zaterdag 31 augustus 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 11. Een kastekort.

Sonja en Petra tellen, onder het toeziend oog van Duusjo, Marja en Sonnee de baropbrengst nog eens na. Lenie doet niet mee. Zij heeft geen zin in die poppenkast. De uitkomst is toch precies hetzelfde. Inderdaad komen ze op exact hetzelfde verschil uit: driehonderd zesentwintig gulden vijftig. Ook alle fooi is daarin meegeteld. Meestal is dat zo’n tien procent van de hele opbrengst. Dus is er feitelijk een kleine vijfhonderd gulden zoek.


Ze balen er allemaal stevig van. In Lumière is de regel dat kasverschillen door het dienstdoende personeel moeten worden aangezuiverd. Maar het is nu zó veel geld dat niemand dat even kan bijpassen: vijfenzeventig gulden de man. Dat is ruim twee weken boodschappen doen bij de Bas. Een geluk bij dit ongeluk is dat de fooienpot, zo halverwege de maand, al aardig gevuld is. Bovendien is chef Duusjo bereid een beetje te sjoemelen: de aanwezige voorraad wat hoger vaststellen en een ietsje te smokkelen met de kaartopbrengst van vanmiddag. Dan hoeft er per persoon nog maar een tientje , bijgelapt te worden. Dat is nog te doen.

Wel vreemd eigenlijk, dat die anders altijd zo stipte Duusjo ineens bereid is om zo’n ‘creatieve’ oplossing te bedenken. Helemaal niks voor hem. Duusjo heeft zich in de 2 jaar dat hij nu bij Lumière zit, als een echte Duitser laten kennen. Alles punctueel en netjes op tijd. Duusjo is een wat stijve, tamelijk kleine, autoritaire man met veel gevoel voor regelgeving en weinig gevoel voor humor. Hij woont al bijna tien jaar in Nederland. Desondanks spreekt hij een moeilijk te verstaan mengelmoesje Duits-Nederlands.


Gerrit ligt alweer te pitten. Op een bankje in de foyer deze keer. Met zijn handen geklemd tussen zijn bovenbenen.
‘Goeie film hè?!!’ brult Martin plotseling in Gerrit zijn oor.

‘Vuile klootzak!!’ Gerrit schiet van schrik uit zijn rol maar herstelt zich snel: ’U neemt me toch niet kwalijk, mijnheer, dat ik dit gedrag absoluut niet kan appreciëren. U kunt er op rekenen, dat ik me hierover zal beklagen bij de directie van dit theater.’

‘Ach hou toch op, Gerrit, je bent gewoon een ouwe gore mafkees!’ Martin rent lachend de trap op naar de personeelsruimte, waar iedereen nog in mineur is.


Morgen: Deel 12. Dusjoo pauzeert.

vrijdag 30 augustus 2024

Serie: Een Rotterdamse bioscoop in de 60’s & 70’s. Deel 10: Een portefeuille.

‘We zijn net klaar met de zaal, Gerrit. We gaan zo beginnen met het ‘voelen van de stoelen’… of er nog verloren geld tussen de rugleuningen en de zittingen zit. Het zou heel fijn zijn als je daar even bij komt helpen. Als dat tenminste lukt met die tere vingertjes van je,’ roept Sonja een tikje hatelijk. Sonja heeft het niet zo op Gerrit. Ze heeft het gevoel, dat hij, wanneer hij eens een keertje goed wakker is, haar met zijn waterige oogjes zit uit te kleden. Daar voelt ze zich niet echt ‘happy’ bij.


Lenie komt bij de zoektocht naar klein geld ook altijd even helpen.
‘Bij voorbaat dank in het in mij gestelde vertrouwen dames,’ zegt Gerrit, ‘Ik begin hierboven in de zaal alvast met mijn tere vingertjes in de openingen te voelen,’ zegt hij met een vervelend en naar dubbelzinnigheid neigend ondertoontje.

Alles bij mekaar halen ze nog achttien gulden en vijfendertig cent tussen de rugleuningen en zittingen vandaan. Best wel de moeite waard. Er zat ook nog een portefeuille bij met driehonderd piek er in. Maar die bergt oude Petra straks netjes op in de kluis, voor het geval de eerlijke verliezer hem nog komt ophalen.

‘Sonja, Sonnee, Petra en Lenie, luister eens?!’ Marja klinkt beetje paniekerig, als ze in de zaal op hen komt toegelopen, ‘hebben jullie misschien wat van de barverkoop ergens apart gelegd of zo? We missen namelijk flink wat geld.


Morgen deel 11: Het kastekort.

donderdag 29 augustus 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60's & 70's Deel 9: Na de pauze.

Als de bioscoopbezoekers weer netjes in de zaal zitten voor het deel nà de pauze, kan Marja de opbrengst van deze middagvoorstelling gaan tellen. Zo gaat dat hier. Wat er na de middagvoorstelling nog aan consumpties verkocht wordt, wordt opgeteld bij de opbrengst van de avondvoorstelling. Deze uitverkochte voorstelling van vanmiddag heeft circa zesduizend driehonderdvijfentachtig gulden opgebracht. Die heeft Marja geteld en alvast in de kluis opgeborgen. Nú de baropbrengst van vòòr de aanvang van de voorstelling èn van de pauze nog even tellen. Meneer Duusjo loopt met de kas naar Marja. Zij heeft inmiddels uitgerekend dat er minimaal zestienhonderdvijfentachtig gulden (exclusief fooi en wisselgeld) in de barkas moet zitten. Marja en meneer Duusjo tellen samen even de kas.


De voorstelling is afgelopen, de zaal is tamelijk snel leeg. Voor Petra, Sonja en Sonnee rest er dan in de zaal een enorme troep aan lege en halflege flesjes, lege en halfvolle pakjes chips, schillen van ongepelde olienoten, klokhuizen, bananenschillen, wikkels van snoepjes, chocoladerepen, afgescheurde bioscoopkaartjes en dan, zeker na dit soort volle voorstellingen: een berg vergeten spullen variërend van een muts tot een portefeuille met inhoud. Bij minder drukke voorstellingen wordt ook nog wel eens uitgegleden over gebruikte condooms. Voor condoomgebruik zat de zaal vandaag veel te vol. Ze zijn met zijn drieën, al met al, een uur bezig om de troep op te ruimen en op het moment dat ze de zaal nèt schoon hebben meldt Gerrit, de portier, zich boven in de zaal … eindelijk:

‘Geachte dames, hierbij deel ik u mede dat ik, na genoten te hebben van een overheerlijk busreisje, ietwat te laat ben gearriveerd op mijn werkplek, waarvoor mijn welgemeende excuses. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Ik groet u bij deze hartelijk, was getekend, Gerrit Kleinhof’.

Gerrit spreekt altijd in schrijftaal:

‘Indien nodig is deze dienstwillige dienaar ten allen tijde bereid u in dezen van dienst te wezen … en laat dat nou nog rijmen ook’.


Morgen: deel 10: Een portefeuille.

woensdag 28 augustus 2024

Serie: Een Rotterdamse bioscoop in de 60's & 70's. Deel 8: Zeven-Up.

 Alle servicemedewerkers (kassa, buffet, portiers, ouvreuses) van deze bios delen alle fooi altijd met elkaar. Een maand lang wordt alle fooi in een pot gestopt (die gaat de kluis in) en op de eerste dag van de nieuwe maand wordt alles evenredig over iedereen verdeeld.


Wij zijn met zijn tienen en gemiddeld zit er zo’n tweeduizend gulden in de fooienpot. Marja, die getrouwd is en twee kinderen heeft, zegt wel eens dat ze er voor de hele maand haar boodschappen van kan doen. Toch mooi meegenomen!
‘Kijk eens’ zegt Petra tegen Sonja, die druk is achter het buffet. Ze laat Sonja het briefje van vijf gulden zien: ‘fooi van de man die je hebt geholpen zijn plaatsje te heroveren.’
‘Zo, mooi, maar waarom stuur je hem niet gelijk naar mij Petra, zegt Sonja, met gelijk alweer die geile blik in haar ogen. Had ik even kennis met hem kunnen maken; leek me best een aardige vent.’
‘Weinig kans voor jou Sonja, hij had een heel leuke slanke vrouw bij zich.’
‘Nou en ... denk je dat ie niet zo af en toe met zo’n lekker mollig meissie als ik wil kroelen?’

Het is in de pauze van de film zo waanzinnig druk aan het buffet, Sonja en Sonnee kunnen het nauwelijks samen aan. Petra springt maar even bij. Zelfs de bedrijfsleider, meneer Duusjo, steekt dit keer de handen uit de mouwen. Pils, Cola, Seven-Up, Tonic, Appelsap … het is niet aan te slepen en dan heb je ook altijd nog van die zeikerds bij die thee of koffie willen. Ze dreigen door alle gekoelde drank heen te raken.
‘Zegt U het maar, meneer’ zegt Petra tegen de Surinamer voor de bar.
‘Zeven up alstublieft’ en Petra ontdoet zeven flesjes Seven Up van hun dop.
‘Kijk eens aan meneer zeven uppies.’
‘Maar mevrouw, ik ben maar alleen, wat moet ik nu met zeven flesjes Zeven Up?’
‘O, meneer, nou eh … ik dacht werkelijk dat u 7 Seven Up wilde hebben, helemaal mijn fout, sorry’. Maar dat betekende wel dat Petra zes Zeven-up dopjes uit de vuilnisbak moest gaan vissen en die zo goed en zo kwaad als het ging weer op die flesjes moest gaan persen, want als ze die drankjes niet zou kunnen verkopen, zou de schade verhaald worden op de fooienpot. Dat wilde ze niet op haar geweten hebben. Petra vindt het wel lullig van zichzelf dat ze zes bezoekers van die avond een iets minder dan normaal sprankelend Uppie heeft moeten verkopen. Maar ja, het is niet anders.

