Posts tonen met het label ex. Alle posts tonen
Posts tonen met het label ex. Alle posts tonen

maandag 28 juli 2025

EEN HUISDIER.

 Voor één van mijn goede vriendinnen, die liegt, dat ze nooit mijn verhaaltjes leest.

‘Neem een huisdier’, krijg ik als alleenstaande vaak te horen.  Vandaag ook weer. Van Fred. Lange tijd niet gezien. Een ouwe schoolvriend.

‘Wat voor dier, Fred?  Ik woon vijf hoog in een lullig appartementje. Verder trek ik er, als AOW’er zijnde, dagelijks op uit: veel wandelen, fietsen, naar het theater, de bios en twee weken per jaar ga ik met een groep ouwe knarren fietsen over onze Limburgse bergen.

‘Tsja, ik denk dan gelijk aan een hond', zegt Fred 'zeker met  dat vele wandelen van je. Maar gezien je andere activiteiten …moeilijk, moeilijk. Kan je van die fietsvakantie geen wandelvakantie maken? Een hond doet niets liever dan rennen!’

‘Oh neen, Fred! Die fietsvakanties blijven er in! En dan? De hond mee? Dat beest wordt toch horendol van die fietsers. Hij loopt ook continu in de weg. Dat wordt een kwelling voor mensen en dier.’

‘Waar ik vooral tegenop zie is dat ik de hond drie of vier keer per dag uit moet laten. Als ik wat ‘heb’:, een verjaardag, vergadering, bios of theater zal ik een oppas moeten regelen. Een hond is een handenbindertje.  Eigenlijk moet je bij alles  nadenken over de gevolgen voor jou en de hond. ‘



‘Vroeger, Fred, toen mijn ex en ik nog jong waren en onze kinderen klein,  hadden we een heel leuke hond. Een bastaard Gordon Setter. Sita noemden we hem. Een vrolijk beest waar het hele gezin van genoot.  Hem te herinneren maakt me nu weer blij.  Zelfs onze drie poezen hielden van hem. Hij liet hen (met frisse tegenzin) soms rustig een deel van zijn eten oppeuzelen.  Toen moesten we óók vaak van alles regelen om bijvoorbeeld drie weken naar Frankrijk te kunnen. Voor het overige  sleepten we Sita gewoon altijd overal mee naar toe. Het uitlaten deden we, toen de kinderen wat groter werden, om de beurt, met zijn vieren. Soms ‘vochten’ de jongens er om wie Sita mocht uitlaten. Wat hebben we van Sita een plezier gehad! Bij een gezin, als dat van ons toen,  ervaar je een hond niet zo gauw als een last. Maar als ik me nu, op mijn ouwe dag, in m’n uppie, voorstel als hondenbezitter, zie ik huizenhoog op tegen al dat gedoe.’

‘En een poes dan? vraagt Fred.  ‘Een poes kan prima alleen zijn en hoef je nooit uit te laten. Want … daar is de kattenbak!’

‘Oh alsjeblieft Fred. Neen!’ Flap ik er gelijk uit ...’die stank in mijn huis… neen!  …en aahhh, die kattenharen overal op en onder. Ik krijg nu al kriebels. ‘

‘Bij jou past nu het best een goudvis,’ zegt Fred gekscherend, ‘daar heb  je een rustige, propere, bescheiden, solitaire   huisgenoot aan’. Ik heb er zelf drie rondzwemmen.’

‘Okee, Fred. Thanks! Ik ga eens een hengeltje uitgooien. Je weet maar nooit hoe een koe een goudvis vangt,’ ik schaam me een beetje omdat ik hard moet lachen om mijn eigen flauwe grap.

Fred is net naar huis en als ik even sta te plassen, valt mijn oog op het tegeltje met de wijsheid: ‘Visite en vis blijven drie dagen fris. ’


‘Toeval bestaat niet’, zegt één van mijn goede vriendinnen. Zij leest altijd alles van mij. Dat zegt zij tenminste. 

zondag 1 december 2024

STONES SESSIONS.

Wat ik nooit doe: op mijn telefoon ‘zitten’ in de metro. Maar zaterdagmiddag dus wel. Ik ga op de Klup-app kijken of er vanavond bekenden zijn bij dat concert van de ‘Stones Sessions’ die undercoverband van de Stones in het Isala-theater. Maar voordat ik ook maar iets zie van die app zit ik gvd in Metrostation Slotlaan. In Capelle dus. Ben ik in de metro naar De Terp gestapt, terwijl ik naar Prinsenlaan moet. Scheelt zeker een halfuur: … wachten op de Slotlaan ... terug naar Capelsebrug … daar wèèr wachten en dan pas naar Prinsenland. Nou ja, goeie les, zeg ik maar. ‘Hands off’ in de metro.


