dinsdag 24 december 2024

AMUSE.

Tweede kerstdag wordt voor mij een feestelijke dag. De hereniging, na bijna tien jaar scheiding van mijn gezin. M’n ex, Winny, heeft me uitgenodigd voor het kerstdiner. M’n zonen, kleinzonen en schoondochter zijn er ook. Het kerstdiner wordt bedacht en gemaakt door Freek, mijn oudste zoon en zijn vrouw Sarah. Ik ben gevraagd om een voorafje te maken. Dat doe ik natuurlijk graag. Ik ben tegenwoordig immers een zelfbenoemde keukenprins.


Een paar dagen terug heb ik een proef-voorafje gemaakt om te testen of het binnen te houden is. Mij smaakte het prima maar voor de zekerheid heb ik mijn buurvrouw, een fijnproevertje, ook even laten komen. Ze had nog wel wat verbeterpunten: ietsiepietsie meer zout en peper, niet al te grote blokjes maken en halve plakjes ham er op. Basilicum raadde ze met klem af: is echt niks voor kinderen. Met die aanpassingen vond ze het ‘fingerlicking good’. O ja, ze zei ook nog, dat dit eigenlijk geen voorafje is, maar een amuse. Ook goed wat mij betreft. Dan genieten we maar van een amuse.

Zojuist (dinsdag) heb ik de ingrediënten gehaald bij de Jumbo. Twee Galia-meloenen, rauwe ham, vrolijke cocktailprikkertjes (bij de Hema) en zeezout en vierseizoenenpeper.

Aangezien we rond een uur of twee donderdag welkom zijn, ga ik de amuse, die ochtend maken. Tijd genoeg. Het wordt dus:

‘Blokjes meloen met rauwe ham.’

Op een blokje meloen wordt een dun plakje rauwe ham met een cocktailprikkertje vastgezet. Beetje zouten, beetje peperen. Klaar.

We zijn met zijn zevenen. Twee kinderen en vijf volwassenen. Ik maak 35 blokjes. Vijf per persoon. Zijn er vast te veel. Maar de liefhebber lust er zeker wel zeven.

‘Wat verder de pot schaft’ op die die Tweede Kerstdag weet ik niet. Ik laat me verrassen.
Ter verhoging van de feestvreugde geef ik ieder een boekje cadeau. Vòòr of nà het eten. Wat het beste uitkomt.

Dit is overigens m’n laatste schrijfsel van 2024.
Leuk dat je me dit jaar las.
Mis je me? Lees dan, geheel gratis, eens wat terug!
Al m’n stukjes kan je lezen op mijn blog: https://stukkiejee.blogspot.com/

Fijne (feest)dagen
Een gelukkig en gezond 2025!
Op 10 januari 2025 ben ik weer te lees.

maandag 23 december 2024

NIEUW ZEER.

Nieuw zeer.

Hoe zeer kan het doen?
Erg zeer.
Soms ook minder.
Ligt er aan!
Ligt eraan hoe hard.
Ligt ook aan de grens ?
Hoe hoger de grens, hoe minder zeer.
Hoe lager, hoe stoerder.

Géén zeer kan ook:
Buiten westen.
Maar weldra weer binnen

Droge tranen.

Fysieke pijn voelen, zien:
Schrammen, builen, breuken, wonden,
Emotionele pijn,
Fysiek vage pijn.
Hoofdpijn
Dikke ogen.

Treurig.

Dikke tranen,
Zeer draaglijk.

Krokodillentranen.

Vreugdetranen.
Lage vreugdegrens

Lachebekje. 

zondag 22 december 2024

OPGEVEEGD.

Ik werd zondag pas om 10 uur wakker. Ik was er al om half zeven uit geweest om te plassen. Ik dook daarna weer snel mijn bed in. Het was koud. De temperatuur bij mij thuis is constant 15 graden, tenzij de zon op de woonkamer staat, dan kan de temperatuur wel eens oplopen tot 20 graden.


Zondag is mijn huishouddag. Op verschillende plekken hier in huis is het een zooitje. Ik ga nu niet stoffen, stofzuigen of dweilen maar alleen optillen, beoordelen, een plekkie geven of weg mieteren. Ik begin in de slaapkamer.

Op de onderste plank van de slaapkamerkast staan mijn computer, beeldscherm, muis, muismatje, liniaal en de pot met pennen. Mijn bureaustoel past daar mooi onder. Op de plank daarboven ligt een torentje zwarte t-shirts met korte mouwen en m’n pillendoos. Het ergste op die plank is een berg ‘verhalen’. In een flits besluit ik ze weg te doen omdat ze toch ook allemaal in Word staan. De stapel in een keer bij het oud-papier gooien lukt niet.

Ik pak de helft van de berg en hoor op het zelfde moment een dof dreuntje schuin achter me. ‘Al’ mijn haren staan gelijk recht overeind. Daar zit een grote spin, ter grootte van een wattenschijfje , maar dan zwart. Ik tel in de gauwigheid acht lange dunne poten. Als ik me buk om hem beter te zien schiet hij weg onder mijn kleding kast. Met de liniaal probeer ik hem er onder vandaan te zwiepen. Dat lukt. Alleen zwiep ik te hard. Ik geef hem zo’n vaart mee dat hij onder mijn bed verdwijnt. De rillingen lopen over mijn rug.

Ik heb een boxspring. Anderhalve meter breed, bijna twee meter lang. Er is net voldoende ruimte voor die griezel, een halve centimeter hooguit, om onder m’n bed te kruipen. Ik heb niks in huis om hem daar weg te jagen en met mijn nieuwe schouder kan ik dat zware bed niet optillen.

Hij is daaronder inmiddels al weg. Hals over kop vlucht hij nu langs het kozijn naar boven en stevent hij af op het op een kiertje openstaande raampje.

De spin ging harder dan hij kon … en eindigde zijn vlucht op mijn balkon.
De griezel had zelfmoord gepleegd ... even later heb ik hem opgeveegd.

Eindelijk kan ik nu die halve berg verhaaltjes gaan dumpen.

zaterdag 21 december 2024

LIEFDEWERK, OUD PAPIER.

 Honden, vooral die kleine, aangelijnde hondjes, ter grootte van een Miele stofzuigertje, trippelen hier in de buurt regelmatig rond. Nutteloze dieren. Die grote honden, herders bijvoorbeeld, zijn nuttig voor ons. Die kunnen de politie helpen een moord op te lossen. Bij rampen kunnen ze er op uit gestuurd worden om te zoeken naar overlevenden of slachtoffers. Aan die herders, daar hebben we tenminste wat aan. Dat ze ook klimaatactivisten in hun kuiten bijten, moet ze heel snel afgeleerd worden.


Tegenwoordig zie je herders niet meer zo veel als blindengeleidehond. Herders zijn schaars. En bovendien: zo’n hond opleiden kost handen vol geld. Als ie eenmaal volleerd is, is hij goud waard voor de blinde. Het opleiden van die honden is tegenwoordig ‘liefdewerk oud papier’ : het inzamelen van rode Spa Rood dopjes en dat levert veel te weinig op.

Gisteren zag ik een blinde, zonder hond. Hij moest volgens mij wel blind zijn omdat hij met een witte wandelstok met rode bandjes op het trottoir aan het tikken was. Hij tastte met die stok de omgeving af om te weten of hij daar veilig kon lopen. Zo tikte hij ook struiken, lantaarnpalen en vuilnisbakken aan. Kinderen, op weg naar school, moesten uitwijken. Die blinde kon dat natuurlijk niet helpen.

Eerder had ik al iemand met zo’n blindenstok zien hannesen. Hij viel, midden op een zebrapad. Ik wou hem te hulp schieten maar een automobilist was mij voor. Die stopte en hielp de man zorgzaam overeind. Ondingen zijn het, die blindenstokken. Het is vragen om ongelukken.

Toen ik een jaar of tien was woonden er blinde mensen bij mij in de straat. Het was een gewoon gezin. Alleen de vader en de oudste zoon waren blind. Allebei hadden zij zo’n stok èn een blindengeleidehond, een herder. Dat zag er heel veilig uit. Nooit heb ik één van die mannen onzeker zien wankelen. Hun honden waren hun steun en toeverlaat. Elke werkdag zag ik die mannen uit hun werk komen. We stopten dan even met voetballen. Konden ze doorlopen.

Het was fijn voor de blinden dat er vroeger genoeg slimme herdershonden opgeleid konden worden. Is er een alternatief? Ik weet bijna zeker dat in deze tijd geen enkele blinde het ziet zitten om opgescheept worden met bijvoorbeeld een chihuahua als blindengeleidehond. Ook al wordt het beestje nog zo goed opgeleid.

vrijdag 20 december 2024

EEN LEUK HOEDENWINKELTJE ...

Eens in de maand zie ik haar, Daisy. Een dame van ‘in de vijftig’. Ze is sociaal psychiatrisch verpleegkundige, in dienst bij de zorgorganisatie Antes. Zij zegt me wanneer ik bloed moet laten prikken en bekijkt de analyse. Dan kan ze zien of ik mijn medicijnen braaf inneem en mijn nieren, schildklier en cholesterol in orde zijn.


Ze vraagt of het goed met me gaat en luistert dan naar mijn anekdotes en spinsels van de afgelopen maand. Ik ‘loop’ nu al zo’n jaar of vier bij Daisy. Inmiddels ben ik behoorlijk open naar haar. Dat betekent niet dat ik haar zo maar van alles vertel. Want veel gebeurtenissen zijn niet interessant voor mijn maandelijkse uurtje met haar.
Bijvoorbeeld dat ik zuurdesembrood bak, Sparta-supporter ben , leuke plantjes en mooi Brooklyn Blue gesausd structuurbehang heb, daar heb ik het allemaal niet met haar niet over.
Zeer zeker wel, praat ik met haar over, dat ik nog steeds mijn draai niet kan vinden als opa van mijn kleinzonen.


De reden dat ik Daisy maandelijks zie is dat ik bipolair ben. Manisch depressief syndroom (MDS) wordt dat ook wel genoemd. Kenmerkend daarvoor zijn stemmingswisselingen. Normaal gesproken ben ik ‘stabiel’. Maar soms veroorzaken neurotransmitters in mijn brein, wisselingen, die manisch of depressief gedrag tot gevolg hebben. Niet zo maar ‘een lollige bui’ of ‘een dipje’. Neen! Ik word ‘extreem vrolijk, brutaal, excentriek en opgewonden’ of ‘diep down’.
Hèt medicijn dat mij helpt stabiel te blijven en helpt die stemmingswisselingen te voorkomen is lithium. Ruim vijfentwintig jaar geleden kreeg ik de diagnose ’bipolair’. Zó lang gebruik ik al lithium.
Ècht depressief ben ik nóóit geweest. Wel ben ik uitbundig ‘manisch’ geweest, ‘ontremd’ zeg maar. In zo’n fase gaf ik stapels geld uit aan kleren, gokken, vrouwen, vakanties en ik deed audities voor populaire series. Ik zocht ruzie met collega’s, buren en mijn echtgenote.
Woedend was ik op haar, toen ze ‘er vòòr ging liggen’, toen ik een leuk hoedenwinkeltje op de Zwartjanstraat wilde kopen … voor een prikkie nog wel ! O, wat ben ik haar achteraf dankbaar dat ze me daarvan weerhouden heeft.

Met frisse tegenzin en onder zware pressie van mijn echtgenote klopte ik tijdens zo’n episode bij mijn psych aan voor meer lithiumpillen om de manie te dempen. Na verloop van tijd werd ik dan weer stabiel.

Diep treurig allemaal, dat wel, de schade ik mijn vrouw, kinderen en mezelf zo heb berokkend. We hadden alle vier inmiddels ‘binnen’ kunnen zijn, financieel gezien dan. Tsja …

Toch gek hè, … die manische periodes … wat voelden ze ook grandioos … soms wou ik dat ik ze …

donderdag 19 december 2024

EVEN WENNEN.

Ik kom net bij de tandarts vandaan. Nu weer mèt twee boventanden. Kronen natuurlijk. Ze heeft er heel wat werk aan. Ik kan mijn kiezen echt niet op elkaar houden, terwijl dat normaal een van mijn beste eigenschappen is. Na drie kwartier denk ik dat het wel genoeg is. Ik zeg haar dat het wel goed voelt. Maar ze gelooft me niet. Ze laat me bijten en klapperen op een papiertje. ‘Neehee, meneer Mastwijk. Je moet niet jokken tegen mij , hoor, want ik zie nog een heleboel blauw op dit papiertje en dat is niet goed’.

Als zij even later vindt dat de klus geklaard is, zeur ik dat de nieuwe kronen nog wel hinderlijk aanvoelen. Maar ... van mij hoeft ze er niks meer aan te doen. Ik moet nog even wennen. Dat woord ‘wennen’ hoort ze niet graag. Ik mag morgenochtend bij haar terugkomen, als ik dan nog steeds niet gewend ben. Dan gaat ze er nog wat aan sleutelen. Maar dat is niet nodig, want nu, vier uur later heb ik geen enkele last meer.


De Blokker gaat weg hè! Nog een paar dagen. Ik denk dat ik daar moet zijn voor een goed droogrek. Ik ben echt aan een nieuw rek toe. Dat ding dat ik nu nog heb staan is zowat tien jaar oud. Van toen ik hier kwam wonen. Van die witte kunststofcoating is nu ongeveer driekwart afgebrokkeld. ’t Is nog net niet zo dat er roestvlekken in m’n schone was opgedroogd zijn. Maar voor het zover is, dacht ik: ik ga ff bij de Blokker langs.
Normaal zit daar een medewerkster bij de kassa. Niet de jongste vaak. Nu zie ik daar twee jonge mannen, type assistent accountant, staan. Typisch geen Blokker-personeel. Die jongens zijn vast van de opkopers. Die vangen nu alle omzet. De Blokker krijgt geen cent meer.
Van mij krijgen ze helemaal niks. De droogrekken zijn uitverkocht.

Later op de dag, toen ik toch voor een meloenbolletjeslepel bij de Action moest zijn zag ik daar een leuk wasrekje staan. Beetje te klein eigenlijk. Er kan acht meter minder natte was op dan op mijn oude rek. Ook minder droge was trouwens. Maar het zal wel lukken.
Het is alleen even wennen.

woensdag 18 december 2024

ZE IS IN DE VIJFTIG ...

Ik woonde nog in Noord. Er was een lekker rustig binnenterrein bij die woningen. Als het goed weer was ging ik daar wel eens zitten roken of lezen.

Net als ik daar zit, komt Erna, mijn buurvrouw, het binnenterrein opgelopen. Ik volg haar met mijn blik. Ze weet dat ik hier zit, maar ze doet net alsof ze me niet ziet. Met enige moeite sluit ze het hek van het binnenterrein.
Erna is in de vijftig ... zoals vrouwen van in de vijftig tegenwoordig zijn. Ik bedoel: met een bepaalde, wat kunstmatige jeugdigheid. Zij heeft een grote bos geblondeerd haar en loopt nu in een zwart Rolling Stones t-shirt met zo’n rode tong erop. Eens vertelde Erna me dat ze kunstenares was, zonder dat het me precies duidelijk werd, wàt ze deed. Een van Gogh-type is ze bepaald niet.

Af en toe kletst ze me de oren van het hoofd, dan krijg ik te horen dat ze van de zomer naar de Ardêche gaat, of een weekendje naar Parijs of Berlijn. Maar ze kan ook erg in zichzelf gekeerd zijn. Dan loopt ze langs me heen zonder me gedag te zeggen.

Ze heeft een dochter van dertig, Puck en een zoon van vijftien, Dennis. Èn … een kleinzoon, Marius ook vijftien, de zoon van haar dochter. Moeder en dochter liepen destijds tegelijk met een dikke buik.

Puck en haar zoon Marius wonen in bij Erna, die de baas over hen speelt. Vaderfiguren zijn daar nooit binnen geweest.

‘Wou jij niet ophouden met roken, Jos?’ zegt Erna , zonder haar tred in te houden.
‘Morgen Erna, morgen stop ik met roken.’

‘Au revoir, Erna.’ Zo af en toe doet Jos een beetje interessant. Dan laat ie Erna horen dat hij op zijn Frans ‘tot ziens’ kan zeggen. Ach ja, …

Toen ik hier al weer een tijdje woonde vertelde Erna me vertrouwelijk dat ze een tijdje omgegaan was met een oud vriendje van Puck.
Toevallig raakte Puck toentertijd , op haar vijftiende, zwanger. Geen idee van wie.

Puck dacht eerst dat Erna uit een soort van jaloezie voor nòg een kindje had gekozen. Maar het was geen keuze geweest. Het was een ongelukje. Toen Puck hoorde dat dat oude vriendje van haar de vader was, sprong ze zowat uit haar vel.

Pubers zijn het inmiddels, Dennis en Marius. Ze drijven hun moeders (oma, tante) zo af en toe tot wanhoop. Maar ja … dàt is toch niet meer als normaal!?

dinsdag 17 december 2024

EEN SNOEK.

De eerste vakanties van mij en mijn vriendin Winny (mijn huidige ex) waren liftvakanties. Begin zeventiger jaren. We liftten naar Frankrijk, Italië en Spanje. In een mum van tijd waren we daar. Zelden wachtten we langer dan vijf minuten op een lift. Dat kwam gegarandeerd niet door mijn mooie krullen. Neen, Winny maakte het verschil. Ze had lang blond haar, een leuk figuur en met haar strakke truitje en dat ultra korte spijkerrokje liftte zij (en ik) in ijltempo Europa door.


Soms stond Winny alléén langs de snelweg. Dan had ik me verdekt opgesteld achter de vangrails. Ik kwam pas te voorschijn als de automobilist was gestopt om (alleen) Winny mee te nemen. Die chauffeur had er wel de pest in maar nam mij meestal toch ook mee. Beetje lullig. Deden we alleen als het lang duurde.

Uit Perpignan in Frankrijk kwam je moeilijk weg. We waren letterlijk gaar toen er een Snoek stopte. Speciaal voor ons. Eigenlijk was het de beurt van een andere lifter. Die stond hier al langer dan wij. Maar die Snoek moest persé ons hebben … of liever gezegd: Winny, dat dacht ìk tenminste. Het Snoek-mannetje, stelde zich voor als Luc. Met zijn zwarte handschoentjes en zijn witte zomerhoedje leek hij mij niet helemaal pluis. Hij wilde mij persé op de achterbank hebben.

Naast mij op die achterbank lag allerlei plastic spul voor restaurants en snackbars. Daaronder lagen wat beduimelde pornoblaadjes en verfrommelde papieren zakdoekjes. Luc had een hotel in Beziers. Hier vlakbij. Als we wilden konden we met hem mee. Een nachtje op zijn kosten. We waren gaar van die dag.

Winny en ik keken elkaar diep in de ogen. Knikten. We waagden het er op. We kregen een puike kamer. Douchten lekker. Toen klopte Luc op de deur. Hij kwam óók lekker gedoucht, in zijn blootje onze kamer binnen lopen, … met een fles witte wijn en drie glazen.

Ik zei hem in mijn beste Frans, dat we zijn aanbod zeer op prijs stelden: … die hotelkamer, die douche, de wijn maar … Luc, we waren erg moe waren en wilden graag zo snel mogelijk gaan slapen, omdat we morgen weer gaan eh … ‘faire autostop’.

‘Naturellement Dzjos, comme tu veux. Je suis fatigé aussi. Et a propos, Dzjos, c’est ici un hotel naturiste, c’est pourquoi!

Gedrieën genoten wij van de lekkere koele witte wijn. Luc nam afscheid van ons: ‘Dzjos et Winny: ‘Bon voyages demain et au revoir.’

‘Au revoir Luc!

maandag 16 december 2024

VOOR MIJ HOEFT HET NIET ZO NODIG.

Voor mij hoeft het allemaal niet zo nodig! Maar afgezien daarvan, sta ik er goed op. Mijn brievenbus puilt uit. Volop wenskaarten. Geluk, gezondheid, vrede. ’t Kan niet op. Goed bedoeld natuurlijk. Daar niet van. Maar wat moet ik ermee?


Mijn eigen kerstwensen?? Voor mij bestaat kerst helemaal niet! Tuurlijk ik heb wel wensen, normale mensenwensen: dat het woensdag lekker weer is en dat ik me niet loop te vervelen. Nee, die 25e december is bij mij haast net als elke andere dag ... van ontwaken tot en met de neut voor het slapen gaan.

Ik voel me weliswaar wel wat eenzamer op zo’n dag : … ik vind het normaal wel gezellig om een praatje te maken of iets te ondernemen met iemand. Dat valt op de 25e niet mee. De meesten hebben zich dan al vastgelegd om samen ergens gezellig te gaan zitten, eten en babbelen. Ik weet nog niet wat ik ga doen.

Eerdere 25e decembers ben ik regelmatig alleen geweest. Ik had meestal wel een goed boek of ik schreef iets. Maakte een lange wandeling. En eigenlijk alleen uit verveling deed ik, in de hal naast mijn de keuken, wat yoga-en, buikspieroefeningen, ging daar ook zo af en toe zitten mediteren en speelde wat potjes patiënce aan de salontafel in de woonkamer.

Oooh neen! Géén boom, geen ballen, geen trompetterend trompetje, geen klingelend belletje, geen kleurrijke lichtsnoeren en ook geen robuuste piek. Géén dikke druipkaarsen of sfeervolle waxinelichtjes. Geen geen overdadige hoeveelheden voedsel. Géén Rudolph, the red nose rendeer of Jingle Bells. En al helemaal geen ‘Mens erger je niet’.

Maar deze donderdag de 26e wordt echt top! Die dag ben ik door mijn (nog steeds) geliefde ex uitgenodigd voor een gezellige eet-, drink-, en spelletjesdag met de kinderen en kleinkinderen. Gezellie! Weer samen. Deze keukenprins is gevraagd om van het kerstmenu het voorafje te maken. Ik weet al wat voor lekkers het gaat worden. Maar, dat ga ik hier niet verklappen. Het blijft een verrassing. Dat is wel zo leuk!

zondag 15 december 2024

PATATZAKJE.

Het is nog lente. Ik ben lekker aan het kokkerellen. Een gegratineerde spinazieschotel met zalm en kleine blokjes mager spek. Het water loopt me nu al uit de mond. Op zich maakt dat allemaal niks uit. Maar, … nou ja, ik ben dus in de keuken bezig. En … ik kan het niet laten om zo af en toe es een blik naar buiten te werpen. Ik kijk dan uit op de straat met auto’s, brommers en fietsers, het trottoir met de voetgangers, op een gebied met struiken, een stuk blubberzooi en een wandelpad, dat leidt naar de splinternieuwe basisschool.


Er staat nu alleen een knalgele ambulance, met zwaailichten aan, voor de deur van mijn bejaardentehuis. Dat is helemaal niks bijzonders want elke dag gaat hier wel iemand de pijp uit of het scheelt niet veel. Ja, voor mij is dat niet meer dan normaal.

Ik wil net weer verder gaan met mijn spinazieschotel, als ik ineens uit mijn rechterooghoek razendsnel een ratje uit de struiken, over het trottoir heen zie racen. Als ik het goed zie heeft hij een papieren patatzakje in zijn bekje. Hij racet over het trottoir en duikt daar de struiken weer in. Maar zijn papieren patatzakje heeft hij op het trottoir uit zijn bekje laten vallen. Niet zo snugger. Ik blijf nog even kijken of het beest je terug kom om zijn buit alsnog op te halen. Nieuwsgierig hè?

Mijn spinazieschotel kan geen kwaad, die staat op een laag temperatuurtje te garen. Dat schijnt beter te zijn voor de vitaminen.

Dat ratje zie ik zo gauw niet meer terug maar ... wie schetst mijn verbazing? Er komt een piepklein mannetje uit de struiken gedanst met een lila puntmuts. Hij heeft alleen een kort lila truitje aan. Verder loopt hij in zijn blote kont. Net als Donald Duck altijd.

Zijn hoofdje schuddend, loopt kabouter Duck met zijn mini-afvalgrijpertje in zijn knuistje, naar de lege papieren patatzak.
Op het moment dat het kleine baasje staat na te denken over hoe dit klusje te klaren, cirkelt een drietal grote meeuwen spiedend boven het opruimkaboutertje. Met kille krijsen storten de vogels zich eerst op het lege papieren patatzakje, dan wordt kabouter Duck meedogenloos opgeslokt. …

‘hellepie, hellepie’, klinkt het héél vaag.

Vreemde geluiden weerklinken van het balkon, aan de voorkant. Haastig vliegt een meeuw op. Midden in een plasje kotsvocht op mijn balkon: het mini-afvalgrijpertje.

zaterdag 14 december 2024

RARE VOGELS.

 Ik sta voor het raam van mijn woonkamer. Het is herfst, half negen ’s avonds. In de appartementen aan de overkant staat bijna overal een scherm aan. TV of computer. Wat precies kan ik niet zien. Er wordt achter dat scherm gestudeerd, gelachen, geluisterd of misschien wel porno gekeken. Ik ga er mijn verrekijker niet bij pakken. Zo’n voyeur ben ik nou ook weer niet.


Die verrekijker heb ik voor in de natuur… en ja, ook voor als zich hier dicht in de buurt dieren vertonen die me verrassen.

Zo’n tien jaar terug hebben hier enige tijd een ooievaar en een reiger vertoefd op het binnenterrein. De ooievaar stond meestal helemaal aan de linkerkant van de flat en die reiger meestal aan de rechterkant. Ik zeg 'meestal', omdat die reiger er soms wat eerder was dan die ooievaar en dan pakte die vlug de linkerkant. Die ooievaar deed daar verder nooit moeilijk over. Ik heb altijd gedacht dat voor die reiger het eten links smakelijker was dan rechts. Maar daar durf ik mijn hand niet voor in het vuur te steken.

Beide vogels stonden vanaf hun plek op het binnenterrein constant naar boven te turen. Wachtend op eten, vermoed ik. Wie die vogels te eten gaven? Geen idee! Nooit iemand kunnen betrappen.

Persoonlijk had ik een pesthekel aan die vogels, met hun lange dunne stelten en die uitsloverige priksnavels. Ze hadden naar mijn idee hier helemaal niks te zoeken. Ga naar een rivier! Of een meer! Ga naar beneden zitten staren in plaats van naar boven! Jullie eten zit beneden in het water! Niet daar boven! Ja! Ik wilde ze weg hebben.

Ergens in oktober ben ik halverwege de avond naar beneden gegaan. Bijna alle flatbewoners zaten als sufgelulden naar ‘Twee voor Twaalf’, ‘De slimste mens’ of een of andere talkshow van ‘weet ik wie’ te kijken. Om de vogels te laten schrikken had ik mijn knalgele Pino-pak aangetrokken. Dat had ik ooit eens gekocht voor de carnaval in Den Bosch. Oeteldonk noemen ze die stad in carnavalstijd altijd, kan ik me nog herinneren.

Ik flapperde beneden wild met mijn vleugels en maakte harde krassende geluiden. De vogels schrokken zich een hoedje… Ik eerlijk gezegd ook, van hùn helse gekrijs. Het heeft wel gewerkt. Ik heb ze hier nooit meer gezien.

vrijdag 13 december 2024

OPGEZEGD.

Ik heb gisteren mijn lidmaatschap van de SP (de Socialistische Partij) opgezegd. De meesten van mijn lezers, met name mijn lezeressen, zijn absoluut niet geïnteresseerd in mijn politieke voorkeur. Wanneer zij de woorden ‘Wilders’, 'BBB'of ‘Poetin’ scannen, tikken ze mijn stukje gelijk weg. Het zijn mijn slechtst gelezen schrijfsels. Geen probleem. Haak gerust af! Ik ga met de overblijvers verder.


De SP heeft in de Tweede Kamer ingestemd met een naar de Nazi-praktijk riekende motie van de VVD’er: Bente Bekker. Alle linkse, sociaal democratische partijen stemden tegen. De fractie van de SP stemde, samen met de PVV, VVD, BBB, CDA, NSC ,CU in en zorgde er zo voor dat die motie werd aangenomen.

En is dat dan zo vreselijk? Om daar nou je SP-lidmaatschap voor op te zeggen. Ja! Volmondig ja. Want het is racisme. In die motie wordt de regering verzocht om gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders, met een migratieachtergrond, bij te houden. Bijvoorbeeld door het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) te vragen dit (periodiek) te onderzoeken.

O ja? Welke normen en waarden zouden dat dan moeten zijn?

Homoseksualiteit in de ogen van Amsterdammers of mensen uit Staphorst?

Economische opvattingen zoals van een CEO op de Zuidas, of die van een actief vakbondslid?

De culturele wensen van iemand die 4 keer per jaar een opera bezoekt, of iemand die elke kans aangrijpt om naar de camping te gaan?

Een liefhebber van foebele of van klaverjassen?

En let op: Alléén de gegevens van Nederlanders met een migratie-achtergrond moeten volgens de motie bijgehouden worden.
Gênant. Er wordt hier van uit gegaan dat alleen Nederlanders met een migratieachtergrond zich niet conformeren aan Nederlandse normen en waarden.

Er zijn ook oer-Hollanders die zich niet conformeren aan de Hollandse normen en waarden. Georganiseerde tegenstanders van asielzoekerscentra en voorstanders van Zwarte Piet: in diverse regio’s bekogelen ze burgemeesters en wethouders met stenen en/of vuurwerk. Waarom hoeft het SCB geen onderzoek te doen naar die ‘brave’ Oer-Hollanders.

Hitlers nazi-regime verplichtte bijna honderd jaar geleden Joden om een dikke 'J' in hun paspoort te laten stempelen. Roma moesten er een 'R' in laten zetten. Dat maakte het later de NSB in de Tweede Wereldoorlog makkelijker om die mensen op te pakken, te deporteren en te vernietigen.

Als de motie Bekker uitgevoerd gaat worden krijgt een Syrische vakbondsactivist een ’S’ en een Marokkaanse Ajax-hooligan een ‘M’ achter zijn naam. Bij de Nederlandse vakbondsman of hooligan blijft dat vakje leeg.

Daar had de SP nooit mee in mogen stemmen. Vandaar.

donderdag 12 december 2024

GEKEUVEL.

 Ik ben vanmorgen door de wekker heen geslapen. Niet zo raar overigens. Ik had het laat gemaakt. Het was over tweeën eer ik er in lag. Nu ga ik wel eens meer om die tijd 'leggen' en soms zelfs ook nog wel eens wat later ook.


Mijn jongste zoon Ralf (44) is op bezoek. We moeten wat bespreken. Financiële zaken over ‘echtscheiding’ en ‘eigen huis’. Daar weet ik nu eenmaal wat meer van dan hij. Maar daar ga ik niet over schrijven.

Ik vind het leuk dat hij er is. Om te beginnen haal ik twee Dr. Oetker pizza’s. De eerste pizza’s die gebakken gaan worden in mijn inductieoven. Bij pizza hoort wijn, vind ik, dus ik koop een lekker duur Saint-Émilionnetje. De feestvreugde wordt wat groter als Ralf mij verrast met vier flesjes Westmalle Tripel, lekker Belgisch bier. Voor mij wordt het helemáál top als Ralf dan ook nog zegt dat hij sinds juli jl. gestopt is met het drinken van alcohol. Dus al die alcohol hier is dus blijkbaar vanavond voor mij?!

We praten over gezellige mannenonderwerpen. De verminderde belangstelling voor voetbal, bij Ralf vooral omdat zijn klote-scheiding zoveel tijd opeist. Bij mij omdat het spel in de top steeds poeniger wordt. Toernooien worden gespeeld in totalitaire staten waar mensenrechten met voeten getreden worden. Zowel voetballers als deelnemende landen gaan daar als makke schapen in mee.

Natuurlijk kunnen Ralf en ik het niet laten om ‘domrechts’ te analyseren en neer te knuppelen. Doch de meeste tijd hebben we het over muziek. Zijn muziek. De muziek van ‘Klinkt Goed’ want dat is Ralfs artiestennaam. Hij heeft een paar nieuwe nummers geschreven, die hij me laat horen. Klinken inderdaad prima. ‘Klinkt Goed’ is te beluisteren op ‘YouTube’ en ‘Spotify’. Doen!

Allemaal leuk en aardig dat gezellige gekeuvel maar ik zit onder tussen veel te veel te zuipen. Ralf voelt dat goed aan en maakt het niet te laat.
‘Niet alles tegelijk opdrinken, hè!’ zegt hij bij het weg gaan.
‘Neen, natuurlijk niet'. Alle wijn heb ik inmiddels al achter de kiezen.

Tegen mijn eigen stelregel in: ‘ga nooit in je uppie alcohol zitten zuipen’, sla ik toch nog, een beetje schichtig, dat wel, een paar Westmalles achterover.

Gelukkig is er niemand, die me in deze kleine uurtjes nog zo bezig ziet.

woensdag 11 december 2024

VAREN.

Bijna huilend komt Wim, mijn buurman, 84 jaar oud, me vragen of ik hem wil helpen. Z’n internet en telefoon doen het niet. Hij kan niemand bereiken èn … hij is nog snotverkouden ook. Hij grijpt direct naar zijn zakdoek en snuit luid en duidelijk zijn neus. Nee, hij is geen aansteller. Aan zijn snuiten te horen is hij goed ziek. Het is triest. Ik wil hem wel helpen maar dat kan niet. Ik sta op het punt om weg te gaan. Straks staat mijn vriend Karel voor de deur. Ik zeg: ‘Sorry, ik heb geen tijd, Wim’. Zo kènt hij mij niet en zó ken ik mezelf niet. Niemand kent me zo. Dat ik zó resoluut ‘neen’ zeg. Maar het kan nu echt niet anders.


‘Ken je misschien iemand anders die me kan helpen, Jos?’
‘Neen’. Ik heb er nu geen zin om er zelfs maar een seconde over na te denken. Ik heb mijn jas, mijn handschoenen al aan en mijn pet op. Klaar om de deur uit te stappen.
‘Hoe laat ben je weer thuis, Jos’, denk je?.
‘Dat kan heel laat worden. Een uur of tien vanavond. Mijn vriend gaat voor ons koken’.

‘Oh, lekker’.
‘Zeker, Wim’.

Ik moet de buurman eerst met zachte drang naar buiten duwen om zelf mijn voordeur uit te kunnen’.

‘Nou, toch nog bedankt, Jos’, zegt hij hoestend en proestend. ‘Dan ga ik maar op zoek naar iemand anders’.

Het klinkt allemaal wel heel lullig … en het ìs ook lullig maar het kan nu eenmaal niet anders. Ik kan Karel, mijn vriend, toch niet beneden in de kou op zijn fietsje laten wachten tot ik wat geregeld heb voor Wim zijn telefoon. Bovendien, we moeten om precies twee uur op de boot naar Dordt zitten. Die gaat echt niet op ons wachten. De volgende boot komt pas een kwartier later.

Om kwart voor drie zijn we er. Karel en ik zouden een korte wandeling maken in Dordt. Kerstsfeer proeven. Ook al is het nog volop daglicht, de feestverlichting is overal aan. Ons valt op dat in de grote winkelstraat vele speciaalzaken zijn verdwenen. Nu telen hiervoor in de plaats kringloopwinkeltjes wierig. Karel, die gek is op die winkeltjes komt dus volop aan zijn trekken. Hij weet zich vandaag prima in te houden, die koopverslaafde. Zijn hele huis ligt tòch al bezaaid met zaklantaarntjes in alle soorten, kleuren en maten.

Het enige waar Karel deze middag geld aan uitgeeft is warme chocolademelk met een grote kwak slagroom voor zichzelf en een lekker Belgisch biertje voor mij … mijn verslaving …

dinsdag 10 december 2024

NAAR HEINDE.

 

Het is een koude avond. Er staat een gure wind. Ik moet ongeveer anderhalve kilometer lopen vanaf metrostation Wilhelminaplein. Ik heb mijn warme zwarte winterjas aan, een witte (!) sjaal om en heb mijn mooie zwarte hoed op. Ik ben niet zo gauw tevreden als ik mijn hoofd in de spiegel zie maar deze keer kan ik de toets van mijn eigen kritiek prima doorstaan.  Halverwege op een plein staat een standbeeld van ‘weet ik veel’ wie. Op zoek naar informatie over dat beeld, struikel ik over de tegel met de info, die ik zoek. Ik val, bezeer een knie, beschadig een broekspijp en mijn hoed wordt  meegenomen door de wind.

Dat standbeeld moet Lodewijk Pincoffs  (Rotterdam, 7 juni 1827 – New York, 28 september 1911) voorstellen. Een belangrijke Rotterdams havenman.

Nog honderd meter door en ik ben bij Restaurant Heinde op ‘De Vijf Werelddelen’. Stichting Corridor geeft daar een etentje voor zijn vrijwilligers. Daar ben ik er één van.  Ik plof neer naast Pierre, een vriendelijke gast . Tegenover mij zit Rita met een wat zorgelijke blik. Ze heeft een  dikke  laag poeder op haar gezicht geplamuurd en draagt een rode zomerjurk. De bovenste knoopjes van die jurk heeft ze open gelaten ... doch op een décolleté is in de verste verten geen zicht.

Schuin tegenover mij zit Ted met zijn ongeschoren tronie, zijn morsige, ooit witte t-shirt. Hij blijft maar vertellen over alle reizen, die hij wereldwijd gemaakt heeft.  En als een ander, ik bijvoorbeeld, vertel,  dat ik, nog nooit buiten Europa geweest ben … dan pakt hij gulzig de aandacht weer terug door me, met een vette knipoog naar Rita, te vragen: ‘heb je dan je hele leven last van heimwee gehad, Jos?’ En dan gaat ie weer door met zijn eigen geleuter.

Na een uur heb ik genoeg en heel lekker gegeten. De anderen blijven maar gaan. Bestellen, eten, drinken en …  ze zijn gedwongen Ted aan te horen. Ik leen me daar niet langer voor. Ik sta op: ‘Ik ga jullie verlaten. Bedankt. Ik heb genoeg gehoord en gegeten’.

Rita krijgt terstond de hik en laat me tussendoor weten dat ze het leuk vindt dat ik geweest ben.  Ted zit voor het eerst deze avond met zijn mond vol tanden en  Pierre vertelt  Ted  over zijn ongeneeslijk zieke broer  maar Ted heeft daar geen aandacht voor.

 

Restaurant ‘Heinde’ in ‘De Vijf Werelddelen’ is perfect. Het concept uit de kunst. Googlen!

maandag 9 december 2024

OPGESCHORT.

Het is druk in de foyer van Kino. Ik zit samen met mijn maat Ruud bier te drinken (één groot glas bier: 7 euro slechts). We zitten een beetje slap te ouwehoeren over lekker eten en lekkere seks. Zoals gewoonlijk liggen de woorden ‘nee hoor’ op het puntje van Ruud zijn tong. Hij weet immers altijd en alles beter. Zo verbetert hij hoe ik de naam van de Rotterdamse wijk Charlois uitspreek. Ik noem die wijk, net als vrijwel alle Rotterdammers fonetisch: 'Sjaarloos'. ‘Nee hoor’, zegt Ruud,’ je spreekt het uit als: ‘Sjarlwah, Jos!’. ’t Is een Frans woord, dat lijkt me duidelijk’.


Nou ja, laat maar hangen. Is Ruud ook weer gelukkig.

Net als ik een grote slok bier neem zie ik ik Rosalinde binnenkomen. Ze is een vriendin van mijn ex. Mijn gezicht zit grotendeels verborgen achter mijn glas bier. Ze herkent me godzijdank niet. Loopt gelijk naar een man die al enige tijd staat te wachten aan de bar. Een man die een kop kleiner is dan zij. Het lijkt Keesjan wel. Ze omhelzen elkaar. Hij moet een klein beetje op zijn tenen gaan staan om ‘bij haar’ te kunnen. Rosalinde is zowat 1.80 m, heeft brede heupen en grote borsten. Haar zwarte haar doet vermoeden dat ze Spaans of Zuidamerikaans is.

Ze zat bij mij in het eerste jaar van de toneelschool. Het was iedereen aanvankelijk een raadsel hoe ze er in geslaagd was door het toelatingsexamen te komen. Ze was rad van de tongriem gesneden, dat wel. Ze kon ook wel een rol instuderen maar haar creativiteit bestond er vooral uit dat, hoe sober de rol ook was, ze haar tietjes teveel exploiteerde.

Ontroostbaar was ze, toen ze niet door het eerste jaar van de academie kwam. De eerste weken na haar afwijzing heeft ze tot vervelens toe bij ons thuis zitten jammeren dat studieleidster 1e jaar, Eveline, tot op het laatst, met geen woord gerept had over haar eenzijdige spel. Ook docent moderne dans, Keesjan, niet. Hij gaf altijd voor, volop van Rosalindes dynamiek te genieten. Geheel onverdacht overigens! Zeker voor iemand als Keesjan die homoseksueel was.

Al vrij snel na het fiasco op de toneelschool leerde Rosalinde een wat oudere fotograaf Ries die al in de eerste week van hun vriendschap een kind bij haar verwekte. Ze trouwden en scheidden binnen het jaar, kort na de bevalling van hun zoon.
Heel triest.

Ries en ik werden echter vrienden van elkaar.
Rosalinde schortte toen abrupt de vriendschap op met mij en mijn toenmalige vrouw, zolang ik bevriend was met Ries.

Ruud kijkt me ondeugend lachend aan en laat een enorme gore boer. Van die halve liter natuurlijk. Dat wil wel!

zondag 8 december 2024

CROWDFUNDING.

Bioscoop Lantaren-Venster (LV) is aan het verbouwen. Al weken. Elke keer moet ik weer een andere trap op naar de filmzalen.


Sinds een paar weken is de leiding van het filmtheater een crowdfunding gestart om een gezellige, publieksvriendelijke foyer te realiseren. Het moet ook een ontmoetingsplek worden van artiesten en bezoekers.

De plannen voor zo’n plek zijn natuurlijk allang in kannen en kruiken maar de bios heeft er niet voldoende centjes voor. Er is nu flink wat geïnvesteerd in een tamelijk armoedige commercial voor die crowdfunding. Daarmee wordt elke LV-bezoeker momenteel vóór de film lastig gevallen. Hoe armoediger, hoe meer ‘kassa’ lijkt de gedachte daar achter te zijn.

Al vanaf de opening ben ik vaak te vinden in deze bioscoop. Ik begon er in 2010 als vrijwilliger. Datzelfde jaar ging ik met pensioen.
Mijn taak bij LV was tickets controleren en de zaal schoonmaken voor de volgende voorstelling. Ik deed dat drie dagen in de week op verschillende dagdelen.

De vrijwilliger werd aanvankelijk in de watten gelegd: de toegang tot films was gratis en onbeperkt. De drankjes en hapjes tijdens de dienst waren gratis. Deze vrijwilligersvergoeding werd echter niet op papier gezet.

Eind 2010 al, deelde de directie aan bar- en restaurantmedewerkers mee dat zij aan de ticketcontroleurs geen gratis drankjes en hapjes meer mochten geven. Die vrijwilligers vielen zowat om van verbazing en ongeloof door deze enorme verslechtering.

Na overleg met een aantal collega-controleurs heb ik toen een nogal pittige brief geschreven aan de directeur. Er kwam een vergadering met veel collega’s van mij en die directeur. Hij gaf toe dat hij niet netjes gecommuniceerd had. Excuses daarvoor. Hij zal zich in het vervolg rechtstreeks tot de belanghebbenden wenden. Het afschaffen van de gratis hapjes en drankjes voor de ticket-controleurs was gewoon nodig. Hij had er geen budget meer voor.

Tot slot deelde de directeur mee dat hij geen prijs meer stelde op mijn aanwezigheid als vrijwilliger binnen zijn organisatie.Geen gratis films dus meer.

Ik heb toen een Cineville abonnement genomen. Daarmee kan ik in verschillende bioscopen voor weinig geld toch alle films zien, die ik wil zien.

Aan de crowdfunding voor die gezellige foyer ga ik mee doen, mits mijn films, hapjes en drankjes daar dan gratis zijn … contractueel vastgelegd.

zaterdag 7 december 2024

PRETPARK?

Vorige week was ik bij een voorstelling van een coverband van de Stones. In de pauze ging ik op een bankje zitten, naast een vriendelijke (oudere) dame. Ze zag er best aantrekkelijk uit. Van het gedeelte voor de pauze hadden had zij ook genoten. Ze was eigenlijk meer fan van Elvis Presley dan van de Stones. Ze was zelfs naar dat pretpark van hem geweest in Amerika. Ze had al zijn platen, cd’s en dvd’s.

Ik had zo het idee dat ze Michael Jackson en Elvis Presley door elkaar haalde, wat dat pretpark betreft. Maar ik liet het maar zo, ze zat zo lekker enthousiast te vertellen.
Haar gezicht kreeg ineens bozigs toen ze het ging hebben over de manager van Elvis Presley : ‘Dat was een Hollandse kolonel, Walker heette die. Die man heeft Elvis vreselijk opgefokt. Zo erg zelfs dat die arme jongen over zijn grenzen is gegaan, qua hoeveelheid optredens, qua drugs, qua eten en uiteindelijk legde die arme jongen dus het loodje …’ ze hijgde een klein beetje na die laatste woorden. Haar pupillen waren er groot van geworden.

Tegenover mij zaten twee vriendinnen van haar. Zelfde leeftijd, maar duidelijk minder goed geconserveerd. Ze luisterden ook naar haar, keken elkaar soms vol verbazing aan en fronsten af en toe hun wenkbrauwen want, zo leek het althans, zoiets had hun vriendin hun nog nooit toevertrouwd.

Dat met Brian Jones, die onder invloed van verdovende middelen in zijn eigen zwembad verdronk vond ze toch zo verschrikkelijk … maar: eigen schuld, dikke bult!
‘Dat begreep ik tenminste uit dat verhaal. Het had net zo goed een echte suïcide kunnen zijn. Ja, hij werd niet meer geaccepteerd als ‘baas’ van de Rolling Stones, hè. Ze gingen een heel andere kant op die Keith Richards en Mick Jagger: geen blues meer. Dat kon Brian niet bijbenen. Sterker: dat wilde hij niet’.

Die vrouw naast me had duidelijk te doen met Brian. Ze kan ternauwernood haar tranen bedwingen.

De pauze was inmiddels voorbij. De vriendinnen hadden genoeg 'Brian Jones' gehoord en waren al op weg naar hun plaatsen in de grote zaal. Verrast en toch ook wat lacherig merkte ze op, dat alleen wij tweeën nog met een wijntje in ons hand in de foyer zaten.

‘Nou ja! Laten je vriendinnen me hier met jou alleen achter! Ik ga mijn plaats opzoeken. See you!’
‘Ja, wie weet tot ziens'. Ze huppelt bijna richting grote zaal, kijkt nog heel even om en zwaait naar me.

vrijdag 6 december 2024

GEEN BUDGET.

Ik krijg Frank op bezoek vandaag. Van oorsprong een Groninger maar dat doet er verder niet toe. Hij is naar de Randstad verhuisd voor Gerda. Ze zong bij een in de fifties populaire Jazzband in Den Haag. Frank en Gerda leerden elkaar daar kennen, werden verliefd en gingen samenwonen. Tot halverwege 2024 waren ze samen.


Daar kwam abrupt een eind aan door het in hoog tempo dementeren van Gerda. Voor de veiligheid en gezondheid van haar en haar omgeving werd permanente opname noodzakelijk.

Frank is allesbehalve tevreden over de manier waarop zijn Gerda verzorgd wordt. De verpleegkundigen hebben niet voldoende tijd of know how of rust om op een zorgvuldige, liefdevolle, vriendelijke en deskundige wijze om te gaan met de bewoners, die aan hun zorg zijn toevertrouwd. Ook al gunnen ze hen stuk voor stuk het allerbeste op de hele wereld, er is domweg geen tijd en geld voor verzorging op hoog niveau.

Met name aan individuele aandacht voor Gerda schiet het nogal te kort. Frank compenseert dat tekort zelf. Hij blijft zo lang mogelijk bij Gerda in de buurt. Hij weet: ze vindt het prettig hem te zien, naar hem te luisteren en bij lekker weer met hem te wandelen. Frank deinst er ook niet voor terug om haar te verschonen, haar naar bed te brengen en haar een verhaaltje voor het slapen voor te lezen. Bij de intake van Gerda maakte Frank ook al meteen duidelijk wat hij verwachtte.

Na een paar maanden begint Frank een beetje pips te zien. Af en toe valt hij naast Gerda in slaap. Het wordt hem te veel. Hij gaat op zoek naar ‘vier sterren’-verpleeghuizen, die moeten voldoen aan zijn eisen. En ze bestaan! Hij heeft ze gevonden. Voor 3.000 euro per maand kan Gerda direct komen. Indicatie niet nodig. Deze particuliere verpleeghuizen bieden ultra hoogwaardige verzorging. Verzorging, die door geen enkele zorgverzekeraar wordt gedekt. Kosten ruimschoots boven Franks budget.

Dergelijke resort-achtige projecten zijn er uitsluitend voor 'rijke pikken'. Voor diegenen die ons, gewone mensen, onze ouders en grootouders, zich kapot hebben laten werken. Opdat zij óók in hun dementie, sterallures kunnen hebben, al is het maar in de ogen van hun nabestaanden

donderdag 5 december 2024

HIGH-TEA.

Voor het eerst heb ik deze ochtend meegedaan aan een groepsactiviteit in de gym: seniorenfitness. Een tamelijk grote groep van vijfentwintig, waar heren weer eens in de minderheid zijn: vijf slechts. Ik heb zo langzamerhand de indruk dat heren uitsluitend goed vertegenwoordigd zijn bij het foebele en in kroeg-activiteiten als biljarten, klaverjassen of bier drinken.


Hoe dan ook: seniorenfitness is een leuke activiteit met een goede, enthousiaste gymleraar (Jordy), lekkere muziek en pittige oefeningen. Mijn ‘half dooie’ rechter arm moet ik met sommige oefeningen alleen maar vrolijk laten bungelen. Ik doe gedurende een uur wat ik kan en dat is toch nog verrassend veel.

Tegen twaalf uur stap ik de frisse lucht in. Loop ik tegen Trudie aan! Trudie, een lid van ‘Wandelen met Sonja’. Daar ben ik ook lange tijd lid van geweest maar nu al bijna een jaar niet meer. Alle leden van die wandelclub heb ik verfoeid. Nóóit zou ik nog iemand van die club een blik waardig keuren. Een vriendelijk praatje met één van hen: never! Ik zou mijn neus voor ze ophalen, een andere kant zou ik op kijken. Ze hadden me destijds stuk voor stuk in de stront laten zakken. Bah! Wat een trutten.

En dan, dan loop ik Trudie, één van hen, tegen het lijf. Er is niet eens een splitseconde ruimte in mijn brein voor aarzeling. Ik zeg, tegelijk met haar heel vriendelijk ‘Ha’. Ik zeg ‘Ha Trudie’. Trudie zegt ‘Ha Jos’. En verdampt is mijn boosheid.

‘Ga je sporten?’
‘Neen, Jos, ik ga smullen. Er is hier een Sinterklaas high tea’.
‘Ja, ik dacht al, wat een drukte’.
Ik zie net een pikzwarte Piet lollig lopen doen. Een zweem van racisme. Blij dat ik hier niet meer bij hoor. Zeker nog niet gehoord van Kick Off Zwarte Piet.

Trudie was destijds mijn favoriete wandelmaatje. Ze kon goed luisteren naar mijn vreemde verhalen en haakte daar adequaat op in met grappige anekdotes van haar zelf.
Ik heb het Trudie niet gevraagd maar ik durf er haast vergif op in te nemen dat al die trutjes èn die ene Jan Lul van ‘Wandelen met Sonja’ zich dadelijk gaan zitten vol vreten aan die high-tea.

‘Smul ze Trudie’.

woensdag 4 december 2024

BLOEDLINK.

Over schapen lees ik dat ze hier te lande momenteel wellustig doodgebeten worden door wolven. Voor de dorst . Hun bloed wordt gedronken. Met de schapenvacht kunnen wolven klaarblijkelijk niks. Als oud vuil wordt het rest-schaap achter gelaten in het weiland.


Wolven moeten weggehouden worden bij ons. Mensen zijn te kwetsbaar voor die beesten. Ze mogen er van mij wel zijn. Dat wel. In een soort kooi als in de dierentuin of half in het wild, vind ik ook prima. Hoge stevige hekken, waar ze niet over kunnen klauteren. Met een stroomstootje. Precies genoeg om ze te laten schrikken. Ik was geregeld te vinden in bosrijke gebieden in Brabant of op de Veluwe. Maar zoals het nu is ga ik daar niet meer voor mijn lol wandelingen maken. Ja, je weet maar nooit.

In ons Kralingse bosje hoef ik niet bang te zijn voor boze wolven. Hier zijn ze gewoon niet. Maar waar het hier wel van het sterft is: van de muizen. Ga eens rustig een uurtje op een bankje zitten, tussen twee willekeurige afvalbakken in dan zie je muizen uit alle windrichtingen rennen naar hun voedsel in de afvalbakken. Maar gevaarlijk? Welneen! Van geen kanten. Het heeft aan de ene kant wat engs en aan de andere kant ook weer wat koddigs.

In het Kralingse Bos komt het gevaar niet van de wolf maar van mensen zelf. Mij word als fietser soms het bloed onder de nagels vandaan gehaald. Alle fietspaden slippen dicht met mensen, die lopen met kinderwagens en bakfietsen. Met babbelende en telefonerende wandelaars. Met joggers (soms zelfs wel met tientallen tegelijk). Met snelwandelaars. Met baasjes die hun hond uitlaten of andersom.

Bel ik op mijn fietsbel; krijg ik geen reactie.

Roep ik ‘Hallo!! Dit is een fietspad, hoor!!’
Dan krijg ik als weerwoord: ‘Waar moet ik anders heen?’ of héél respectloos: ‘Kom es van je fiets, lul, dan kan je een beuk krijgen.’

Soms is er voor mij als fietsers werkelijk geen doorkomen aan. Gevaarlijke situaties levert het op. Bloedlink.

Dat heeft de gemeenteraad doen besluiten tot een proef met hoge hekken langs de fietspaden en voetgangersroosters aan het begin en eind van elk fietspad. Het gaat voorlopig om een proef van maximaal één jaar, tot zolang als de wolf zich hier nog niet vertoont.

dinsdag 3 december 2024

NIET BIJTEN.

