Posts tonen met het label fauteuil. Alle posts tonen
Posts tonen met het label fauteuil. Alle posts tonen

dinsdag 20 augustus 2024

SERIE:'ROTTERDAMSE BIOS IN DE 60'S & 70'S. DEEL 1: PETRA.

 Serie: ‘Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s.


Deel 1: Petra.

Ouvreuse was zo’n dertig à veertig jaar geleden best een aantrekkelijk damesbaantje in de bioscoopwereld. Bestaat tegenwoordig niet meer. Het klinkt zo mooi dat Franse woordje: ouvreuse, deftig bijna. Mannen deden dat werk niet. Ik heb tenminste nog nooit van een ouvreur gehoord. De ouvreuse hielp, met een zaklantaarn, de bioscoopbezoeker bij het vinden van een plaatsje in de zaal. Soms moest ze streng optreden. Wanneer bezoekers, bij drukbezochte of uitverkochte voorstellingen, niet wilden inschikken. Wanneer bezoekers per ongeluk of expres op een verkeerde (betere) plaats waren gaan zitten. Vòòr in de zaal waren de goedkoopste plaatsen. Meer naar achteren werd het duurder: oplopend van parterre naar parket, stalles, fauteuil en zaalloge.
Veel bioscoopbezoekers begaven zich pas tijdens het voorprogramma naar hun plaats. In het donker dus. Vandaar dat die zaklantaarn nodig was om kaartje en zitplaats bij te schijnen. Ouvreuses maakten lange werkdagen: van 12 uur ’s middags tot middernacht met een pauze tussen drie en zes uur.

Petra is zo’n ouvreuse. Ze doet het nog niet zo lang. Een half jaar. Negentien is ze. Op en top Rotterdams. Lange donkerblonde haren, wapperend in de wind, fel rood gestifte lippen, kort leren jasje, openhangend, jurkje (rood) tot net boven de knie; zwarte panty’s.
Ze zet er stevig de pas in op weg naar haar werkplek: bioscoop Lumière.
Er draait een dansfilm met John Travolta: Saterday Nightfever. Een succesfilm. Dat wordt waanzinnig druk. Uitverkocht waarschijnlijk.

Bij de bushalte ziet ze haar collega, portier Gerrit, nog in de bus zitten, terwijl hij hier uit had moeten stappen. Maar hij zit te pitten. Ze tikt nog tegen het raam van de bus. Maar zijn hoofd zakt nog iets verder weg langs het raam. Het is niet voor het eerst dat hij in de bus, op weg naar zijn werk in slaap valt. Het gevolg daarvan is wel dat dadelijk een ander zijn taak moet overnemen. Zeker met zo’n te verwachten drukte als vandaag is dat een kriem. Gerrit, tegen de zestig, is een aardige vent. Alleen zo langzamerhand niet meer zo geschikt voor dit werk. Hij valt zo af en toe tijdens het kaartjes scheuren nog in slaap.

Morgen deel 2: Gerrit.

vrijdag 16 september 2022

ALLE EINDE IS EEN BEGIN

Het hele trappenhuis ruikt naar Karel. Typisch zijn geurtjes, want de meeste andere mannen hier op de trap doen daar niet aan. De dames natuurlijk wèl maar hun geurtjes zijn zoeter, zachter en liever. Die van Karel zijn ‘after-shave-hard’. Niet bepaald vies, zeker niet maar ze komen hard aan. Ook zijn Axe komt ijzig binnen. Het is  duidelijk: Karel wil imponeren. Vandaag komt zijn Indonesische bruid voor het eerst bij hem thuis. Met haar zus. Haar zus, die al jaren in Rotterdam woont, aan wie Karel al de helft van de vijfduizend gulden heeft moeten betalen.

De bel gaat. Daar komt de bruid. Karel hijst zich met moeite uit zijn fauteuil en trekt de deur open. De zus loopt voorop. Ze stelt de bruid aan ons voor: Rina. Eindelijk weten we dan haar naam: Rina. Een kleine vrouw, niet meer zo piepjong:  tussen de 35 en de 45 jaar. Als een angstig, weerloos diertje zit ze roerloos op de bank … 'dus dit is de kooi waarin ik voorlopig gevangen zal zitten,' straalt ze uit. Dan loopt Karel naar haar toe.

’Hallo, Rina, ik ben Karel, eindelijk ben je er, ik ben zo ontzettend blij met je. Ik heb heel erg naar je verlangd. Kom hier meisje. Laat me je eens goed vast houden.’ Zonder op haar toestemming te wachten drukt hij haar zowat plat. Hij zit in trance naast haar, met zijn ogen dicht, droomt een beetje weg. Zij zit stijf van de zenuwen met wijd open ogen en ingehouden adem naar haar zus te kijken. Volgens mij is het haar zus niet maar een gehaaide mensenhandelares. Want als ik mijn zus zo angstig zou zien, zou ik haar hier niet achter laten.

Neen deze 'zus' vraagt binnen vijf minuten al naar de rest van het geld. Awel, daar is Karels zus speciaal voor gekomen. Zij betaalt Rina’s  ‘zus’ de rest van het geld; met tegenzin.’Zus’ verdwijnt als een speer in de taxi, die nog voor de deur staat.

Karel en Rina trouwen precies zes weken na haar aankomst in Nederland.

Met de seks, zo vlak naast mijn slaapkamer, met dat flinterdunne wandje, heeft Karel duidelijk minder moeite dan ik. Zijn bed maakt de meest vreemde geluiden onder Karel en Rina’s bewegingen. Haar hoor ik kreten slaken, die eerder duiden op een verkrachting dan op zinderend genot. Het duurt twee á drie weken en dan merk ik dat Rina niet meer boven komt slapen. Karel wel: ‘Ze vindt het boven te koud, ze slaapt liever beneden, voor de kachel.’

Zijn alcohol gebruik gaat onverminderd voort. Ook hevige buikkrampen en de daarbij behorende ontladingen kunnen hem daar niet van weerhouden. Op een namiddag komt Rina ons tegemoet in het trappenhuis, we verstaan niet wat ze zegt, want ze praat alleen Maleis. Ze klinkt paniekerig en trekt ons bij Karel naar binnen; die ligt daar te kermen van de pijn. Hij kan niet meer op zijn benen staan, niet omdat hij laveloos is, maar ‘gewoon’ omdat hij zo’n vreselijke pijn in zijn buik heeft. Hij moet met spoed opgenomen worden in het ziekenhuis.

Als ik ’s avonds nog even bij hem ga kijken in het ziekenhuis, is hij al dood! Een darmperforatie door zijn onverzadigbare alcoholconsumptie. Karel dood; veel te jong. Nauwelijks anderhalf jaar heeft hij plezier gehad van zijn bruid.

Ik waarschuw zijn zus. Hij ligt nog in zijn ziekenhuisbed, met het laken over zijn hoofd. Zijn zus zit naast zijn  bed.  Met een harde, bittere uitdrukking op haar gezicht zegt ze: ‘De laatste jaren heeft Karel zich doelbewust doodgezopen … Korea is te veel geweest voor hem.'

Rina trouwt binnen drie maanden met een zekere Alex … ook geronseld via die zogenaamde zus van haar. Hoeveel ze deze keer gevangen heeft voor Rina weet ik niet … Alex en Rina slapen gelukkig nooit boven, naast mij. Binnen het jaar baart Rina een kind, een meisje. Ze noemen haar Dewi.  Elk einde is een begin.