Thuis zie ik dat we met zijn tienen zijn in Isala. Tien kluppers. Ik ken er drie. Gretha, Cecilia en Rob. Die laatste ontmoette ik ruim een jaar terug in het Oude Luxor bij een optreden van een coverband van Pink Floyd. Vond hij maar niks. Hij was helemaal gek van de Stones en niet vreemd natuurlijk dat hij vanavond van de partij is. Hij zit toevallig nog naast me ook: we hebben rij 2 stoel 1 en 2. Hij kent songteksten uit zijn hoofd. Ook de onbekende nummers die vanavond gespeeld worden (uit de Brian Jones periode) playbackt hij overtuigend mee. Ik kan mijn ogen niet van hem afhouden. Hij playbackt en speelt luchtgitaar. In de pauze verklapt hij me dat dat maar show was: ‘dat gitaar spelen, want daar kan ik geen hout van’.

15 december, een zondagmiddag, treedt in Capslock in Capelle ‘Undercover’ op, ook een Stones-undercoverband. Daar ga ik heen met een broer van me en mijn ex (!). Zie ik Rob ook weer.


Gisteravond was ik ook al in Isala bij de stand-up comedy avond. Gretha was daar ook. Een heel gezellige, volumineuze dame, gekleed in een prachtig lange paarse jurk. Kleedt mooi af die jurk. Zeg ik maar niks over. Ze is voor het eerst bij zo’n comedy optreden en niet voor het laatst want ze is zonder meer het lachebekje van de avond. Vanavond bij de Stones Sessions heb ik haar wel gezien maar niet gesproken. We hebben even gezwaaid.

Stones Sessions heeft het goed gedaan. Krijgt een uitbundig applaus. Voldaan schuifelen de Stones-addicts, overwegend oud, dik, grijs en kaal, Isala uit, terug naar hun bejaardentehuis.

dinsdag 29 oktober 2024

APPELTAART.

Met mijn splinternieuwe inductieoven moet ik toch ook eens een iets anders doen dan alleen maar eitjes bakken. Dus heb ik voor het eerst van mijn leven een appeltaart gebakken. Ik kocht een vrolijk gekleurd pak Koopman’s appeltaartmix met op die verpakking de bereidingswijze ‘appeltaart voor dummies’.


Het begint al niet goed. Het bakblik dat ik voor de taart gebruik is groot. Met als diameter 25 centimeter. Ruimschoots te groot voor dat beetje Koopmans meel in dat kartonnen pak. Wel is er weer genoeg meel voor de taartbodem en de taartrand maar niet voor het leuke glanzende rasterwerkje over de zachte smeuïge appelstukjes heen. Erg rampzalig blijkt dat ook niet. Want bodem en taartrand waren smakelijk genoeg en geven voldoende stevigheid aan de appelige inhoud..

Zo’n grote taart is moeilijk alléén op te peuzelen dus ben ik hem gaan verdelen onder enkelen van mijn dierbaren. Ik had acht grote taartpunten. Er gaan er vier naar mijn lieve buurvrouwen. Een naar mijn (vandaag jarige, hiep, hiep, hoera) Liverpool vriend in het Oude Noorden, één naar mijn ex en de twee overige punten heb ik zelf naar binnen geschrokt. Mijn verdiende loon: het eerste en het laatste stukje van de taart.

De reacties zijn overwegend positief. Wat de appels betreft: ik had fifty-fifty Elstars en Goudreinetten gebruikt. Beter is het om alléén Goudreinetten gebruiken, kreeg ik te horen. Die zijn wat smeuïger en zuursiger. De een vond de taart wat te zoet, een ander had er liever wat meer suiker in gehad. Van rozijnen hadden er meer gemogen, net als kaneel. Zelf vond ik ook dat er wat meer kaneel in had gekund. Deze keer deed ik er drie theelepeltjes in. (Ik heb heel bangelijk de bereidingswijze van Koopman gevolgd.) Volgende keer doe ik er gewoon (mijn eigen zin) vier theelepeltjes kaneel in. De één vond dus dit en de nader weer dat. Maar over het algemeen had men (ook ik) gesmuld.

Wat ik voor mijn volgende appeltaart zeker zal veranderen is de grootte van het bakblik. Dat wordt kleiner: 24 inch. Kan ik ook eens zo’n glanzend rastertje construeren. En de toe te voegen kaneel dus. En heel misschien laat ik stiekem de suiker helemaal achterwege. (Als Koopman het maar niet merkt.)