dinsdag 28 januari 2025

HET SPLEETJE.

Veertien ben ik en ik zit op mijn kleine ijskoude kamertje algebra te doen. Niet echt makkelijk met de drukte van vier piepjonge broertjes in de woonkamer vlak onder me. Als het weer rotherrie is beneden, doe ik het licht in mijn kamer uit.

Door het spleetje tussen mijn slaapkamergordijnen kijk ik precies in de huiskamer van de familie No-soe. De No-soetjes, Indonesische mensen, zijn het regiem van Soekarno ontvlucht.

Meneer No-soe ligt onderuitgezakt in zijn luie stoel. Van de vijf kinderen No-soe, liggen er al in vier in bed.  De oudste, kleine  Johnny,  zit in zijn rolstoel nog onrustig te stuiptrekken met zijn polio-beentjes en het stompje dat zijn rechterarm moet voorstellen. Johnny en z’n moeder gaan altijd samen als laatsten naar boven. Hij in de traplift.

Ze zit nog in haar baby-doll op de bank. Zij is een mooie tamelijk jonge vrouw. Nu denk ik dat ze toen drieëndertig was. Het is haar niet aan te zien dat ze al vijf kinderen gebaard heeft. Mevrouw No-soe lacht altijd lief naar me als ik haar in de bus of bij de slager tegenkom. Ik ben natuurlijk zelf ook altijd aardig tegen háár. We praten nooit. Ook gaan we niet naast elkaar zitten in de bus.

Ik weet haar voornaam niet eens. Mevrouw No-soe is een kleine, tengere vrouw. Nooit zie ik haar in haar blootje. Ze heeft vrij kleine borsten en ook  niet zo grote billen, dat zie ik wel. Maar dat maakt mij niks uit. Ik vind haar aantrekkelijk … èn héél aardig. Wat zit ze nu te doen? Te puzzelen? Te macrameeën? Ik kan het niet goed zien door dat spleetje. Ik voel lekkere kriebels in mijn lijf.

Plotseling is er gestommel op de trap. Als een kat spring ik van achter de gordijnen mijn bed in. Het is ma. Ze gooit mijn slaapkamerdeur open: ‘Waarom heb je geen licht aan?’

‘Ik werd gek van dat lawaai beneden. Zó kan ik echt niet leren? Ik ben maar even op bed gaan liggen.’

 Inmiddels was mijn plasser niet meer zo hard, zodat ik nu best op mijn rug kon gaan leggen.

‘Tjsja, ik vind het rot voor je. Ik zal zeggen dat ze beneden wat rustiger moeten doen. 

Wat drinken?

‘Thee.’

‘Wat erbij?’

‘Zijn er nog bastognekoeken?’

 

 

Beste lezer,

Ook in 2025 duik ik weer onder in het IFFR.

Op 12 februari is het eerstvolgende stukje

weer te lezen. Tot dan.

maandag 27 januari 2025

JABBERTALK.

Midden in de nacht is ze haar bed uit gegaan. Half drie … hij was er nog steeds niet. Had niks van zich laten horen. Ze kon niet slapen, terwijl ze toch haar slaappilletjes ingenomen had. Van alles had ze al geprobeerd. Linkerzij, op haar rug, rechterzij. Haar inademingen tellen van één tot tien. Niks hielp. Ze bleef maar liggen piekeren. In bed blijven liggen had geen enkele zin. TV-kijken hielp wel eens een enkele keer. Ze deed haar peignoir aan, liep naar de woonkamer en zette de tv aan. Er was niets wat haar kon boeien behalve ‘Toren- C’ dan, maar dat was weer veel te hilarisch voor nú. Een warme douche dan maar. Daar werd ze meestal wat soezerig van. Ze kleedde zich uit. De deur van de badkamer liet ze open staan zodat ze hem zou horen als ie zou aanbellen. Haar oortjes deed ze in en ze zette Kris Kristofferson zachtjes op. Meezingen met Kris (Lovin’ her was easier than leavin’ her…), het ontspande haar.  Zij hield van zijn lage warme stem.

Ze neuriede zachtjes. Liet het warme water op haar hoofd spetteren. Het  zandlopertje aan de muur gaf aan dat ze al bijna vijfminuten had staan douchen.  Toen hoorde ze haar mobieltje, dat ze op de wasmachine had gelegd.

Hij was het. Ze herkende zijn stem gelijk. Wat hij zei, daar begreep ze geen snars van. Hoewel, ze donders goed begreep dat hij te veel op had van het een of ander. Hij stond te ‘jabberen’. Als hij een stilte liet vallen, vulde zij die met: ‘kom je zo naar huis, jongen?’ Dat vroeg ze een paar keer. Toen zei ze: ‘Nou, dag jongen. Tot zo, hè?’ 

Ze was inmiddels flink afgekoeld. Droogde zich goed af. Liep naar de keuken en vulde de waterkoker voor een kop thee. Verse Earl Grey is haar thee. Hoofdschuddend ging op een barkruk zitten. Bovenop haar hete kop thee legde ze een stroopwafel. Ze blijft wachten tot hij er is.

zondag 26 januari 2025

DURROFIAN.

 

Altijd weer dat pijnlijke bobbeltje boven mijn rechteroog. Laatst zei een bevriende medicus me dat ik het moest laten weghalen. Ik zou er nog  geld voor krijgen ook, drie honderd euro schatte hij in. De substantie waaruit het bestaat is nogal waardevol.  In Europa en de USA is het nog nauwelijks bekend.

Nauwelijks schrijf ik, omdat het hier door de steeds verder uitdijende Aziatische gemeenschap langzamerhand bekender wordt. Het is het element Durrofian dat in uiterste instantie bepalend is voor intuïtieve vaardigheid bij vrouwen. Heel uitzonderlijk is het, dat de substantie zich, zoals nu bij mij, bevindt in een, mannenlichaam. Het heeft daar in feite niks te zoeken.

Doorgaans verdwijnt het element tijdens de prille zwangerschap al uit het mannelijke embryo. Het krijgt dan een plekje in de nabijheid van een van de resterende eitjes. Het wordt als het ware in de wacht gezet tot zich een meisje aandient. Dat elementje is duizend maal kleiner dan dat bobbeltje op mijn voorhoofd. Het heeft de eigenschap om in het zelfde tempo met het embryo mee te groeien.

Het is dus een dubbele vergissing van de natuur geweest. Allereerst al de plek in het jongenslichaampje op zich en het doorgroeien van het element in dat embryootje in het bijzonder.

In onze westerse wereld wordt niet zo veel waarde gehecht aan de intuïtie. Hier kennen  vrouwen er doorgaans veel meer waarde aan toe dan mannen, die er nogal eens schamper over kunnen doen.

