zaterdag 30 november 2024

SCHWALBE

 Mijn zoon Ralf, die pas gescheiden is, haalt me op van het station. Ik ga kijken naar een voetbalwedstrijdje van Bent (10), mijn oudste kleinzoon. Om lollig te doen, althans dat vermoed ik, schreeuwt Ralf opeens: ‘Doe je veiligheidsriem om opa Jos! Dan kunnen we gaan rijden’.


‘Nou ja, lamaar hangen’, denk ik, ’t valt allemaal niet mee natuurlijk, voor die jongen’.

‘En … red je het wel?’

‘Rare tijd … alles gaat ongeregeld ... ben gauw moe … zorg niet goed voor mezelf … eet niet gezond … het valt niet mee om alles in je eentje te moeten ‘handlen’ met twee van die super-energieke gassies …’

‘Tsja … en je werk?’

‘Ja, daar krijg ik zelfs energie van! Leidt me ook af van de pijn’.

Ik zou hem nu het liefst een hugh willen geven, maar ten eerste is hij niet zo aaibaar en ten tweede, zit hij achter het stuur, om Bent en Makkie, zijn zonen thuis op te halen, voor naar het voetbalveld.

Ik vraag mijn kleinzoon Bent of hij ‘in vorm’ is.
‘Ooo, kweet niet.’

‘Als ik je es ergens mee kan helpen, Ralf?’
‘Neen, je hebt al genoeg voor me gedaan, uit eten, gekookt, geluisterd, me met de poen geholpen, gelachen …’

Zo bijzonder vind ik dat nou ook weer niet. Met de kinderen zou ik hem misschien kunnen helpen. 'Na schoolse opvang- opa' bijvoorbeeld. Maar Bent en Makkie kennen hun opa (Jos) nog niet zo goed. Dat idee slik ik dus maar even in.

‘Maar ... Ralf … bel me. Ik maak graag tijd vrij voor jou en je kids’.

Makkie (7), die dus niet voetbalt, maakt vòòr de wedstrijd een ‘schwalbe’ waardoor hij languit op zijn rug op het kunstgrasveld komt te liggen. ‘Zwaar geblesseerd’. Makkie krijgt daarmee de lachers op zijn hand. Zijn manier van scoren.

Het team van Bent (acht jongens) speelt een matige eerste helft tegen een team van vier jongens en vier meisjes. Met de rust staan de jongens met 2 -1 voor. In de tweede helft gaat het snel. Het staat ineens 4 -1 door twee doelpunten van Bent. Drie spelertjes van de tegenpartij geven het dan letterlijk op: ze gaan op het veld zitten. Voor hen is de wedstrijd klaar. Met de grootst mogelijke moeite lukt het hun teamleider ze weer aan het foebele te krijgen.

Het team van Bent wint uiteindelijk met 7 – 1. Drie doelpunten van Bent!

Ralf brengt me naar het station. Eerst zet hij Makkie
en Bent af bij hun moeder. Ze zijn dit weekend bij haar. Ik vergeet helemaal om ze gedag te zeggen.

Ach ja, wij zijn allemaal een beetje in de war.

Zoiets als dit heeft toch nooit iemand gewild.

vrijdag 29 november 2024

OUWE IDIOOT.

 Eens in de veertien dagen, op vrijdag, gaan mijn vriend Luis en ik bier zuipen in café Het Loo. Veel meer dan twee liter hebben we (samen) op zo'n dag nog niet kunnen wegklokken. Vandaag ben ik uitermate traag. Luis bestelt zijn tweede halve liter al terwijl ik pas op de helft mijn eerste ben. Dat kòmt waarschijnlijk omdat ik, vòòr ik naar de kroeg ga, veel geblenderd vruchtensap heb gedronken. Er is nu dus niet zo veel plek in mijn buik.


Luis liet me schrikken: ‘Ik was bijna dood’, zei hij lachend. Luis heeft dat wel meer zo’n lachje, maar dan weet ik inmiddels wel dat er helemaal niks te lachen valt. Hij voelde zich niet goed. Was afgelopen maandag bij zijn huisarts. Die belt vrijwel meteen een ambulance. Zijn hart. Angina pectoris hoort Luis de hartspecialist mompelen. Niet best. Luis (59), de fervente roker en drinker moet daarmee meteen stoppen anders … tsja, anders, dan kan hij het wel schudden.

Stoppen met drinken zal hem nog wel lukken, denkt hij, maar stoppen met roken is een 'crime'. Hij heeft nog één sigaret, die bewaart hij tot straks na het avondeten. ‘Ik ben zo gefrustreerd, Jos,’ zegt hij, ‘ik ben nú al meer aan het eten en snoepen dan goed voor me is’.

Ik zeg het niet, maar zie het wel. Luis heeft duidelijk een bolle kop gekregen. Ik wist niet zo, één, twee, drie, hoe ik hem kon helpen.

Moet ik dat stuk appeltaart, dat ik voor hem heb meegenomen zelf opeten? Ik geef het hem toch maar. Hij griste het in aluminiumfolie verpakte stukje appeltaart gewoon uit mijn hand, alsof tie een paar dagen niet te eten heeft gekregen.

Luis is niet gauw te verleiden tot een verzetje. Laat ik het toch eens proberen, dacht ik. Ik vertelde hem over Klup, mijn lezers kennen die onderhand wel. Vanavond en morgen heb ik twee leuke activiteiten in het Isala-theater die hij misschien ook leuk vindt. Vanavond heb ik een stand-up comedy avond georganiseerd voor Klup. Voor morgen heb ik een optreden van een coverband van de Rolling Stones. Voordat ik hem kan vragen of hij zin heeft om met me mee te gaan, zegt hij:

‘Jij bent een ouwe idioot!!’

Okay, dank je hartelijks Luis.

donderdag 28 november 2024

EEN BAKKIE DOEN.

Vandaag komt Georgis een bakkie doen. Ik heb appeltaart gebakken. We hebben om half elf afgesproken maar omdat hij er dan nog niet is kijk ik even naar beneden vanaf de galerij. Daar zie ik hem in gesprek met buurman Ruijter. Hij doet de deur voor Georgis open. Hij weet niet op welk nummer ik woon. Hij belt me, maar mijn mobiel staat op ‘stil’. Niet zo slim Die buurman, die hem binnen laat, kent mij en zegt Georgis op welk nummer ik woon. Ruijter is pas nog tv bij me wezen kijken, Champions League foebele. Hij heeft zelf geen Ziggo en hij vond het wel zo gezellig ook, omdat hij anders maar alleen zat, want zijn vrouw was ruim een week eerder plotseling overleden.


Zitten Georgis en ik nog net voor elven aan de koffie met veel lekkers, want behalve mijn appeltaart is er ook Syrische ‘custart-chocolade taart’, die Georgis zelf gemaakt heeft. Ik appte hem nog dat ik zelf voor iets lekkers bij de koffie zou zorgen maar dat heeft hij kennelijk niet begrepen. Kan gebeuren. Toch?

Nog voordat we aan de koffie beginnen, wappert hij met een formulier dat ingevuld moet worden. Een formulier waarmee Rotterdamse minima 120 euro kunnen aanvragen. Ik zeg: ‘Ja! Dat doen we zo wel, eerst even koffie’. Ik schrik zelf van mijn harde toon. Zo hard bedoel ik het niet.

Georgis knijpt zijn ogen dicht. De zon schijnt precies in zijn gezicht. Maar voor hem hoef ik de zonwering niet omlaag te doen. Daar ben ik wel blij om. Het is bijna december en het is hier in huis, alleen door de zon, 23,5 graad. Heerlijk en goedkoop.

We spreken af om volgende week maandag te gaan ‘zwemmen’. Hij kan wel niet zwemmen maar dat maakt mij niks uit. Gaan we gewoon samen in het warme water van het doelgroepenbad heen en weer ‘baantjes lopen’. Dat is ook prima voor de spieren.

Binnenkort gaat hij ook op zwemles speciaal voor zestigplussers. Heel voordelig: 2 euro per week. Jammer genoeg is er een lange wachtlijst.

Hij moet om half twaalf al weer weg. Afspraak bij de opticiën. Hebben we helaas geen tijd meer voor dat 120-euro-formulier. Hij kent nog wel iemand. Als hij de woonkamer uitstapt wijst hij naar een geschilderd portret:

’Mooi! Vincent van Gogh?’

‘Neen. Ik.’

woensdag 27 november 2024

(SLAAP)DRONKEN.

Nog een beetje slaapdronken loop ik om 08.15 uur naar de gym. Het is nog donker. Druilerig. Ze racet me op haar fietsje voorbij. Zal wel te laat zijn. Mij heeft ze niet zien lopen. Als ze me wel had gezien, zou ze ‘Hoi!’ roepen. En dan kom ik vanzelf met: ‘Hey’.

Ik ben blij dat ze me niet gezien heeft, want anders blijft ze op me staan wachten daar voor de deur. Dan móét ik wat tegen haar zeggen. Normaal vind ik dat niet zo erg maar vandaag weet ik niks.

Zit niet lekker in mijn vel. Me eigen rotschuld natuurlijk: gisteren èn te laat naar bed èn te veel gezopen.
Ze heeft d’r fietsje in de fietsenstalling gezet. Ze rent naar binnen. Te laat.

Blij dat ze binnen is. Geen gespreksstof nodig. Als ze eenmaal binnen is dan is ze ook met hart en ziel binnen. Dan is het: hard werken. Èn hard zingen, hè! Elke ochtend wat anders, dat wel. Vanochtend hoor ik: ‘De Engelbewaarder’.


Als ik zo zwalk naar de ingang van de gym en even schuin naar boven kijk, zie ik zich uitslovende gestalten fietsen, lopen, gewicht heffen, alleen roeien kan ik net niet zien. Straks sta ik daar ook tussen … crossen denk ik.

Ik ben d’r bijna. Liever loop ik hier niet. Die lui daarboven houden mij hier stap voor stap in de gaten. Ik loop behoorlijk te zwalken. Heb liever niet dat ze me zo zien aankomen. Maar ja, ’t is nu te laat voor een andere route. Daar had ik ook eerder bij stil moeten staan.

Ongemerkt binnenkomen hier in de sportzaal is ‘not done’. Normaal gesproken, zeg ik, luid en duidelijk, op een niet zo bij mij passende, stoere toon: ‘Goede ochtend, dames en heren’. Maar vanochtend niet.

Zo onopvallend mogelijk sluip ik de zaal in en ga linea recta in een hoekje zitten ‘leg-pressen’. ‘Goedemorgen Jos’, klinkt het dan van alle kanten. Ik doe maar net of ik er niet ben.

dinsdag 26 november 2024

IN DE BIEB.

In de bieb, waar ik ben om wat te lezen in een boek van Frieda Vogels, voeren twee mannen een gesprek over koetjes en kalfjes. Dat gesprek klinkt alsof er een hele megastal luid staat te loeien. Ik heb dat boek nu wel op de tafel voor me liggen maar hun decibellen blokkeren elk woord, dat ik in me moet opnemen om een mooie zin te lezen. Tegenover me zit een moslima, alleen haar mooie gezicht is onbedekt. Als ik aanschuif aan haar tafel, knikt ze me vriendelijk toe en zegt ‘goedemorgen’.

Zij zit op een laptop te werken.
Echt klote, die luidruchtige praters. Zo af en toe kijk ik, een ietsje langer dan eventjes, naar de moslima die schuin voor me aan tafel zit. Zij vindt dat harde gelul blijkbaar niet zo’n probleem. Ongestoord gaat ze door met haar werk. Ze zal het best wel gezien hebben, die steelse blik van mij zoëven, maar daarvan laat ze me niks merken.

Ik zal toch niet de enige zijn die last heeft van die aso’s? Het lijkt haast wel alsof bovenop onze tafel staan te ouwehoeren. Ik zou eigenlijk meteen naar die lui toe moeten gaan. Tsja, Ik kan zo mijn aandacht niet bij mijn boek houden. Ze moeten echt wat zachter praten.

Toch gá ik niet, omdat ik me alléén niet zo sterk voel staan. Als die moslima me nu ook duidelijk zou laten blijken dat ze last heeft van die mannen, dan kunnen we misschien sámen even naar ze toe gaan, of ja, ik wìl wel alléén gaan maar dan ook namens háár en dan willen ze misschien wel snèller een beetje dimmen. Maar nu voel ik me wat te kwetsbaar om alléén op die mannen af te gaan.
Vooral met die ene, met dat hoge stemmetje, krijg ik het liever niet aan de stok. Die heeft een echt boksersfiguur. Ja, dat heb ik soms wel eens. Ik zeg het maar eerlijk.

Dan gaan ze voor een rij kasten staan met hun favoriete stripboeken. Steeds gefrustreerder moet ik hun enthousiaste ‘stripheldengetetter’ aanhoren: Kuifje, Asterix en Obelix, de Brilsmurf, Donald Duck, Sjors en Sjimmie, Jerommeke enz. enz.

Ik ben het spuugzat. Frieda Vogel zet ik terug in haar boekenkast.

Twee handhavers wandelen in de richting van de kabaalschoppers. Zonder woorden krijgen ze de mannen (voorlopig) stil.

Het zou mij trouwens niks verbazen als mijn moslima, die handhavers op dit spoor heeft gezet. 

maandag 25 november 2024

#4B

 #4B is een uit Zuid-Korea overgewaaide feministische beweging. In dat land zijn de misogynie (vrouwenhaat) en het seksisme zó erg, dat vele Zuid-Koreaanse vrouwen, helemaal niets meer te maken willen hebben met mannen. Dit is pure ernst. Geen grap, geen overdrijving.


Gisteren ging ik een biertje drinken. In de strandtent cirkelde tien minuten een vrouw om me heen. Het kan natuurlijk toeval geweest zijn: er komt, 10 minuten na mij, een paar vrouwen binnen en ze gaat gelijk vragen wat ze willen drinken … mij zag ze al die tijd niet zitten. Een minuut later staat jongeman voor me en vraagt wat ik wil drinken. Typisch toch?

Sinds de herverkiezing van Trump groeide de interesse voor de virale #4B’s beweging. De #4 B’s (bi betekent ‘niet’ in het Koreaans): 1.Geen huwelijk 2. Geen bevalling 3.Geen dates 4. Geen seks. En … alsof een politiek celibaat nog niet radicaal feministisch genoeg klonk, scheren vrouwen hun hoofd kaal om te laten zien dat ze meedoen met #B4.

‘Fuck alle dingen die ‘de dominante man‘ ons opdringt,’ zegt een Amerikaanse terwijl ze een tondeuse in haar lokken zet: ‘Erken überhaupt niet dat er mannen bestáán, kíjk niet naar ze, làch niet om hun grapjes.

In de metro is er geen zitplaats meer. Een viertal vrouwen, waarvan één kaal (!), heeft de grootste lol. Een traag schuifelende stumperd vraagt de dames of hij svp even mag zitten. De dames kletsen onverstoorbaar verder. Hij wordt niet eens uitgelachen. Een uitstekend geïntegreerde jongeman achter hem staat voor hem op.

Vanaf 2010 al, kregen meer Koreaanse vrouwen het idee af te zien van een huwelijk, omdat ze carrière wilden maken. Vrouwen waren net zo goed of beter opgeleid dan hun mannen, maar er werd klakkeloos aangenomen dat zij hun carrière wel zouden opofferen.

De term #4B bestaat nu ook voor de keuze voor autonomie, en daaruit volgt dat je als vrouw minder tijd en moeite besteedt aan het onderhandelen met patriarchale mannen.’

‘#4B in Korea is gericht op het afwijzen van normen van ouderwetse overheersende mannen, en op de economische bevrijding van vrouwen uit het huwelijk en ouderschap.’

Nog niks over gehoord bij Eva of Jeroen. Maar dat maakt niet uit: in de Hollandse versie lijkt #4B zo hier en daar al lekker aan te slaan.

Ik maak me niet zo veel illusies meer als ouderwetse man.

zondag 24 november 2024

ONDRAAGLIJK LICHT.

 Ik heb vanmiddag een optreden staan bij de Schrijfschool in de Eendrachtsstraat. Ik zou daar twee van mijn verhaaltjes voorlezen. Twee kort geleden geschreven stukjes heb ik uitgekozen. De meeste van mijn lezers zullen zich die stukjes nog wel herinneren. Eerst lees ik ‘Kluisje 87” en dan ‘Vliegen’. Maar dat voorlezen gaat opeens niet door. Jammer. Ik vind het wel leuk om mijn verhaaltjes te laten horen, in plaats van te laten lezen. Ik ben, denk ik, zelf de enige die mijn verhaaltjes hòòrt. Voordat ik ze publiceer lees ik ze eerst even vlug aan me zelf voor.

In een ver verleden wist ik op zo’n zondagmiddag als deze, niks te doen. Daar gebruikte ik toen een speciaal werkwoord voor. Dat heb ik al zo lang niet meer gebruikt. Ik heb het sindsdien ook nooit meer nodig gehad. Dat werkwoord is zo langzamerhand uit mijn comfort-vocabulair geslopen. Ik heb nu even geen zin om dat woord op te zoeken, sorry. Misschien kom ik er straks nog op. **

Ik zou in ieder geval deze middag kunnen benutten voor het schrijven van een nieuw stukje. Ik heb nog niks. Maar ik besluit, gezien de fijne weersomstandigheden: een tamelijk hoge temperatuur (18 graden) en de behoorlijk harde zuidenwind (kracht 5), dat ik naar Hoek van Holland ga.

Heerlijk om hier op het strand in Hoek van Holland eens lekker uit te waaien. En wat extra fijn is: door die knoerdharde wind weet ik niet eens wàt er allemaal uitwaait. Niet op het moment zelf althans. Maar later, later pas voel ik het des te meer … tsjonge, jonge … zó weldadig.

Al bijna een jaar lang zanikt het in mijn kop: ik ben verliefd op een vrouw, laat ik haar voor het gemak 'Sonja' noemen. Ze ziet er leuk uit … maar Sonja is ultra-rechts, stemt dus PVV en wil Nederland weer terug voor de Nederlanders: grenzen sluiten voor migranten.

Hoe kan ik nou op Sonja zijn? Politiek zit ik zó anders in mekaar: socialer, humaner, linkser. De verliefdheid blijft. Als ik langs Sonja’s huis loop of fiets … kriebeltjes in mijn buik. Dat wil ik allemaal niet. Maar de kriebeltjes blijven komen. Gek word ik er van. Maar vanmiddag op het strand van Hoek van Holland, is die hele verliefdheid mijn hoofd uit gewaaid. Wat een zalig gevoel: ondraaglijk licht nu is mijn hoofd.

zaterdag 23 november 2024

HET HEEFT TIJD NODIG.

Twee kleinzonen heb ik. Van 10 en 7 jaar. Het zijn grappige kereltjes. De vader (mijn zoon) en moeder van mijn kleinzonen zijn kort geleden gescheiden. Inmiddels wonen mijn zoon en mijn ex-schoondochter in afzonderlijke huizen. Godzijdank staan die twee huizen heel dicht bij elkaar zodat hun kinderen makkelijk van het ene naar het andere huis kunnen huppelen, naar papa of mama. De ene week is de zorg voor de jongens bij haar, de andere week bij hem.


