Ik ben vanmorgen door de wekker heen geslapen. Niet zo raar overigens. Ik had het laat gemaakt. Het was over tweeën eer ik er in lag. Nu ga ik wel eens meer om die tijd 'leggen' en soms zelfs ook nog wel eens wat later ook.
Mijn jongste zoon Ralf (44) is op bezoek. We moeten wat bespreken. Financiële zaken over ‘echtscheiding’ en ‘eigen huis’. Daar weet ik nu eenmaal wat meer van dan hij. Maar daar ga ik niet over schrijven.
Ik vind het leuk dat hij er is. Om te beginnen haal ik twee Dr. Oetker pizza’s. De eerste pizza’s die gebakken gaan worden in mijn inductieoven. Bij pizza hoort wijn, vind ik, dus ik koop een lekker duur Saint-Émilionnetje. De feestvreugde wordt wat groter als Ralf mij verrast met vier flesjes Westmalle Tripel, lekker Belgisch bier. Voor mij wordt het helemáál top als Ralf dan ook nog zegt dat hij sinds juli jl. gestopt is met het drinken van alcohol. Dus al die alcohol hier is dus blijkbaar vanavond voor mij?!
We praten over gezellige mannenonderwerpen. De verminderde belangstelling voor voetbal, bij Ralf vooral omdat zijn klote-scheiding zoveel tijd opeist. Bij mij omdat het spel in de top steeds poeniger wordt. Toernooien worden gespeeld in totalitaire staten waar mensenrechten met voeten getreden worden. Zowel voetballers als deelnemende landen gaan daar als makke schapen in mee.
Natuurlijk kunnen Ralf en ik het niet laten om ‘domrechts’ te analyseren en neer te knuppelen. Doch de meeste tijd hebben we het over muziek. Zijn muziek. De muziek van ‘Klinkt Goed’ want dat is Ralfs artiestennaam. Hij heeft een paar nieuwe nummers geschreven, die hij me laat horen. Klinken inderdaad prima. ‘Klinkt Goed’ is te beluisteren op ‘YouTube’ en ‘Spotify’. Doen!
Allemaal leuk en aardig dat gezellige gekeuvel maar ik zit onder tussen veel te veel te zuipen. Ralf voelt dat goed aan en maakt het niet te laat.
‘Niet alles tegelijk opdrinken, hè!’ zegt hij bij het weg gaan.
‘Neen, natuurlijk niet'. Alle wijn heb ik inmiddels al achter de kiezen.
Tegen mijn eigen stelregel in: ‘ga nooit in je uppie alcohol zitten zuipen’, sla ik toch nog, een beetje schichtig, dat wel, een paar Westmalles achterover.
Gelukkig is er niemand, die me in deze kleine uurtjes nog zo bezig ziet.