Wetenschappelijk onderzoek heeft inmiddels aangetoond dat het volgroeide D-element uit het lichaam van de man kan worden geëxtraheerd en worden geïnjecteerd in vrouwen met een chronisch D-tekort.  Noem het maar een vrouw met een gebrek aan intuïtie.

Op dit moment staan er bij EUR achthonderd vrouwen op de wachtlijst. Stuk voor stuk zijn zij bereid vijfduizend euro te betalen voor de D-injectie. Mij persoonlijk zou de extractie hier 300 euro opleveren. In New Delhi echter is de wachtlijst vele malen groter en kan ik er duizend euro (excl. reiskosten) voor betaald krijgen.

Niet veel mannen lopen warm voor deze ingreep. Het zal er ongetwijfeld mee te maken hebben, dat het gonst van de geruchten, dat deze ingreep bij hun tot onvruchtbaarheid zal leiden. Voor mij persoonlijk is dat echter geen probleem, omdat ik ruim vierenveertig jaar geleden al  gesteriliseerd ben.

zaterdag 25 januari 2025

GESCHELD EN GESCHREEUW.

M’n oudste zus, dacht toen ze nog een tiener was alleen maar aan zichzelf. Als ze maar mooie kleren had, genoeg make-up en een leuke vriend, ook dat wel. Dat waren de belangrijkste dingen voor haar. Haar werd wel eens een beetje kostgeld gevraagd … voor het avondeten. Meestal luisterde ze niet eens naar zo’n vraag. 

Ze zat ‘s avonds op de bank, half naar de tv, half naar d’r spiegelbeeld te kijken. Puistjes uit te knijpen, door d’r haar te woelen, zo met haar  vingers. Sigaretjes te roken, kauwgum te kauwen. Koppie thee te maken, alleen voor zichzelf. Hard te praten met haar vriend door de telefoon, waardoor wij de tv weer harder moesten zetten. Normaal lachte ze nóóit maar nu, met die vriend aan de telefoon kwam ze zo af en toe niet bij van het lachen. Terwijl we wisten dat die vriend van haar helemaal geen fuifnummer was. Als hij bij ons op de bank zat, … nou ja dat was dan ook het enige wat hij deed: bij ons op de bank zitten.

Mijn oudste zus vond het maar onzin om kostgeld te betalen. Ze dacht dat kostgeld  eetgeld was. En eten deed ze zelf nauwelijks. Dus wilde ze er ook niet voor betalen.  Ze at zó weinig, tegenwoordig zou ze de diagnose  anorexia krijgen. Maar destijds scholden we haar uit voor ‘magere spriet’. Dan werd ze boos. Maar ze at niks meer en betaalde ook geen cent kostgeld meer.

‘Magere spriet’  mocht niet. ‘Bij ons thuis wordt niet gescholden,’ zei ma. Niet dat ze dan boos werd. Ze was nooit boos, op niemand. Nou, toch eigenlijk wel: op pa en vooral als hij thuis was. Hij was namelijk weinig thuis als zeeman zijnde . Zes weken ‘opgehoepeld’ zei ze wel eens en dan een week ‘ellende’ thuis.’ Het kon wel eens druk zijn in ons huis.  

Ik heb drie jongere zusjes en vier jongere broertjes, die hadden wel eens ruzie met elkaar over het laatste beetje chocolade vla, de laatste bastognekoek ofzo. Pa had een zware stem en als hij zei dat mijn broertjes rustig moesten wezen, dan zei hij dat met een flinke stemverheffing: ’En nou is het gvd afgelopen!!! Etc…’ Zo zat hij nogal eens te schreeuwen. Tot grote ergernis van ma. Dat zei ze tenminste  tegen mij als hij weer voor zes weken op zee zat.

Ma zei dan wel eens tegen mij: ’Er zit ook helemaal niks bij, bij die vader van jou! Rustig met hem praten is onmogelijk. Altijd maar gelijk dat geschreeuw'. 

Tsja, zo ging dat toen.

vrijdag 24 januari 2025

SCHAAPJE, SCHAAPJE ...

Ik heb hoofdpijn. Zo vlak boven mijn rechteroog. Ik heb toch geen dieren in huis, ondanks alle goed bedoelde adviezen voor een alleenstaande zoals ik. Daar kan het dus niet aan liggen. Dieren maken me gelijk zo afhankelijk. Die moeten verzorgd worden.  Als je dat niet doet, krijg je problemen. Van stank en rommel.

Impulsief koopik een schaap. Maar wat ik met die wol aan moet weet ik bijvoorbeeld al niet? ‘Schaapje, schaapje heb je witte wol, ja baas, ja baas drie zakken vol,’ zo gaat dat liedje toch. Ik zou genoeg hebben aan èèn zak. Méér zakken vind ik overdreven.

Het geluid dat een schaap maakt vind ik aangenaam. Luister zelf eens goed:  ’beèèèèèè ... okee …  zó, van papier af, klinkt het niet zo helder, neen.  Nog eens: (doe zelf maar eens mee, dat werkt) bèèèèeèèèè, bèèèeèèè`, bèeèèèèè` (3x ja!). Hoor je. Niet te hard. Denk aan de buren. Van zulke geluiden mógen  buren niet eens wakker worden.

Wel lekker makkelijk: een schaap hoeft maar één keer per dag naar buiten. Één uurtje om te plassen en te grassen (gras eten).  ’t Is alleen moeilijk met de buurthondjes. Altijd gezeik. Die honden beginnen al tegen je schaap te blaffen als ze gewoon lekker staat te grassen. Een beetje schaap laat zich helaas telkens weer opfokken door die kuttenlikkertjes. Een schaap is per slot van rekening toch ook een vrouwtje. Ze raakt er van in de war.

Om haar te stabiliseren zet ik haar een koptelefoon op met cello muziek van  Johann Sebastiaan Bach,  … ook de hondjes komen er van tot rust, zo blijkt weldra.

Het is verder heel makkelijk met zo’n schaap. Als ze klaar is met eten doet ze nog een grote plas, drukt een heel regiment keuteltjes uit haar poepertje en dan wil ze weer op ‘stal’. Ze wacht meestal tot ik op de bank zit en dan komt ze lekker bij me liggen. Ik ga lezen. Zoiets kan ze niet.

Ze moet zo af en toe geschoren worden. Dat doe ik niet zelf. Daar laat ik de wijkherder voor komen. Van de katholieke kerk. Mijn schaap is ook RK. Zij is al weer jaren terug  nog eens geteld door één van die herdertjes, die ‘bij nachte’ lag.

donderdag 23 januari 2025

HOE ZE HEETTE ...