Morgen: deel 9: Na de pauze.

dinsdag 27 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s. DEEL 7: INPIEPER.

Zo’n indringertje gaat meestal niet zonder slag of stoot van zijn veroverde stoel af maar Sonja deinst er vanmiddag niet voor terug om de film te laten stopzetten. Gelukkig draait nu nog een ‘Tom en Jerry’-film in het voorprogramma. Ze geeft een seintje aan Martin, in de cabine; die zet de film meteen stop en doet ook gelijk het  grote licht aan. De boosdoener zit voor de hele zaal voor lul. Iedereen gaat zich er dan, luidkeels joelend, mee bemoeien en kiest partij voor de ouvreuse…..natuurlijk helemaal als die ouvreuse er toevallig zo lekker uitziet als Sonja. Zusje Sonnee komt er dan ook nog even bij en voor de stevige sexy  tweeling is het een fluitje van een cent om de indringer onschadelijk te maken door hem tussen hen in te nemen en geruisloos de bioscoopzaal uit te slepen. De politie is inmiddels ook gewaarschuwd en er staat een politiewagen klaar om de onruststoker mee naar het bureau te nemen. Verder doet de politie niet veel met het gebeuren. Proces verbaal wordt opgemaakt meer niet. Dan wordt ie weer vrijgelaten. Net als ze met winkeldieven doen. Als het een beetje tegen zit piept hij de volgende voorstelling weer naar binnen. Al met al is het voor de biosleiding te veel werk om èlke inpieper voor de rechter te slepen.

Eén inpieper krijgt nu wèl een proces aan zijn broek, want die is onderhand twintig keer naar binnengeglipt en dat moet nu maar eens afgelopen zijn. Hoe krijgt hij het voor elkaar zou je zeggen? Nou heel simpel: met slimme vermommingen, brilletje, baardje, snorretje, hoedje, petje mutsje, konijnentandjes (echt waar!) en steeds weer tuint het personeel er in.  

Petra was maar wat blij met de hulp van de tweeling, alléén had ze het echt niet geklaard. Voor haar was het eigenlijk de eerste keer dat ze zo’n heibel meemaakt op haar werk.

In de pauze van de film komt die man, die recht had op die bewuste stoel naar Petra toe en stopt haar een briefje van 5 gulden in haar hand:

‘Omdat jullie zo je best voor mij hebben gedaan; eerlijk delen met die andere twee hè?!’

Dat is een pittige fooi, haast net zo veel als een kaartje kost.

 

Morgen Deel 8: Seven up. 

maandag 26 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s. DEEL 6b: BIOBUSSEN.

 Weet je het zeker dat je niks wil drinken Petra? vraagt Martin nogmaals’

‘Neen Martin! Ik zeg toch: we moeten zo aan de slag en bovendien als ik nou wat neem, moet ik straks gegarandeerd piesen, als ik met de bezoekers bezig ben.’
Het wordt waanzinnig druk vanmiddag; er staan hele rijen voor de deur.
‘Wie doet vandaag die bio-bussen?’ vraagt Lenie, zij is min of meer de chef, zeg maar meewerkend voorvrouw. Ze vertoont zich zelden in de zaal; alleen als het hoognodig is.
‘Dat doe ik wel’ zegt Petra. In die biobussen wordt geld gecollecteerd om spastische kinderen van een onbezorgde vakantie te laten genieten in een Bio-vakantie-oord. Dat collecteren gebeurt in de pauze van de bioscoopvoorstellingen. In alle Rotterdamse bioscopen. Er wordt meestal wat lacherig gedaan in de zaal over die spastische doelgroep van de biobussen. Dat kwam vooral door de hoofdpersoon van het bio-reklamespotje. Die had ook een spastisch spraakgebrek. Hoe dan ook, die bussen zaten na de voorstelling meestal goed vol …. met geld! De meeste ouvreuses hadden er wel een rothekel aan om met die bussen te lopen sjouwen. Maar het móést gebeuren het hoorde gewoon bij hun werk; en het was voor een goed doel.

Petra pakt drie Biobussen onder het bureau van Lenie vandaan.
‘Kom op Sonja, we gaan naar de zaal, de deuren gaan zo open.’ zegt Petra. Ook Martin maakt aanstalten om naar zijn werkplek te gaan.
Sonnee: ‘Ik kom zo ook wel even helpen beneden, het is zo druk vandaag.’
Petra zet de biobussen even bij Marja, die in haar uppie bij de kassa zit. Ze moet bij gebrek aan een portier (Gerrit is er natuurlijk nog steeds niet) zowel kaartjes verkopen als het controlestrookje afscheuren.
Tsja….en dan kan het wel eens gebeuren, dat er zomaar iemand zonder kaartje naar binnen glipt. Bij een uitverkochte voorstelling met geplaceerde kaartjes valt zo iemand snel door de mand, als een ander mèt een kaartje zijn stoeltje opeist.


Morgen Deel 7

zondag 25 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s. DEEL 6a: SONJA & SONNEE.

De volumineuze tweeling Sonja en Sonnee de Greve is er ook. Sonja helpt soms in de zaal. Haar hoofdtaak is echter het buffet. Voor Sonnee is dat net andersom. Sonja en Sonnee zijn niet zomaar een tweeling. Het is een eeneiig, biseksueel, nymphomaan duo … vrij vertaald: ze zijn zo geil als boter. Als Sonja in het publiek iemand gezien heeft die ze wel leuk vindt loopt ze de rest van de avond te soppen door de bios. Bij zo’n drukke voorstelling als vanmiddag kan dat natuurlijk helemáál niet … maar zelfbeheersing is nou niet de beste eigenschap van het sexy duo. Ze gaan ook nog altijd als een echte eeneiige tweeling hetzelfde gekleed: korte truitjes met bijbehorend uitpuilende blote buiken en ruim zicht op hun weelderige décolletés. Met hun iets te korte rokjes, waar hun bilpartijen strak in uitgetekend worden, is succes bij (hetero) mannen èn lesbiënnes onder het publiek, bij voorbaat verzekerd … alles uit de kast voor een eventuele one-night-stand!

Ook collega’s zijn niet helemaal veilig voor de wellustige zusjes. Zo heeft Martin, van wie verteld wordt dat ie elke ouvreuse minstens een keer gepakt heeft,  ook geen weerstand kunnen bieden aan die twee. Het begon met Sonja. Martin en zij waren op een rustig avondje, bij toeval eens alleen in de personeelsruimte en Sonja moest erg diep bukken en lang zoeken in de koelkast naar een colaatje voor Martin en …tja, toen kon hij zich niet beheersen. Als een magneet werd hij door Sonja aangetrokken. Zij schijnt bij die gelegenheid zoveel herrie gemaakt te hebben, dat zusje Sonnee als een speer naar de personeelsruimte is gesneld …  Sonnee had er geen enkel probleem mee. Zij zou haar mondje dicht houden, als Martin háár niet zou overslaan. Nou … Martin is in dat soort zaken nooit de beroerdste.

Inmiddels heeft hij het met beide zusjes al tot vervelens toe gedaan. Voor hem is de lol er nu wel vanaf … ook voor de beide dames trouwens. Ze kunnen elkaar nu met rust laten. Er moet toch altijd een beetje pit, spanning in zitten.

Martin richt zich nu op Petra. Hij is een mooie jongen … hij is jong, heeft een leuke kop, beetje John Travolta-achtig maar dan met stijl lang haar. Hij is altijd gekleed in strak-zwart … aan die wijde-pijpen-broeken-mode heeft hij een broertje dood. Er wordt dan wel gefluisterd dat hij alle ouvreuses minstens één keer heeft gehad maar Petra zit daar in ieder geval (nog) niet bij.

 

Morgen: Deel 6b: Meneer Dusjoo.

 


zaterdag 24 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s. DEEL 5: MARTIN

 

Deel 5. Martin.

‘Je maakt me wel heel nieuwsgierig. Ik ga die film morgen zien,’ zegt Marja, ‘dan heb ik geen dienst. Weet je trouwens dat onze Gerrit óók zo’n goeie danser is. Daar kan hij vol trots over vertellen. Hij danst nog steeds één avondje per week. Met een vaste partner. Vroeger deed hij ook nog met succes mee aan wedstrijddansen. Daar kan hij nou niet meer aan beginnen. Valt me mee dat hij daarvoor nog een partner heeft kunnen vinden.’

‘Martin is er zeker ook al? Ja, die zit alweer trouw in zijn cabine; hij is bezig met het terugspoelen van de film. Martin is als altijd heel stipt, dat weet je'.

Petra is in dit werk terecht gekomen via haar moeder. Die was, kort na de tweede wereldoorlog al, ouvreuse in het Rotterdamse en ze kwam altijd met zulke leuke verhalen thuis. Zo’n baan wilde Petra ook.

Ze werkt vandaag samen met Lenie. Die twee kunnen lezen en schrijven met elkaar. In de gezamenlijke ruimte (voor het personeel) wordt Petra hartelijk verwelkomd door Lenie. Zij schelen iets meer dan tien jaar: ‘Hallo poppie, wat zie je er toch weer schattig uit. Pas maar op, meissie, want Martin zit al een paar weken likkebaardend naar je te kijken,’ zei ze met een knipoogje. Martin zat er tot haar verrassing ook al. Hij was blijkbaar snel klaar met het terugspoelen van Saturday Nightfever.