Een hap van mijn net gebakken volkorenboterham wordt mijn snijtand-kroon fataal. Enkele secondes wentelt de kroon zich in mijn mond tussen brood, boter, marmite en oude kaas. In samenwerking met mijn lippen, duwt mijn tong het afgebroken stukje kroon mijn mond uit. Op mijn handpalm.


Ogenblikkelijk pak ik m’n mobiel om een afspraak te maken met m’n tandarts. Ik kan gelukkig snel terecht. Kijk niet eens in de spiegel. Hoe ik er uit zie, als ik mezelf toelach, kan ik wel raden: belachelijk.

Vanmorgen om half tien. Bij mij in de straat, staat een drietal studenten, van die nieuwe vmbo, met elkaar te praten. Ze versperren mij de weg. Maar, ze zien me aankomen en doen een stap opzij.

‘Goedemorgen meneer. Alles goed?’
‘Niet alles, kijk maar,’ ik lach ze vriendelijk toe,’ ben op weg naar de tandarts’
‘Oh, nou eh … sterkte, meneer.’

De tandarts weet in eerste instantie geen raad met mijn probleem. Op wat over is van die afgebroken tand kan geen nieuwe kroon gezet worden. Ze maakt er een foto van en gaat overleggen met haar collega.

Het gaat een wortelpuntbehandeling worden. Het woord ‘wortelpuntbehandeling’ doet me nog altijd huiveren, hoewel het de laatste keer alleszins meeviel. Het was ook deze tandarts die destijds mijn wortel puntte. Ze gaat twee snijtand-kronen zetten (twee in één, naast elkaar). Een op de plek van de oude kroon en één over mijn nog goede snijtand. ‘Voor de stevigheid’, zegt ze. En dat gaat allemaal over veertien dagen al gebeuren. Daar ben ik een hele ochtend zoet mee.

Vóór de kerst zou ik dus weer ongegeneerd moeten kunnen lachen. Dat komt goed uit, want ik ben uitgenodigd kerst te komen vieren bij het gezin, zoals dat bestond vòòr m’n ex Winny en ik, bijna tien jaar geleden uit elkaar gingen.

‘Voor die komende veertien dagen ga ik uw oude kroon weer terug zetten. U moet wel héél goed opletten met wat en hoe u heet. De kroon kan maar heel weinig hebben. Niet bijten in een appel dus maar in kleine stukjes snijden en opeten’.

In de salade die ik maak zit tomaat, komkommer, olijven, zilveruitjes en radijs. Ik gooi een grote radijs in mijn mond en hup, de kroon is brutaal aan het zwerven in mijn mond.

maandag 2 december 2024

AARDIGE MAN.

Bij Metrostation Prinsenlaan botst een vrouw, slank, lang blond haar, tegen me op. Ze laat een propvolle boodschappentas vallen. Die raap ik op. Ze bedankt me en begint te huilen: ‘Die taxichauffeur was onbeschoft! Die klojo was expres omgereden. Ik moest hem 157 euro betalen. Cash! Dat had ik niet. Om te pinnen heb ik te weinig banktegoed. Belt die taxichauffeur de politie. Die heeft me uit die taxi getrokken.’


Zou ze dronken zijn? Ze lóópt wèl alsof. Lallen doet ze niet. Ze huilt. Is setup.

‘Moet je nog ver?’

‘ … hier vlakbij … de Heukelomstraat’.

Ik bied aan om met haar mee te lopen. Ze knikt. Ik neem die loeizware boodschappentas.

Zomaar uit het niets, zegt ze: ’Ik hou zó van wandelen, hè … die gezonde lucht, die geur van bomen, bladeren en bloemen … de vierdaagse staat op mijn bucketlist … mijn stiefvader heeft hem al vier keer gelopen … wandelt u ook graag?

Ze haalt een bos sleutels uit haar schoudertas en pakt dan tot drie keer toe de verkeerde sleutel.

‘Ja, ik heb één keer de vierdaagse gelopen. En ik weet zeker: dat gaat u ook doen! U bent nog zo jong!’

‘Jong?? Helemaal niet … 47!

O, grappig, ik ben 74, net andersom …

‘dat geeft toch niks, da’s juist leuk,.’ zegt ze. ’Ik verkloot echt alles in mijn leven. Ik heb gymnasium, ben advocaat …’

‘Zo … meester in de rechten?’

‘Neen, universiteit, propedeuse … m’n kinderen krijg ik de laatste tijd ook al niet meer te zien.’

Ze pakt haar mobiel. Belt met een vriend of misschien wel haar stiefvader. Het ‘taxi verhaal’ … ze huilt weer … ja, ze is door zo’n aardige man naar huis gebracht. Ze breekt het telefoongesprek af.
De deur naar het trappenhuis is open.

‘U bent zó’n aardige man’ … en dan komt ze met haar gezicht heel dicht bij mijn gezicht. Ze fluistert drie keer achter elkaar haar email adres. Haar naam, Annelies, zit daar in. Ik geef haar die zware tas aan. Ze gaat het trappenhuis in.

Hoop dat ze wat kalmeert. Ik ga naar huis. Nog geen vijf minuten hier vandaan.

De volgende dag mail ik haar. Wil weten hoe het met haar is.

‘Ik was onrustig, hè? 't Gaat een stuk beter nu. Rustig.

Nog héél erg bedankt, lieve oude man.

Annelies.’

zondag 1 december 2024

STONES SESSIONS.

Wat ik nooit doe: op mijn telefoon ‘zitten’ in de metro. Maar zaterdagmiddag dus wel. Ik ga op de Klup-app kijken of er vanavond bekenden zijn bij dat concert van de ‘Stones Sessions’ die undercoverband van de Stones in het Isala-theater. Maar voordat ik ook maar iets zie van die app zit ik gvd in Metrostation Slotlaan. In Capelle dus. Ben ik in de metro naar De Terp gestapt, terwijl ik naar Prinsenlaan moet. Scheelt zeker een halfuur: … wachten op de Slotlaan ... terug naar Capelsebrug … daar wèèr wachten en dan pas naar Prinsenland. Nou ja, goeie les, zeg ik maar. ‘Hands off’ in de metro.


Thuis zie ik dat we met zijn tienen zijn in Isala. Tien kluppers. Ik ken er drie. Gretha, Cecilia en Rob. Die laatste ontmoette ik ruim een jaar terug in het Oude Luxor bij een optreden van een coverband van Pink Floyd. Vond hij maar niks. Hij was helemaal gek van de Stones en niet vreemd natuurlijk dat hij vanavond van de partij is. Hij zit toevallig nog naast me ook: we hebben rij 2 stoel 1 en 2. Hij kent songteksten uit zijn hoofd. Ook de onbekende nummers die vanavond gespeeld worden (uit de Brian Jones periode) playbackt hij overtuigend mee. Ik kan mijn ogen niet van hem afhouden. Hij playbackt en speelt luchtgitaar. In de pauze verklapt hij me dat dat maar show was: ‘dat gitaar spelen, want daar kan ik geen hout van’.

15 december, een zondagmiddag, treedt in Capslock in Capelle ‘Undercover’ op, ook een Stones-undercoverband. Daar ga ik heen met een broer van me en mijn ex (!). Zie ik Rob ook weer.


Gisteravond was ik ook al in Isala bij de stand-up comedy avond. Gretha was daar ook. Een heel gezellige, volumineuze dame, gekleed in een prachtig lange paarse jurk. Kleedt mooi af die jurk. Zeg ik maar niks over. Ze is voor het eerst bij zo’n comedy optreden en niet voor het laatst want ze is zonder meer het lachebekje van de avond. Vanavond bij de Stones Sessions heb ik haar wel gezien maar niet gesproken. We hebben even gezwaaid.

Stones Sessions heeft het goed gedaan. Krijgt een uitbundig applaus. Voldaan schuifelen de Stones-addicts, overwegend oud, dik, grijs en kaal, Isala uit, terug naar hun bejaardentehuis.