Ze zal wel bij zichzelf gedacht hebben daar hebbie dat vervelende  oude mannetje weer. Neen, deze gedachte komt niet op in háár hoofd maar in mijn eigen hoofd. En er klopt nog helemaal niks van ook. Want, een paar dagen geleden, loop ik van het Metrostation over de Prinsenlaan naar huis, hoor ik opeens een vrouw achter me: ’Zohooo, Jos jij zet er flink de pas in!’ Ken die hele stem niet. Kijk direct om en zie dat Isabel me achterop komt. Ze loopt glimlachend naar me toe. Isabel is een buurvrouw van me. We wonen allebei al heel lang in dezelfde flat. Zo af en toe komen we elkaar op het trappenhuis tegen. ‘Hey’, ‘ha’, ‘hallo’ of ‘goedemorgen’ of ‘goedenavond’ is het dan. Pas sinds heel kort weten we hoe we heten.

Isabel zit ook bij mij op de sportschool, weet ik sinds kort. Ik had haar daar nog nooit gezien. Zij mij wel. Ze had mij, van onder de douche bezig gezien. Één keer. Ik lag toen in het ondiepe doelgroepenbad in dat warme water te spetteren, zei ze.  Gelijk na het douchen was ze zich gaan omkleden en naar huis gegaan.

Op de woensdag , na onze ontmoeting op de Prinsenlaan, zie ik haar voor het eerst op de gym. Ze staat te crossen. Ik ga naast haar zitten roeien.

’Hallo, buurvrouw!’

‘Hé, buurman. ’Ze  giechelt daarbij zachtjes.

 Ze is bezig met haar warming-up.

‘O, daar ben ik net mee klaar. Ik begin altijd met de handfiets’.

‘ Oh, hoe dat zo?’, vraagt ze belangstellend.

’Nou, mijn schouders en armen zijn nogal stijf.

Mijn tragische schouderverhaal slik ik maar in. Laat haar maar lekker opwarmen.

‘Ik heet Jos,’ en flap er gelijk achteraan uit ‘en jij?’

’Isabel!’.

Dus sindsdien weten we het van elkaar. Ik weet verder niet direct iets te zeggen. Zij zwijgt ook.

Frans, een sportschool kennis, ploft in de roeiboot naast me:

‘Zo? Jos, hoe gaat het met jou?’

‘Zijn gangetje.

‘En met jou?’

‘Ik mag niet mopperen.’ 

Op dat moment springt Isabel van haar crossfiets af.

Ze buigt zich naar me toe::‘Misschien tot zo, hè, Jos? Weer dat grappige giecheltje van haar ….

‘Ja, tot zo …. was ik nu verdomme haar naam alweer vergeten.

Ik zou haar trouwens vandaag toch niet  meer zien … wel veel later en niet in de gym.

woensdag 22 januari 2025

DAT KAN TOCH NIET?!

Op de achtergrond hoor ik countrymuziek. Een soort Dolly Parton zingt. Of ze is het. Die met die enorme tieten. Dat kan ik nu niet zien natuurlijk. ’t Is op de radio. Ze huilt-zingt over dingen die eerst leuk waren maar nu verdrietig zijn en dat ze er zelf helemaal niks meer aan had kunnen veranderen.  Zou het?

Die Tonnie Vismans ook niet. Zij was, net als ik, nog zo jong. Klein ook. Ik een kop groter. Zij had lang blond haar. Was ik gek op. We ‘liepen met elkaar’. Ze lachte aldoor naar me maar ging toch steeds weer bij me weg. Ik was elf. Zij ook zoiets. Spangen was toen nog rustig en oersaai. Alleen Sparta ging wel. Wij kinderen deden allemaal hetzelfde. Bordje tik, schuilé, elastieken en kontje ketsen in de bossies bij monument Spieckmann. Niet allemaal tegelijk, hoor. Dat kan natuurlijk niet!

Later toen ik dertien was, in 1963, verhuisde ik naar Hordijkerveld, daar werden alle kinderen binnenshuis vastgebonden. Wat had een kind daar nou buiten te zoeken? Nu in 2025 is Hordijkerveld een probleemwijk. Nog steeds geen kind op straat. Veel oude mannen. Drie van hen zijn een paar weken geleden  door een zielenpoot van vierentwintig jaar dood geschoten. Toen de politie hem kwam arresteren gooide hij een pistool van zijn balkon, precies voor de voeten van een politieagent. Voor de beslissende tipgever was er een beloning van 30.000 euro. Daar hoor je nu niemand meer  over. Die poen zitten ze nu bij de politie onder mekaar te verdelen. Dat zal toch niet?!

Waar ik vanochtend onder het uitpersen van een citroentje toch ineens zo ineens zo vreselijk kwaad over werd? Dat hier buren wonen, die een half jaar in Spanje zitten  en een half jaar hier! Zo  a-sociaal! Maar dat is natuurlijk niet het enige. Wat me nog veel kwaaier maakt is dat datzelfde huis ook nog eens een half jaar leeg staat. LEEG! TOTALY EMPTY! En dan te weten dat er zoveel jongens en meisjes en mannen en vrouwen en echtparen met en echtparen zonder kinderen, urgent woningzoekend zijn. Je woning meer dan half jaar leeg achterlaten. Dat kan toch niet mogen.

Zou het nou niet het allermooiste wezen als die buren permanent zouden ophoepelen naar Spanje om zodoende ruimte vrij maken voor anderen die die woonruimte zo urgent-hard nodig hebben? Dat zou toch ff mooi wezen. Of niet soms?!

dinsdag 21 januari 2025

EEN VOORBEELD?

Wat moet er in Godsnaam van de Amerikaanse samenleving terecht komen als Donald Trump hèt grote voorbeeld voor de Amerikanen moet wezen?

 Trump is een veroordeelde crimineel. Wordt beschuldigd van verkrachting, corruptie en het aanzetten tot een staatsgreep. Aanklachten allemaal. Daarvoor is hij nog niet veroordeeld. Maar ook niet voor vrijgesproken. Zaken lopen nog of onderzoeken zijn gestopt. De verkiezing van Trump is een overwinning van macht over recht(vaardigheid).

Recht moet macht juist beheersen en controleren. Daarvoor zijn de rechterlijke macht, de uitvoerende macht en de wetgevende macht heel lang geleden uit elkaar gehaald. Voor Trump staat het recht echter alleen maar in de weg.

Trump zet op belangrijke bestuurlijke posten (o.a. rechters) geen bekwame mensen neer maar zwakkelingen, hielenlikkers. Die hij gemakkelijk kan beïnvloeden. (Net als Wilders in Nederland doet)

In plaats van een rechtsorde bevordert Trump chaos als strategie. Politieke en maatschappelijk chaos maakt mensen onzeker en bange mensen zoeken houvast bij een sterke leider. Zijn grillige gedrag zet mensen, voor- en tegenstanders, bondgenoten en ook vijandelijke staten op het verkeerde been. In principe is iedereen die geen Trump heet een potentiële vijand.