‘Wil je ook een bakkie, Petra?’ vraagt Martin.

‘Heel lief van je Martin, maar ik sla even over, dank je, anders moet ik het veel te ‘haast-je-rep-je’ opdrinken, want we moeten over vijf minuten al de zaal in.’

Het lijkt hier wel een rookhol. Werkelijk iedereen zit te paffen. Zelfs op de posters aan de wand staan rokende Hollywoodsterren afgebeeld: Marylin Monroe en Jack Nichelson o.a. ’t Is hier echt om te stikken.

Morgen: Deel 6a: Sonja en Sonnee.

vrijdag 23 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s. DEEL 4. EEN SOEPEL LIJF.

‘Maar goed, we hebben het over Gerrit, in feite een lieve stumperd dus, en ja, hij schaamt zich óók nog eens zo ontzettend voor zijn handen. Let maar eens op hij probeert zijn handen altijd te verbergen: in zijn zak, tussen zijn benen, op zijn rug, onder de tafel.


Hij praat er liever niet over maar tegen Martin heeft hij zich wel eens laten ontvallen, dat ie die handen te wijten heeft aan zijn eigen eigenwijsheid: hij wilde nooit beschermende handschoenen dragen tijdens het werk dat hij vroeger deed: tegelzetter in de bouw. Hij heeft zijn handen verziekt door met zijn blote handen in die specietroep te zitten. Dat was nodig om al die de tegels netjes in alle keukens en badkamers te zetten. Het resultaat was dat hij om zijn versleten handen werd afgekeurd. Zo is hij na wat omzwervingen uiteindelijk in het bioswerk belandt. Hier dus, nou ja, dat begrijp je zelf toch zeker ook wel hè, Petra?’

‘Vandaag, zal ik zelf de kaartjes niet alleen moeten verkópen maar ik zal ze ook moeten afscheuren, zeker te weten, dat Gerrit niet eerder dan bij het eindpunt van de bus weer wakker wordt en dan is die film al lang en breed bezig. Neen, die zien we hier pas als de film afgelopen is, let op mijn woorden’.

‘Jij en Riek (Petra’s moeder) werken vandaag toch in de zaal?’ vraagt Marja.

‘Klopt. Is ze er al?’

‘Ja, een kwartiertje. Ze is gelijk naar onze ruimte boven doorgelopen. Het leek wel of ze ergens de pest over in had.’

‘Wat denk je Marja: volle bak weer, hè?’

‘Zeker weten. Kijk maar naar wat er nu al in de rij staat en de kassa gaat pas over een half uur open.’

‘Hé Petra, is die film nou echt zo goed?’

‘Ja, hij is he-le-maal te gek, wat kan die John Travolta dansen, zeg, wat een waanzinnig soepel lijf heeft die man. Ik ben gewoon smoorverliefd op hem’.


Morgen Deel 5: Martin.

donderdag 22 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s’. DEEL 3: MARJA

‘Niet alleen door dat vele te laat komen, maar ook … ehhh … die handen van hem, hè?! Kijk, jullie ouvreuses worden regelmatig gecontroleerd op schone handen en nagels. Als ze eens een keertje niet schoon genoeg waren, mocht je ze nog gaan wassen. Bij een tweede keer kon je gelijk ophoepelen en hoefde je nooit meer terug te komen. Voor jou een ander. Maar dan Gerrit …  goed … hij kan er niks aan doen ... heb je Gerrits handen wel eens goed bekeken, Petra? Misvormde vingers met geel uitgeslagen nagels; opgezwollen, schilferige, opengesprongen huid van zijn handpalmen. Het is een wonder dat hij hier nog mag werken. Ik heb beslist geen hekel aan die man maar ik word  misselijk als ik zijn handen zie. Soms glimmen zijn handen van het vocht dat uit de opengesprongen wondjes op zijn handen komt. Ik zorg er wel voor dat hij me niet aanraakt. Je weet nooit of het besmettelijk is, toch?  Maar als bioscoopbezoeker kan je dat niet altijd voorkomen … als bezoeker moet je je  kaartje toch aan hem afgeven en het controlestrookje door hem laten afscheuren … en als je dan het kaartje van hem terugkrijgt, ziet die bezoeker zijn handen pas goed. Jasses! Eigenlijk zou hij met handschoenen aan moeten werken.  Maar er is niemand die hem dat durft te zeggen. Het is een schat van een man. Sinds zijn vrouw Ada bij hem is weg gegaan, staat hij er nog eens helemaal alleen voor ook.’

 

‘O’, zegt Petra, ‘dat wist ik niet.’

 

‘Ja, die is er, een jaar geleden alweer bijna, vandoor gegaan met Bernd, de operateur, de voorganger van Martin.  Ada en Bernd leerden elkaar kennen op een personeelsavondje in Wienerwald. Het was gelijk dik aan en het is nooit meer uitgegaan tussen die twee. Arme Gerrit. Typisch… zóveel stelletjes hebben elkaar leren kennen door het wèrk … zoveel stelletjes zijn uit  elkaar gegaan en ook weer hertrouwd binnen het welhaast incestueuze bios-wereldje’.

 

Marja, de kassière schudt meewarig haar hoofd.

 

 

Morgen: Deel 4: Een soepel lijf.

 

 

woensdag 21 augustus 2024

SERIE: ‘EEN ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60’s & 70’s’. DEEL 2: GERRIT.

Als Petra bij de bios aankomt is het al een drukte van jewelste bij de kassa. De jongens, gekleed in wijde-pijpen-broeken en spijkerjasjes, zijn langharig. Meisjes lopen in kleurrijke maillots, met rokjes en jurkjes, net boven de knie.


Het weer zit niet mee. Herfstachtig, frisse wind en af en toe een waterig zonnetje. ’t Is zaterdagmiddagmatinee. Daar komen altijd de jongsten op af. Deze film is voor boven de veertien.
Ja, dat had je toen nog, films voor boven de veertien … voor boven de achttien, zelfs waren er toen ook films, die uitsluitend volwassenen mochten zien. Maar goed, deze was dus voor boven de veertien … en dan wagen ook de twaalf jarigen een poging de zaal binnen te komen. De jongens vallen altijd snel door de mand, zelfs sommige gassies van bòven de veertien lijken nog vaak te jong.
Bij de meisjes is het net andersom: het is héél moeilijk te zien hoe oud ze zijn. Sommige meiden van twaalf, dertien jaar lijken wel zestien of nog ouder. Door hun make-up, hoge hakken en indien nodig kunsttietjes weten ze menig portier of kassière om de tuin te leiden.

In deze bioscoop zijn ze over het algemeen niet zo streng. Ze laten geen achtjarigen naar binnen, zo erg is het nou ook weer niet. Voor een jochie dat overduidelijk twaalf is doen ze heus wel eens een oogje dicht … ze moeten tenslotte zelf ook verdienen. Het zijn immers geen vette jaren voor de bioscoop-business.

Over een half uur gaat de kassa open. Als Petra Lumière binnenstapt zit Marja, de kassière van vandaag, het wisselgeld te tellen.

‘Gerrit is weer eens te laat,’ moppert Marja, want eigenlijk moet ze dat werkje samen met Gerrit doen.
‘O, nou, reken voorlopig maar niet op hem.’ Petra vertelt haar hoe ze Gerrit net in de bus zag zitten maffen.’

Marja schudde meewarig haar hoofd:
‘Die man is zo langzamerhand helemaal op. Hard aan zijn pensioen toe. Hij zal die paar centen, die hij hier vangt hard nodig hebben. Het verbaast me sowieso dat die man nog niet de zak heeft gekregen’.


Morgen: Deel 3: Marja.

dinsdag 20 augustus 2024

SERIE:'ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60'S & 70'S. DEEL 1: PETRA.

 Serie: ‘Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s.


Deel 1: Petra.

Ouvreuse was zo’n dertig à veertig jaar geleden best een aantrekkelijk damesbaantje in de bioscoopwereld. Bestaat tegenwoordig niet meer. Het klinkt zo mooi dat Franse woordje: ouvreuse, deftig bijna. Mannen deden dat werk niet. Ik heb tenminste nog nooit van een ouvreur gehoord. De ouvreuse hielp, met een zaklantaarn, de bioscoopbezoeker bij het vinden van een plaatsje in de zaal. Soms moest ze streng optreden. Wanneer bezoekers, bij drukbezochte of uitverkochte voorstellingen, niet wilden inschikken. Wanneer bezoekers per ongeluk of expres op een verkeerde (betere) plaats waren gaan zitten. Vòòr in de zaal waren de goedkoopste plaatsen. Meer naar achteren werd het duurder: oplopend van parterre naar parket, stalles, fauteuil en zaalloge.
Veel bioscoopbezoekers begaven zich pas tijdens het voorprogramma naar hun plaats. In het donker dus. Vandaar dat die zaklantaarn nodig was om kaartje en zitplaats bij te schijnen. Ouvreuses maakten lange werkdagen: van 12 uur ’s middags tot middernacht met een pauze tussen drie en zes uur.

Petra is zo’n ouvreuse. Ze doet het nog niet zo lang. Een half jaar. Negentien is ze. Op en top Rotterdams. Lange donkerblonde haren, wapperend in de wind, fel rood gestifte lippen, kort leren jasje, openhangend, jurkje (rood) tot net boven de knie; zwarte panty’s.
Ze zet er stevig de pas in op weg naar haar werkplek: bioscoop Lumière.
Er draait een dansfilm met John Travolta: Saterday Nightfever. Een succesfilm. Dat wordt waanzinnig druk. Uitverkocht waarschijnlijk.

