vrijdag 10 januari 2025

BORDJE TIK.

 

Ik ben een jaar of negen. Speel buiten met een stel vriendjes. We gooien een tennisbal tegen ons straatnaambordje. De van Lennepstraat is onze straat. We doen ‘bordje tik’. Om de beurt gooien we. Als een werper raak gooit, tegen het straatnaambordje dus, loopt iedereen hard weg. Behalve de werper. Als die ‘stop’ roept moet iedereen stilstaan. Dan gaat de werper zo veel mogelijk spelers met de tennisbal afgooien. Wie afgegooid wordt mag niet meer meedoen. Degene die overblijft, wordt de nieuwe werper. Dan mag iedereen weer meedoen. Simple comme bonjour.

Eens verdween mijn tennisbal in een rioolput. De put is bedoeld om vol te lopen met  regenwater, bladeren en  straatvuil. Eens per maand kwam de puttenzuiger langs. Een wagen met een lange brede slang en een reservoir om vuiligheid uit putten op te slaan, zodat het water weer goed kon doorlopen naar het lager gelegen, grote riool. Gelukkig was de puttenzuiger deze maand nog niet geweest.

Ik wist precies hoe ik die ijzeren putdeksel met mijn wijsvinger moest optillen. Ik trok met mijn vinger de putdeksel naar boven en zag daar mijn tennisbal liggen. Ik moest met mijn buik op de rand van de put gaan liggen pas dan kon ik er net bij. Ik pakte het balletje op en wurmde me naar boven. Met mijn rechterhand duwde ik mezelf het laatste stukje omhoog toen Berend  Knigge, een wat grotere jongen uit de buurt, een harde trap gaf tegen het nog geopende putdeksel.

De putdeksel knalt op mijn rechterwijsvinger en klapt bijna mijn hele vingertopje eraf. Negentig procent. Ik moet het uitgegild hebben. Ik ben naar een ziekenhuis gebracht. Door wie en hoe weet ik niet. Het topje is er weer aangezet. Enige weken heb liep ik met mijn vinger in het verband en tot op de dag van vandaag weigert die vinger de door mij gewenste tekens op mijn mobieltje aan te slaan. Hoe het met mijn tennisballetje gegaan is? Misschien bij Berend Knigge?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten