Posts tonen met het label verfrommelde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label verfrommelde. Alle posts tonen

dinsdag 17 december 2024

EEN SNOEK.

De eerste vakanties van mij en mijn vriendin Winny (mijn huidige ex) waren liftvakanties. Begin zeventiger jaren. We liftten naar Frankrijk, Italië en Spanje. In een mum van tijd waren we daar. Zelden wachtten we langer dan vijf minuten op een lift. Dat kwam gegarandeerd niet door mijn mooie krullen. Neen, Winny maakte het verschil. Ze had lang blond haar, een leuk figuur en met haar strakke truitje en dat ultra korte spijkerrokje liftte zij (en ik) in ijltempo Europa door.


Soms stond Winny alléén langs de snelweg. Dan had ik me verdekt opgesteld achter de vangrails. Ik kwam pas te voorschijn als de automobilist was gestopt om (alleen) Winny mee te nemen. Die chauffeur had er wel de pest in maar nam mij meestal toch ook mee. Beetje lullig. Deden we alleen als het lang duurde.

Uit Perpignan in Frankrijk kwam je moeilijk weg. We waren letterlijk gaar toen er een Snoek stopte. Speciaal voor ons. Eigenlijk was het de beurt van een andere lifter. Die stond hier al langer dan wij. Maar die Snoek moest persé ons hebben … of liever gezegd: Winny, dat dacht ìk tenminste. Het Snoek-mannetje, stelde zich voor als Luc. Met zijn zwarte handschoentjes en zijn witte zomerhoedje leek hij mij niet helemaal pluis. Hij wilde mij persé op de achterbank hebben.

Naast mij op die achterbank lag allerlei plastic spul voor restaurants en snackbars. Daaronder lagen wat beduimelde pornoblaadjes en verfrommelde papieren zakdoekjes. Luc had een hotel in Beziers. Hier vlakbij. Als we wilden konden we met hem mee. Een nachtje op zijn kosten. We waren gaar van die dag.

Winny en ik keken elkaar diep in de ogen. Knikten. We waagden het er op. We kregen een puike kamer. Douchten lekker. Toen klopte Luc op de deur. Hij kwam óók lekker gedoucht, in zijn blootje onze kamer binnen lopen, … met een fles witte wijn en drie glazen.

Ik zei hem in mijn beste Frans, dat we zijn aanbod zeer op prijs stelden: … die hotelkamer, die douche, de wijn maar … Luc, we waren erg moe waren en wilden graag zo snel mogelijk gaan slapen, omdat we morgen weer gaan eh … ‘faire autostop’.

‘Naturellement Dzjos, comme tu veux. Je suis fatigé aussi. Et a propos, Dzjos, c’est ici un hotel naturiste, c’est pourquoi!

Gedrieën genoten wij van de lekkere koele witte wijn. Luc nam afscheid van ons: ‘Dzjos et Winny: ‘Bon voyages demain et au revoir.’

‘Au revoir Luc!

vrijdag 5 augustus 2022

WERK IS NIET ALTIJD LEUK.

 

Zullen we eerst effe lekker neuken?’ vraagt Bert ondeugend aan zijn naaste collega Marja. De werkdag is nog maar koud begonnen. Marja is met stomheid geslagen. Vol afschuw kijkt ze midden in zijn van begeerte kwijlende kop … met zijn waterige, begerige oogjes. Hij doet nu wel nèt of het een geintje is … maar ze weet dat hij haar pakt als ze hem ook maar een millimeter de ruimte geeft. Marja loopt naar de telefoon en zegt; ‘Bert, mij heb je … ik ben zo geil als boter … kom maar op … alleen … ik bel eerst effe je vrouw even om te horen hoe zij er over denkt.’. O. zij vindt het prima,’ zegt hij lacherig.

‘Dan weet je vrouw zeker ook van jou en Eveline?‘ vraagt Marja. Hij verschiet van kleur … weet even niet waar hij het moet zoeken. In het bedrijf zingen niet zulke frisse verhalen rond over Bert en Eveline, een vroegere groepsleidster hier. Bert en Eveline schijnen met grote regelmaat  ’s avonds samen te hebben overgewerkt v oor, zeg maar, de noodzakelijke handmatige correcties … daar werd gepeesd bij het leven, gezien de met vele verfrommelde tissues gevulde prullenbak.

Bert is de énige applicatiebeheerder binnen het bedrijf. Stom van want hij is er vaak afwezig. Een vervanger had er natuurlijk al lang moeten zijn. Maar Bert is degeen die zijn vervanger moet opleiden Dat gebeurt dus niet. Deze man is helaas te lomp, ongeduldig, oncollegiaal, asociaal, egoïstisch, dom,  onhandig en mist nodige vaardigheid en motivatie om in alle rust een collega c.q. een  vervanger in te werken.

En dus … als hij na een ziekte  weer aan het werk gaat of met een mooi kleurtje terugkeert van een vakantie in Thailand, Mallorca of Curaçao, liggen er altijd stapels werk te wachten op hem.

Elke ochtend, voordat hij aan de slag gaat, voert hij een klein Bert-showtje op. Hij geeft dan álle aanwezige collega’s een handje en mompelt: ’goedemorgen’. Marja walgt van dat harige, kleffe, vlezige, warme handje en de nabijheid van zijn glibberige oogjes … kotsmisselijk wordt ze van zijn stankmix bestaande uit: (oud) zweet, verkauwde knoflook, zware shag-adem en ondermaatse Kruidvatdeodorant. Sommige collega’s moeten niks hebben van deze Bert-act. Marja bijvoorneeld wacht in het belendende winkelcentrum op een seintje van de afdeling, dat hij klaar is met zijn ‘enge handjes geven’ en gaan dan pas naar kantoor.

Bert gaat na zijn act gelijk noest aan het werk. Collega’s mogen uitsluitend tussen 4 en 5 uur met vragen bij hem aankloppen. Wanneer hij daar toch gewoon geen trek in heeft, is hij wel zo bijdehand om net te doen alsof hij een heel belangrijke opdracht heeft van de directie. Of hij zegt doodleuk, dat hij toe is aan een sigaretje … en na zijn rookpauze is het de hoogste tijd voor hem om naar huis te gaan  bijvoorbeeld.

‘Morgen weer een dag nietwaar? ‘ pleegt hij dan te zeggen.

Bert’s laatste vakantiereisje gaat naar Curaçao. Hij dobbert voor de kust in een rubberbootje … onbewolkt, 27 graden, nauwelijks wind, naast hem een niet al te duur maar zeer gewillig hoertje … dat hem ondeugend over zijn veel te dikke, blote, glimmende, bruine buik streelt … enige tijd nadat hij het hoertje haar vraagt om hem wat lager te strelen, verstoort een iets grotere motorboot Bert’s stijgende opwinding: een geweldige dreun … en zowel hij als het hoertje worden overboord geslingerd … de vrouw is al bijna het strand opgerend, haar lelieblanke badpak is roodgekleurd … ze heeft een flinke hoofdwond. Ze gilt … oorverdovend hard, schel … strandgasten snellen naar haar te hulp.

De kapitein van de andere boot vist Bert uit het water. Bert gaat vreselijk tekeer, ‘als een speenvarken’ zegt men wel eens. ‘Nou, nou, nou,’ zegt zijn de kapitein,’ rustig nou maar, volgens mij valt het allemaal wel mee met jou. Die vrouw daar is er, zo te zien veel en veel erger aan toe.’

‘O ja? ‘ zegt Bert, ‘o ja????? … dan moet je eens kijken wat ze in d'r hand heeft!'