Hij tekende een auto op een stuk papier, zoals een kind van een jaar of zes dat zou doen. Gezien van opzij, met twee wielen, een uitlaat. Het hoofd met hoed van de chauffeur ‘en profile’. ‘De chauffeur, die man met die grote baard was ik’, had Teun gezegd, toen hij nog sprak, ‘dan hoefde ik tenminste het stuur niet te tekenen’. Een oude zwarte Citroën, moest het voorstellen geen ‘Lelijk eendje’ maar zo’n dure zwarte moest het voorstellen.
Teun heeft nooit een baard en ook nooit zo’n dure Citroën gehad. Hij had er best wel het geld voor maar er was eigenlijk nooit interesse bij hem geweest voor auto’s. En dat is toch wel het minste wat er moet wezen: een klein beetje affiniteit tussen de man en zijn auto. Hoe die auto er ook uit ziet. Hij heeft het er nooit met zoveel woorden over gehad, hoor, maar misschien waren zijn kinderlijke autotekeningen toch een soort zoektocht naar die verbinding. Tientallen tekeningen bleek hij gemaakt te hebben, van diverse Franse automerken: Renault, Citroën, Simca en Peugeot. En van die merken dan de duurdere modellen.
Hij was altijd dol geweest op tweewielers. Zijn allereerste stepje, (dat was nou toevallig net een driewieler) zo’n ongemakkelijk houten onding … nou, daar heeft Teun als kleuter wat op afgeracet ... op de stoep voor de deur … tussen de kruidenier op de ene hoek en het boekwinkeltje op de andere. Later kreeg hij die rode step op luchtbanden waarmee hij heen en weer naar school ging.
Vanaf zijn tiende deed hij alles op de fiets. Naar school, naar de voetbalclub, z’n krantenwijk en de boodschappen voor zijn moeder en z’n tante Lenie.
Hij was tweeëntwintig toen hij begon over ‘rijlessen’. Niet over een bepaald soort auto, neen, alleen maar over leren rijden. Eerst de theorie natuurlijk en dan: het verkeer in. En het ging hem ‘voor de wind’ met dat rijden. Hij nam lessen bij een rijschool die uitsluitend met ‘Lelijke Eendjes’ leste. Typisch, hè? Hij slaagde in een keer. Na 15 lessen.
En nadien: geen kilometer meer gereden. Noch in een auto van zichzelf noch die van een ander. Over het waarom deed hij het zwijgen toe … en tekenen deed hij helaas ook nooit meer, anders had hij zich zó nog kunnen uiten.
Aan fietsen is Teun tot op het laatst verknocht geweest.