Bij de bushalte ziet ze haar collega, portier Gerrit, nog in de bus zitten, terwijl hij hier uit had moeten stappen. Maar hij zit te pitten. Ze tikt nog tegen het raam van de bus. Maar zijn hoofd zakt nog iets verder weg langs het raam. Het is niet voor het eerst dat hij in de bus, op weg naar zijn werk in slaap valt. Het gevolg daarvan is wel dat dadelijk een ander zijn taak moet overnemen. Zeker met zo’n te verwachten drukte als vandaag is dat een kriem. Gerrit, tegen de zestig, is een aardige vent. Alleen zo langzamerhand niet meer zo geschikt voor dit werk. Hij valt zo af en toe tijdens het kaartjes scheuren nog in slaap.

Morgen deel 2: Gerrit.

maandag 19 augustus 2024

LAUWE PILS.

Ik sta in de keuken mijn weekendboodschappen op te ruimen. M’n tafelmodel koelkastje is veel te klein. In dat lullige vriesvak past nauwelijks anderhalve pizza. Plaats voor kliekjes en ijsjes is er haast niet. Twee pakken halfvolle melk moet ik tussen de andijvie, de bleekselderij en de ijsbergsla in de groentenla proppen. Pfff … nou gaat de deur van die koelkast ook al niet meer dicht. Het bier moet er dan maar uit: op het aanrecht: ‘lekker’ lauwe pils. ‘D’r moet echt een andere koelkast komen’, mopper ik binnensmonds. Aan een koel-vriescombinatie denk ik en dan gelijk een goeie ook. Een A-merk. Een duurzame Siemens of een Bosch. Dat ding zal de helft van de tijd niet helemaal vol zitten. Ik ben tenslotte ‘maar’ alleen. Als ik me bedenk wat ik allemaal in een groter vriesvak kwijt kan, wordt ik een beetje blij.


Nu kook ik nog op gas. Een oven heb ik sinds ik hier alleen woon, nooit gehad … nou ja … een air-fryer heb ik, maar daar kan ik net een kroket, een halve frikandel een paar frietjes in bakken. Dat was gewoon een miskoop. Te klein gekocht. Ik ben de laatste maanden weer mijn ‘eigen’ brood gaan bakken. Jammer genoeg kan ik dus alleen maar kleine broodjes bakken. Voor het bakken van een normaal heel brood, pizza’s, lekkere taartjes, quiches en maaltijden wil ik een inductie oven kopen. Dat is voordeliger en schijnt ook veiliger te zijn dan koken op gas. Ik heb begrepen dat inductie stopt als de pan van de plaat gehaald wordt. Prima voor mij! Dat vergat ik nogal eens: het gas uit zetten als ik klaar was met koken.

Een vriendin van me met wie ik over deze keukenwensen heb zitten praten, lacht me een beetje uit en vraagt: ‘Hoe oud ben je nou, Jos?’ (Dat weet ze heus wel!)

’Vierenzeventig,’ zeg ik.

‘Moet je dan nu echt nog van die dure A-merken gaan aanschaffen? Zo ontzettend lang zal je nu ook niet meer leven, toch? En niemand geeft er dan nog een euro voor. Dan staan die peperdure A-merken straks bij het grof vuil.’

‘Tsja? Nu denk ik: ‘Maakt me niet uit. Al zou ik er maar drie maanden van kunnen genieten. Drie maanden elke dag een koud pilsie. Heerlijk.’

zondag 18 augustus 2024

BLOTEBILLENBROEK (bewerkt)

Deze (natte) zomer duikt ie weer op: de blotebillenbroek. Ton Voet uit Hoogzuur (Dr) loopt er in het voorjaar, ‘s zomers en op mooie herfstdagen, nog steeds in. Op z’n werk, thuis, buiten, in de super, enz. Ruim vijftien jaar geleden zetten Amerikaanse speerwerpers een trend, die, zij het heel voorzichtig, ook in Nederland aansloeg.


Op z’n werk werd Ton verrassend snel geaccepteerd in die provocerende outfit, op voorwaarde dat hij de gebruikelijke hygiënische voorschriften in acht zou nemen.
Heel speciaal is, dat die broek eigenlijk alleen in Hoogzuur en nabije omgeving voet aan de grond kreeg ... en dan nog uitsluitend bij de mannelijke bevolking. Thea Voet, Ton’s echtgenote, was er afkerig van maar gedoogde het.

Voor wie met zo’n broekje aan wil gaan lopen zijn in Hoogzuur en omgeving speciale wandelpaden aangelegd (www.blotebillenbroek.pad). Er is daar ook een parkje, ook toegankelijk voor hen. Vorige maand officieel geopend. Er zijn daar toen zelfs goed bezochte workshops en dansfeesten georganiseerd.

‘Het allerlekkerste’, volgens Ton, ’is een regenbui op een tropische dag. Het warme water tikt dan zo lekker op de billen … opwindend bijna .. een sensatie, die op zo’n moment jammerlijk voorbij gaat aan de drager van de reguliere pantalon’.
Veel aandacht trekt Ton met zijn bijzondere broek, uit de homowereld. Goed voorstelbaar. Vindt hij ook helemaal geen probleem. Hoewel hij zich niet tot mannen aangetrokken voelt. Thea is zijn allessie.

‘Een man’, zo stelt Ton, ‘is niet gemaakt voor een normale broek. Die vervormt onze billen. Zeker de èxtra strakke broek resulteert in luie, slappe billen. Ton voelt dat zijn billen in de loop der jaren steeds steviger zijn geworden.
Zijn normale broeken draagt hij niet meer. Die hangen te verpieteren in zijn klerenkast. Gaan binnenkort naar het Leger des Heils.
Ton weet zich, maatschappelijk gezien, nog niet voor honderd procent geaccepteerd. Hij ontwijkt de afkeurende blikken, die hij toegeworpen krijgt: ’Je ziet mensen in de vreemdste gewaden lopen, met kapsels in alle kleuren van de regenboog, maar als je er, heel simpel, bijloopt, zoals ik, in een blotebillenbroek, dan ben je kennelijk een kermisattractie.

zaterdag 17 augustus 2024

DOLLE PRET.

Er moeten meer vrouwen ’aan de macht’ komen. Vinden feministen. Daar ben ik als man òòk voor. Maar een vrouw als Fleur Agema: never, nooit niet! Sinds die oliedomme PVV’ster, minister van Volksgezondheid is, zijn de kosten van de zorg enorm de pan uit gerezen. Alleen al het aantal door huisartsen uitgeschreven verwijsbriefjes naar de psycho-sociale zorg is sinds Agema’s aantreden meer dan verviervoudigd. De vraag naar psycho sociale zorg overtreft het aanbod vele malen. De Nederlanders maken zich grote zorgen over hun geestelijke gezondheid nu de toekomst daarvan in handen is van iemand die nog te stom is om voor de duvel te dansen … nou … daar zou ze misschien nog net toe in staat zijn.


Die Agema is door haar baas Wilders ook nog eens naar voren geschoven als vice-premier. Wat zullen de buitenlandse staatshoofden, die door Agema, moeten worden ontvangen, voor indruk krijgen van Nederland als er zo’n onderontwikkeld huppelkutje op die functie zit. Dat wordt echt dolle pret voor Koning Charles, President Macron, Trump of Harris, Zelenski, Van der Leijden, enz. Die kunnen hun oren niet geloven. Hoeveel tolken zal ze wel niet nodig hebben?!

Ook zullen die buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders hun ogen niet geloven. Niet iedereen kan natuurlijk moeders mooiste zijn maar die Agema, is wel heel erg ogen pijnigend. En haar kledingsmaak: herinner je je nog die oranje-autohoes die ze tijdens de bordesscene over haar veel te vette lijf had gedrapeerd? ’t Is te hopen dat Poetin haar eens bij daglicht tegenkomt, die schrikt zich hartstikke dood. Dat zou dan een pluspuntje zijn voor Fleur.

Vanaf juni 2024, sinds Agema, minister van is, is er in Holland een ware jacht op rustgevende medicijnen ontstaan. De pharmaceutische industrie spint er volop garen bij maar kan de vraag nog nauwelijks bijbenen. De staatskas raakt in sneltreinvaart leeg terwijl er door wanhopige Hollanders woekerprijzen moeten worden betaald voor oxazepam, maagzuurremmers, pijnstillers, betablokkers, quetiapine en calciumblokkers.
Ziekenhuizen en klinieken raken overvol. In tweeëneenhalve maand is het aantal drugsverslaafden enorm toegenomen. Vooral onder blanke autochtonen. Ze worden zich er nu pas van bewust dat Nederland onder leiding van oliedomme, rascistische, fascistische PVV-bewindsvrouwen naar de verdommenis wordt geholpen.

vrijdag 16 augustus 2024

GROOT.

Theo, de boekhouder van Huize ‘Hoopvol’, loopt een dagje mee met een collega (verpleegkundige), die haar cliënten thuis opzoekt en behandelt. Theo wordt vandaag begeleid door Romana. Zij is een jonge vrouw van kleur, halverwege de twintig. Ze komt uit Haïti. Geadopteerd door Nederlandse mensen. Romana is erg groot. Dat gebeurt niet zo vaak dat een vrouw groter is als Theo. Ze is zeker 1.90. Ze gaan met haar auto de wijk in. Vijftien cliënten hebben ze. Vòòr drieën moeten ze klaar zijn.


Romana zegt Theo dat ze eerst naar mevrouw Laatmaar gaan, een Surinaamse van vierentachtig. Ze gaan haar het bed uit helpen, douchen, aankleden en aan het tafeltje bij het raam zetten. Theo droogt mevrouw van top tot teen af. Romana doet de rest.