Ik ben de opa van die jongens. Het gekke is dat ik die jongens nog niet zo héél goed ken. Zij mij trouwens ook niet. Dat komt omdat hun oma en ik gescheiden zijn toen de oudste kleinzoon twee was. Tot die tijd heb ik die oudste jongen natuurlijk héél goed gekend. Samen met hun oma paste ik toen op hem. Na mijn scheiding had ik een aantal jaren geen contact meer met het gezin van mijn zoon. Hun jongste zag ik pas voor het eerst toen hij zes was.

Hoewel de kleinzonen en hun opa, elkaar sinds kort weer zien, betekent dat nog niet, dat het contact altijd van een leien dakje gaat.
Stom … maar ik weet zelf niet meer zo goed hoe dat gaat: opa zijn. Destijds, als oppas-opa ging het als vanzelf, heel goed zelfs, heel leuk vond ik het ook … maar nu ben ik het opa-gevoel kwijt. Dan merk ik van mezelf, dat ik overdreven leuk sta te doen, te hard zit te lachen of me wat geforceerd bemoei met hun ‘dingetjes’ … maar dat hebben die jongens natuurlijk feilloos in de smiezen.

Wie ik ben, weten ze nog niet zo goed. Jaren hebben ze deze man, deze opa, gezien, noch gehoord. Als ik eens op bezoek kom, begroeten ze me dan ook niet spontaan. Neen, ze gaan gewoon door met waar ze mee bezig zijn, spelen op hun telefoon, tafelfoebele of tv kijken.

Logisch natuurlijk. Lange tijd niet gezien. Het heeft van weerskanten tijd nodig om vertrouwd en gezellig te worden met elkaar.

Het zijn hartstikke leuke gassies. De jongste is zó grappig, een stand-up comedian in de notendop. Echt leuk om te horen en te zien. De oudste is héél fantasierijk èn hij foebelt. Zo af en toe ga ik es bij hem kijken. Sparta volgt hem hoorde ik. Dus wie weet ....

vrijdag 22 november 2024

DIVA.

Met mijn vriend Ayoub ga ik naar de Kunsthal. Daar is de tentoonstelling ‘DIVA’ over wereldberoemde vrouwelijke supersterren. Ik laat me voordat we het museum in gaan nog even door Ayoub fotograferen vòòr een mini-uitgave van het beeld : Moments Contained.

De tentoonstelling DIVA viert de superieure creativiteit van (vooral) vrouwelijke artiesten, die met hun ambitie de wereld uitdaagden. Aan de hand van ruim zestig ‘looks’ en kostuumontwerpen, gedragen door onder anderen Maria Callas, Marilyn Monroe, Tina Turner, Shirley Bassey, Lady Gaga en Billie Eilish, laat de tentoonstelling zien hoe deze diva’s grenzen verlegden en onvergetelijk werden.

DIVA neemt je mee vanuit de negentiende eeuw tot aan de hedendaagse rock. De tentoonstelling verduidelijkt de betekenis van ‘diva’: oorspronkelijk: ‘godin’. In de loop der jaren is het begrip DIVA iets om trots op te zijn. Kostuums, persoonlijke objecten, video’s en muziek leiden je door een meeslepende expositie.

Het eerste deel van de tentoonstelling focust op 19e eeuwse uitzonderlijke vrouwelijke operazangeressen. Het indrukwekkende ensemble ‘La Divina’ van Maria Callas uit de operaproductie Norma (1952) is te zien. Deze vrouwen voerden ook actie voor gelijkheid voor vrouwen, wat hun flink op kritiek kwam te staan.
Getoond wordt hoe actrices in de late 19e en vroege 20ste eeuw, onder wie de Nederlands-Franse theaterlegende Sarah Bernhardt, de eerste golf van het feminisme hebben aangestuurd. Ook wordt duidelijk zichtbaar hoe andere diva’s de populaire cultuur hebben vorm gegeven.

In het tweede deel van de tentoonstelling: de DIVA van vandaag!

Hoogtepunten zijn onder meer kostuums en muziek van Cher, P!nk, Tina Turner en Shirley Bassey’.
Geniet van die oogverblindende jurken van Lady Gaga en Björk.

Met spectaculaire optredens, laten deze artiesten zien niet bang te zijn en dagen zij de gevestigde norm steeds opnieuw uit. De op Louis XIV geïnspireerde look van Elton John illustreert, dat ook mannelijke artiesten zich onder de term DIVA kunnen scharen. Aan de hand van de hakken van Prince maak je kennis met een artiest die met zijn performances en looks de gevestigde genderpatronen doorbrak.

Ayoub en ik staan met onze hoofden vol van de overweldigende DIVA-beelden na twee uur weer buiten. Niet omdat we alles al ervaren hebben. Nee, nog lang niet, maar we zitten gewoon vol. We gaan gauw nog eens terug. Met de Rotterdampas kunnen we hier immers tot 2 maart 2025 grateloos van blijven genieten.

donderdag 21 november 2024

TEGENVALLER.

Rosa is te druk. Emmy heeft er geen zin om de hele avond met Jos de Jankerd, zoals ze me altijd noemt, opgescheept te zitten. Toch hoef ik niet in m’n uppie naar het theater , want m’n ex Willy wil het er wel weer eens op wagen.

Het toneelstuk ‘the Basement’, neemt je mee de trap af naar de donkere diepten in jezelf. In de loop van de tijd is daar ingesleten, wat het mannenlijf en wat het vrouwenlijf is. Het lijf dat soms botst met de eigen genderidentiteit.
Willy, die nogal klein is, heeft de pech achter een klerenkast te staan. Het lukt maar niet om een goeie plek te vinden, maar ik ga toch echt niet voorstellen om haar op te tillen. Dat heb ik één keer gedaan bij een kleine vrouw. Ik kreeg toen gelijk het bijtende verwijt vrouwonvriendelijk te zijn. Daar pas ik voor.

De solodans start dynamisch doch afstandelijk. Het publiek is rauw en moe na de woordeloze, woedende en soms wanhopige proloog. ‘I want to cry’, krijst de performer herhaaldelijk, ‘but I’ve forgotten how’. Hij gaat dan op zoek wààr in zijn lichaam het huilen zit. Het geschreeuw waarmee dat gepaard gaat, doet pijn in mijn eigen keel, borst en buik. De klerenkast vòòr Willy kan dat lawaai kennelijk niet aan, want hij krast op richting uitgang.

Wat wordt nu verwacht van een mannenlijf? Wat van een vrouwenlijf? En wiens verwachtingen tellen het zwaarst? Die van dat lijf zelf of die van de mensen, om dat lijf heen?

Ik merk aan Willy, dat als ze geweten had dat het zo’n soort stuk zou zijn, ze me vriendelijk doch beslist bedankt zou hebben. Ze zit zich nu duidelijk te vervelen op haar mobiel. Mij valt het ook tegen. Had liever foebele gekeken op tv: Nederland - Bosnïë. Ondanks Wout Weghorst. Daar staan we dan voor die 28,00 euro, inclusief Rotterdampaskorting.

Van bovenaf daalt een regen van ‘scherpe’ stenen neer op het kwetsbare vel van de performer. Het is een strijd, eerst met zichzelf, dan met de wereld.

Het is (te) veel, wat de performance van de toeschouwer vraagt. Juist doordat het stuk je aan het wankelen zet, zindert de nabijheid in alle rauwheid nog lang na. Het duurt verdomd lang eer ik de slaap kan vatten. Van Willy weet ik dat niet, want die wou persé in haar eigen bed slapen. Tsja …

woensdag 20 november 2024

HAGEL.

 Toen ik vanmorgen naar de gym ging was het haast winters koud maar wel droog. Op de gym heb ik eerst even zitten ‘handfietsen’. Niks bijzonders hoor: je trapt op zo’n fiets met je handen. Iets wat ik op mijn eigen fiets nooit zou doen. Nee, want dan heb ik mijn handen hard nodig om te remmen en te bellen. Toen ik nog een jonge knul was, fietste ik regelmatig zònder handen. Dat durf ik nu niet meer, behalve dan op de gym.


Ik heb kouwe handen. Vooral die rechterhand is koud. Altijd maar die rechterhand. Dat komt door een beschadigde zenuw. Tegelijk met toen ik, bijna tien jaar geleden mijn schouder brak, werd de zenuw voor de verwarming van mijn rechterhand beschadigd. Ze hebben me destijds in het ziekenhuis precies uitgelegd hoe dat nou precies zat maar dat ben ik vergeten.

Er vallen, nu ik aan het roeien ben, hagelstenen, veel en groot. Ik zit binnen, in de gym. Daar reageert die rechterschouder van mij onmiddellijk op, hè. Op die hagel. Ook al zit ik binnen. Daar is niks aan te doen. Ja, okee, een handschoen zou ik aan kunnen trekken … wel een beetje raar, in de gym met één handschoen aan gaan zitten roeien … en bovendien … straks, thuis, ga ik zitten typen, dat lukt helemaal niet met een handschoen aan … dan druk ik steeds twee toetsen tegelijk in met rechts, nee, hou op zeg, dat schiet niet op.

In gevoelstemperatuur scheelt het toch al gauw twee graden. Links of rechts. Ja, dan krijg ik natuurlijk gelijk weer van elke willekeurige vrouw te horen: ‘Als het weer niet een vent is die zit te huilebalken over zijn kouwe handjes. Mannen maken dat soort wissewasjes altijd zo veel groter. Ons vrouwen hoor je niet bij dat soort onbenulligheden. Wij verbijten dat soort ongemak.’

Het enige wat ik daar tegenin kan brengen is dat die rechterhand van mij altijd héél koud aanvoelt een paar dagen voordat ik ongesteld moet worden. Maar daar trapt natuurlijk niemand in.

dinsdag 19 november 2024

LULLETJE LAMPENKATOEN.

 Ik loop in ‘de stad’. In m’n eentje, op weg naar de bios. Naar de film : A Different Man. Voel me afschuwelijk. Niet alleen omdat het miezert.

Het lijkt wel of iedereen naar me loopt te gluren. Heb ik soms een kakkerjas aan? Neen toch!? Gewoon, die warme, zwarte, die Luis me gaf. Met die capuchon in mijn nek van die hoody … daar loop ik voor lul mee, zeker? Of m’n schoenen soms? Ja, ik heb er net een klodder mayo op laten vallen. Nou en? Die klodder is er zo weer vanaf geregend. Kijk voor je, man en jij ook kutwijf! Ja, m’n sokken zijn zeiknat. Die kutzolen. Toch mooi 59 euro voor neer moeten tellen. Voor die schoenen, ja.

Ik loop met een krom ruggetje. Dat zei mijn moeder als we samen op stap gingen: ’Rechtop lopen, jongen, anders …’. Een stomme zak ben ik. Een stomme zak met een stomme jas, een stomme capuchon, achterlijk lekke schoenen en een krom getrokken ruggetje. Jezus Christ, wat een lulletje lampenkatoen!

Klote voel ik me hier op dat overdekte terras. Ik kijk zo onopvallend mogelijk naar de voorbijgangers. Snel lopen ze voorbij. Snel, voor dat pestbeetje regen. Maar wel even stiekem naar mij kijken. Dat wel. Het lijkt of ze me uitlachen. O, neen, ja, dat is het vast. Ik heb een zweetband om. Een rooie vandaag. Verbergt m’n kale knar een beetje. Oké. Lach me maar uit mensen. Daarom. Ja, daarom natuurlijk. Een kale ouwe lul met een rooie zweetband.

Die kelner negeert me. Schuin vòòr me, twee vrouwen van in de vijftig, allebei bril, allebei zandkleurig haar, allebei eerder dik dan dun ... die helpt ie wel. Zij kijken beiden tegelijkertijd smalend mijn kant op, als ik weer, tevergeefs, mijn vinger opsteek. Ik heb dorst maar hier drink ik niks meer. Ik steek weer mijn vinger op naar die kelner … ja, díé andere vinger. Angsthazig loop ik door naar Cinerama.

‘Kijk, die vent daar is gestoord, een echte leip, een malloot’, hoor ik om me heen, op weg naar de bios. Zelfs de meest verwarden, onaangepasten, de vetsten en de slonzigsten, laten zich niet onbetuigd.

Pas als ik in de bios neerplof op Stoel 1 van Rij 8, kom ik wat tot bedaren. Ik ben godzijdank (nu nog) de enige in Cinerama, Zaal 5, voor de film: ‘A Different Man’.

maandag 18 november 2024

PIEPEN.

Woensdagavond zijn er twee theatervoorstellingen in de Schouwburg: 'Yoroboshi' (poppenspel) en 'the Basement' (theater). Ik aarzel nog of ik er heen ga. Ik vind het nogal duur: 27,50 euro. ’t Is van half 8 tot elf. Twee Champions League wedstrijden zijn veel duurder maar ook twee keer zo lang. Dus. Toch ben ik er nu al een week lang nieuwsgierig naar. Zal ik naar binnen piepen? En dan op een lege stoel gaan zitten? Misschien. ’t Is niet zo moeilijk want de kaartjes zijn ongeplaceerd. Dat wil zeggen dat je mag gaan staan of zitten waar je maar wilt. Ruimte genoeg dus om te rotzooien.


Ik kan altijd nog tot vlak voor of na het begin van de voorstellingen op de wc gaan zitten en dan vlug naar binnen glippen. Dan mis ik misschien het begin. Bij sommige stukken is dat funest want: daar zit de probleemstelling! Nog nooit eerder zoiets gedaan. Nou ja, toch wel, als student, in de trein een paar keer. ’Treintje piepen,’ noemden we dat. De trein is toch weer heel anders dan het theater.

Je hangt dan in de trein meestal met je reet boven de shit van een of meerdere anderen. Dan valt ‘theatertje piepen’ wat dat betreft meestal wel mee.

Eerst ga ik ‘Yoroboshi’ zien: Met een levendige poppenshow , verbeeldt toneelschrijver en regisseur Satoko Ichihara, de oude legende van de Blinde Zwakkeling opnieuw in het heden.

Dan ga ik ‘The Basement’ beleven: ongrijpbaar maar intens. The Basement is een fictieve ruimte, gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het onzichtbare wordt zichtbaar gemaakt.

Dit solowerk verkent de meervoudige realiteiten en ficties die voortkomen uit de dynamiek die ontstaat wanneer machtsverhoudingen veranderen. Het is intuïtie-gestuurd; waarbij het lichaam spreekt door middel van fysieke expressie en vrijheid. Het beoefenen van vrijheid; zowel persoonlijk als artistiek. Een vrijheid die arbeid, moed en urgentie vereist om verder te reiken dan opgelegde grenzen van aanvaardbaarheid, legitimiteit of schoonheid.

Helemaal snappen doe ik alinea hiervoor niet, maar ik word gek van nieuwgierigheid. Ik ga! Ik ga gauw kaartjes kopen. Jaaa, ik heb me bedacht. Ik ga gewoon betalen. Deze klote-regering jat al veel te veel van Cultuur.

Ik wil eerst samen met Rosa gaan maar het is me even ontschoten, dat zij het dezer dagen razend druk heeft. Beter van niet dus. Dan bedenk ik: ‘Hé, weet je wat, dit vindt Emmy vast ook leuk. Ik vraag háár mee’.

zondag 17 november 2024

ONWEL.

Nog net voor de voetbalwedstrijd van Oranje tegen Hongarije heb ik m’n broodje gebakken. Ik pak snel nog even twee stroopwafels, een Senseo Extra Strong en plof in mijn luie stoel. Fijn, dat Frenkie de Jong weer mee doet, altijd sportief, slim en vrolijk. Vreselijk daarentegen dat die lul van een Weghorst in de spits staat. Een onbesuisde, onsportieve onbenul. Het is dat Frenkie meedoet anders had ik niet eens gekeken.


Oranje moet in de eerste vijf minuten eigenlijk al met 2 – 0 achter staan maar Vrouwe Fortuna is het team gunstig gezind. Niet veel later wordt de wedstrijd stil gelegd.

Er is consternatie vòòr de Hongaarse dug-out. Duidelijke beelden ervan worden nauwelijks getoond. Feitelijkheden worden ook niet gegeven. De tv-commentator tast een kwartier lang in het duister over het wie, wat, waarom en hoe. Heel vreemd in deze tijd waarin een moord in, ik noem maar wat: Timboektoe, binnen een halve minuut hier met naam en toenaam op teletekst staat. Een kwartier lang wordt geen enkele duidelijkheid verschaft.

Sombere, droevige, huilende gezichten van de Hongaarse voetballers op m’n beeldscherm verraden het ergste. Volgens mij praten ze over wel of niet verder spelen. Ze besluiten uiteindelijk door te gaan en krijgen daarvoor een hartelijk applaus van het Oranje-publiek.

In de laatste seconde vòòr de onderbreking maakt een Hongaarse verdediger hands in zijn eigen strafschopgebied. Gesignaleerd door de VAR. Penalty dus voor Oranje. Weghorst neemt hem.

Vanuit mijn luie stoel schreeuw ik, tegen beter weten in: ‘Naast schieten, Weghorst, naast schieten!!’ Dat zou nu wel zo sportief zijn. Natuurlijk kent deze in zeer beperkte mate toerekeningsvatbare gast geen mededogen en schuift de bal achter de Hongaarse keeper. En vervolgens … alsof er niks gebeurd is, loopt hij als een bezeten malloot, lachend, juichend en handkusjes gevend naar de massa op de tribunes. Ik kan dit niet aanzien. Gooi de tv uit. Ga nog even mijn woede zitten verbijten. Pak een blikje bier en ga lezen in het prachtige boek ‘Liefde’ van Karl Ove Knausgärd.
Die wedstrijd interesseert me geen bal meer.

Tegen middernacht moet ik nog even op Facebook zijn. Daar lees ik dat de Hongaarse assistent trainer, Ádám Szalai in de openingsminuten van de wedstrijd onwel werd. Hij moest gereanimeerd worden. Inmiddels is hij bij bewustzijn en stabiel.

Zou er nou echt niemand zich schamen voor Weghorst gedrag?

Nooit zou ik hem als bondscoach meer in mijn selectie willen hebben.

zaterdag 16 november 2024

ACTIE.

Rosa, een vriendin van me, is 24/7 gespinst op koopjes. Nieuw of kringloops. Niet omdat ze zo arm is, welneen, ze vindt het gewoon leuk (en … ze kàn ook niet anders). ’t Is haar tweede natuur en … af en toe profiteer ik daar ook van mee.


Het is haar bijvoorbeeld ter ore gekomen dat het Kruidvat een actie heeft bij restaurantketen de Beren. Daar kan je dan met twee personen voor 32,50 euro een driegangen menu gaan zitten eten. Dat kan toch slechter! Die 32,50 euro moet je dan wel van te voren betalen. Cash bij een Kruidvatwinkel of via e-banking … voor de drankjes bij je eten moet je apart betalen, dat dan weer wel.

Vóór het eten gaan we eerst even bij het Fotomuseum langs. De foto-video tentoonstelling over Turkse gastarbeidersvrouwen bekijken. Verrassend, leerzaam, amusant en ontroerend soms ook. We genieten er volop van. Rosa wil zelfs die expositie nog wel een keertje gaan bekijken.

Van het Fotomuseum op de Kop van Zuid lopen we over de Zwaan naar de centrumwijk Cool om daar zigzaggend wat fraaie street-art werken te bewonderen. Rosa is vooral onder de indruk van een gevelgrote Pippie Langkous in de Kromme Elleboog. Ik vind De Witte Aap op de Witte de Withstraat geweldig.

Rond vijf uur arriveren we bij de Beren in de Markthal. Op het Kruidvat-actie-menu staat veel lekkers. Rosa en ik nemen allebei hetzelfde: vooraf: Carpaccio, dan als hoofdgerecht: Zalm (met groenten en frietjes) en als toetje: (ons beider favoriet:) Dame Blanche. Fingerlicking good!

Het is razend druk en volgens Rosa komen al die andere eters ook voor de Kruidvat-actie: ‘Ik herken dat penetrante drogisterijluggie,’ lacht ze.

Na ruim een uur hebben we onze buikjes volgegeten en staan we in de rij om te betalen voor onze drankjes: 20 euro. Er zijn nog acht wachtenden voor de kassa. Rosa komt wat dichter bij me staan en fluistert met een ondeugend lachje in mijn oor:
‘Jos! Kom op! We doen het. Nú! Niet betalen! Naar buiten! Kom!’

‘Okee. Nu! zeg ik.’

En heel ontspannen lopen we langs de acht geduldig wachtenden voor de kassa. De gezellige kassa-Beer heeft het veel te druk met lollig doen. Hij heeft niks in de gaten.

Ontspannen, stijfjes bijna, lopen we van de Markthal naar Metrostation Blaak. Pas dáár binnen barsten we in lachen uit en omhelzen elkaar even: ‘Yes! Gelukt!
Goeie actie! Twintig euro! Mooi toch, voor zo’n eerste keer?!

vrijdag 15 november 2024

IN DE WASBAK.

Een dezer dagen las ik in een column, dat het een publiek geheim is, dat mannen niet in de wc-pot plassen maar altijd kiezen voor de wasbak. Het spettert minder en het verbruikt niet zo veel water voor het schoon spoelen. Nu hangt er niet in èlke toilet een wasbak en soms hangt ie te hoog, niet voor mij persoonlijk, maar met name voor de groep ’kleine mannetjes’, waartoe ook jongens moeten worden gerekend.


Het is ‘raar maar waar’, dat deze manier van plassen mij, tòt op de dag dat die column verscheen, tamelijk onbekend was. Althans niet, alsof mannen dat ‘altijd’ zouden doen. Ik zal me er heus wel eens aan bezondigd hebben. Alleen vraag ik me nu even af wanneer en waar ik zo plaste.

Het moet haast wel thuis geweest zijn. Want in uitgaansgelegenheden hangt doorgaans een urinoir en bij iemand op bezoek, kan het me aan mijn reet roesten of ik een beetje meer of minder spetter of iets te veel water verbruik. In dat geval gebruik dus gewoon de wc. Heel aso wel.

Maar wannèèr plaste ik dan wel in de wasbak? Ja, als ik, na het douchen in mijn nakie mijn tanden poetste of me stond te scheren? Soms, denk ik, ja. Tijdens het masturberen? Oh néén. Dàt nóóit boven de wasbak en bovendien: plassen en masturberen gaan absoluut niet samen. Maar dit even terzijde.
Ik kan het me niet zo duidelijk voor de geest halen. Als ik héél erg moest en mijn vriendin zat er op, dàn misschien, maar dat is voor zover ik het me kan herinneren nooit voorgekomen.

Dus al met is het zo, dat ik me beslist geen wasbakplasser kon noemen. Tot ik die column las. Want de voordelen: minder spetteren (dus minder schoonmaakwerk) en een lager waterverbruik spreken me wel aan. Met ingang van vandaag, besluit ik daarom, om bij mezelf thuis, de kleine boodschap alleen nog maar in de wasbak te doen.

Het valt deze eerste dag nog niet mee. Negen van de tien keer plas ik vandaag, als vanzelf, op de wc. Pas als ik uitgedruppeld ben, herinner ik me, dat ik hem boven de wasbak had moeten hangen.

donderdag 14 november 2024

IKKE, IKKE, IKKE, ...

De rillingen liepen over mijn rug toen ik hem woensdag ‘als een bezetene’ bezig zag en hoorde over het Marokkaanse tuig in Amsterdam. Na die woensdag ben ik ervan overtuigd, dat, ter wille van de rust in Nederlander, alvast drie Nederlanders moeten worden opgepakt, hun paspoorten afgenomen en uitgezet naar Noord-Korea. Wie dat zijn? Dat zijn de twee fascistische/racistische PVV-dames-ministers Faber en Klever en die PVV leider, de ophitser en discriminatie-aanjager pur sang.


Het kotsbakje is inmiddels omgespoeld en opgeborgen. Hij is het niet waard. Hij brengt zo veel mensen het hoofd op hol en ik vrees dat het alleen maar erger wordt. Want als er nu verkiezingen zouden zijn, dan wordt de PVV nog groter. Wat bezielt die kiezers toch? Dat ze op de PVV stemmen. Die partij wil Nederland afsluiten; zo veel mogelijk migranten uitzetten. Nederland voor de Nederlanders. Allemaal blank nog het liefst. Moslims absoluut niet. Hoofddoekjes: vodden. Koran: verbranden.

Blijkbaar is dat wat een groot deel van de Nederlandse kiezers charmeert. Want als je kijkt naar PVV’s verdere beleidspunten: daar wordt niemand in Nederland beter van. Nou ja … de allerrijksten: aan de lage belasting op vermogens en de dividendbelasting wordt niet getornd. De PVV is gewoon een extreem-rechtse VVD.

Door de plannen van Wilders/Schoof worden de rijken rijker en zal de tweedeling in de maatschappij alleen maar toenemen. ‘Dit kabinet is een monsterverbond van rechts en het grote geld’. Jan met de Pet tuint er in en delft het onderspit.

Studenten die, door wat voor oorzaak dan ook, een jaartje achterop raken, krijgen een boete van 3.000 euro per jaar.

De btw op boeken/kranten en allerlei culturele instellingen gaat van 12 naar 21 procent.

Op de ontwikkelingshulphulp, de hulp aan de armste mensen in de wereld wordt tussen 2025 en 2029 10 miljard bezuinigd.

Op jeugdzorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg en onderwijs wordt drastisch gekort.

De minimale regeling (een fooi) voor uitgeprocedeerde asielzoekers: de bed-, bad- en broodregeling (50 euro per week) wordt per 1 januari a.s. afgeschaft.

Bij elke maatregel van dit extreem-rechtse kabinet resoneert: ‘Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken.

woensdag 13 november 2024

GRATIS.

 We lopen naar de keuken en gaan zitten. Daar staan ook de vriezer (Bosch) en het tafelmodel koelkast (Zanussi), die ik ‘GRATIS’ op Marktplaats heb gezet. Aan de twee zussen, twintigers, die op de aanbieding zijn afgekomen vertel ik over de apparaten. Ik heb ze al twintig jaar. Nooit wat gemankeerd. Doen het nog altijd prima. Ik heb ze allebei gisteren nog staan oppoetsen. Het lijkt bijna of ik een verkooppraatje voor die vrouwen sta te houden. Dat is het niet. Het zijn meer warme afscheidswoorden voor twee trouwe koele vrienden. Ik hoop dat ze me verstaan.


Aan hun reactie te zien hadden de zussen minder verwacht. Ze gaan de apparaten pas van binnen bekijken nadat ik: ‘ga gerust je gang’, gebaard had. Dat er ook nog een klein vriesvakje in de Zanussi zit vinden ze helemaal gaaf. Om beurten inspecteren ze de apparaten grondig. Ze zeggen niet veel … ’t klinkt Arabisch of Farsi.

Leuke dames trouwens. De een heeft een witte huid met sproeten en groene ogen, een beige hoofddoekje. De ander heeft lang donker haar en vriendelijke donkerblauwe ogen, geen hoofddoekje. Ze kijken elkaar aan en zie meteen dat mijn apparaten graag willen meenemen. Maar hoe? De zus met de groene ogen pakt haar mobieltje:
‘ Vader … zij bellen …,’ zegt de ander in, gebroken Nederlands tegen mij.

‘Hij buiten … met auto’.

Mijn huisbel gaat vrijwel onmiddellijk. ’Wie is daar?’ Ik krijg ik een onverstaanbaar antwoord. Dat zal vader zijn. Even later komt hij, vriendelijk lachend, met z’n steekwagentje binnen lopen. Ik zie het gelijk. Hij is van Iran. Tweedruppels water Kawus, een goede Iranese vriend van me. Helaas veel te vroeg overleden. 65 was hij pas.

Vader gaat direct met de spullen aan de gang. Hulp hoeft hij niet en dorst heeft hij niet. Hij neemt de Bosch 't eerst mee. Ik zet de zussen op de bank In de woonkamer neer, met een glas sinaasappelsap.
Vader is terug voor de Zanussi. Hij zwaait ons alle drie gedag als hij met zijn steekwagentje mijn huis uit steekt.

Ik ga zelf bij de immer stralende zussen op de bank zitten. Beter gezegd tussen hen in. Ik zit aan het bier. Vervolgens zitten we voor onbepaalde tijd dicht tegen elkaar aan, gezellig op mijn bank ... zonder één woord te wisselen.

dinsdag 12 november 2024

EEN KLEIN KAAL PLEKJE.

Het is nog vroeg. Koud in huis. Maar ik ga niet terug naar m'n nest. Douchen heb ik geen zin in. Waarom zou ik douchen. Ik lig toch zo in het zwembad. O ja! Mèt m’n nieuwe zwembroek. Gekregen van m’n buurvrouw: ’Neem jij hem maar. Mijn zoon gebruikt hem toch nooit!’ ’t Is nog een leuke ook: kort broekje, wijde pijpen, met een speels blauwwit motief. Zwemt lekker ook. Er zit alleen een veel te lang koord in. Dat heb ik er maar gelijk uitgetrokken. Het elastiek van het broekje alleen, is al strak genoeg.


Als ik al een paar minuten aan het zwemmen ben komt Hannie (68) aan schuifelen. Ze loopt naar de douche. We kennen elkaar van het Engelbewaarder-koor. Dat koor noem ik zo omdat dat liedje ‘de Engelbewaarder’ daar zo ontiegelijk populair is.

Hannie is een gezellige dikke dame uit het Brabantse land. Breda. Zó in haar zwempak, ziet ze er nog dikker uit dan normaal al. Zal ze wel prettig vinden zo, neem ik aan. Ze schaamt zich er in ieder geval niet voor, lijkt mij. Ze loopt heel relaxed, neusje omhoog, uit de douche naar het trapje het zwembad in. Daarbij is één ding heel duidelijk: haar haar mag beslist níét nat worden.

Ik zwem een paar meter achter haar. Ze wordt al een beetje kaal, zie ik. Ze heeft veel haar over dat kleine kale plekje heen gekamd en ‘no doubt’ vòl haarlak gespoten.

Hannie en ik doen de eerste paar minuten altijd net alsof we elkaar niet zien. Ik kijk expres de andere kant op, praat even met iemand, duik kopje onder en dan: hup! ineens zien we elkaar.

Ik pak het nu wat anders aan, een beetje ondeugend. Hannie praat, met haar rug naar mij toe, met een vrouw met fel rood gestifte lippen. Ik kom aan zwemmen en sla dichtbij haar hoofd met mijn vlakke hand hard op het water: 'Goedemorgen Hannie!!'

‘Ooooh, mijn haar!!’ ... als door een wesp gestoken draait Hannie zich om en knalt met haar elleboog op m’n jukbeen.

‘Auhhhhwww … godverdomme..

Hannie legt impulsief een natte hand op dat kale plekje: ‘Eigen schuld, dikke bult, klootzak die je er bent’.

De vrouw met de rode lipjes, staat mij ongegeneerd uit te lachen.

maandag 11 november 2024

BUREN.

De deur van de flat schuift open zodat ik naar buiten kan. Uit mijn linkerooghoek, zie ik twee buren zitten in de hal. Meestal zitten daar twee bewoners te wachten op hun ’bussie’, dat eigenlijk ‘zó moet komen’. In feite is alleen zij, die daar zit, een bewoner hij is de latrelatie van haar. Die lat duurt nu een jaar of twee. ’t Is een raar koppel. Hij is het type ‘halve gare’ zij is meer ‘beetje zielig maar … laat haar maar schuiven!’. Ja, ‘ t klinkt raar maar ik kan het nu even niet anders uitdrukken. Ze komen een enkele keer wel eens samen bij mij aan de deur voor het een of ander. ‘Mijn fietsband staat helemaal leeg,’ bromt ze, ‘wilt u hem oppompen in de berging beneden?’

‘Da’s toch niet zo moeilijk’, zeg ik, ’kejje dat zelf dan niet?’. Toen moest ze een beetje verlegen lachen. Die halve gare van haar zei toen: ‘Jaha, maar we hebben niet eh … geen pomp.’ Er zijn in onze bejaardenflat nòg 118 adressen waar ze een pomp zouden kunnen gaan vragen maar ze komen bij mij. Waarschijnlijk ben ik voor hen de laagst drempelige buur. Dat is wel iets om fier op te zijn.
Het zou overigens best kunnen, dat, als ze dit stukje lezen, ze niks meer met me te maken willen hebben. Ik hoef daar niet zo bang voor te zijn want ze kunnen allebei toch niet lezen. Dus…..

Ik ben nu in de frisse lucht. Uit mijn rechterooghoek zie ik buurman Aad (81) komen aanlopen. Zò had ik Aad nog niet eerder gezien. Een statige, knappe oude man. Mooie loophouding. Perfect gecoiffeerd. Goed gekleed. Vandaag oogt dat allemaal wat minder: dikke wallen onder zijn ogen, zijn haar staat alle kanten op, zijn tred is traag en hij loopt wat voorovergebogen. Dat is absoluut niks voor Aad. Ik loop even naar hem toe om hem nog wat beter te bekijken:
‘Zo te zien gaat het niet zo goed met jou, jongen’.
‘Nee. Ik ben vandaag zelfs vergeten mijn haar te kammen’.
Nou, hou je soepel, man. Sterkte verder vandaag.
Aad loopt naar de lift. Ik wandel kalm richting supermarkt.
In mijn hoofd hoor ik een stemmetje dat moeilijk doet : ‘Had je niet even wat langer bij Aad kunnen stilstaan … hem vragen of tie er over wil praten misschien.’

Te laat, zoals gewoonlijk.

zondag 10 november 2024

KRINGLOOP.

Straks komt mijn broer John op bezoek. Misschien neemt hij zijn nieuwe vriendin wel mee. Sinds een paar maanden is hij met haar. Een onderwijzeres, vertelde hij me. Ik ben heel benieuwd. Tot nu heb ik hem heel enthousiast horen vertellen over hun vakanties op Sicilië. Minder vindt hij, dat hij van haar nooit geen ‘leggen’ of ‘kennen’ mag zeggen als het ‘liggen’ of ‘kunnen’ moet zijn. Wel flauw, hoor. John is 58. Een heel grappig mens. Met een hoog stottergehalte in zijn verhalen. Die duren daardoor meestal wat langer dan normaal maar zijn meestal vrolijk en zorgeloos. Het is prettig bij hem in de buurt te zijn. Hij is degene die me in het ziekenhuis, vlak na mijn zware schouderoperatie, (figuurlijk) een schouderklopje kwam geven.


John werkt in een ‘Kringloop Warenhuis’ in Hilversum. Behalve dat ik het leuk vind om hem en eventueel zijn vriendin te zien, wil ik hem spullen meegeven voor zijn kringloop. Ik heb mijn huis onlangs een beetje laten opknappen. Toen heb ik gelijk ook even bekeken wat wel of niet weg kon. Met flink wat boeken, dvd’s en cd’s hoef ik niks meer. Ik hoop dat John de hele zooi mee wil nemen naar zijn werk. Of naar zijn eigen huis, dat vind ik ook prima.

Ze komen straks om half twee en ik heb stroopwafels voor bij de koffie liggen (volgens John: ‘leggen’). Voor bij de thee kunnen (volgens John: ‘kennen’) die wafels natuurlijk ook. Ze liggen op de radiator van de woonkamer lekker smeuïg te wezen. Dat zal best wel lukken want de temperatuur in mijn woonkamer is 20 graden (waarom is er gvd geen gradentekentje op het toetsenbord)?

John is zonder zijn nieuwe vriendin. Hij laat twee foto’s van haar zien. Type lekker wijf. We drinken koffie, eten een stroopwafel en nippen van een pittige borrel.

Ook weer eens in een deuk gelegen om de video met de act van acteur Bas Hoeflaak. Tien bekende Nederlanders mogen niet lachen om de act van Bas. Wie tot het laatst toe niet lacht, wint. Geweldig die act: ‘ik heb een blokfluit in een doosje’. Heel hilarisch.

Nog met pijn in zijn buik van het lachen gaat John weer op weg naar Hilversum. Daar woont hij toevallig toch.

zaterdag 9 november 2024

GERED?

Ik haal toch zò moeilijk adem vandaag. ’t Is zaterdag. Ik ben alleen en gelukkig. Ik hoef even niemand te woord te staan. Hoop ik. Ik sta op de galerij m’n ramen te zemen. Raar, dat dat nog zo genoemd wordt. Want bij het schoonmaken van de ramen komt tegenwoordig geen zeem meer aan te pas. Bij mij althans niet.


Cas, een buurman, een mooie man van 84 jaar, staat plotseling voor mijn neus. ‘Jij bent tegenwoordig ook altijd in je keuken bezig’. Nu toch duidelijk niet. Maar ... hij heeft wel gelijk. Ik ben al die nieuwe apparaten aan het uitproberen. Bakken, blenderen en bevriezen.

Cas weet niet dat er bij mij een lief diertje, bewusteloos op de keukenvloer ligt. Dat hoef hij ook niet te weten en dat kan hij ook niet weten. Het is mijn kleine hamsterpoppetje. Helemaal gedachteloos zet ik de emmer, half vol met water op haar broze lichaampje: een schril, paniekerig piepje. Geschrokken til ik de emmer vlug op … daar ligt ze dan. Ik realiseer me dan nog niets van de ernst van de situatie. Ze was blijkbaar uit haar kooitje ontsnapt. Mijn eigen stomme schuld, want ik had het dakdeurtje van haar kooitje open laten staan. Ze is buiten bewustzijn maar ... ze gaat het wel redden, denk ik, hoop ik.

Ik ga dan aan de slag met ramen zemen, brood kneden, stofzuigen en de wc schoonmaken. Dat laatste moet zeker gebeuren, want ik heb het idee, dat niet iedereen, die bij mij thuis komt, graag van mijn wc gebruik maakt. De een ziet nu eenmaal meer viezigheid en vunzigheid dan de ander. Ik maak die wc elke week één keer goed schoon met Dasty van de Wibra, waarvan ik iedereen hier in de buurt hoor zeggen, dat het alle vieze vettigheid grondig wegwerkt. Daar vertrouw ik dan maar op.

Mijn gedachten dwalen toch steeds weer af naar dat kleine kwetsbare schatje van me. Als ik klaar ben met mijn huishoudelijke werk zie ik weer iets bewegen aan haar. Ze voelt ook weer wat warmer aan. Dan breng ik haar snuitje dicht bij mijn mond en blaas er heel zachtjes wat lucht tegen aan ... en wonder, boven wonder komt die kleine schattebout weer tot leven. Heel voorzichtig leg ik haar in haar eigen hoekje op haar strootjes. Mijn lieve schatje gaat het redden! Daar ben ik helemaal niet bang voor.

vrijdag 8 november 2024

VIES RUIKEN.

