woensdag 20 november 2024

HAGEL.

 Toen ik vanmorgen naar de gym ging was het haast winters koud maar wel droog. Op de gym heb ik eerst even zitten ‘handfietsen’. Niks bijzonders hoor: je trapt op zo’n fiets met je handen. Iets wat ik op mijn eigen fiets nooit zou doen. Nee, want dan heb ik mijn handen hard nodig om te remmen en te bellen. Toen ik nog een jonge knul was, fietste ik regelmatig zònder handen. Dat durf ik nu niet meer, behalve dan op de gym.


Ik heb kouwe handen. Vooral die rechterhand is koud. Altijd maar die rechterhand. Dat komt door een beschadigde zenuw. Tegelijk met toen ik, bijna tien jaar geleden mijn schouder brak, werd de zenuw voor de verwarming van mijn rechterhand beschadigd. Ze hebben me destijds in het ziekenhuis precies uitgelegd hoe dat nou precies zat maar dat ben ik vergeten.

Er vallen, nu ik aan het roeien ben, hagelstenen, veel en groot. Ik zit binnen, in de gym. Daar reageert die rechterschouder van mij onmiddellijk op, hè. Op die hagel. Ook al zit ik binnen. Daar is niks aan te doen. Ja, okee, een handschoen zou ik aan kunnen trekken … wel een beetje raar, in de gym met één handschoen aan gaan zitten roeien … en bovendien … straks, thuis, ga ik zitten typen, dat lukt helemaal niet met een handschoen aan … dan druk ik steeds twee toetsen tegelijk in met rechts, nee, hou op zeg, dat schiet niet op.

In gevoelstemperatuur scheelt het toch al gauw twee graden. Links of rechts. Ja, dan krijg ik natuurlijk gelijk weer van elke willekeurige vrouw te horen: ‘Als het weer niet een vent is die zit te huilebalken over zijn kouwe handjes. Mannen maken dat soort wissewasjes altijd zo veel groter. Ons vrouwen hoor je niet bij dat soort onbenulligheden. Wij verbijten dat soort ongemak.’

Het enige wat ik daar tegenin kan brengen is dat die rechterhand van mij altijd héél koud aanvoelt een paar dagen voordat ik ongesteld moet worden. Maar daar trapt natuurlijk niemand in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten