar aan en schudde van ‘neen,  laat maar, ik wil geen heibel’.

Ik ben altijd de vriendelijkheid zelve.  Zelfs als ik helemaal niet vriendelijk zou moeten zijn, heb ik die glimlach. Ik treed niet op als ik eigenlijk stevig zou moeten optreden. Reageer niet als iemand iets zegt waar ik het niet mee eens ben of doet wat ik niet wil. Van jongs af aan ben ik echt iemand van ‘de lieve vrede bewaren’.

Op verjaardagen was het altijd gezellig in de beslingerde vierkamerwoning. We zongen ‘Lang zal zij (of hij) leven in de gloria’ of ‘Er is er een jarig, hoera, hoera, dat kun je wel zien dat is hij (of zij)’. Natuurlijk was er koffie met slagroomgebak, bier, frisdrank, olienoten, chippies en blokjes kaas.

Simon (van Riet) kwam altijd met gore moppen. Daar moest ik helemaal niks van hebben  … maar dat kon hij ook niet weten … ‘kennen jullie die mop van de fee met die spiegel?’… en ja hoor, daar ging die alweer:

‘Een mannetje was ontevreden over de lengte van zijn piemel. Op een dag verscheen er een fee met een mooie, ronde spiegel aan zijn bed. De fee zei: ‘omdat je zo’n lief kereltje bent mag je voor mijn spiegel gaan staan en een wens doen. Het mannetje wist natuurlijk gelijk wat hij zou wensen: een langere piemel. Dus ging hij voor de spiegel staan: ‘Spiegeltje, spiegeltje mooi en rond, geef mij een lul tot op de grond’ … en op slag had het mannetje ultra korte beentjes.’

Nou, lachen … Simon had succes, keek me vol trots aan … onwillekeurig glimlachte ik naar die lul.  

Er werd niet alleen gegeten, gedronken en gelachen, neen, er werd ook serieus gepraat over God en de politiek. Ook dan had Simon meestal het hoogste woord. Hij was de enige VVD’er in de hele familie. Volgens hem waren arbeiders lui en meldden ze zich vaker dan nodig ziek. Ik was CPN’er, communist. Alleen schaamde ik me daar toen een beetje voor omdat, omdat de communistische Sovjet-Unie kort geleden Tsjecho-Slowakije met bruut geweld had bezet. Nederlandse communisten zouden zoiets nooit doen. Die wilden alleen maar een hoger loon en betere arbeidsomstandigheden voor alle arbeiders in Nederland. Simon vond dat maar ‘gelul’. Hij stond gelijk op, deed zijn colbertje aan, pakte mijn staande schemerlamp uit de hoek van de woonkamer: ‘Zo, die neem ík gelijk mee! Kom  Riet. We gaan!’

Eigenlijk had ik toen eens moeten optreden!