De sterke man richt chaos aan, verspreidt volop nepnieuws, complottheorieën zodat de vertrouwde media door de bomen het bos niet meer zien. In die onoverzichtelijkheid gaan ze alles maar als nieuws brengen.

In een groot en met duizenden aanhangers gevuld stadion tekende Trump zijn decreten. Ze werden à la minute van kracht. Met deze decreten zaait Trump verwarring onder de Amerikanen.

Om onduidelijke redenen haalt hij een streep door de deelname van de USA aan de internationale klimaattop.

Hij verleent amnestie aan  1500 veroordeelden  voor het plegen van een coup in 2021 tegen de regering van Joe Biden. Enkelen van die veroordeelden kregen zware gevangenisstraffen van 15 tot 21 jaar.

Trump wil dat er uitsluitend nog maar ‘man’ of ‘vrouw’ als gender gebezigd wordt, terwijl in de praktijk al jaren lang anders gehandeld wordt.

Hij wil Groenland kopen en gaat het het Suezkanaal opeisen.

Ook in de USA geboren kinderen van immigranten moeten het land uit.

 

De tweede regeerperiode van Trump gaat op deze wijze hypomaan van start. Dat belooft weinig goeds voor de USA.

 

maandag 20 januari 2025

UITGEZET.

 

Er wordt gebeld. Er staat een uitgemergelde, ongeschoren man met een scharminkeltje aan zijn hand voor de deur.

 ‘Ja?!’ blaf ik.

Dit is toch nummer 202?

‘En?’

‘Wij komen voor dit huis. Dit huis is namelijk te groot voor jou. Je woont hier alleen. Daarom. Wij zijn met z’n vieren.

Maar daar heb ik nog niks over ….

‘Mijn zoon Ezra, mijn vader die onderweg is uit Duitsland en mijn vrouw Tirza die hier elk moment aan kan bellen. Kom Ezra ….

Ik sta dat jochie nog in de weg  in de deuropening maar ….

’Ga eens even een stukje opzij, … kom Ezra, ga maar op die bank  zitten, daar ja. Heb je misschien wat te eten voor m’n zoon? Een chippie of zo? Hij is uitgehongerd.

Ik heb wel bastognekoeken maar hoe komt u er bij dat …

 O, ik zie het al, je woonkamer grenst aan het balkon en ah … daar hebben we  de douche … daar gaan we zo even staan spetteren, hè Ezra? Daar zijn we wel aan toe. We zijn anderhalve dag  aan het lopen, dat gaat je niet in je kouwe kleren zitten!? 

O, mijn naam is Yusuf. Tirza, mijn vrouw en de moeder van hem, zal nu wel gauw komen.

Gebeurt dit nu  echt of sta ik ….

Ik ben helemaal kapot man! Ga alvast wat eten voor ons viertjes maken, ook voor m’n pa. We sterven van de honger. Straks als Tirza er  is en we gegeten hebben ben ik helemaal het mannetje.  Ezra zal bijtrekken. Dat garandeer ik je. Het is allemaal hartstikke goed geregeld hier, toch? We hebben alle steun. Jij bent niet als enige de dupe, hoor. Na het douchen zal ik een briefje maken met wat we nog nodig hebben. Kan je die voor ons gaan kopen.’

‘Hier had ik  toch al lang iets op tv …’

Maak je niet druk man! Je weet waar je bedje gespreid staat. Wat wil je nog meer? Hier in huis gaan we fijn jouw spulletjes gebruiken. Weet je,  we hebben  zelf niks, nop.. 

Als hier mensen voor jou aanbellen, sturen we ze door naar die sporthal.

‘Jahaa, beste man, neem straks je warme kleren mee naar de sporthal, want het is buiten kouder dan op straat, lachte hij vals.

Ik weet het niet hoor, maar volgens mij ….

zondag 19 januari 2025

Fietsie pleitte.

Ik ben vandaag al naar de sportschool geweest maar ik ga vanmiddag toch nog even fietsen. Een uurtje hooguit. Rondje Kralingse Plas, denk ik.

Kom ik in mijn berging, ligt er een blauw plastic tasje op de plaats waar mijn fiets stond. D’r ligt een enveloppe op. Met een brief.

Mieneer van deze berging. U zult wel vreemd opkijken. Ik ben  hier pas even in jouw berging geweest in verband met uw fiets. Ik kwam namelijk ook precies voor die fiets. Om voor mijn eigen te gebruiken. Ik heb hem graag meegenomen.  Hij is namelijk een geoie goede heerefiets met  21 versnellingen. Goed geteld, mieneer? Daar zal ik echt aan moeten wennen. Ik heb tot nu toe twee fietsen gehad in mijn leven. Één zonder versnelling en één met drie versnellingen. Heel moeilijk met die drie. Die fiets zonder versnellingen was met ook met  tragtuprem  terugtraprem… nou dan kejjewel  nagaan. Die fiets met drie versnellingen had ook handremmen op mijn stuur . Net zoals  bij jou, zal ik hem ook bij mijn in de  berging zetten. Fijn voor jou fiets … mijn fiets is het dan natuurlijk. Tot mijn spijt is mijn berging te klein voor zo’n grote fiets als jij. Hij past nog maar net niet maar wel bijna helemaal overgedekd overdekt. Daar gaat het tenslotte om. 

In jouw berging hebt ik ook nog spullen, die ik gelijk meegenomen. Die  fietspomp en voor je banden te pakken, die hebt ik in jouw fietstassen gestopt. Bij uw fietsenmaker kunt je u wel een nieuwe fiets kopen en toch ook die andere dingen die ik meenam. Sorry voor het ongemak hoor, mieneer, maar dat soort van dingen als ik van u meenam kunt ik echt niet zelf betalen. Daar hebt ik te weinig bijstand voor gekregen. Onder het blauwe plastic zakje legde ik nog wel  een mini-model van jo uw fiets, als soevenier zoefenier nog.

Ik hoopt uiteindelijk nog veel fietsplezier op die fiets. Maar, daar bent ik apsoluud  apsoluut niet bang voor geweest. Feine dag, mieneer. Als ze nog vragen hebben zeg je maar gewoon: 'een asielzoeker natuurlijk'  … dan kennen die fascisten  facsisten ze weer opjagen.