Theo zegt tegen mevrouw Laatmaar, dat hij een dagje met ‘hem’ meeloopt. Per abuis zegt Theo ‘hem’ in plaats van ‘haar’. Dat komt waarschijnlijk door Romana’s lage stem. Normaal houdt Theo daar wel van, van vrouwen met een lage stem. Aan vrouwen met een hoog stemmetje kan Theo zich snel ergeren. Daar heeft hij bij Romana dus geen last van.

Ze gaan naar meneer Van Rooyen. Een begin tachtiger. Mijnheer van Rooyen heeft de uitstraling van een havenarbeider. Overhemd met korte mouwen, waarin robuuste bovenarmen. In het borstzakje zware Van Nelle. De wijs- en middelvinger van zijn rechterhand zijn geheel nicotinebruin. De foto’s van zijn kinderen en kleinkinderen vallen zowat van de wanden af bij zijn angstwekkende hoestbuien.

Hij spreekt plat Rotterdams en gebruikt in elke zin een pittig vloekwoord. Dat de gelovige Romana zich daaraan stoort vindt van Rooyen alleen maar leuk.

‘Nou, nou, moet dat nou zo,’ zegt Romana, als meneer zich weer eens erg ruw uitdrukt, ’gaat u maar gauw uw mond spoelen, meneer van Rooyen.’ Hij is suikerpatiënt; zij zijn hier om hem een spuitje te geven. Dat is zo gebeurd. Theo hoef daar niks aan te doen. Als ze vertrekken bromt van Rooyen richting Romana: ’doe de groeten aan je man….,’ hij geeft Theo een vette knipoog en schudt tegelijk van ‘nee’. Pas bij meneer van Rooyen valt Theo op dat Romana erg zangerig praat, zoals sommige homo’s ook wel plegen te doen.

‘Meneer van Rooyen … u weet onderhand best wel dat ik niet getrouwd ben.’
‘O ja, dat is waar ook, Theo, hij ìs helemaal niet getrouwd.’ Van Rooyen zegt dus ook al ‘hij’ als hij het over Romana heeft. En zij corrigeert hem niet!

donderdag 15 augustus 2024

VERLEKKERD.

 Ik zette een cd van de Rolling Stones op in de hoop daaruit wat inspiratie voor dit stukje te kunnen opdoen. Het eerste nummer van de cd (Black and Blue) was Hot Stuff. Het deed me meteen denken aan mijn eerste en enige drugservaring. Ik studeerde aan de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar in Utrecht. In die stad kon ik geen kamer vinden. Daarom woonde ik enige tijd in Hilversum bij een tante van me: tante Elly. Niet echt honderd procent een tante. Ze was een ex-schoonzus van tante Lenie, een zus van mijn moeder. Het was heel aardig van haar dat ze mij een kamer aanbood in haar grote huis. Tante Elly (35) zat nog steeds in het verwerkingsproces van haar echtscheiding. Uit haar klaagzangen bleek dat ze nog steeds niet kon begrijpen, waarom hij, Ton, haar van de ene op de andere dag verlaten had … hij was toch zo’n rustige, lieve man, die twee lieve kinderen bij haar had verwekt.


Op een dag stemde ze er mee in dat, John, mijn beste vriend uit Rotterdam, een weekendje mocht overkomen en blijven slapen. Het was 1970. Twintigers waren John en ik. De tijd van seks, drugs en rock and roll: John en ik gingen allereerst op zoek naar ‘shit’ . Die was gauw gevonden. Allebei hadden we een portie ingeslagen, waar we het hele weekend veel lol van zouden gaan beleven ... dachten we tenminste. Tot tante Elly onze voorraad ontdekte, in de lade van mijn nachtkastje.

‘Ik had er al zo’n vies vermoeden van’ zei ze, ‘jullie stellen me hevig teleur, weet je dat? Wat denk je dat je moeder hiervan zou vinden, Jos? Eigenlijk zou ik jullie op de trein naar Rotterdam moeten zetten. Ik voel me echt in de maling genomen. Kom maar op met dat spul. Ik spoel het door de wc. Dan heb je er geen lol van en doet het jullie ook geen kwaad … kom zo naar beneden. Het eten is klaar’.

We aten erwtensoep. Het was helemaal geen erwtensoepweer. Tante Elly deed wel meer rare dingen. John en ik vonden het ook vreemd dat drie glazen wijn volgeschonken werden bij de erwtensoep. Alsof alcohol geen drug is.

Hanny en Rob, haar kinderen, aten braaf hun bordjes leeg en vroegen of ze op hun kamer naar de televisie mochten gaan kijken. Tante Elly hoefde niet eens te weten waar ze naar gingen kijken. ‘Ga maar en zet het geluid niet te hard.’

Na het eten dronken we met zijn drieën de eerste en ook de tweede fles wijn nog leeg. Tante Elly was aangeschoten. Ze kon duidelijk niet tegen alcohol. Steeds luider ging ze praten en lachen. Steeds langduriger gingen het over haar favoriete onderwerp: seks.

Ze zat daarbij zowel John als mij om beurten verlekkerd aan te kijken. Toen ze, later op de avond, tussen mij en John in op de bank kwam zitten vonden we het welletjes en gingen we snel naar onze kamer, tante Elly verbouwereerd achterlatend.
Zo’n lekker wijf was zij nou ook weer niet.

woensdag 14 augustus 2024

HEUPTASJE LEEG.

 Heuptasje leeg.


Helemaal honderd procent zeker ben ik er niet van. Maar ik denk, dat ik in de nacht van maandag 12 op dinsdag 13 augustus geslaapwandeld heb. Ik ben, totaal onbewust, uit mijn bed gestapt. Waarom? Geen flauw idee. Waarschijnlijk om te plassen. Ik weet het echt niet. In ieder geval ben ik naar buiten gelopen. In mijn zwarte voetbalbroekje en mijn zwarte t-shirt. Mijn nachtkleding, de straat op gegaan. Daar word ik opeens wakker. Maar wáár ik precies ben weet ik niet. Na een paar stappen heen en weer zie ik in de ruit van de flat, het woord ‘Rodariflat’ staan. Daar woon ik. Dat weet ik zeker. Tegelijk realiseer ik me, dat ik een heuptasje bij me heb met m’n reservesleutels. Ik kan de flat dus gewoon weer in. Ik weet in de hal de lift te vinden. Zonder m’n bril kost het me wel wat moeite om in de lift de ‘vier’ te zien. Want daar moet ik heen: naar de vierde. Daar woon ik.
Vanuit de lift loop ik naar mijn voordeur. Die staat wijd open. Het licht in mijn halletje is aan. Ik ga naar binnen, sluit de voordeur en kruip weer snel mijn bed in. Geen idee hoe laat het is. ‘t Is nog wel donker.

Vanochtend doe ik mijn heuptasje af. Het is leeg. Mijn reservesleutels horen daarin te zitten. Waar zijn die nu dan? Ik bedenk me dat ik die sleutels vannacht, na de slaapwandeling aan het sleutelrek heb gehangen. Dat klopt. Daar hangen ze. Dat is voor mij de bevestiging, dat ik vannacht naar buiten ben gewandeld.

Ik zal mezelf ’s nachts veiligheidshalve beter moeten opsluiten in mijn eigen huis. Raar maar waar.

dinsdag 13 augustus 2024

KWELDUIVELTJE.

 Kwelduiveltje.

Stel je nou eens voor dat je een kwelduivel hebt. Een geniepig treiterkoppie. Iemand die je zó dwars zit, dat je die heel graag om zeep zou willen helpen.
Je bent zo bedonderd, vernederd, uitgelachen, hypocriet behandeld. Er is zo gelogen. Je bent voor schut gezet. In de maling genomen. Monddood gemaakt. Geblokkeerd. Jouw belangrijke informatie is geniepig achter gehouden. Met jouw veren is achterbaks gepronkt. Jij organiseerde een eventeenNiet jij, maar alle anderen werden daarvoor bedankt. Je hebt een half uur voor lul op de trap zitten wachten. Je wordt kinderachtig genoemd als je een afspraak wilt handhaven. Je wordt moeilijk genoemd. Neen, je bènt moeilijk! Je moet zwijgen. Praten mag/kan niet meer. Einde discussie. Dan kan ik niet anders dan stoppen. Maar het blijft schuren. Dàt moet ook afgelopen zijn.
Maar hoe? Doe je het zelf? Dwing je het stiekeme kwelduiveltje het zelf te doen? Huur ik één of mèèrdere anderen in? Wáár ga je het doen? Waarméé gebeurt het?
Met een mes, geweer, touw, water, handen? Van grote hoogte laten vallen, spijkeren aan het kruis (hihi), op de rails, op de snelweg? Met elektriciteit, gas, vuur, vergif, kou, hitte, het middel ‘X’, gevaarlijke hongerige dieren? Levend begraven? Een overdosis pillen, drugs? Vierendelen? (Nee, te ouderwets). Je wilt geen geweld gebruiken. Daarom verkies je uit mededogen de pijnloze weg.
Je laat een lieve vriendin een ‘look a like’ voodoo-pop maken van je leugenachtige kwelduiveltje. Doorboor die voodoo-pop met een speld in de hartstreek, wat einde verhaal betekent voor je akelige kwelgeest ...
‘Ach, lieve ..… , wees nou maar niet bang. Het doet geen pijn. Het zal in een vloek en een zucht gebeurd zijn. Wanneer precies? Alles op zijn tijd, kankertrut!’

maandag 12 augustus 2024

VROLIJKER.

Een dag of tien geleden bereidde ik me voor op mijn bezoek aan het theaterfestival: de acts inlezen, tickets kopen, koffer pakken en op 9292 de treintijden opzoeken. Achteraf geef ik toe: veel zin had ik er niet in. In dat hele festival. Ik wilde daar vòòraf niks over schrijven. Wilde niet verder het moeras in zakken. Ik kon het tegenover mezelf niet maken om thuis te blijven. Ik had in maart al veel geld neergeteld voor mijn verblijf daar. ‘Zonde van het geld’, zou dat zijn. Dus ik ben toch maar gegaan.


Dag één, dag twee en dag drie voelde ik me daar elke dag toch een beetje beter, losser. En … wie schetst mijn verbazing? Vanaf dag vier werd Den Bosch voor mij een feest. Alles. De B&B, de optredens, de andere toeschouwers, het weer, de parken, de vrouwen, de fiets, het eten, de standbeelden, het boottochtje, de spacecake, de oubliehoorns met bolletjes ijs.

Normaal gesproken zou ik zeggen: dit is een manie. Maar dat kon absoluut niet het geval zijn, want ik had trouw mijn pillen geslikt. Mij kon niks gebeuren.

De theatervoorstellingen waren altijd ’s middags. ’s Ochtends fietste ik naar leuke stadjes in de omgeving van Den Bosch: Hedel, Vught, Sint Michelsgestel en Rosmalen. Maar op de laatste ochtend ging ik niet fietsen.

Ik besloot mijn ziektekostenverzekering te mailen dat dit festival mij bijzonder heeft opgevrolijkt. Voorafgaand aan het festival was ik, zoals ik al schreef, somber gestemd. Bijna had ik mijn huisarts gevraagd om me antidepressiva voor te schrijven. Peperdure medicatie.

Al vanaf de eerste festivaldag verbeterde mijn stemming en dat nam eigenlijk steeds meer toe. Ik kan wel stellen dat ik me aan het eind van het festival, op dag zeven, in een bijna euforische staat bevond.

Gezien de zeer positieve beleving van dit theaterfestival mailde ik mijn ziektekostenverzekering te overwegen om dit festival in de toekomst ruimhartig te sponsoren. Alle voorstellingen kunnen dan gratis toegankelijk worden. Iedereen wordt gewoon vrolijker van dit festival. Uiteindelijk ook de ziektekostenverzekering, want per saldo vermindert dus de kostenpost ‘uitgaven depressie’.

Van mijn ziektekostenverzekering heb ik nog niks vernomen. Wel kreeg ik vanmorgen een mailtje van B&B Den Bosch ‘of ik niks miste?' Met stofzuigen onder mijn bed waren ze een potje pillen van mij tegen gekomen’.

zondag 11 augustus 2024

BILLEN KNIJPEN.

Vandaag heb ik iets gedaan waar ik liever niet over schrijf om het niet erger of echter te maken. Voordat ik op vakantie ging had ik mijn koelkast, op wat flesjes Spa Rood na, leeg gegeten en gedronken. Vandaag, ik ben net weer terug, heb ik aardappelen, groenten, bier, melk, yoghurt en nog wat spul nodig. Ga naar de Jumbo. Heb een boodschappenbriefje gemaakt. Dat ligt nu nog thuis op het aanrecht.


Mijn boodschappenwagentje, groen met witte balletjes, is in een mum van tijd vol. Vijfenveertig euro! Een scanmeisje … (waarom zijn het altijd meisjes?) … moet van een computer tien boodschappen uit mijn tas halen en controleren of die wel gescand zijn. Ik weet zeker dat ik de geitenkaas niet gescand heb. Die vindt ze niet in mijn tas. Kassa! Vier euro!

Als beloning, mag ik, als brave scanner, aan een draaischijf draaien. Zo kan ik een prijsje winnen. Als de rode pijl bij een banaantje stopt dan win ik een banaantje. Stopt de rode pijl op een rol toiletpapier dan win ik een rol pleepapier.
Ik zeg tegen het scanmeisje: ’Ik ben vierenzeventig jaar. Ik hoef niet zo nodig aan die schijf te draaien. Draai jij maar en neem die prijs mee naar huis!’

Thuis kom ik er achter dat ik wat fruit ben vergeten te kopen. Bananen, kiwi, appels en aardbeien. Opeens bekruipt me het urgente gevoel dat Jumbo me vandaag wel genoeg uitgewrongen heeft. Vijfenveertig euro. That’s the limit.

Met grote koeienletters staat er bij ingang van de super: honderd eenentachtig euro boete bij diefstal. Die baas van de Jumbo, die Frits van Eerd, is zelf een vuile dief: miljoenen heeft hij van de staat gejat door ongebreideld Jumbo-winsten wit te wassen.

De bananen en de kiwi’s weeg ik af. Maar scan ze niet. Het andere fruit leg ik daaronder. Mijn hart bonst in mijn keel. Ik adem te snel. ’t Is billen knijpen. Ik scan niks. Ik loop door de scanruimte, vlak achter een mevrouw met een overvol boodschappenwagentje. Ze heeft een scanbon. Daarmee opent ze het uit-hekje . Ook voor mij. Geen paniek! Niet wegrennen. Ontspannen loop ik naar buiten. Vanuit de winkel komt geen enkele reactie. Ik loop relaxed de straat uit. Verorber een ‘een gewonnen banaantje’. Smaakt echt lekkerder als anders.

zaterdag 10 augustus 2024

FINITO.

Zondag ben ik weer thuis. Normaal gesproken betekent dat: huis schoonmaken, fietsen of wandelen, op bezoek bij iemand, naar de bios en met het bord op schoot naar Studio Voetbal kijken en niet te vergeten ‘VPRO-Zomergasten’. Deze zondag in ieder geval geen huishoudelijk werk. Waar moet het huis vuil van geworden zijn? Alleen mijn buurvrouw is in mijn huis geweest om de planten water te geven. Zij is iemand die zich over het algemeen netjes gedraagt.


Op de laatste dag van mijn bezoek aan het theaterfestival Boulevard, heb ik de voorstelling ‘Beyond the Edge gezien. Acht jonge acrobaten proberen hogerop te raken door middel van een levensgrote installatie van ladders. Ze steunen daarvoor ook op elkaar. De hoogte is duidelijk spannend voor ze. Het in balans blijven net zo. Ze verkennen hun uitersten en testen hoe ver ze elkaar kunnen brengen. Fysiek zijn ze in de voorstelling honderd procent van elkaar afhankelijk. Het gaat deze middag allemaal adembenemend goed. Mooi om te zien.

Ik fietste vandaag ook nog even naar de ‘andere kant’ van Den Bosch. Die andere kant ligt achter het Centraal Station. Ik was die paar dagen in het drukke, feestelijke, toeristische, sfeervolle, warme Den Bosch geweest. Vòòr het Centraal Station dus. Maar àchter het Station ligt het Pendrecht, Overschie, Kreekhuizen, Lombardijen, Bloemhof van Den Bosch. Het is er grauw, stil, somber, verlaten, sfeerloos. Het lijkt bijna of er een lock-down is. De weinige mensen die zich op straat vertonen zijn ‘van kleur’. Elke redelijk grote stad kent dat soort wijken. De eethuisjes zijn voornamelijk Turks. Mijn laatste Bossche avondmaal genoot ik daar. Ik was daar toch. Ik at een zeer goed binnen te houden Turkse pizza (voor slechts 18 euro).

Daarna leverde ik mijn NS huurfiets in. Daarmee was voor mij Den Bosch voorbij.

vrijdag 9 augustus 2024

UITGESERVEERD

 Ik heb een Bossche Bol op. Iedereen die hoorde dat ik naar Den Bosch ging moest mij, behalve aan ‘zoete lieve Gerritje,’ herinneren aan die smakelijke Bossche Bollen. Smakelijk maar moeilijk binnen te krijgen. Er landt nogal eens een klodder slagroom op de kleding, kin of neus. Echter, de Bossche Bol die ik kreeg was makkelijk te verorberen.. Hij was gehalveerd en lag op een groot bord te midden van aardbeien, kersen, schijfjes kiwi stukjes meloen en sporen honing. Heerlijk. Deze halve bol was het dessert van een uitstekend drie gangen menu. De eerste gang was carpaccio, de tweede baars, met onder andere truffels en frietjes.


Ik kwam op een druk moment in dat restaurant. Alle tafeltjes op het terras waren bezet. Binnen was nog wel plaats … met airco. Ik was alleen, dus in plaats van babbelen ging ik een tijdschrift zitten lezen. Ik zat daar nog maar twee tellen of er stond al een glas bier voor mijn neus. Na een half uur lezen had zich nog niemand bij me gemeld. ‘Wanneer kom je mijn bestelling eens een keertje opnemen, ober?’ Zei ik ,vrij bot.

Ik zat er inmiddels een uur toen had ik mijn carpaccio ‘al’. Het was half acht en om kwart over acht moest ik in het theater zijn. Met een dreigende blik zei ik tegen de bediende dat ik hier uiterlijk acht uur weg moest en dat ze dus het hoofdgerecht en het dessert ruim voor die tijd moesten uitserveren.

Ik nam me voor om zonder af te rekenen het restaurant te verlaten als ze daarin niet zouden slagen. Dan zouden ze zonder twijfel wel razendsnel in actie komen om me in de kraag te grijpen. Maar tot mijn grote verbazing kon de bediening tempo maken. Om tien voor acht stond ik buiten. Vijfenvijftig euro lichter.

Ik was ruimschoots op tijd voor de ultra dynamische wervelende zang en dans-show DEEP/END van Club Gewalt en de Dansers.

donderdag 8 augustus 2024

SENSITIEF.

