Posts tonen met het label keeper. Alle posts tonen
Posts tonen met het label keeper. Alle posts tonen

zaterdag 3 augustus 2024

VAKANTIE ... DUS.

 

Vandaag 3 augustus, had ik dus al op vakantie moeten wezen. Dat zit al een half jaar in mijn hoofd: ‘van 1 tot en met 12 augustus ben je weg’. Je gaat dan dus naar het Festival Boulevard in Den Bosch. Een theaterfestival. Je kan het een beetje vergelijken met de parade in Rotterdam, maar dan iets sjieker. In den Bosch wordt dus ook gespeeld in een groot theater: de Parade..

Ik had die periode wel willen gaan maar er was dus van 1 tot en met 4 augustus geen redelijke overnachting in Den Bosch meer mogelijk. Stom, ik was dus veel te laat. Ze adviseerden me om voortaan in januari te boeken dan is er dus nog wèl wat vrij. 

Vorige week moest ik dus een ander plannetje uitdokteren. Uiteindelijk scheelde het niet veel. Ik ben nu op 1 augustus jl. dus al met de trein heen en weer gereisd (naar Den Busch natuurlijk).Daar heb ik de officiële opening van het festival meegemaakt met een saaie babbel en een kunstige acrobatische act, waarvan ik per ongeluk al te vroeg de foto’s naar facebook gestuurd heb. Dus dat is geen verrassing meer. Van 5 tot en met 9 augustus heb ik toch nog een  B&B gevonden.

Maar … en nu komt het … 3 augustus, vandaag dus (als ik dit zit te tikken) ben ik in Rotterdam, dus kan ik gewoon naar de open dag van mijn geliefde voetbalclub Sparta. Ik ben daar dus ff gewéést. Vanaf het doelpunt van NAC tot een kwartier voor het einde van Sparta – NAC. Toen stond het dus nog gelijk.

Een fietser (59 ?) met een Sparta-shirtje, staat naast mij voor een stoplicht bij de Erasmusbrug te wachten (ik ben dus ook op de fiets). ‘En?’ vraag ik hem, ‘Is het één - één gebleven?’

‘Neen. Twee - één’.

‘Voor Sparta?’

‘Ja, het was zo’n raar doelpunt: eerst ging de bal tegen de linkerpaal, toen tegen de rechterpaal en toen wilde die NAC-keeper de bal weer het veld in schieten, toen schoot hij hem dus in zijn eigen doel … absurd!’ Het stoplicht sprong op groen en weg was hij.

Persoonlijk vond ik Sparta vandaag niet om aan te gluren. Ben blij dat ik niet gegaan ben.

donderdag 3 maart 2022

VOETBALCARRIËRE

Er zijn dingen, waarover ik nooit graag wil schrijven. Over mijn voetbalcarrière bijvoorbeeld. Ik begin op mijn tiende met straatvoetbal.  Op de stoep voor mijn huis in Spangen. Twee bomen, op zo’n vijf meter afstand van elkaar, zijn de doelen. Met de drie jaar jongere Arie foebel ik.  Jarenlang elke middag na school en voor het avondeten.  Vergeleken met Arie kan ik er geen hout van. Altijd word ik met groot verschil ingemaakt  door dat kleine ventje. Een paar grotere jongens willen een buurtelftal  oprichten. Arie en (zelfs) ik worden gevraagd om mee te doen.  Na een dag oefenen is het  iedereen wel duidelijk dat ze als voetballer niks aan mij hebben. 

‘Ga jij maar in de goal staan.’  Bijna alle keepers, ook die van grotere clubs als Sparta, Feyenoord of Ajax, staan júíst in de goal, omdat ze er voetballend niks van bakken.  Wij, Spangenaren,  voetballen op een veldje in de Spaanse Polder, een industrieterrein; het gras staat er veel te hoog, de bal kan nauwelijks rollen.  Het doel dat ik moet verdedigen wordt gevormd door twee stapeltjes kleren op ongeveer vijf grote stappen uit elkaar.  Het andere doel is  aan de overkant van het veld, op zo’n vijftig meter van mijn doel. Dat ziet er precies hetzelfde uit. We trainen een paar keer en spelen wat wedstrijdjes tegen andere buurtteams. We verliezen bijna alles; ook door mij, want ik blijk ook al niet zo’n goeie kééper te zijn. Ik laat ballen tussen mijn benen door glippen. Schiet de bal naar een tegenstander, die dan ineens vlak voor mijn doel opduikt en makkelijk kan scoren. Ik ben ook veel te nerveus. Als de spits van de tegenstander op me af komt, verstijf ik helemaal.  Bijna nooit rèd ik eens een wedstrijd voor mijn team.

Op mijn dertiende speel ik mijn laatste wedstrijd.  Twee onvergetelijke reddingen verricht ik dan:  bij de eerste redding werd de bal hard op mijn gezicht geschoten, daarbij gaat er een tand door mijn lip en breekt mijn bril in twee stukken (ik moet wel met die bril op keepen; zonder bril zou ik alleen maar waarde hebben als reserve cornervlag). Bij de tweede gedenkwaardige redding wordt de bal loeihard op mijn  zak(je) geschoten.  Gedurende zeker vijf minuten lang  schieten ongekend heftige pijnscheuten  heen en weer tussen mijn zak(je) naar mijn hoofd. Uiteindelijk is dit wèl de enige wedstrijd ooit die we gewonnen hebben.

Ik verhuis naar een andere buurt: IJsselmonde. Daar kan ik maar moeilijk wennen. Al mijn vrienden wonen nog in Spangen. Nieuwe vrienden maken lukt me niet zo.  Ik ben te verlegen, ik ga er niet op af. Meestal zit ik thuis, huiswerk maken, televisie kijken, patiencen of ik help mijn moeder met boodschappen doen of  huishoudelijke klusjes. 

Wij zijn thuis Rooms-Katholiek. Vandaar dat er wel eens een katholieke geestelijke met mijn moeder komt praten. Hij vertelt haar, dat ze me op de katholieke voetbalclub moet doen. Dan leer ik vanzelf andere jongens kennen. Helaas gaat dat niet zo vanzelf.  Ik word keeper bij R.K.V.V. Aeolus.  Zonder succes speel ik daar in de lagere jeugdelftallen. Na twee seizoenen stop ik. Dan pas word ik vrienden  met Robert, een klasgenoot van mij.  Samen met hem, ga ik eens in de veertien dagen, op zondag, naar de Kuip, de wedstrijden van Feyenoord bekijken èn analyseren. Jarenlang heb ik dat met veel plezier gedaan.