Posts tonen met het label kammen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kammen. Alle posts tonen

maandag 11 november 2024

BUREN.

De deur van de flat schuift open zodat ik naar buiten kan. Uit mijn linkerooghoek, zie ik twee buren zitten in de hal. Meestal zitten daar twee bewoners te wachten op hun ’bussie’, dat eigenlijk ‘zó moet komen’. In feite is alleen zij, die daar zit, een bewoner hij is de latrelatie van haar. Die lat duurt nu een jaar of twee. ’t Is een raar koppel. Hij is het type ‘halve gare’ zij is meer ‘beetje zielig maar … laat haar maar schuiven!’. Ja, ‘ t klinkt raar maar ik kan het nu even niet anders uitdrukken. Ze komen een enkele keer wel eens samen bij mij aan de deur voor het een of ander. ‘Mijn fietsband staat helemaal leeg,’ bromt ze, ‘wilt u hem oppompen in de berging beneden?’

‘Da’s toch niet zo moeilijk’, zeg ik, ’kejje dat zelf dan niet?’. Toen moest ze een beetje verlegen lachen. Die halve gare van haar zei toen: ‘Jaha, maar we hebben niet eh … geen pomp.’ Er zijn in onze bejaardenflat nòg 118 adressen waar ze een pomp zouden kunnen gaan vragen maar ze komen bij mij. Waarschijnlijk ben ik voor hen de laagst drempelige buur. Dat is wel iets om fier op te zijn.
Het zou overigens best kunnen, dat, als ze dit stukje lezen, ze niks meer met me te maken willen hebben. Ik hoef daar niet zo bang voor te zijn want ze kunnen allebei toch niet lezen. Dus…..

Ik ben nu in de frisse lucht. Uit mijn rechterooghoek zie ik buurman Aad (81) komen aanlopen. Zò had ik Aad nog niet eerder gezien. Een statige, knappe oude man. Mooie loophouding. Perfect gecoiffeerd. Goed gekleed. Vandaag oogt dat allemaal wat minder: dikke wallen onder zijn ogen, zijn haar staat alle kanten op, zijn tred is traag en hij loopt wat voorovergebogen. Dat is absoluut niks voor Aad. Ik loop even naar hem toe om hem nog wat beter te bekijken:
‘Zo te zien gaat het niet zo goed met jou, jongen’.
‘Nee. Ik ben vandaag zelfs vergeten mijn haar te kammen’.
Nou, hou je soepel, man. Sterkte verder vandaag.
Aad loopt naar de lift. Ik wandel kalm richting supermarkt.
In mijn hoofd hoor ik een stemmetje dat moeilijk doet : ‘Had je niet even wat langer bij Aad kunnen stilstaan … hem vragen of tie er over wil praten misschien.’

Te laat, zoals gewoonlijk.

zaterdag 27 januari 2024

OP WEG NAAR DE HEMEL (9)

‘Hè, toe!’ Riep ze uit. ‘We hebben geen tijd meer! Laat dat ding nou maar liggen! Stuur het maar met de post. Het is toch alleen maar weer een kam. Jij geeft haar altijd alleen maar kammen.’

‘En wat heb jij tegen kammen, als ik vragen mag?! Zei hij woedend omdat zij een keer haar plaats was vergeten.

‘Niets, lieverd, absoluut niets. Maar …..

‘Blijf jij hier!’ beval hij. Ik ga hem wel halen.

‘Maak dan voort, lieverd! O, maak alsjeblieft voort!’

Ze bleef zitten en wachtte en wachtte.

‘Chauffeur, hoe laat is het?’

De man keek op zijn polshorloge. ‘Bijna half tien, op mijn horloge.’

‘Kunnen we nu in een uur naar het vliegveld rijden? ’Dat zal net lukken. ’Op dat moment onwaarde mevrouw plotseling de punt van iets wits in de gleuf van de bank, aan de kant van waar haar man had gezeten. Ze stak haar hand uit en haalde een klein, in wit papier verpakt doosje tevoorschijn, en toen ze dat deed viel het haar op dat het stevig klem zat en behoorlijk diep, alsof iemand het er met zijn hand had ingepropt.

‘Ik heb het!’ riep ze uit. ‘Ik heb het gevonden! O hemel, en hij blijft boven natuurlijk zoeken tot hij een ons weegt! Vlug chauffeur – wilt u hem alstublieft even gaan roepen?’

De chauffeur, een man met een kleine opstandige, Ierse mond, was niet erg gecharmeerd van de situatie, maar hij stapte toch uit de auto en klom de stoep op naar de voordeur van het huis. Toen draaide hij zich om en kwam terug. ‘Deur zit op slot,’ kondigde hij aan. Hebbu een sleutel?

‘Ja, wacht even.’ Nee – ik ga zelf wel. Dat gaat vlugger. Ik weet waar hij is.’

Haastig stapte ze uit de auto en liep snel de stoep naar de voordeur op met de sleutel in haar hand. Ze stak de sleutel in het slot en stond op het punt hem om te draaien – en deed het niet. Haar hoofd ging omhoog en ze bleef volstrekt bewegingsloos staan, haar hele lichaam verstrakt in de haast om de sleutel om te draaien en het huis binnen te gaan, en wachtte – vijf, zes, zeven, acht, negen, tien seconden, wachtte ze. Zoals ze daar stond met haar hoofd achterover en met dat gespannen lichaam, was het net alsof ze op de herhaling wachtte van een geluid dat ze een ogenblik eerder ergens ver weg in huis had gehoord.

Ja – ze stond heel duidelijk te luisteren. Haar hele houding was er een van iemand die staat te luisteren. Het leek er zelfs op dat ze haar ene oor dichter en dichter bij de deur bracht. Nu lag het tegen de deur aan en ze bleef nog een paar seconden zo staan, hoofd omhoog, oor tegen de deur, sleutel in de hand, op het punt naar binnen te gaan, terwijl ze probeerde, zo leek het althans, de geluiden, die vaag vanaf die plek ergens in het hart van het huis tot haar doordrongen, te analyseren.