’t Was al meer dan een jaar geleden dat ik Annemarie(58) gezien had. We liepen elkaar tegen het lijf voor de ingang van het bejaardenhuis waar ik woon.


‘Hoi, Jos woon jij ook hier? Ik heb je hier nog nooit gezien. Een vriendin van me woont hier. Eens in de zoveel tijd gaan we bij elkaar op de koffie’.

‘Bij wie?’ vraag ik. Brutaal.

‘Ga je niks aan,’ zegt ze. ‘Nee hoor, geintje: bij Tiny, op de vijfde. Ik ken haar van de tennis en van de honden. We zien elkaar vaak bij de hondenuitlaat.’

Annemarie is een mooie verschijning. Leuke (voornamelijk zwarte) kleding en jeugdig, lang (geblondeerd) haar. Een enkele keer als we elkaar in het winkelcentrum zien, praten we wat. Over haar zoon (24), die het goed maakt. Hij is in de leer bij een slager in Chicago. Vervolgens gaat het gesprek onwillekeurig over haar ex. Tsja, het wordt nu bijna tien jaar. Hij is 49 als hij besluit weer bij zijn oude moeder te gaan wonen. Twee portieken verder, nota bene … en never, never contact!! Hoezo?? ‘Omdat hij niet om kan gaan met haar overgang.‘ Welke man heeft er nu last van de overgang? Neen, er moet meer gespeeld hebben.

Ik kom haar tegenwoordig, heel af en toe wel eens tegen als ze haar hond, Narda, uitlaat. Narda is een rustige zwarte Retriever. Ver van huis gaat Annemarie nooit. Ze loopt hooguit een rondje van een kilometer rondom haar huis. Narda wordt ook een dagje ouder. ‘Met het klimmen der jaren wordt ze logischerwijs trager, dikker en ook gaat ze steeds meer ‘vies ruiken’, aldus Annemarie. Hetzelfde had haar man ook wel eens over Annemarie gezegd, in een kwaaie bui.

Vandaag loop ik met mijn boodschappenkarretje vol ‘zaterdagboodschappen’ van de Jumbo naar buiten. Hoor ik opeens: ’Jos, Jos, oehoe, Jos, is dat van jou?’ ’t Is Annemarie, die wijst naar een groot pak wc-papier, dat op straat uit elkaar gevallen is. ‘Is dat van jou, Jos?’ Mijn twaalf rollen pleepapier tolden over straat. Ik raap ze zo vlug mogelijk op. Godzijdank had Annemarie nog een leeg plastic Jumbotasje bij zich. Anders had ik daar zeker vijf rollen moeten achterlaten. Fijn dat ze me even helpt met oprapen.

Voordat Annemarie ‘Tot ziens, Jos’ zegt en wegstapt , fluistert ze in mijn oor dat ze Narda moest laten inslapen en dat ze nu helemaal alleen is.

donderdag 7 november 2024

VERKNOCHT.

Hij tekende een auto op een stuk papier, zoals een kind van een jaar of zes dat zou doen. Gezien van opzij, met twee wielen, een uitlaat. Het hoofd met hoed van de chauffeur ‘en profile’. ‘De chauffeur, die man met die grote baard was ik’, had Teun gezegd, toen hij nog sprak, ‘dan hoefde ik tenminste het stuur niet te tekenen’. Een oude zwarte Citroën, moest het voorstellen geen ‘Lelijk eendje’ maar zo’n dure zwarte moest het voorstellen.


Teun heeft nooit een baard en ook nooit zo’n dure Citroën gehad. Hij had er best wel het geld voor maar er was eigenlijk nooit interesse bij hem geweest voor auto’s. En dat is toch wel het minste wat er moet wezen: een klein beetje affiniteit tussen de man en zijn auto. Hoe die auto er ook uit ziet. Hij heeft het er nooit met zoveel woorden over gehad, hoor, maar misschien waren zijn kinderlijke autotekeningen toch een soort zoektocht naar die verbinding. Tientallen tekeningen bleek hij gemaakt te hebben, van diverse Franse automerken: Renault, Citroën, Simca en Peugeot. En van die merken dan de duurdere modellen.

Hij was altijd dol geweest op tweewielers. Zijn allereerste stepje, (dat was nou toevallig net een driewieler) zo’n ongemakkelijk houten onding … nou, daar heeft Teun als kleuter wat op afgeracet ... op de stoep voor de deur … tussen de kruidenier op de ene hoek en het boekwinkeltje op de andere. Later kreeg hij die rode step op luchtbanden waarmee hij heen en weer naar school ging.

Vanaf zijn tiende deed hij alles op de fiets. Naar school, naar de voetbalclub, z’n krantenwijk en de boodschappen voor zijn moeder en z’n tante Lenie.

Hij was tweeëntwintig toen hij begon over ‘rijlessen’. Niet over een bepaald soort auto, neen, alleen maar over leren rijden. Eerst de theorie natuurlijk en dan: het verkeer in. En het ging hem ‘voor de wind’ met dat rijden. Hij nam lessen bij een rijschool die uitsluitend met ‘Lelijke Eendjes’ leste. Typisch, hè? Hij slaagde in een keer. Na 15 lessen.

En nadien: geen kilometer meer gereden. Noch in een auto van zichzelf noch die van een ander. Over het waarom deed hij het zwijgen toe … en tekenen deed hij helaas ook nooit meer, anders had hij zich zó nog kunnen uiten.

Aan fietsen is Teun tot op het laatst verknocht geweest.

woensdag 6 november 2024

STEEDS RECHTSER.

In steeds meer landen kiezen mensen voor (ultra)rechtse politieke partijen. Vandaag krijg ik te horen, dat de kiesgerechtigden van de Verenigde Staten, een van de grootste wereldmachten, vrijwillig stemmen op de Republikeinse presidentskandidaat Trump. Een man die zich gedraagt als een potentiële dictator en zijn land in de tijd terug dreigt te werpen.

Hoe kunnen weldenkende mensen op zo iemand stemmen? Hij toont zich xenofoob, is tegen abortus, pro-Poetin, anti-NAVO, en anti-lhbti. Hij wil migranten deporteren en verzet zich tegen gendergelijkheid, vrouwenrechten en de rechten van trans- en homoseksuelen.

Hoezo weldenkend? Laten Amerikaanse kiezers zich wel leiden door weloverwogen keuzes? Zijn ze vergeten dat Trump, vier jaar geleden toen de Democraat Joe Biden de verkiezingen won, een staatsgreep probeerde te plegen, omdat hij de uitslag niet wenste te accepteren?

Niet alleen de Verenigde Staten, maar ook landen als Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Spanje, Polen, Zweden, Italië, Oostenrijk, Georgië, Servië, Hongarije, Moldavië en Argentinië bewegen zich sterk naar (ultra-)rechts. Verontrustend.

Ik beschouw mezelf als sociaal, humaan. Ben lid van de SP. Ik vind het leven in Nederland moeilijk onder een regiem dat steeds minder kiest voor medemenselijkheid. De rechtsstaat wordt aangetast en het eigen volk komt bij deze regering altijd op de eerste plaats. Mededogen en hulp voor mensen in nood … in oorlog, bij hongersnood of klimaatrampen; het ìs er niet meer bij extreem-rechts.
De ultra-rechtse politici doen de kiezer allerlei beloftes om hun stemmen te winnen, maar ze komen die beloftes nooit na.
Ik hoop dat de kiezers die rechts gestemd hebben, de valse beloftes zullen doorzien en de ‘veel belovende’ politici uiteindelijk zullen afstraffen.

dinsdag 5 november 2024

WIE ANDERS?

Ik ben helemaal in de war als ik wakker word. Heb raar gedroomd. Waarover weet ik niet eens meer. Maar die paar haren van mij zijn drijfnat en … ik heb in mijn bed gepiest. Godverdomme. Alweer! Een paar maanden terug óók al. Toen was het nog een lekker temperatuurtje, half april. Ik had mijn hoeslaken, mijn dekbed en mijn dekbedovertrek onder gezeken. Godzijdank had ik er toen al een waterdicht laken onder liggen. Moest ik met dat dekbed naar de stomerij. Zeventien euro kostte dat grapje nog. Moet ook niet elke nacht gebeuren.


Deze keer is de schade beperkt gebleven. Ik had in mijn onderbroek liggen pitten. Alleen mijn onderbroek en het hoeslaken moeten dus gewassen worden. Die kan ik net zo goed in mijn eigen wasmachine proppen. Lekker zeg! Om zo oud te worden.

In het donker, met die natte troep op weg naar de wasmachine struikel ik in het halletje bij de douche ergens over. Het blijkt mijn bureaustoel te wezen. Die staat daar normaal op zijn vier pootjes. Ik val met mijn buik op een van die stoelpoten. Gelukkig dat ìk niet zwanger ben, denk ik. Wat is dat voor een stomme gedachte, zeg! Dat kàn toch ook helemaal niet, ik kàn toch als man helemaal niet zwanger worden. Maar … waar die associatie vandaan komt weet ik wel, hoor.

Mijn moeder was zeven maanden zwanger van mijn broertje. Toen viel ze met haar buik op een stoelpoot ... daarop kreeg ze een miskraam en dat broertje van me kwam toen geestelijk gestoord op de wereld. Door die stoelpoot natuurlijk.

Als ik het licht aan heb, kan ik mijn ogen haast niet geloven. Boeken zijn uit de kasten gerukt en over de woonkamervloer gegooid. Planten zijn omgegooid. Zelfs de grote stekelige christusdoorn. De toiletborstel ligt naast de vernielde borstelhouder op de wasmachine. Handdoeken zijn her en der in de badkamer neergekwakt. ’t Is een afschuwelijke puinhoop.

Mijn voeten doen pijn. Ze bloeden. Vooral mijn rechtervoet. Ik ben rechts. Mijn voeten zitten vol met van die gemene christusdoorn-naalden. Die plant heb ik waarschijnlijk zelf omgetrapt … misschien heb ik die héle rotzooi hier wel zelf aangericht in mijn slaap?

Ja, wie anders?

maandag 4 november 2024

VERRASSENDE WINNAAR.

Het was geen drie maal scheepsrecht voor Leo de Boer maar uiteindelijk leverde de vierde keer hem het gewenste succes op: heel verrassend greep hij de zege in de marathon van New York. Leo de Boer, de Nederlandse winnaar liep een droomtocht door New York.


Ogenschijnlijk komt Leo zo fris als een hoentje over de finish in Central Park: 2.07.39.De allereerste keer dat hij hier liep rekende hij zichzelf al tot de potentiële winnaars. Verder dan een derde plaats wist hij toen niet te komen.

Vaak zat het hem tegen, kramp, last van zijn hamstrings, maagklachten. Ook de stad New York vond Leo maar niks. Te druk, te veel lawaai. Maar eens moest het toch eens lukken. Een ton kon Leo, met tranen in zijn ogen, meenemen naar Nederland.

Een vreemde ervaring voor hem was de geringe publieke belangstelling in die eerste kilometers. Naar mate de loop vorderde nam dat snel toe. Het stijgingspercentage gaat langzamerhand omhoog; het gaat harder waaien. Alle favorieten blijven echter bij elkaar. Leo zorgt er wel voor dat hij voorop loopt.
Zo tegen de twaalfde kilometer, in de buurt van de Verrozzano-brug, demarreren enkele lopers, maar Leo haalt hoogstpersoonlijk de vluchters terug.

De marathon is halverwege: bij de Queensboro-brug. Daar wordt om raadselachtige redenen altijd wat harder gelopen. De vorige drie keer moest Leo hier afhaken. De kopgroep blijft intact. De Keniaan Evans Chebet probeert, tevergeefs, een gaatje te slaan.
Een hels lawaai klinkt op bij de entree van Manhattan. De atleten worden hier enthousiast aangemoedigd. Alléén gaat het Leo hier beslist niet lukken. Hij is aangewezen op andere lopers voor een goed resultaat. Hij zit in een groepje met Tola, Chebeten en zijn eigen teamgenoot Geoffrey Kamworor. Nog geen spoor van vermoeidheid zichtbaar op Leo’s gezicht. Een podiumplek lonkt nu.
Leo’s ervaring is dat hier in Manhattan, kort voor de finish, de beslissing valt. Rond kilometer 38 slokt het park de lopers op. Als hij tot kilometer 36 bij kan blijven, maakt Leo kans op de overwinning.
Hij eindigt als nummer één. Zó onwijs fris: ‘Het lijkt of Leo niet eens hoeft te ademen’.



Kort na het ter perse gaan van dit verslag maakt de organisatie van New York Marathon bekend dat Leo de Boer de schuilnaam is van de Nederlandse atleet: Abdi Nageeye. Ter wille van zijn veiligheid wilde de uiteindelijke winnaar niet te tracken zijn.

zondag 3 november 2024

SPAANS BENAUWD.

Ik bewonder de duizenden Spanjaarden, die naar het noodgebied in Spanje gaan om hun door de watersnood gedupeerde landgenoten te helpen. Gewapend met waterpompen, scheppen, bezems, trekkers, stoffers, blikken en weet ik veel wat nog meer gaan ze aan de slag.


Het klinkt wat minnetjes maar ik zie het ons, Nederlanders, niet zo gauw doen ... dat helpen. Sterker nog: wij gaan zoiets nóóit doen! Denk maar eens aan de overstroming van het mini-riviertje de Geul in Zuid Limburg een paar jaar terug. We … ja … ook ik, heb geen poot uitgestoken. Onderuitgezakt voor de tv, heb ik zitten kijken hoe die Limburgers radeloos stonden te gebaren en zich beklaagden over hun ellende. Al wèèr kregen ze een enorme waterzooi te verstouwen in en om hun woonomgeving.

Het is dus totaal niet bij me op gekomen om voor die lui een handje uit de mouwen te steken. Bij de gedachte alleen al, krijg ik het Spaans benauwd.

Echt schuldig voel ik me er ook weer niet over, want ik denk maar zo:

‘Ze zullen er vast wel voor verzekerd zijn.’

‘De overheid gaat daar vast wel met materieel en manschappen op inspringen.’

’Hoezo wordt daar nog steeds gewoond? Het water ligt immers constant dreigend op de loer’.


De overstromings-items op het NOS-journaal over die ramp gaan me al snel de keel uithangen. Langer dan een minuut houd ik dat gemekker niet vol. Dan schakel ik over naar iets komisch of zo op de commerciëlen, … ja, ik laat echt mijn avond niet bederven.

Hé, wat zien ik? Sensatie? Een extra journaal. De koning van Spanje bezoekt het rampgebied. Hij is alleen zo simpel geweest om zijn hulpgereedschap in zijn paleis te laten liggen. Niet gekomen om zijn handjes laten wapperen blijkbaar. Dus, logisch, wordt hij door gedupeerden gestenigd en beblubberd. Eigen schuld, dikke bult.

Om te voorkomen dat hij wordt doodgegooid, vormt de koning heel slim een knuffelbuffer met enkele gedupeerden.

zaterdag 2 november 2024

XENOFOBIE.

De laatste tijd wordt het er niet beter op in ons bejaardentehuis. Veel verhuizingen … en er komen steeds meer mensen met een ander kleurtje voor terug. Dat geeft nogal wat onrust. Het lijkt af en toe wel oorlog. Maar zo ver zal het echt niet komen. Zo optimistisch kijken we daar ook wel weer tegen aan. Voor ons gebied geldt immers nog steeds een permanente ‘lockdown’.


Het gaat zeker wel schelen als we hier een een fascistisch bestuur krijgen. Dan komt het hier weer vol met blanken ... minder criminaliteit ook ... en onze vrouwen gaan zich weer wat meer op hun gemak voelen. Dat bestuur zal dan ook een veilig, rustig, blank uitgaans- en winkelgebied voor ons ontwerpen en realiseren..

Overdreven?! Dit gaat gebeuren als de ultra-rechtsen bij de komende verkiezingen nog groter worden. Dan krijgen we een racistische toekomst. Mensen met een kleurtje moeten hier dan wegwezen. Zo krijgen wij blanken dan weer voldoende woningen voor ons eigen.
Mensen van kleur, die nog in ons gebied wonen, kunnen gratis gedeporteerd worden naar Zeeland alwaar ze gehuisvest worden in geïmproviseerde tentenkampen.

Het goede en nieuwe perspectief is de blanke dominantie, de rust, de veiligheid, de stabiliteit. We zijn dan weer met blanke mensen onder mekaar en dat geeft ons rust … niet alleen ons, ook voor de kleurrijke mens zelf, gloort die rust.

Straks zijn zij immers ook weer terug in hun eigen omgeving. Dat is voor hun toch stukken prettiger dan leven in Zuid-Holland. Daar worden ze toch alleen maar door iedereen met de nek aangekeken.

Inmiddels hebben we een projectorganisatie opgetuigd om ‘dat, wat gaat komen’ in goede banen te leiden: onze bestuursleden zijn: Geert Wilders en Thierry Baudet. Onze voorzitter wordt Marjolein Faber.

vrijdag 1 november 2024

OPGEZETTE VOGELS.

Het gaat best goed met Toon (78). ‘t Is stil bij hem thuis. Sinds zijn vrouw is overleden, slaapt hij alleen niet zo best. Hij valt meestal binnen een kwartier in slaap maar na anderhalf uur, midden in de nacht, ligt hij weer klaarwakker.


We lopen samen op in de richting van de markt.

Ook al schrikt hij midden in de nacht wakker, toch gaat hij er uit, zet een kopje thee en beluistert een cd. Maar slapen, lukt niet meer.

Het is wat ongewoon. Zo midden in de nacht. Meestal slààp ik dan ook nog. Anders zou ik (74) hem gewoon bij mij thuis uitnodigen voor een slaapmutsje. Why not?

't Is of hij mijn gedachten kan lezen ... hij vraagt mìj op de koffie. Op een christelijke tijd: vanavond om half acht. Hij gaat straks gelijk twee tompoezen kopen.

Toon woont op de achtste, dat weet ik zeker. Op welk nummer precies, weet ik niet meer. Was het 842 of 844? Op goed geluk bel ik aan op 842. Het duurt nogal lang voor er wordt open gedaan. Hier hebben ze vast niet op bezoek gerekend. Aarzelend gaat de deur open. Door het allerkleinste kiertje word ik bekeken. Ik word kennelijk vertrouwd. Zij doet glimlachend de deur verder open.

‘Dag mevrouw, Ik heb afgesproken met Toon’. Zij blijft glimlachen. ‘Toon: een lange man … een kop groter dan ik’, wijs ik aan met hand een stuk boven mijn hoofd.

Oh Jezus, zou ik dan op het verkeerde adres hebben aangebeld?
‘Toon heeft zo’n klein grijs sikje, net als ik,’ wijs ik weer. Ze blijft me vriendelijk aankijken en schudt van nee.
‘Toon woont in het huis hiernaast, op nummer 844’.

‘Oh, sorry, mevrouw, nogmaals sorry’.

‘Geeft niet, hoor meneer’.

Klokslag half acht sta ik bij Toon voor de deur. Ik word heel vriendelijk onthaald en krijg een rondleiding langs de grappige verzamelingen van hem en zijn overleden vrouw. Een verzameling marionetten. Dinky toys. Opgezette zangvogels, groot en klein, uit alle windstreken … in een iets te krappe vitrine. Met zo’n verzameling vogels in huis, zou ik, denk ik, ook niet zo lekker door kunnen slapen.

De tijd bij Toon gaat verrassend snel voorbij. Om tien over half acht zitten we al aan de tompoezen.