Het moet potverdikkeme niet  gekker worden. Hoe maak ik nu mijn rondje Kralingse Plas? Wandelend dan maar. Ik heb gelukkig nog een paar goede Nikes.

zaterdag 18 januari 2025

ROBUX

Mijn kleinzoon Bent is vandaag 11 geworden. Van één tot vier uur ben ik welkom op zijn verjaardag. Heb twee cadeaus voor hem. Het ene is nog een kerstkado. Ik gaf hem toen het boek ‘Gozert’ dat ie al had. Ik heb het bij Donner geruild voor: ‘De sterkste jongens van de hele wereld.’ Dat had hij nog niet. Zo te zien was hij er nauwelijks blij mee. ‘Zo is hij nu eenmaal’, dacht ik. Maar toen hij het tweede cadeau kreeg, een Robux-kaart, glommen zijn ogen en zei hij wel drie keer, achterelkaar ‘dank je wel, opa’. Ik had hem meer macht gegeven in zijn favoriete game.

Broer Marcus (6) kwam de woonkamer in. Ik moest denken aan de laatste keer dat ik hem zag. Niet in levende lijve maar op een appje. Daarop stond een video  met de rap  ‘Monkey Island’ die hij ter plekke zat te ‘componeren en te zingen’. Heel goed voor zo’n jong ventje.

Ik stak er gelijk de loftrompet over. Hij keek me aan met een mengeling van trots en verbazing. Hij bloosde ook licht en keek een beetje van me weg.

Er werd op chocoladetaart en op (Dudok!) appeltaart getrakteerd. Mmmmm. Voordat het echt druk werd vroeg ik of zoon Ralf al in de Popbijbel van Rotterdam gelezen had. (Die had ik hem met kerst cadeau gedaan).Nog niet dus. Hij had alleen zichzelf even vlug vlug opgezocht. Hij staat er in met de andere bandleden van  Face Tomorrow.

David, een vriend van Ralf, net binnen, was  constant aan het woord. Hij was ‘het niet te stoppen middelpunt van de mannenvisite’.  Ik maakte daar, o zo graag, geen deel van uit.

Ik gebruikte in de plaats daarvan de tijd even om met m’n ex Winny over ditjes en datjes te babbelen. We hebben het over Henk, die plotseling overleed, over de krantenartikelen van haar zus, en over de drievoudige moord in IJsselmonde, haar oude werkgebied.

Winny is inmiddels klein, oud en mollig èn … ze is nog even vriendelijk en slim. Een leuk mens. We zouden begin maart met z’n allen naar een grappige Turkse stand-up comedian gaan. Waarschijnlijk kan ze niet mee omdat ze kort daarvoor aan haar linkeroog geopereerd wordt. Nog even afwachten dus.  

Het was inmiddels vier uur. Tijd om op te stappen.

’Dag allemaal’, zei ik en zwaaide iedereen gedag.

‘Dag alleen,’ zei David, heel gevat en hij wendde zich snel weer tot  zijn mannengroepje.  

vrijdag 17 januari 2025

FRIS.

Het voelt verfrissend me ook eens anders uit te drukken. Ik was contra ultra-rechts. Nu me gebleken is dat mijn lezers niet willen dat ik Wilders een fascist en de minister voor migratie, Marjolein Faber een Hitler-vriendinnetje noem, stop ik daar onmiddellijk mee. Mijn lezers willen de Koran verbieden. Ik nu ook. Warum? Darum! Belasting op hoofddoekjes (de kopvoddentax)? Prima. Geen gezicht toch? Geen moeite mee. Vooral om mijn  hogere leescijfers … en ... de overheid vangt meer belastingcentjes! 

Ik vind dat ‘we’ veel te aardig zijn voor al die lui die van alle kanten ons kleine kikkerlandje komen overbevolken: ‘hellepie, hellepie, hellepie’ dit gemurmel is van verre te horen. Wij ‘kaaskoppen’ verwelkomen die lui in plaats van ze schrik aan te jagen.

Dat moet dus maar eens afgelopen zijn! Goed plan van het kabinet Schoof: alle weilanden over de gehele zuidgrens worden volgebouwd met  (ROC’s) RotOpCentra. Per thuislandgroep wordt aldaar één mobieltje ter beschikking gesteld waarmee Google Maps ze simpel de weg terug wijst.

De grapjas Dolf Teeuwen werkt momenteel aan een voornamelijk non-verbale (!) ‘Rot-Op-Show’ voor teruggestuurde volwassenen. Speciaal voor de kinderen speelt Dolf een razende Hitler (mèt dat traditionele  snorretje),  die een aantal jonge zwarte kinderen de stuipen op het lijf jaagt. Dolf speelt in een wit t-shirt met een rood hakenkruis, een korte  leder-Hose,  en een clownsneus.

‘Hot news’ vandaag is een uitgelekt plan van Minister Faber. Een plan voor de tijdelijke opvang van mannelijke migranten. Deze zullen worden opgeleid en zo snel als mogelijk te werk worden gesteld in de voedsel- en bloemenindustrie èn in de woningbouw.  Ze dienen daarin werkzaam te blijven zolang ze ‘rendabel’ zijn . De mannen en grotere jongens worden tegen kost en inwoning ondergebracht bij blanke, Hollandse, voornamelijk fijn Christelijke gezinnen. Gelijk met het einde van hun werkzame periode zal helaas ook hun leven beëindigd moeten worden. Want, aldus Marjolein Faber: ‘voor niks gaat de zon op’. 

Over de wijze waarop het leven van de mannen precies  beëindigd zal worden is nog geen overeenstemming bereikt. Het voornemen is om dit op een uiterst efficiënte doch milde wijze te realiseren. Overleg hierover is gaande met onze oosterburen èn de nu nog criminele organisatie CLW (Coöperatie Laatste Wil).  

Er is nog overleg met een vertegenwoordiging van de mannen/jongens. Met name over de afkoopsom. Het voorstel van Faber is zojuist aanvaard: een leven lang wekelijks een frisse bos snijbloemen thuisbezorgd bij de getroffen moeders/weduwen.

Fris, Ja!

donderdag 16 januari 2025

GROETIE ME WEL OF GROETIE ME NIET?

 

Honden, vooral reuen, snuffelen, uit nieuwsgierigheid aan, tsja, eigenlijk wel aan alles. Daar bij stoten ze vaak hun neus, want niet alle geurtjes zijn even  lekker.  Ik heb me eens laten vertellen, dat honden, ter wille van de hiërarchie in hun territorium, proberen zo hoog mogelijk te piesen.  Ze zoeken daarvoor meestal bomen, struiken, muurtjes, lantarenpalen of autobanden uit. Om de een of andere reden is het de beesten meestal duidelijk dat het niet de bedoeling is dat ze tegen benen of broekspijpen aan piesen.

Ik kreeg deze associatie door de wandeling die ik vanmiddag maakte. Het was een frisse bewolkte middag waarin een desalniettemin een groot aantal stelletjes had besloten om elkaar en hun viervoeter uit te laten. Niet dat ik er speciaal op liep te letten maar het viel me gewoon op dat toen ik een stelletje, inclusief hond, op zo’n tien meter genaderd was, zowel hond als baasje gingen lopen trekken. Het beestje leek op mijn lijfgeur af te komen. Maar daar stak zijn baas een stokje voor.

Toen ik het stel passeerde, deed de hond met een ferme ruk nog een laatste poging, doch het baasje was onverbiddelijk. Zowel meneer als me vrouw knepen vriendelijk hun ogen wat toe, glimlachten naar me en zeiden:’ goedemiddag meneer’, … precies gelijk! Ik kon mijn oren haast niet geloven! Ik had geen van beiden een seintje zien of horen geven en toch: jawel: precies gelijk … knap! Ik was zo verbouwereerd dat ik vergat om ‘goedenmiddag’ terug te zeggen. Toen ik omkeek zag ik dat het baasje de lijn al weer liet vieren. Pas toen ik toch nog vlug ‘Goedemiddag’ terug zei, hield hij het hondje weer kort.

Al wandelend speel ik onderweg  het tamelijk onnozele spelletje: ‘Groetie me wel of groetie me niet’. Het gaat zo: ‘ik groet, glimlach enigszins onnozel maar toch altijd vriendelijk als degenen die me tegemoet komen héél nabij zijn  … ik kan ze bijna ruiken, zeg maar.  Dan precies zeg ik tegen me zelf: ’die gaat niet terug groeten’ of juist wel.  Heb ik het goed voorspeld, dan staat het 1 – 0 voor mij. Net als bij het voetballen. Wanneer ik het bij een volgende ontmoeting  mis heb, staat het helaas al weer gelijk. Dat soort wandeling kan, zo alles bij elkaar toch nog flink wat energie geven.

woensdag 15 januari 2025

PISSEBEDDEN.

 

Ze moppert wel eens over het bedplassen van haar kinderen. Vier van haar tien kinderen plassen nog in bed. ‘Pissebedden’  noemen haar andere kinderen hun pesterig. Dat gepest daar wil ze niets van horen.  

Ze heeft van alles geprobeerd om ze ’s nachts droog te houden:  niks drinken, weinig drinken, beetje eten, voor het slapen gaan. Geen drukke tv. Niet te vroeg, niet te laat naar bed. Met een plaswekker hannesen. Een plaswekker, een soort martelwerktuig, dat  haar kinderen elke twee uur uit hun slaap haalt om op het potje naast hun bedje te piesen. Veel akelig gedoe. Zowel zij als haar kinderen raken van slag.

Boos is ze nooit. Het blijft bij wat binnensmonds gemopper. Ze wéét dat het haar kinderen gewoon overkòmt. Elke ochtend die teleurstelling … wèèr nat!

Een bijkomend probleem: het tekort aan lakens. De bovenlakens zijn maar een klein beetje  nat. Als die een hele dag aan de slaapkamerdeuren te drogen hangen zijn ze ‘s avonds weer droog. Alleen stinken ze dan nog wel. Maar niet zo héél erg.

‘s Zomers doet ze wel eens een bovenlaken-wasje  tussendoor.  Vaak genoeg lekker droogweer is het dan. Maar in de andere jaargetijden is dat een probleem. Soms moeten de plassertjes op klamme lakens slapen. Akelig! Wat ze, ten einde raad, ook nog wel eens doet is: bijna droge onderlakens droogstrijken. Vlak voor het slapen gaan. Als ze dan in hun bedje kruipen voelen de lakens nog lekker warm aan. Dat vindt ze zo heerlijk voor hen!

Het zijn moeilijke tijden voor haar. Dat wel. Maar er komt nooit een onvertogen woord over haar lippen  over ‘haar bedplassertjes’. Zo tegen hun veertiende zijn ze er allemaal vanaf.

 Ze is altijd, lief, geduldig en zorgzaam voor hen. Voor al haar kinderen trouwens.

dinsdag 14 januari 2025

OP HOL GESLAGEN.

 

Om half twee vannacht sliep ik nog niet. Ik lag al weer minstens een uur wakker. Nu pas viel het me op. Elke twee minuten dreunde er iets in de flat. Dat hield me wakker. Eerst dacht ik: ‘shit!’ , maar niks aan te doen. Het stormt zeker, de wind blaast een deur open en vervolgens klapt de deur weer terug. Dreun!  Van een stormwaarschuwing wist ik niks. Dat kon het niet zijn. Ik mijn bed uit. In mijn eigen woning stond niks te klapperen. Het dreunen kwam van de galerij. Om op de galerij te komen moest ik eerst mijn voordeur de-isoleren, want alle naadjes en kieren heb ik dichtgestopt met opgevouwen kranten.  Eenmaal buiten hoorde ik die op hol geslagen deur. Elke twee minuten gaf die deur zichzelf een oplawaai. Bijna knalde die nog tegen me op.

Ik herinnerde me nog dat ik met mijn buurvrouw  van de vijfde al eens eerder had staan kijken naar die maffe deur. ‘Nou’, zei ze, ‘als ik zo’n deur had , dan had ik allang die stekker d’r er uit getrokken’. Ik wist niet eens dat dat kon, wat ze zei. Ik zag die stekker niet eens, toen ze dat zei. Maar zij ziet wel meer dingen, die ik niet zie. Vreemd typje, die buurvrouw. Ik zei er verder niks van.

Nu stond ik voor die deur en nam hem héél nauwkeurig in mij op en ja hoor, daar zag ik hem, die stekker. En die deur (het is onderhand al half vier in de nacht) maar te keer gaan. Ik loop even naar mijn woning om een stoeltje te pakken, want die stekker zit te hoog voor mij.

Totaal onverwachts komt een hier al jaren illegaal wonend (nogal jeugdig buurvrouwtje)  me met haar hondje tegemoet. Om deze tijd!! Ze ziet wat ik aan het doen ben en brabbelt in een nauwelijks verstaanbare mix van Spaans, Engels en Nederlands, dat ik morgen wel gelijk de huisbaas moet waarschuwen. Ik zeg haar geïrriteerd maar in goed Nederlands, dat ik zelf wel weet wat ik moet doen, dat ‘hoef jij mij niet te vertellen. Ga jij maar eerst eens fatsoenlijk Nederlands leren praten!’

Maar goed, ik had die stekker er uit getrokken, het gedreun was over, de deur was getemd. Dank je buurvrouw van de vijfde. Ik kon gaan slapen.

maandag 13 januari 2025

Cringe ... in de duinen.

En zoals bijna altijd moet ik halverwege mijn wandeling poepen. Meestal overkomt me dit op het strand als ik in de buurt van het (geheel verlaten) naaktstrand ben. Natuurlijk, vanuit het strand is het simpel om de duinen in te duiken. Maar dan heb ik nog te maken met dat het hard waait èn dat  ik geen papier bij me heb om mijn kont af te vegen.

