Fanteit ruikt echt brand. En inderdaad er komt uit een van de afvalcontainers een pluimpje rook. Hij rent naar de brandslang en gaat met die slang de container ‘te lijf’. Die slang is in dertig jaar niet gebruikt en al die tijd ging de slijtage gewoon door. De slang breekt af. ‘
Hij beveelt tot drie keer toe: ‘Zet die brandkraan godverdomme open, Martin´ Hij is in paniek. Martin doet, laconiek, precies wat hem gevraagd wordt. Het gevolg is, dat de hele foyer onder water loopt. Hij staat nu voor schut bij die smeulende container met z’n losgeschoten brandspuit in de aanslag. Geen druppeltje water komt er uit.
Terwijl wij vrolijk lachend toekeken, smeet hij de brandspuit op de grond. Hij snelde zich naar de toegangsdeuren. Gooide die open. Pakte de rokende afvalcontainer en zwiepte die naar buiten. Bovenop een daar geparkeerde glanzende Mercedes. Het was net een lachfilm. Met een emmertje water heeft de vrijwillige brandweerman Fanteit de container nog geblust. Daarna moest hij met de Mercedes eigenaar het schadeformulier gaan zitten invullen.
Waarom deden jullie verdomme niks?‘
‘Het was negen uur, regeltjes hè. Wij moeten nu ook alweer aan het werk’, zei Lenie sarcastisch. Woedend stapt hij weg. Zijn geblindeerde kantoortje in. Zijn luxaflex blijft naar beneden.
Het was niet zo’n leuke start voor die man. Eigen schuld; dikke bult. Als hij niet als zo’n brigadegeneraal zijn entree had gemaakt, hadden we hem heus wel geholpen.
Theo vond het een mooi verhaal; moest er om lachen. Hij verslikte zich bijna nog in het petit-fourtje, dat Petra voor bij de koffie had meegenomen. Petra en Theo zouden het zoveelste bruidspaar worden in de Rotterdamse bioswereld.
Het duurde tot de verbouwing klaar was, eer Fanteit zijn draai gevonden had in de bios. Behalve een leuke ploeg medewerkers had Lumière nu ook aan Theo een goede leidinggevende en aan Fanteit een goede directeur.
Met maar liefst zes gloednieuwe zalen was de bios klaar voor de toekomst. De grote ‘klapper’ bij de heropening van Lumière in 1975 was ‘Jaws’ van Steven Spielberg.
Einde.
dinsdag 17 september 2024
Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 28 (slot). Geen leuke start.
donderdag 4 januari 2024
ONDERWEG.
Onderweg.
Om 11.40 uur ga ik naar de fysio. 12.00 uur
moet ik er zijn. ‘t Is twintig minuten lopen. Het miezert. Mijn zwarte
herfstjas is gelukkig waterproof. Ik trek
de capuchon over mijn pet. Pas op! Een úítstekende trottoirtegel. Ben er al
eens over gestruikeld. Nu extra opletten met die nieuwe schouder. Als ik val is die naar de
gallemiezen.
Buren Herman en Patricia stappen in hun auto.
Ze zwaaien naar mij. We mogen elkaar. We zijn alle drie voor Sparta. Grote
herfstplassen op de rijweg. Bladeren stremmen de afvloei van het hemelwater.
De zolen van mijn gloednieuwe Nikes zijn
poreus. Na drie minuten lopen zijn mijn sokken en voeten nat en koud. Over de
schoenfabrikant maak ik me kwaad. Waterdichte schoenzolen … dat lijkt
tegenwoordig te veel gevraagd. Kom op, Jos! Laat je niet gek maken door die lullige
zolen.
Hé! Daar staat Gerda, zeventig al weer. In
haar portiek. Achter glas. Ze is net zo hoog als ze breed is. We weten nog hoe
we heten. Ze lacht me gedag. Ik liplees: ‘Ha Jos!’.
Ik steek schuin over. Daar wordt een
verhuisdoos klein gescheurd. Het karton moet in de papierbak passen. Een ander staat
zo’n doos plat te springen. Denk aan je adem, Jos. Op de weg letten ook. Het wegdek hier is
schots en scheef. Verziekt door bijna twee jaar bouwverkeer. Aan weerskanten
van de straat is de bouw bijna klaar: een kleine tweehonderd woningen. Huren
van 800 tot 1200 euro … allemaal onbetaalbaar dus voor de minima. ‘Maak je niet
boos Jos, dat leidt alleen maar af’.
Daar komt een pitbull. Ben ik bang voor. Die
hond loopt op de stoep in plaats van in de blubberzooi. Ik word door dat beest
naar de drukke autoweg gedwongen. Heb
echt geen keus.
Een bedrijfswagen van ‘Al uw Electro’ stagneert
de vrije doortocht van mij en de dame die in haar scootmobiel als een dolle op
me af komt. Die aso van ‘Al uw Elektro’ heeft zijn kar half op de stoep
geparkeerd. Ik kan hier gewoon oversteken. Die dame niet. Zij loopt vast in de
blub als ze doorsjeest.
‘Zal ik u even naar de overkant loodsen,
mevrouw?’
‘Ja,
doe maar,’ … als ogen konden doden ...’ Maar waarom??
I really don’t know!
Ga naar de rotonde. Bijna op het zebrapad
staan drie Felix-scooters lelijk in de weg.
Een moeder met een Hauck Atlantic Twin kan niet verder. Impulsief spring
ik op en trap die scooters in één keer omver.
Zo … opgelost … die moeder kan door met haar tweeling.