Opmerkelijk vind ik het dat er in het theaterfestival van deze jaargang nogal wat aanbod is op het sensitieve vlak. Zo kan je gedurende vijf minuten met een enorme kracht koud water op je laten spuiten, als je dat wil èn als je er acht euro voor wil betalen. Je moet je kousen en schoenen dan uitdoen en je krijgt een poncho aan. Dat heb ik dus gedaan. Ik schreeuwde het uit van angst … ik vergat helemaal dat het na vijf minuten al weer afgelopen zou zijn. Alleen mijn voeten en mijn gezicht (bril) waren nat worden. Verschillende mensen (volwassenen vooral) die achter mij in de rij stonden voor het waterkanon, waren na mijn ijselijke kreten bangelijk afgehaakt.


Een andere sensatie was het vacuüm zuigen. Je wordt ingepakt in een vacuüm afzuigbare zak. Van tevoren moet je je kettinkje, bril, armband, pet, tas, horloge, mobiel in een kluisje deponeren. Die vacuümzak wordt afgesloten door een medewerker van de act: die doet een soort halsband zo strak mogelijk bij je om. De vacuümzuiger kan dan zijn werk beginnen. Daar heb ik dus ook aan meegedaan. Voor twaalf euro. ‘Binnenste Buiten’ heette dat.
Ik voelde de zuigkracht steeds op en neer gaan. Ieder minuut werd de zuigkracht wat groter en nam die ook weer even wat af. Tot de kracht op zijn hoogst was. Toen drukte een paar minuten een supergrote kracht vooral op de ribben. Ik dacht even dat ik zou stikken maar gelukkig stelde de medewerker van de act de zuiger wat lager af. Tsja en dat werd drie keer zo herhaald. Op het laatst was ik niet meer zo angstig, omdat ik wist dat ik op de medewerker van de act kon rekenen. Ik vond die derde keer met die heel hoge zuigkracht eigenlijk wel lekker. Jammer dat het weer zo gauw voorbij was … en fijn dat al mijn spulletjes nog in het kluisje lagen.

En dan is er nog een experiment met ‘luisteren’. Voor tien euro mocht ik er aan mee doen. Ik ‘moest’ vragen beantwoorden over horen en luisteren. Schrijf alle geluiden eens op die op dit moment hoort. Da’s een hele lijst! Maar ook: luister es naar dingen die je normaal niet hoort: wrijven over je oorlelletje, het strelen over je rug, in je handen wrijven.

Weinig theater eigenlijk wel maar toch wel intérèssante.

woensdag 7 augustus 2024

EEN HEKEL.

De woensdag begon met donder, bliksem en stortbuien. De buien hielden aan tot ongeveer elf uur. Langzamerhand werd het toen weer bloedheet (30 graden).


De B&B waar ik verblijf tot en met zondagochtend is uitstekend. Kamer, douche, Bed, wc, wifi, niks op aan te merken. Breakfast: meer dan super de luxe. Kost me wel honderd euro per dag! Jaaa!

De hospita of baas van de B&B, Thea, streeft perfectie na en tot nu toe slaagt ze daar in. Soms overdrijft ze, want als ik om één supermarkt vraag, geeft ze me er vier. Drie Appies en een Jumbo en dan tekent ze de vier routes uit om daar te komen. Bovendien vindt ze dat ik die boodschappen het beste op de fiets kan doen: dan pak je gewoon zo’n lege kartonnen doos in de super en daar zet je in wat je gekocht hebt en dat zet je die doos achterop je fiets.
‘Dat is eigenlijk wel het makkelijkste’, zegt ze, terwijl ik zelf gewoon van plan was om eens een keertje lopend boodschappen te gaan doen. Ze is dan wel weer zo behulpzaam, dat ze een boodschappentasje voor me regelt, als ik dan toch lopend ga … en dan doet ze nog even alle manieren voor, hoe ik dat tasje kan dragen. Van dat hele verhaal staat ze dan bijna ook nog na te hijgen. Maar alles goed en wel: ik sta toch weer gauw een kwartier naar haar perfectionistische bedoelingen te luisteren (en te kijken).

Zoëven schreef ik het al: ik heb hier een fiets. Gehuurd. Van de NS. Vijf euro per dag. Kopie! Een fijne fiets. Zonder versnelling. Geen e-bike. Daar heb ik een bloed-Hekel aan. Grappig: mijn B&B heet ‘in den Hekel’, dat kan toch haast geen toeval meer zijn. Het is heel makkelijk zo’n fiets. Bijna alle theaters zijn gemakkelijk te bereiken per fiets. Google-Maps wijst me de weg. Vandaag weigerde Maps opeens. Geen flauw idee hoezo.

Ik wist niet hoe ik zo snel bij die theaterlocatie, een eindje buiten Den Bosch moest komen. Godzijdank is er dan de service van de festivalorganisatie: er rijdt een bus naar de verder afgelegen theaters. Vertrekt een half uur voor aanvang van de voorstelling. Dus ondanks dat kloterige Google Maps was ik gelukkig nog mooi op tijd voor de voorstelling: ‘Binnenste buiten’. Waarover later misschien meer.

dinsdag 6 augustus 2024

SHOPLIFTING.

In het kader van sightseeing Den Bosch maakte ik vandaag een boottochtje op het riviertje de Duizel onder het bebouwde Den Bosch door. Het was een welkome koele activiteit in de bloedhitte van vandaag.


Van de voorstellingen die ik vandaag zag was Tartot de leukste. Het ging over 'wetenschappelijk onderzoek' naar kabouters. In een bosrijke locatie in Den Bosch was een kaboutergemeenschap gesignaleerd en die werd nauwlettend geobserveerd. Als toeschouwers zagen wij het ‘much ado about nothing’-leven van de puntmutsjes. Voor mij opvallend was dat deze kaboutergemeenschap voornamelijk uit vrouwtjes bestond. In de verhalen, die ik tot op heden las of hoorde waren kabouters altijd mannetjes of onzijdigjes. Wat deze voorstelling iets extra’s gaf was dat op één na àlle kabouterrollen (geweldig) gespeeld werden door mongolen! Helaas mocht ik geen foto’s maken daar.

De voorstelling ‘Alles moet weg’ van Dries Verhoeven provoceerde de toeschouwer om minder terughoudend te zijn met ‘shoplifting’ oftewel in goed Nederlands ‘winkeldiefstal’:

’Als je betaalt voor al je producten, ben je een beetje een sukkel toch?’

‘De supers adverteren hysterisch ‘twee voor de prijs van één. Ik denk dan: mooi niet dus … twee voor de prijs van nul.’

‘Ik word er geil van als ik spullen in de super jat.’

‘Laatst had ik een bakje garnalen vast en ik dacht … wie heeft deze garnalen gepeld? Waarom delen die vrouwen daar in Marokko of ik weet niet waar, niet in de winst? Waarom krijgen die eigenlijk geen Albert Heijn aandelen?

En zo volgen nog een paar honderd teksten, die je ongemakkelijk doen voelen.

Ik ben erg braaf. Vergat wel eens koffie te scannen. Daar kwam ik thuis pas achter. Ik voelde me schuldig. Moest van mezelf terug naar de Jumbo met excuses. Ik ben achteraf blij dat ik niet zo stom geweest ben.

Ook vandaag in Den Bosch heb ik al mijn boodschappen weer keurig netjes betaald. Ik speel nu wel eens met de gedachte om in een druk restaurant lekker te gaan eten en te proberen om daar zonder te betalen weg te lopen. Ik zoek nog iemand om dat samen mee te doen. Lijkt me leuker om samen te doen.

maandag 5 augustus 2024

KWALITEIT.

 Ik zit nu in ’s Hertogenbosch. Op (?) mijn B&B achter (!) mijn laptop. Het is half tien in de avond.

Tot mijn grote vreugde blijk ik, geheel onbewust, een langer verblijf hier geboekt te hebben. Ik kom ‘pas’ weer naar Rotterdam op zondag 11 augustus. Vandaag is het een beetje gelopen zoals het de komende dagen ook wel zal gaan: sightseeing Den Bosch en omgeving en een paar theatervoorstellingen bekijken.

Erg veel indruk maakte de show van woordkunstenaar Manu van Kersbergen. Hij voorziet indrukwekkend strakke hiphop- en jazzklanken van een duizelingwekkende soundscape. Die gebruikt hij om door middel van rap en spoken word zijn liefde voor èn worsteling met de taal tot uiting te brengen. Jammer wel dat hij in zijn gedrevenheid soms onverstaanbaar goed is.

Voor die show, komt er een man van in de zestig naar me toe: ’Hallo Jan.’ zegt ie tegen me.
‘Bijna goed,’ zeg ik. 'Ik ben Jos'.
‘Nu ik je hoor praten, weet ik dat je Jan niet bent, Jan is van Brabant en jij bent een Rotterdammer, dat hoor ik gelijk aan je ‘ij’.’
‘Hoe heet jij?’
‘Ik heb ook al zo’n korte naam: Ton … had je vroeger veel hè, korte namen’.

Vanmiddag en vanavond heb ik nog twee vrouwen in het theater aan het werk gezien. De ene vrouw, Kaatje Kooij, die zich stand-up comedian noemt is te gênant voor woorden.
De andere vrouw is een weergaloze zangeres met een ultra groot bereik: Nienke Naserian. Zij deed in de tuin van de Sint Janskathedraal de one-woman ‘zelfhulp-opera’ Rise. Ze spitte daartoe talloze zelfhelpboeken uit.

De kwaliteit van de voorstellingen loopt nogal uiteen.

