Posts tonen met het label BLUBBERZOOI. Alle posts tonen
Posts tonen met het label BLUBBERZOOI. Alle posts tonen

zondag 15 december 2024

PATATZAKJE.

Het is nog lente. Ik ben lekker aan het kokkerellen. Een gegratineerde spinazieschotel met zalm en kleine blokjes mager spek. Het water loopt me nu al uit de mond. Op zich maakt dat allemaal niks uit. Maar, … nou ja, ik ben dus in de keuken bezig. En … ik kan het niet laten om zo af en toe es een blik naar buiten te werpen. Ik kijk dan uit op de straat met auto’s, brommers en fietsers, het trottoir met de voetgangers, op een gebied met struiken, een stuk blubberzooi en een wandelpad, dat leidt naar de splinternieuwe basisschool.


Er staat nu alleen een knalgele ambulance, met zwaailichten aan, voor de deur van mijn bejaardentehuis. Dat is helemaal niks bijzonders want elke dag gaat hier wel iemand de pijp uit of het scheelt niet veel. Ja, voor mij is dat niet meer dan normaal.

Ik wil net weer verder gaan met mijn spinazieschotel, als ik ineens uit mijn rechterooghoek razendsnel een ratje uit de struiken, over het trottoir heen zie racen. Als ik het goed zie heeft hij een papieren patatzakje in zijn bekje. Hij racet over het trottoir en duikt daar de struiken weer in. Maar zijn papieren patatzakje heeft hij op het trottoir uit zijn bekje laten vallen. Niet zo snugger. Ik blijf nog even kijken of het beest je terug kom om zijn buit alsnog op te halen. Nieuwsgierig hè?

Mijn spinazieschotel kan geen kwaad, die staat op een laag temperatuurtje te garen. Dat schijnt beter te zijn voor de vitaminen.

Dat ratje zie ik zo gauw niet meer terug maar ... wie schetst mijn verbazing? Er komt een piepklein mannetje uit de struiken gedanst met een lila puntmuts. Hij heeft alleen een kort lila truitje aan. Verder loopt hij in zijn blote kont. Net als Donald Duck altijd.

Zijn hoofdje schuddend, loopt kabouter Duck met zijn mini-afvalgrijpertje in zijn knuistje, naar de lege papieren patatzak.
Op het moment dat het kleine baasje staat na te denken over hoe dit klusje te klaren, cirkelt een drietal grote meeuwen spiedend boven het opruimkaboutertje. Met kille krijsen storten de vogels zich eerst op het lege papieren patatzakje, dan wordt kabouter Duck meedogenloos opgeslokt. …

‘hellepie, hellepie’, klinkt het héél vaag.

Vreemde geluiden weerklinken van het balkon, aan de voorkant. Haastig vliegt een meeuw op. Midden in een plasje kotsvocht op mijn balkon: het mini-afvalgrijpertje.

donderdag 4 januari 2024

ONDERWEG.

 Onderweg.

Om 11.40 uur ga ik naar de fysio. 12.00 uur moet ik er zijn. ‘t Is twintig minuten lopen. Het miezert. Mijn zwarte herfstjas is gelukkig waterproof.  Ik trek de capuchon over mijn pet. Pas op! Een úítstekende trottoirtegel. Ben er al eens over gestruikeld. Nu extra opletten met die  nieuwe schouder. Als ik val is die naar de gallemiezen.

Buren Herman en Patricia stappen in hun auto. Ze zwaaien naar mij. We mogen elkaar. We zijn alle drie voor Sparta. Grote herfstplassen op de rijweg. Bladeren stremmen de afvloei van het hemelwater.

De zolen van mijn gloednieuwe Nikes zijn poreus. Na drie minuten lopen zijn mijn sokken en voeten nat en koud. Over de schoenfabrikant maak ik me kwaad. Waterdichte schoenzolen … dat lijkt tegenwoordig te veel gevraagd. Kom op, Jos! Laat je niet gek maken door die lullige zolen.

Hé! Daar staat Gerda, zeventig al weer. In haar portiek. Achter glas. Ze is net zo hoog als ze breed is. We weten nog hoe we heten. Ze lacht me gedag. Ik liplees: ‘Ha Jos!’.

Ik steek schuin over. Daar wordt een verhuisdoos klein gescheurd. Het karton moet in de papierbak passen. Een ander staat zo’n doos plat te springen. Denk aan je adem, Jos.  Op de weg letten ook. Het wegdek hier is schots en scheef. Verziekt door bijna twee jaar bouwverkeer. Aan weerskanten van de straat is de bouw bijna klaar: een kleine tweehonderd woningen. Huren van 800 tot 1200 euro … allemaal onbetaalbaar dus voor de minima. ‘Maak je niet boos Jos, dat leidt alleen maar af’.

Daar komt een pitbull. Ben ik bang voor. Die hond loopt op de stoep in plaats van in de blubberzooi. Ik word door dat beest naar de drukke autoweg gedwongen.  Heb echt geen keus.

Een bedrijfswagen van ‘Al uw Electro’ stagneert de vrije doortocht van mij en de dame die in haar scootmobiel als een dolle op me af komt. Die aso van ‘Al uw Elektro’ heeft zijn kar half op de stoep geparkeerd. Ik kan hier gewoon oversteken. Die dame niet. Zij loopt vast in de blub als ze doorsjeest.

‘Zal ik u even naar de overkant loodsen, mevrouw?’

 ‘Ja, doe maar,’ … als ogen konden doden ...’ Maar waarom??  I really don’t know!

Ga naar de rotonde. Bijna op het zebrapad staan drie Felix-scooters lelijk in de weg.  Een moeder met een Hauck Atlantic Twin kan niet verder. Impulsief spring ik op en trap die scooters in één keer omver.  Zo … opgelost … die moeder kan  door met haar tweeling.

Op het bankje ligt de deelgemeentekampioen bierdrinken in een deuk: ‘Zo, lekker bezig, Jos!’ Hij slurpt zijn blikje leeg. Opent een nieuw biertje en geeft mij er ook een. Ik breng een proost uit op de fysio: ‘Die kan het wel schudden.’