Posts tonen met het label ijskoud. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ijskoud. Alle posts tonen

dinsdag 28 januari 2025

HET SPLEETJE.

Veertien ben ik en ik zit op mijn kleine ijskoude kamertje algebra te doen. Niet echt makkelijk met de drukte van vier piepjonge broertjes in de woonkamer vlak onder me. Als het weer rotherrie is beneden, doe ik het licht in mijn kamer uit.

Door het spleetje tussen mijn slaapkamergordijnen kijk ik precies in de huiskamer van de familie No-soe. De No-soetjes, Indonesische mensen, zijn het regiem van Soekarno ontvlucht.

Meneer No-soe ligt onderuitgezakt in zijn luie stoel. Van de vijf kinderen No-soe, liggen er al in vier in bed.  De oudste, kleine  Johnny,  zit in zijn rolstoel nog onrustig te stuiptrekken met zijn polio-beentjes en het stompje dat zijn rechterarm moet voorstellen. Johnny en z’n moeder gaan altijd samen als laatsten naar boven. Hij in de traplift.

Ze zit nog in haar baby-doll op de bank. Zij is een mooie tamelijk jonge vrouw. Nu denk ik dat ze toen drieëndertig was. Het is haar niet aan te zien dat ze al vijf kinderen gebaard heeft. Mevrouw No-soe lacht altijd lief naar me als ik haar in de bus of bij de slager tegenkom. Ik ben natuurlijk zelf ook altijd aardig tegen háár. We praten nooit. Ook gaan we niet naast elkaar zitten in de bus.

Ik weet haar voornaam niet eens. Mevrouw No-soe is een kleine, tengere vrouw. Nooit zie ik haar in haar blootje. Ze heeft vrij kleine borsten en ook  niet zo grote billen, dat zie ik wel. Maar dat maakt mij niks uit. Ik vind haar aantrekkelijk … èn héél aardig. Wat zit ze nu te doen? Te puzzelen? Te macrameeën? Ik kan het niet goed zien door dat spleetje. Ik voel lekkere kriebels in mijn lijf.

Plotseling is er gestommel op de trap. Als een kat spring ik van achter de gordijnen mijn bed in. Het is ma. Ze gooit mijn slaapkamerdeur open: ‘Waarom heb je geen licht aan?’

‘Ik werd gek van dat lawaai beneden. Zó kan ik echt niet leren? Ik ben maar even op bed gaan liggen.’

 Inmiddels was mijn plasser niet meer zo hard, zodat ik nu best op mijn rug kon gaan leggen.

‘Tjsja, ik vind het rot voor je. Ik zal zeggen dat ze beneden wat rustiger moeten doen. 

Wat drinken?

‘Thee.’

‘Wat erbij?’

‘Zijn er nog bastognekoeken?’

 

 

Beste lezer,

Ook in 2025 duik ik weer onder in het IFFR.

Op 12 februari is het eerstvolgende stukje

weer te lezen. Tot dan.

woensdag 5 juli 2023

BEHEERS.

Boven alles straalt het  gezicht van Hans ongeduld uit. Ik kan het me wel een beetje voorstellen, want Cora, mijn vriendin zit nu al bijna tien minuten te peinzen en te piekeren. Ze heeft een woord,  waarmee ze al haar letters kwijt kan en waarmee ze vijftig punten extra kan verdienen. Alleen kan ze dat woord nog nergens kwijt op het scrabblebord.

Ik weet dat ze langdurig kan jeremiëren in dat soort situaties. We hebben er ooit wel eens over gedacht om een maximale denktijd in te stellen. Zeg: vijf minuten. Heb je, na het verstrijken van die tijd nog geen woord neergelegd, dan krijg je tien punten in mindering. Daar is het uiteindelijk nooit van gekomen.

Uit pure frustratie gooit mijn vriend Hans nog maar eens een flinke hand borrelnootjes  achter in zijn  keel.  Zijn vriendin Cobie  streelt hem over zijn extreem behaarde onderarm om hem wat te kalmeren. Zij weet precies hoe hij is; voor je er erg in hebt ligt het op de plavuizen, dat scrabblebord en de lettertjes.

‘Zeg Jee, heb je misschien nog een jonge borrel voor Hans?’

‘Off course,’ zegt Jee, om interessant te doen en schenkt Hans een ijskoude Henkes in.

Cora, die minieme stukjes van een pindapepsel zit te af te knabbelen, roept plots verrukt: ’Yeah!’

Ze legt horizontaal, met drie maal de woordwaarde, het woord ‘beheers’ neer, waarvan de letter ‘b’ aansluit op het verticale ‘loot’.

‘Godverdomme!’ ‘Klote,’ ‘kut’, luid gevloek aan de speeltafel.

Dat ene woordje levert Cora ‘drie maal de woordwaarde’ op: negen en zeventig punten. Heel even kijkt ze triomfantelijk in het rond, pakt zeven nieuwe letters en neemt een slokje van haar appelsapje. Sinds de overgang drinkt ze geen alcohol meer. Jee des te meer; maar dit terzijde.

Terwijl Cora bezig was haar mooie woord te bedenken, hebben de anderen ruimschoots de tijd gehad, om de letters op hun plankje te ordenen.  Hans had net nog de meeste punten. Nu moet hij Cora voor zich dulden. Ze staat acht punten op hem voor. Hij wrijft met duim en wijsvinger over zijn kin, zucht eens diep, neemt een slokje van zijn borrel en legt de letter ‘e’ neer voor de ‘b’ van het verticaal gelegde woord ‘beschaafd’.

‘Eb,’ zegt Hans, ‘tsja, één schamel puntje, maar straks ga ik ‘vloed’ neerleggen dat scoort beter, ’grapt hij.

Het spelletje kakt een beetje in. Reden voor Jee om een cd’je  van Jack Johnson op te zetten:  ‘Bruisende muziek! Ik zweer het!’

In ‘no-time’ staan de twee voormalige flower – power koppels ouderwets te swingen … er wordt gelachen en gezongen. Ze dansen zoals vroeger, in de sixties, met grootse armbewegingen, alleen niet meer zo losjes in de heupen. Met z’n vieren springen en swingen ze. Ze zijn niet langer koppeltjes. Op de vrolijke surf-sound gaan ze uit hun dak. Ze dansen steeds intiemer. Hun oude bezwete lijven smelten haast samen. Het is een opwindend doch beschaafd, erotisch tafereel … totdat Jee hem op een gegeven moment niet meer in  zijn broek kan houden.