Op de kwaliteit van het ijs is hier niets aan te merken. Heerlijk! De prijs is er wel naar. Nog nooit had ik zo’n duur ijsje: een oublie-hoorn met drie bolletjes voor 6 euro.

zondag 4 augustus 2024

UITGESTAPT.

De geveltuinen voor ‘mijn’ flat dreigden te verdwijnen omdat de beheerders waren verhuisd. Een aantal bewoners, waaronder ik, wilde de tuintjes graag behouden en vormde een tuingroep. De groep ging enthousiast aan het werk. De wijktuinman zorgde voor wat gereedschap en van Opzoomer Mee kreeg de groep een klein tuinbudget. De twee geveltuinen knapten zienderoog op. Er werd onkruid gewied, gesnoeid en er werden nieuwe kleurrijke plantjes geplaatst.


De medebewoners reageerden zonder uitzondering enthousiast op het fraaie resultaat. Dat stimuleerde mij, om er samen met de anderen in de groep flink wat energie in te steken.
Ik ben zelf meer iemand van het ‘domme werk’: onkruid wieden, sjouwen, water geven, straat aanvegen enzo. Wèlke plantjes op wèlke plek moeten komen, weet ik niet zo goed. Daar zijn een paar andere groepsleden weer heel goed in.

Een paar weken terug appte een van de groepsleden me dat de tuingroep ook ‘probeert excessen en overlast tegen te gaan’. Dat klinkt wel goed maar ik ben daar niet zo blij mee. Ik heb me bij de groep aangemeld om te tuinieren. ‘Excessen en overlast tegengaan’ is voor mij geen tuinieren meer. Daarom ben ik uit de tuingroep gestapt. Ik heb zeker een paar maanden met plezier getuinierd . De groep wens ik veel succes verder.

zaterdag 3 augustus 2024

VAKANTIE ... DUS.

 

Vandaag 3 augustus, had ik dus al op vakantie moeten wezen. Dat zit al een half jaar in mijn hoofd: ‘van 1 tot en met 12 augustus ben je weg’. Je gaat dan dus naar het Festival Boulevard in Den Bosch. Een theaterfestival. Je kan het een beetje vergelijken met de parade in Rotterdam, maar dan iets sjieker. In den Bosch wordt dus ook gespeeld in een groot theater: de Parade..

Ik had die periode wel willen gaan maar er was dus van 1 tot en met 4 augustus geen redelijke overnachting in Den Bosch meer mogelijk. Stom, ik was dus veel te laat. Ze adviseerden me om voortaan in januari te boeken dan is er dus nog wèl wat vrij. 

Vorige week moest ik dus een ander plannetje uitdokteren. Uiteindelijk scheelde het niet veel. Ik ben nu op 1 augustus jl. dus al met de trein heen en weer gereisd (naar Den Busch natuurlijk).Daar heb ik de officiële opening van het festival meegemaakt met een saaie babbel en een kunstige acrobatische act, waarvan ik per ongeluk al te vroeg de foto’s naar facebook gestuurd heb. Dus dat is geen verrassing meer. Van 5 tot en met 9 augustus heb ik toch nog een  B&B gevonden.

Maar … en nu komt het … 3 augustus, vandaag dus (als ik dit zit te tikken) ben ik in Rotterdam, dus kan ik gewoon naar de open dag van mijn geliefde voetbalclub Sparta. Ik ben daar dus ff gewéést. Vanaf het doelpunt van NAC tot een kwartier voor het einde van Sparta – NAC. Toen stond het dus nog gelijk.

Een fietser (59 ?) met een Sparta-shirtje, staat naast mij voor een stoplicht bij de Erasmusbrug te wachten (ik ben dus ook op de fiets). ‘En?’ vraag ik hem, ‘Is het één - één gebleven?’

‘Neen. Twee - één’.

‘Voor Sparta?’

‘Ja, het was zo’n raar doelpunt: eerst ging de bal tegen de linkerpaal, toen tegen de rechterpaal en toen wilde die NAC-keeper de bal weer het veld in schieten, toen schoot hij hem dus in zijn eigen doel … absurd!’ Het stoplicht sprong op groen en weg was hij.

Persoonlijk vond ik Sparta vandaag niet om aan te gluren. Ben blij dat ik niet gegaan ben.

vrijdag 2 augustus 2024

HOOPVOL, (3 EN SLOT)

Om maar met de deur in huis te vallen: Hoopvol gaat mij er eind augustus uitgooien en ik kan jou verklappen : jij vliegt er ook uit. Dus, Carry, we gaan in september die ‘levende standbeelden: Sonja en haar slaafje Robbie’ doen.

Dieneke mag blijven, hoorde ik. Hoe zou ze dat nou voor mekaar gekregen hebben? Ik ken haar een beetje. Ondeugende tante, die Dieneke. Goed voor d’r werk hoor, niks op aan te merken. Laatst komt ze met een smoesje naar me toe … een belangrijk document uit 2001 is zoek … of ik even wil helpen zoeken in het archief. Natuurlijk ligt dat stuk er helemaal niet en dat wist ze heus wel maar ze wou even met mij alleen zijn in de kelder … jij weet toch ook hoe ze is, Carry. Altijd maar mannetjes uitdagen. Nou, dan heeft ze aan mij een goeie; ik doe net of mijn neus bloedt en blijf strak zoeken … en niks vinden … want er is ook helemaal niks te vinden. En dan zeg ik: ‘Jammer Dieneke, niks te vinden, zullen we maar weer gauw naar boven gaan?’ Zo, tussen neus en lippen door vraag ik haar hoe het 'thuis' is. 'Goed,' hoor ik meestal. Flapt ze er vandaag uit dat ze uit elkaar zijn, … dat gebeurt me nou zo vaak … dat mensen constant tegen me zeggen dat het wel goed gaat …. en dan als een donderslag bij heldere hemel ... zijn ze ineens uit elkaar.

Misschien wìst jij het al, Carry maar Dieneke is vorige week ingetrokken bij Harrie van Personeelszaken. Stinkt een beetje, hè, wat denk jij?

Jóúw scheiding zag ik aankomen, Carry. Kees was alcoholist, … je ging bij hem weg, nam jullie zoon mee … en huurde dat flatje. Wat een toestand trouwens, zeg, met Kees, wie had dat nou kunnen denken dat ie , twee weken na jouw vertrek een dodelijke dosis lorazepam zou slikken?

Nou staat je oude huis daar maar ... leeg … wat denk je … ga je terug? Ja … heel verstandig, neem maar geen overhaaste beslissing, hoor … het is allemaal nog zo vers.

Ik wens je heel veel sterkte om het allemaal te verwerken.

1 september zijn we dus geen collega’s meer, maar we houden contact, toch, Carry?

Groetjes,

Je collega (nog) Wim.

PS. Dieneke doet je de hartelijke groeten; Harrie (van Personeelszaken) ook.

donderdag 1 augustus 2024

DIE PAAR LULLIGE PLANTJES!

 ‘Hier!’ schreeuwt ze en ze geeft Mehmed een flinke pets in zijn gezicht. Die pets was het slotstuk van een korte maar hevige burenruzie. Ma Troost is het type volksvrouw van in de vijftig. Peter (28) haar debiele zoon. Peter heeft plantjes gejat uit Mehmed’s tuin. Wrijvend over zijn wang loopt Mehmed naar zijn huis aan de overkant. Woedend wijst hij zijn buren naar de kuiltjes in zijn tuin.


Ma Troost geniet daar van: ‘Kijk die zielenpoten nou eens … allemaal natuurlijk meejanken met die kankerturk.’
‘Peter … hier komen!’ Dit bevel zijn moeder is voor hem genoeg om onder zijn bed vandaan te kruipen. Met zijn handen tegen zijn hoofd schuifelt hij naar zijn moeder:
‘Daar zitten en weg met die klauwen,’ bijt ze hem toe.

“Ikke niettuh doen plantuh…”

“Kop dicht, mispunt!”

Heerlijk vindt ze die verongelijkte koppen aan de overkant. Van achter haar keukenraam steekt ze een middelvinger naar hen op.
Mehmed is er bij gaan zitten.
Natuurlijk, Peter weet niet beter maar het is wel lastig zo’n figuur in je buurt. Het zijn niet alleen die plantjes. Peter laat de hond op de stoep poepen, hij steelt fietsen, valt kinderen lastig en verlekkert zich aan vrouwen die in hun tuin liggen te zonnen.
Daar mag je dus van ma Troost allemaal niks van zeggen.

Ma Troost ziet dat Mehmed een mobieltje in zijn handen geduwd krijgt.
‘O, nou gaan we het krijgen, ons Turrukkie kan het weer niet alleen af. Hij moet de kit er weer bij halen, hoor.’

In een flits draait ze zich om naar Peter en geeft hem een paar stevige tikken op zijn hoofd: ‘Blijf Met Je Poten Van De Planten Van De Buren,’ timmert ze er ritmisch bij Peter in. Hij raakt buiten westen.

De politiewagen is er. Één agent loopt naar Mehmed. De andere agent gaat naar ma Troost.

De agent ziet haar naast de bewusteloze zoon zitten. Ze streelt hem over zijn hoofd: ‘Mijn zoon ging helemaal uit zijn dak van de leugens van die Turk; toen ging hij van zijn stokkie. Om hem bij kennis te brengen heb ik hem een paar tikkies in zijn gezicht gegeven'.

Peter, nog steeds groggy, wordt de ambulance in geschoven. Als ma Troost, de politiewagen wordt in geduwd schreeuwt ze naar de overkant:

‘Heb je nou je zin, teringturk ... en dat voor die paar lullige tuinplantjes!’