Posts tonen met het label FLAUW IDEE. Alle posts tonen
Posts tonen met het label FLAUW IDEE. Alle posts tonen

woensdag 14 augustus 2024

HEUPTASJE LEEG.

 Heuptasje leeg.


Helemaal honderd procent zeker ben ik er niet van. Maar ik denk, dat ik in de nacht van maandag 12 op dinsdag 13 augustus geslaapwandeld heb. Ik ben, totaal onbewust, uit mijn bed gestapt. Waarom? Geen flauw idee. Waarschijnlijk om te plassen. Ik weet het echt niet. In ieder geval ben ik naar buiten gelopen. In mijn zwarte voetbalbroekje en mijn zwarte t-shirt. Mijn nachtkleding, de straat op gegaan. Daar word ik opeens wakker. Maar wáár ik precies ben weet ik niet. Na een paar stappen heen en weer zie ik in de ruit van de flat, het woord ‘Rodariflat’ staan. Daar woon ik. Dat weet ik zeker. Tegelijk realiseer ik me, dat ik een heuptasje bij me heb met m’n reservesleutels. Ik kan de flat dus gewoon weer in. Ik weet in de hal de lift te vinden. Zonder m’n bril kost het me wel wat moeite om in de lift de ‘vier’ te zien. Want daar moet ik heen: naar de vierde. Daar woon ik.
Vanuit de lift loop ik naar mijn voordeur. Die staat wijd open. Het licht in mijn halletje is aan. Ik ga naar binnen, sluit de voordeur en kruip weer snel mijn bed in. Geen idee hoe laat het is. ‘t Is nog wel donker.

Vanochtend doe ik mijn heuptasje af. Het is leeg. Mijn reservesleutels horen daarin te zitten. Waar zijn die nu dan? Ik bedenk me dat ik die sleutels vannacht, na de slaapwandeling aan het sleutelrek heb gehangen. Dat klopt. Daar hangen ze. Dat is voor mij de bevestiging, dat ik vannacht naar buiten ben gewandeld.

Ik zal mezelf ’s nachts veiligheidshalve beter moeten opsluiten in mijn eigen huis. Raar maar waar.

maandag 22 juli 2024

PLECHTIGHEID.

Hoewel ik me nog allerminst ‘deadish’ voel, ben ik vandaag volop met mijn dood bezig. Misschien ga ik pas over twintig jaar de pijp uit. Maar het zou net zo goed kunnen, dat ik morgen het loodje al leg. In dat geval is het handig als mijn nabestaanden weten wat ik als ‘dode’ wil. Ik heb op een rijtje gezet wie op de hoogte gesteld moeten worden, wie een rouwkaart krijgen en welke instanties geïnformeerd moeten worden.


Een van de belangrijkste dingen om te weten voor de nabestaanden is wat ik precies met mijn stoffelijk overschot wil. Hoe dat precies in de praktijk zal gaan, daar heb ik geen flauw idee van, maar ik stel mijn gehele lichaam ter beschikking van de wetenschap.

Wat betekent dat voor de crematie? Gaat die überhaupt wel door als mijn hele lichaam geschikt is om te doneren. Wat moet er dan nog in het crematorium gebeuren? Alleen de kist cremeren?

Als er geen enkele stoffelijke rest meer van me over is, komt er dan toch nog een plechtigheid. Zonder kist? Neen? ... Maar wat dan wel? Toch wel een plechtigheid in een zaaltje, met vier rijen stoelen en een tafeltje met daarop dat mooie portret van mij. Geschilderd door m’n ex. Twintig was ik. Toen zag ik er nog enigszins toonbaar uit.

Tsja, en dan ‘wáro’? In het buurtcentrum! Lekker dichtbij. Wie wil, mag me toespreken en kan mijn portret bewonderen. Ik ben tegen de ‘koffie en cake’. Er zal bier, wijn en jonge jenever zijn, alsook pittige gesorteerde nootjes en blokjes oude kaas.

Qua muziek wil ik alleen de ‘Sparta Mars’ laten horen en laten meebrullen. Verder maakt de muziek me niet uit. Laat mijn allernaaste familie dat maar lekker uitzoeken. Er moet een goed geluidje zijn daar in die zaal.

Het zou leuk zijn als er ook gedanst gaat worden. Wild of kalm. Dat is natuurlijk geheel afhankelijk van de muziek. Op Simon and Garfunkel dans je nu eenmaal anders dan op Pink Floyd.

Maak er maar een levendige boel van t.z.t.