Posts tonen met het label geil. Alle posts tonen
Posts tonen met het label geil. Alle posts tonen

woensdag 28 augustus 2024

Serie: Een Rotterdamse bioscoop in de 60's & 70's. Deel 8: Zeven-Up.

 Alle servicemedewerkers (kassa, buffet, portiers, ouvreuses) van deze bios delen alle fooi altijd met elkaar. Een maand lang wordt alle fooi in een pot gestopt (die gaat de kluis in) en op de eerste dag van de nieuwe maand wordt alles evenredig over iedereen verdeeld.


Wij zijn met zijn tienen en gemiddeld zit er zo’n tweeduizend gulden in de fooienpot. Marja, die getrouwd is en twee kinderen heeft, zegt wel eens dat ze er voor de hele maand haar boodschappen van kan doen. Toch mooi meegenomen!
‘Kijk eens’ zegt Petra tegen Sonja, die druk is achter het buffet. Ze laat Sonja het briefje van vijf gulden zien: ‘fooi van de man die je hebt geholpen zijn plaatsje te heroveren.’
‘Zo, mooi, maar waarom stuur je hem niet gelijk naar mij Petra, zegt Sonja, met gelijk alweer die geile blik in haar ogen. Had ik even kennis met hem kunnen maken; leek me best een aardige vent.’
‘Weinig kans voor jou Sonja, hij had een heel leuke slanke vrouw bij zich.’
‘Nou en ... denk je dat ie niet zo af en toe met zo’n lekker mollig meissie als ik wil kroelen?’

Het is in de pauze van de film zo waanzinnig druk aan het buffet, Sonja en Sonnee kunnen het nauwelijks samen aan. Petra springt maar even bij. Zelfs de bedrijfsleider, meneer Duusjo, steekt dit keer de handen uit de mouwen. Pils, Cola, Seven-Up, Tonic, Appelsap … het is niet aan te slepen en dan heb je ook altijd nog van die zeikerds bij die thee of koffie willen. Ze dreigen door alle gekoelde drank heen te raken.
‘Zegt U het maar, meneer’ zegt Petra tegen de Surinamer voor de bar.
‘Zeven up alstublieft’ en Petra ontdoet zeven flesjes Seven Up van hun dop.
‘Kijk eens aan meneer zeven uppies.’
‘Maar mevrouw, ik ben maar alleen, wat moet ik nu met zeven flesjes Zeven Up?’
‘O, meneer, nou eh … ik dacht werkelijk dat u 7 Seven Up wilde hebben, helemaal mijn fout, sorry’. Maar dat betekende wel dat Petra zes Zeven-up dopjes uit de vuilnisbak moest gaan vissen en die zo goed en zo kwaad als het ging weer op die flesjes moest gaan persen, want als ze die drankjes niet zou kunnen verkopen, zou de schade verhaald worden op de fooienpot. Dat wilde ze niet op haar geweten hebben. Petra vindt het wel lullig van zichzelf dat ze zes bezoekers van die avond een iets minder dan normaal sprankelend Uppie heeft moeten verkopen. Maar ja, het is niet anders.

Morgen: deel 9: Na de pauze.

dinsdag 6 augustus 2024

SHOPLIFTING.

In het kader van sightseeing Den Bosch maakte ik vandaag een boottochtje op het riviertje de Duizel onder het bebouwde Den Bosch door. Het was een welkome koele activiteit in de bloedhitte van vandaag.


Van de voorstellingen die ik vandaag zag was Tartot de leukste. Het ging over 'wetenschappelijk onderzoek' naar kabouters. In een bosrijke locatie in Den Bosch was een kaboutergemeenschap gesignaleerd en die werd nauwlettend geobserveerd. Als toeschouwers zagen wij het ‘much ado about nothing’-leven van de puntmutsjes. Voor mij opvallend was dat deze kaboutergemeenschap voornamelijk uit vrouwtjes bestond. In de verhalen, die ik tot op heden las of hoorde waren kabouters altijd mannetjes of onzijdigjes. Wat deze voorstelling iets extra’s gaf was dat op één na àlle kabouterrollen (geweldig) gespeeld werden door mongolen! Helaas mocht ik geen foto’s maken daar.

De voorstelling ‘Alles moet weg’ van Dries Verhoeven provoceerde de toeschouwer om minder terughoudend te zijn met ‘shoplifting’ oftewel in goed Nederlands ‘winkeldiefstal’:

’Als je betaalt voor al je producten, ben je een beetje een sukkel toch?’

‘De supers adverteren hysterisch ‘twee voor de prijs van één. Ik denk dan: mooi niet dus … twee voor de prijs van nul.’

‘Ik word er geil van als ik spullen in de super jat.’

‘Laatst had ik een bakje garnalen vast en ik dacht … wie heeft deze garnalen gepeld? Waarom delen die vrouwen daar in Marokko of ik weet niet waar, niet in de winst? Waarom krijgen die eigenlijk geen Albert Heijn aandelen?

En zo volgen nog een paar honderd teksten, die je ongemakkelijk doen voelen.

Ik ben erg braaf. Vergat wel eens koffie te scannen. Daar kwam ik thuis pas achter. Ik voelde me schuldig. Moest van mezelf terug naar de Jumbo met excuses. Ik ben achteraf blij dat ik niet zo stom geweest ben.

Ook vandaag in Den Bosch heb ik al mijn boodschappen weer keurig netjes betaald. Ik speel nu wel eens met de gedachte om in een druk restaurant lekker te gaan eten en te proberen om daar zonder te betalen weg te lopen. Ik zoek nog iemand om dat samen mee te doen. Lijkt me leuker om samen te doen.

dinsdag 20 juni 2023

EEN DESILLUSIE

 Lezers die allergisch zijn voor erotisch getinte tekst kunnen dit verhaal beter overslaan.

 

We ontmoeten elkaar. Ik versier haar. We zitten allebei nog op school, ik op de toneelschool; zij op de kunstacademie.  We kennen elkaar pas twee weken als ze bij me op bezoek komt in Utrecht. Mijn hospita ziet ons aankomen. Die heks komt gelijk op hoge poten naar ons toe: we mogen niet in haar huis blijven slapen.  Tot laat in die avond zitten we te chillen, beetje blowen, beetje vrijen, beetje muziek luisteren … staat opeens die hysterica  in mijn kamer. Als door een wesp gestoken krijst ze: ‘Weg wezen jullie en wel meteen!’ Terwijl die kut (shakend) hinderlijk in de weg blijft staan, pak ik op mijn dooie gemak mijn spulletjes bij elkaar. Ze heeft nog een maand huur, honderd 100 euro,  van me tegoed. Daar kan ze mooi naar fluiten. 

Ik ben nu dakloos. Maar ik kan terecht in het grote kraakpand op het Wilhelminaplein. Een aantal klasgenoten van me zit daar. Zijn we altijd welkom. Er is een mooie kamer vrij. Midden in de kamer ligt een tweepersoonsmatras met een hagelwit hoeslaken.

We gaan eerst samen naar een heerlijk feest, dansen daar wild en worden dronken. Het is veertien februari. Ik weet niet precies hoe zij zich voelt maar ik ben zo geil als boter. We kunnen niet van elkaar afblijven op weg naar het kraakpand, we maken grapjes, lachen, bijten en zoenen.

Godverdomme!  Ze gebruikt de pil niet.  Was ik vergeten. Jezus!!  Het is al tegen middernacht … kom nu nooit meer aan condooms.

We hebben het alle twee nog nooit gedaan. Zowel opgewonden, vooral ik … als nerveus, vooral zij, zijn we. Zonder condoom wil ze er niet aan. Van een prikkelend voorspel kan nu geen sprake meer zijn. Ze pakt pen en papier en begint druk te rekenen. Voor mij valt er weinig te rekenen: mijn pik is nu een stuk kleiner dan tien minuten geleden. Het rekenen heeft haar niet de zekerheid gegeven waar ze naar zocht. Haar eitje springt waarschijnlijk pas morgen … ze besluit het er op te wagen:

‘Laten we het in godsnaam dan maar doen. Kom maar op!’

Mijn pik staat snel weer fier overeind, dat wel, maar  voor het lekkere en het mooie kom ik veel te vroeg klaar. Zij totaal niet.

Wèl zijn we nu alle twee in één keer ontmaagd. Dat kan maar gebeurd zijn. Een  bloedvlek, ter grootte van een pioenroos, zó ontiegelijk mooi rood, prijkt in het hagelwitte laken.

Ze is niet klaar gekomen … haar ontmaagding deed pijn. Ook naderhand nog. We zijn niet blij. Hadden het beter nog niet kunnen doen. Gedesillusioneerd liggen we naast elkaar. Ik sla mijn arm om haar heen. Haar handpalmen legt ze zo laag mogelijk op haar buik. Het lijkt of ze nog steeds ligt te rekenen.

‘Je bent als al die andere mannen, anticonceptie denk je niet aan, dat is iets voor vrouwen, nietwaar?’  

vrijdag 18 maart 2022

HARD GEKOOKT EITJE (1)

 

Toen ik vanmorgen opstond was ik al geil en zoals gewoonlijk heeft mijn vrouw geen zin. Toch moest en zou ik vandaag mijn vrachie kwijt. Ik had me natuurlijk gelijk kunnen aftrekken maar ik dacht:  “Cor, houd je nou nog even in, jongen en ga vanavond weer eens lekker naar de hoeren.”

Op mijn wekelijkse kaartavond kan ik me nauwelijks concentreren; wat me nooit gebeurt, ik zit tot twee keer toe te verzaken. Mijn vaste maat zegt dat ik er maar mee moet stoppen; dat ik er met mijn kop toch niet bij kan blijven. En daar heeft hij groot gelijk in.  Mijn gedachten zijn meer bij de hoertjes dan bij de kaartjes.

   Het is niet alleen de opwinding die opspeelt, er is ook angst. Want het is best spannend, zeg maar gerust gevaarlijk om in me eentje naar de hoerenbuurt te gaan. Ik moet maar afwachten wat voor wijf ik tref en sommigen van die wijven hebben pooiers, die je al voor tien eurocent een mes in je rug steken. ’t Is echt een zooitje ongeregeld dat daar rondloopt, verslaafden in alle soorten en maten: mongolen, travestieten, psychisch gestoorden. Voor de zekerheid heb ik daarom achter in mijn auto altijd een honkbalknuppel, een broodmes liggen en … een hard gekookt eitje, maar dat laatste is omdat ik als ik klaargekomen ben, altijd trek heb in zo’n  eitje.

   Laatst had ik een slank wijfie in mijn Mazda, zag er lekker uit. Pijpte me voor vijftien euro, (vijf euro vooruit betalen), zonder condoom. Niks aan de hand. Kwam lekker klaar. Voelde ik ineens dat dat wijfie een vent was. Ik dacht dat ik gek werd. Ik heb hem meteen mijn auto uitgetrapt. Meneer had nog de brutaliteit om de rest van zijn geld op te eisen. Ik heb hem toen een dreun met die honkbalknuppel gegeven. Jezus, wat voelde ik me belazerd zeg! Die travestiet loopt daar blijkbaar moederziel alleen. Daar had ik nog mooi geluk bij. Want voor hetzelfde geld krijg zo’n criminele pooier achter me aan. Maar geluk of niet in mijn hardgekookte eitje had ik helemaal geen trek meer.

 

Veel te schaars gekleed staat Coby onder de plataan. De boom beschut haar tegen de striemende regen. Passerende auto’s spatten haar, met zwarte netkousen bedekte benen, zeiknat. Ze zwaait naar elke voorbijkomende automobilist. Vijftien euro heeft ze nog nodig om een lijntje coke te kunnen scoren. Oftewel één pijp- of twee trekbeurten.