Toch heb ik het  gedaan, want de stront sijpelde mijn kont zowat uit en wandelen met een poepbroek is onsmakelijk en ongemakkelijk. Ik ging dus af. Ik moest wel. Ik kon niet anders. Maar ik kon mijn reet níét afvegen. Per abuis was ik beland op een doodstille homo-afwerkplek. Overal om me heen lagen verfrommelde  tissues. Maar … daar ging ik me kont echt niet mee afvegen! Dank je de koekoek. Ook niet met iets uit de natuur; dat kon niet. Met zand had misschien wel het beste geweest, dat was er immers volop. Dat durfde ik echter niet aan, want ik was bang voor de pijn van het schurende zand.  Ook wist ik niet direct raad met mijn vieze handen. Hoewel, bedacht ik me later pas, toen ik al in de metro zat, dat de zee voldoende water had om mijn handen in te wassen. Stom! Voor de rest had de natuur niet meer zo veel te bieden. Het was winter, alle herfstblaadjes waren al meegenomen door de wind, die nu door de duinen raasde.

Toen ik klaar was trok ik snel mijn onderbroek en spijkerbroek omhoog. Zo blij was ik, dat ik door  niemand in die ongemakkelijke pose gezien was. Mijn billen kleefden linea rectaal aan elkaar. Met deze vastgeplakte billen moest ik in anderhalf uur, van het naaktstrand in ’s Gravenzande tot op metrostation Prinsenlaan zien te komen. Mijn reukorgaan is niet meer in zo’n goede conditie. Maar zo te zien rook niemand iets.

Aangekomen op de Prinsenlaan lijkt mijn zitplaats nog schoon. Voor de zekerheid voel ik bij het uitstappen nog even vlugvlug vanachteren, aan mijn spijkerbroek en …  ja, hoor … het is doorgelopen! Ik heb er ook zo’n lopie naar, hè. Als een soort houten Klaas in onbalans. Awkward!

Thuisgekomen gooi ik meteen mijn broeken in de was, neem een douche, spuit me vol met een lekker luchtje, ‘David Beckham’, doe mijn huispak aan en ga Studio Voetbal zitten kijken.

zondag 12 januari 2025

KERSTDINER EN EEN WOORDSPELLETJE.

Opgewekt fiets ik van mijn woning in Prinsenland naar het huis, waar ik vòòr de echtscheiding woonde. In het Oude Noorden. Ik vind het fijn dat ik voor het kerstdiner ben uitgenodigd. Het is een  hereniging. Jammer dat zoon Ralf net gescheiden is. Zijn jonge zonen, Bent en Marcus zijn er. Freek, mijn oudste zoon, zijn vrouw Sarah en natuurlijk Winny, m’n ex. We zijn met zijn zevenen.

Ik ben vrolijk. Ik verbaas mezelf. Ben misschien wel wat tè vrolijk ... kan dat wel? mag dat wel? Daar moet ik mee oppassen.

Het is al halverwege de middag, als het feestje begint. Op de salontafel staan allemaal lekkere hapjes, kaasjes, knabbeltjes en drankjes.

We gaan een spelletje doen. Een woord raden. Welk woord staat op de post-it dat op je voorhoofd is geplakt? Door vragen te stellen aan de anderen, kan je daar achter komen. Bij antwoord ’ja’ mag je doorvragen; bij antwoord ‘neen’ krijgt degene die naast je zit de beurt.

Sarah kijkt me indringend aan: ‘Je hoeft niet mee te doen hoor, Jos! Als je geen zin hebt doe je toch gewoon niet mee!’

‘Neen joh, het lijkt me juist hartstikke leuk! 

'Rare vraag!'

Ik raad vrij snel mijn woord: varken. Ik sta er lekker op bij kleinzoon Bent!  Hij schreef dat woord. Ik verbaas me over de woordenschat van die gassies, zes en tien jaar oud. Zonder blikken of blozen plakken ze de woorden ‘perineum’ en ‘clitoris’ op de voorhoofden van tante Saar en ome Freek.  Het maakt mij veel te losbandig, en laat Ralf naar het woord ‘neuken’ raden.

‘Hoeveel heb je al op, Jos?’ wordt me insinuerend gevraagd?

‘Geen  druppel!’

‘Dit kan je echt niet maken, met die jonge kinderen er bij.

Volgens hun ben ik ontremd. Ik moet nu echt dimmen.


Het eten is goed binnen te houden en leidt godzijdank af van de ontstane wrevel.

Mijn voorafje, een blokje meloen met ham, vastgeprikt door een kleurrijk parasolletje. Dan de hoofdmaaltijd van Freek en Sarah: stoofpeertjes, haricots verts, gestoofd rundvlees, aardappelcroquetjes en als toetje tiramisu. Om je vingers bij af te likken.

Ik geniet van Bent en Marcus mijn grappige, bijdehandte  kleinzonen.  De volwassenen zitten te smullen van het kerstdiner terwijl de jongens verdiept zijn in een zojuist verzonnen spel met de kleurrijke parasolletjes.

Lachend zeg ik tegen Ralf dat zijn zonen echt gestoord zijn. Hij kijkt me een beetje argwanend aan.

‘Prèttig gestoord bedoel ik, Ralf!’

Dan pas verschijnt er een grijns op zijn gezicht.

zaterdag 11 januari 2025

WEG BIJ FACEBOOK.

Toen ik hoorde dat Facebook-baas Zuckerberg (Z.)  de berichten die aan zijn mediabedrijf werden aangeboden niet meer wilde gaan controleren op waarheid, correctheid, voelde ik meteen weerzin. Daar wil ik niet aan meedoen. Tegen complot-theorieën gaat (Z.) niks meer ondernemen. (Z.) heeft het jarenlang wel gedaan. Dat wel. Maar nu stopt hij er mee. Hij verwijt zijn feitencheckers dat hun werk heeft geleid tot censuur. Volgens (Z.) zijn feitencheckers vooringenomen en zodoende beperken ze de vrijheid van meningsuiting te veel.

(Z.) schuift daarmee een eind op in de richting van Trump èn het steeds meer naar ultra-rechts neigende Europa. 

Facebook eiste weliswaar dat feitencheckers geen banden hebben met politieke partijen of kandidaten. Dat ze niet lobbyden en niet-aflatend objectief en transparant zijn. Het netwerk van feitencheckers legt uit dat niet zij, maar andere medewerkers van Facebook de bevoegdheid hadden om berichten of accounts offline te halen. Hoewel Facebook slechts beperkte informatie gaf over de resultaten van het in 2016 opgezette programma voor feitenchecks, denkt de koepelorganisatie dat het effectief was.

Facebook zelf houdt nu de factcheckers af. Maar de Europese Commissie gaat vooralsnog nog gewoon door.

Facebook heeft vergelijkbare programma’s in meer dan honderd landen, die erg verschillen en in verschillende fases van ontwikkeling zitten. Sommige van deze landen zijn erg kwetsbaar voor desinformatie die aanzet tot politieke instabiliteit, inmenging bij verkiezingen, geweld en zelfs genocide. 

Facebook’s koerswijziging in de Verenigde Staten valt samen met initiatieven om de banden tussen het internetbedrijf en Trump aan te halen. Het International Fact-Checking Network vermoedt dat de dwingende, afwijzende  houding van Trump ten opzichte van factchecking heeft bijgedragen aan de beslissing van (Z.). Iets wat Trump zelf ook doorzag.

Sommigen factcheckers hebben dezelfde soort Trump-dwingelandij ervaren. Ze snappen hoe moeilijk het is om die druk te weerstaan.

In dat nieuwe beleid kunnen vrouwen bijvoorbeeld ‘voorwerpen’ genoemd worden en homo’s ‘mentaal ziek’. Ik voel me niet meer thuis bij een club als Facebook, die zich onder het mom van beschermen van de democratie, ook nog eens welbewust laat gebruiken voor desinformatie en complottheorieën, die weer tot verwarring, misleiding, discriminatie, haat en hetzes leiden.

Op Facebook vertoon ik me niet meer. Ik plaats mijn schrijfsels voortaan op mijn eigen blog, dit blog.  

vrijdag 10 januari 2025

BORDJE TIK.

 

Ik ben een jaar of negen. Speel buiten met een stel vriendjes. We gooien een tennisbal tegen ons straatnaambordje. De van Lennepstraat is onze straat. We doen ‘bordje tik’. Om de beurt gooien we. Als een werper raak gooit, tegen het straatnaambordje dus, loopt iedereen hard weg. Behalve de werper. Als die ‘stop’ roept moet iedereen stilstaan. Dan gaat de werper zo veel mogelijk spelers met de tennisbal afgooien. Wie afgegooid wordt mag niet meer meedoen. Degene die overblijft, wordt de nieuwe werper. Dan mag iedereen weer meedoen. Simple comme bonjour.

Eens verdween mijn tennisbal in een rioolput. De put is bedoeld om vol te lopen met  regenwater, bladeren en  straatvuil. Eens per maand kwam de puttenzuiger langs. Een wagen met een lange brede slang en een reservoir om vuiligheid uit putten op te slaan, zodat het water weer goed kon doorlopen naar het lager gelegen, grote riool. Gelukkig was de puttenzuiger deze maand nog niet geweest.

Ik wist precies hoe ik die ijzeren putdeksel met mijn wijsvinger moest optillen. Ik trok met mijn vinger de putdeksel naar boven en zag daar mijn tennisbal liggen. Ik moest met mijn buik op de rand van de put gaan liggen pas dan kon ik er net bij. Ik pakte het balletje op en wurmde me naar boven. Met mijn rechterhand duwde ik mezelf het laatste stukje omhoog toen Berend  Knigge, een wat grotere jongen uit de buurt, een harde trap gaf tegen het nog geopende putdeksel.

De putdeksel knalt op mijn rechterwijsvinger en klapt bijna mijn hele vingertopje eraf. Negentig procent. Ik moet het uitgegild hebben. Ik ben naar een ziekenhuis gebracht. Door wie en hoe weet ik niet. Het topje is er weer aangezet. Enige weken heb liep ik met mijn vinger in het verband en tot op de dag van vandaag weigert die vinger de door mij gewenste tekens op mijn mobieltje aan te slaan. Hoe het met mijn tennisballetje gegaan is? Misschien bij Berend Knigge?

donderdag 9 januari 2025

MA.

De verjaardagskalender hangt nog op november. Geen verjaardagen die maand. In januari staat ‘ma’ op 10 januari. Ze is in 2004 overleden. Vijfenzeventig was ze.

Als ik ‘ma’ zie staan, word ik overweldigd door het gevoel dat er geen vrouw in mijn leven is geweest bij wie ik me zo op mijn gemak heb gevoeld als bij haar.  Op mijn achttiende ging ik op kamers wonen. Tot die tijd waren we altijd samen. Zij was altijd thuis en waar ik uithing, maakte niks uit: op school, op de voetbalclub, in de kerk, bij mijn vrienden of ergens in Europa. We waren ‘close’. Zij was voor mij de ideale moeder. Ik haar ideale zoon.  We hadden het over van alles met elkaar. Over dansen, school, turnen, oma, de buurt, opa, haar jongste zus Ludie, die non geworden was en natuurlijk heel veel over pa, mijn zusjes en m’n broertjes.

Ma vertelde graag over haar dansles. De cha-cha-cha, de rumba, de Engelse wals. Daar werd ze vrolijk van. Was ze ook goed in. Als ik wilde, mocht ik van haar op dansles. Ook al was daar in feite geen geld voor. ‘Komt tijd komt raad’ zei ze dan veel betekend. Ik begreep eerlijk gezegd niet wat ze daarmee precies bedoelde. Maar dat vond ik geen probleem.  Danspasjes leren vond ik niks. Ik wilde liever ‘wild, vrij’ dansen. Dat kon ze wel begrijpen. Nooit heeft ze  hardop gezegd, dat dansen goed voor me zou zijn. Ze zag natuurlijk best wel dat haar zoonlief een heel verlegen ventje was. Dansles had hem daar wel eens overheen kunnen helpen, moet ze gedacht hebben.

Ik vond het zo fijn, zo knus, om ’s avonds, kort voor ik naar bed ging even met haar samen in de woonkamer te zitten. Mijn zusjes  en broertjes lagen dan al op bed.  Mijn vader was er niet. Die ‘zat op de grote vaart’.

De tv was dan uit. Dan praatten of lazen we wat. Ma zat maast de oliehaard en las dan in de ‘Ouders van nu’ of breide een warme sjaal. Ik zat op de bank de Voetbal International te lezen. Toen ik op de hbs zat moest ik boeken voor mijn lijst lezen. Romans. Daar hield ma niet zo van. Maar tòch wilde ze wel, dat ik haar vertelde waar die boeken over gingen. Tsja

Vandaag zou ze 96 zijn geworden.
















woensdag 8 januari 2025

HIERZO.

 

LET OP!

Mijn nieuwe serie schrijfsels

Is uitsluitend hierzo te lees,

op mijn blog:

https://stukkiejee.blogspot.com/

Vanaf 10 januari 2025.

Tot dan.


Jos Mastwijk.