Posts tonen met het label schuilé. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schuilé. Alle posts tonen

woensdag 22 januari 2025

DAT KAN TOCH NIET?!

Op de achtergrond hoor ik countrymuziek. Een soort Dolly Parton zingt. Of ze is het. Die met die enorme tieten. Dat kan ik nu niet zien natuurlijk. ’t Is op de radio. Ze huilt-zingt over dingen die eerst leuk waren maar nu verdrietig zijn en dat ze er zelf helemaal niks meer aan had kunnen veranderen.  Zou het?

Die Tonnie Vismans ook niet. Zij was, net als ik, nog zo jong. Klein ook. Ik een kop groter. Zij had lang blond haar. Was ik gek op. We ‘liepen met elkaar’. Ze lachte aldoor naar me maar ging toch steeds weer bij me weg. Ik was elf. Zij ook zoiets. Spangen was toen nog rustig en oersaai. Alleen Sparta ging wel. Wij kinderen deden allemaal hetzelfde. Bordje tik, schuilé, elastieken en kontje ketsen in de bossies bij monument Spieckmann. Niet allemaal tegelijk, hoor. Dat kan natuurlijk niet!

Later toen ik dertien was, in 1963, verhuisde ik naar Hordijkerveld, daar werden alle kinderen binnenshuis vastgebonden. Wat had een kind daar nou buiten te zoeken? Nu in 2025 is Hordijkerveld een probleemwijk. Nog steeds geen kind op straat. Veel oude mannen. Drie van hen zijn een paar weken geleden  door een zielenpoot van vierentwintig jaar dood geschoten. Toen de politie hem kwam arresteren gooide hij een pistool van zijn balkon, precies voor de voeten van een politieagent. Voor de beslissende tipgever was er een beloning van 30.000 euro. Daar hoor je nu niemand meer  over. Die poen zitten ze nu bij de politie onder mekaar te verdelen. Dat zal toch niet?!

Waar ik vanochtend onder het uitpersen van een citroentje toch ineens zo ineens zo vreselijk kwaad over werd? Dat hier buren wonen, die een half jaar in Spanje zitten  en een half jaar hier! Zo  a-sociaal! Maar dat is natuurlijk niet het enige. Wat me nog veel kwaaier maakt is dat datzelfde huis ook nog eens een half jaar leeg staat. LEEG! TOTALY EMPTY! En dan te weten dat er zoveel jongens en meisjes en mannen en vrouwen en echtparen met en echtparen zonder kinderen, urgent woningzoekend zijn. Je woning meer dan half jaar leeg achterlaten. Dat kan toch niet mogen.

Zou het nou niet het allermooiste wezen als die buren permanent zouden ophoepelen naar Spanje om zodoende ruimte vrij maken voor anderen die die woonruimte zo urgent-hard nodig hebben? Dat zou toch ff mooi wezen. Of niet soms?!

woensdag 25 september 2024

INGEMAAKT.

Ik mopper zo af en toe wel eens over de doodsaaie buurt waar ik nu woon, Prinsenland. Ik noem dat buurtje wel eens gekscherend ‘het eeuwige lockdown-gebied’. Maar als ik wat verder in mijn geheugen graaf beland ik in een àndere omgeving, die ik mijn ergste vijand en de zwaarste misdadiger nog niet toe zou wensen.


Hoewel … terwijl ik dit neer- ‘pen’, bedenk ik me, dat ik met groot genoegen zo’n Wilders, zo’n Faber en zeer zeker ook zo’n Poetin van harte levenslang, vast zou ketenen in die regio.

Ik heb het nu over Hordijkerveld anno 1963. Dertien jaar was ik toen ik verbannen werd van het destijds zo gezellige, lieflijke, en vriendelijke Spangen, naar die nieuwe wijk waar alle bouwsels vierkant, alle straten leeg, alle tuinen kaal waren en bomen ontbraken. Nooit een dier gezien. Zelfs geen rat. Als een heel zware straf heb ik die verbanning ervaren. Wat ik misdaan had heb ik nooit kunnen achterhalen.

Vijftien kilometer was dat verbanningsoord in het uiterste zuiden van Rotterdam, verwijderd van waar al mijn vrienden woonden. Nooit, nooit in die 61 jaar dat ik daar nu weg ben heb ik nog één van die maatjes uit de Spartastraat en omgeving terug gezien. Terwijl we soms wel met zijn tienen waren. We honkbalden, voetbalden en speelden schuilé, oorloggie verklaren, ongelukstikkertje, ‘onder-Maria-koekoek’ of dieffie met verlos.
Maar ho, ho, ik moet nog even wat recht zetten: één keer heb ik toch nog iemand van die ‘Spangen-clan’ ontmoet. Toen was ik inmiddels 35. Het was op Vreelust, het voetbalcomplex van de amateurs van Sparta. Mijn zoon Freek, toen 7 jaar, speelde bij de F1 van Sparta. Hij moest om zaterdagochtend om half negen (waarom altijd zo ‘teringvroeg’ ?) spelen tegen Feyenoord F1. Zelfs op deze vroege mini ‘Sparta-Feyenoord’ kwam nog flink wat publiek af. Ook mijn voetbalmaatje uit de sixties in de Spartastraat: Arie Brouwer. Beiden waren we aangedaan door dit weerzien. Ik stond daar met een brok in mijn keel en bij Arie zag ik een traantje over zijn wang biggelen. We omhelsden elkaar allerhartelijkst.
Arie was drie jaar jonger als ik. Een heel slim, snel en technisch voetballertje. Stukken beter dan ik. Hij was een paar jaar een goeie linksbuiten in het eerste van Sparta-amateurs. Al snel moest hij stoppen. Een lastige knieblessure. Toen is hij gaan keepen. Hij was een multi-talent.

We keken samen de mini-stadsderby. Arie complimenteerde me nog met m’n zoon: ‘Heel goeie, verdediger, hard ook, zeg, die jongen van jou.’
Tsja. Desondanks kon mijn zoon niet voorkómen dat zijn F1 met 0 – 6 door zuid werd ingemaakt.