Ik bewonder de duizenden Spanjaarden, die naar het noodgebied in Spanje gaan om hun door de watersnood gedupeerde landgenoten te helpen. Gewapend met waterpompen, scheppen, bezems, trekkers, stoffers, blikken en weet ik veel wat nog meer gaan ze aan de slag.
Het klinkt wat minnetjes maar ik zie het ons, Nederlanders, niet zo gauw doen ... dat helpen. Sterker nog: wij gaan zoiets nóóit doen! Denk maar eens aan de overstroming van het mini-riviertje de Geul in Zuid Limburg een paar jaar terug. We … ja … ook ik, heb geen poot uitgestoken. Onderuitgezakt voor de tv, heb ik zitten kijken hoe die Limburgers radeloos stonden te gebaren en zich beklaagden over hun ellende. Al wèèr kregen ze een enorme waterzooi te verstouwen in en om hun woonomgeving.
Het is dus totaal niet bij me op gekomen om voor die lui een handje uit de mouwen te steken. Bij de gedachte alleen al, krijg ik het Spaans benauwd.
Echt schuldig voel ik me er ook weer niet over, want ik denk maar zo:
‘Ze zullen er vast wel voor verzekerd zijn.’
‘De overheid gaat daar vast wel met materieel en manschappen op inspringen.’
’Hoezo wordt daar nog steeds gewoond? Het water ligt immers constant dreigend op de loer’.
De overstromings-items op het NOS-journaal over die ramp gaan me al snel de keel uithangen. Langer dan een minuut houd ik dat gemekker niet vol. Dan schakel ik over naar iets komisch of zo op de commerciëlen, … ja, ik laat echt mijn avond niet bederven.
Hé, wat zien ik? Sensatie? Een extra journaal. De koning van Spanje bezoekt het rampgebied. Hij is alleen zo simpel geweest om zijn hulpgereedschap in zijn paleis te laten liggen. Niet gekomen om zijn handjes laten wapperen blijkbaar. Dus, logisch, wordt hij door gedupeerden gestenigd en beblubberd. Eigen schuld, dikke bult.
Om te voorkomen dat hij wordt doodgegooid, vormt de koning heel slim een knuffelbuffer met enkele gedupeerden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten