Posts tonen met het label hooguit. Alle posts tonen
Posts tonen met het label hooguit. Alle posts tonen

woensdag 5 maart 2025

HET FENOMEEN VAN RAYNAUD.

 Het Fenomeen van Raynauld.

Naar het ziekenhuis. Een klein stukje op de fiets. Vijf minuten hooguit. Daar wordt mijn zielige’ rechterhand onderzocht.

Ik heb last van dooie vingers, dooie tenen en een rooie neus. In wachtkamer 2 is het doodstil. Tien mensen zitten daar. Zo ver mogelijk uit elkaar. Er is wel plaats voor twintig. Drie oudere echtparen, twee moeders met elk een kind en drie mannen-alleen, waaronder ik. Een van de mannen ziet een van de kinderen drinken kijkt het meisje aan en vraagt vriendelijk of de chocomel lekker is. ’Het is geen chocomel, het is cola,’ zegt het meisje koel. De man houdt verder zijn mond.  

Ik heb zelf geen zin in contact met de anderen in wachtkamer 2. De anderen ook niet met mij.  ‘Meneer Mastwijk’ wordt er geroepen. De assistente registreert met high-tech –apparatuur  alle bewegingen in mijn hand en vingers (ook links). De assistente is gekleed in een wit verpleegstersuniform. Ze werkt heel zorgvuldig en herhaaldelijk vraagt ze of ik pijn heb.  Ze zegt steeds precies (bijna tot vervelens toe) wat ze allemaal gaat doen. Die assistente is een stevige Russische of Oekraïnsche vrouw. Het type robuuste Hollandse boerin.

Ik moet weer terug naar wachtkamer 2. Er zitten weer allemaal andere mensen. Dat maakt me echt niks uit. Er is nu alleen geen meisje dat cola drinkt. De man die daar iets over zei, is er nu ook niet meer. Het kan heel goed zijn dat hij binnen zit bij een dokter. Jammer dat ik niks te lezen bij me heb. Vlak voordat ik wegging van huis dacht ik nog: ik neem de krant mee van vandaag. Toch nog vergeten te doen. Maar àls ik die krant had meegenomen, had ik hem nog niet kunnen lezen, omdat ik geen leesbril bij me had. En zonder leesbril kan ik die kleine lettertjes niet lezen in de krant.

Als de man van de chocomel uit de behandelkamer komt, wordt ‘Meneer Mastwijk’ geroepen. De arts zag niks bijzonders aan al die registraties van mijn rechterhand. Aan de hand van mijn klachten: dooie vingers, dooie tenen en een rooie neus,  dacht de arts aan ‘het Fenomeen van Raynaud’. Vitamine D slikken (max 100 ug) zou, volgens Google,  symptomen van het Fenomeen kunnen reduceren. Ik zou al heel blij zijn als alleen maar die rooie neus van mij met vitamine D zou veranderen in een bleker neusje.

vrijdag 20 januari 2023

DOORWEEKT.

Pokkenweer! Hier en daar een bui heet dat! Vandaag meer híér dan dáár. Binnen twee minuten ben ik doorweekt. Regenpak ligt thuis. Lekker slim. Over een uur word ik verwacht bij mijn IFFR-vriendin Hanny. Tijd niet gezien. Ik heb haar leren kennen op het (IFFR)Internationaal Film Festival Rotterdam. Wij werken daar elk jaar als vrijwilliger. Kaartjes controleren en gratis veel films kijken. Daar is alleen de laatste twee jaren door de corona niks van gekomen. Het festival ging toen online. Allebei zijn we dol op film. Zowel thuis als in de bios. We hebben een lunchafspraak om half een. Hanny woont hooguit vijf minuten fietsen hier vandaan. Het is nu pas half twaalf. Veel te vroeg nog om bij haar aan te komen.

Om de tijd te doden ga ik even naar Dudok, een cappuccinootje scoren ... Volkskrantje lezen.

Godver, wat ben ik nat.  Bij Dudok loop ik te soppen in mijn schoenen. Ik laat een langgerekt waterspoor achter. Van de ingang tot hier, naast m´n tafeltje. Om mijn schoenen heen ontstaat een klein vijvertje. Gelukkig is het niet koud.

´Wat had u gewenst, meneer?´ vraagt de ober.

´Eh, … tsja, nou, doet u mij maar wat droge kleren, maat 52, een paar droge zwarte schoenen, maat 46 en een cappuccino!'

'Neen  meneer, aan  kleren kan ik u helaas niet helpen; schoenen heb ik wèl maar 45 is de grootste maat, die ik heb staan. Die cappuccino kan ik u zo meteen brengen.’

Die ober heeft duidelijk gevoel voor humor. 'Goed, doet u mij dan alleen die cappuccino maar.'

Aan de grote tafel voor me, zit een stel mannen; maatkostuums, witte overhemden, stropdassen, type bestuurder groot bedrijf.  Een van hen staat iets te luidruchtig afscheid te nemen van zijn medebestuurders. De overige gasten van Dudok hebben er niks mee te maken, dat die persoon straks voor de Shell in Nigeria gaat werken. Fijn, dat hij niet zo lang speecht. Hij vouwt het papiertje met zijn toespraak op en stopt het in zijn binnenzak. Dan doet hij vrij abrupt een stap naar voren en glijdt uit over de natte vloer.

‘Godverdegodver,’ hoor ik … zijn chique beige regenjas is van zijn kont tot aan zijn hielen zeiknat.

‘Ach,' grapt een collega, 'tegen de tijd dat je in Soedan bent aangekomen, is je jas wel weer droog.’

‘Ik ga helemaal niet naar Soedan, man, ik ga naar Nigeria, dat is nogal wat anders.......tssssj!' Hij is echt pissig.

Er wordt uitgebreid afscheid genomen. Hem wordt succes gewenst.  Het is tijd om te gaan: hij trekt zijn koffer, een Oilily Upright, in de richting van de uitgang. Daar staat een taxichauffeur te wachten. Nog één keer draait hij zich om, zwaait naar zijn oud collega's en roept veel te protserig  gedag en verdwijnt uit beeld.

Ik kijk even in de krant of er straks nog een leuke film draait. Om vier uur vanmiddag draait in Cinerama de film ‘Prèsque’. Een ‘feel good’-film. Houden we allebei wel van! Zeker weten! Gaan we daar na de lunch heen! 

Kwart over twaalf is het. Goeie tijd om naar Hanny te gaan. Gelukkig is het eindelijk even droog.