Posts tonen met het label druilerig. Alle posts tonen
Posts tonen met het label druilerig. Alle posts tonen

woensdag 27 november 2024

(SLAAP)DRONKEN.

Nog een beetje slaapdronken loop ik om 08.15 uur naar de gym. Het is nog donker. Druilerig. Ze racet me op haar fietsje voorbij. Zal wel te laat zijn. Mij heeft ze niet zien lopen. Als ze me wel had gezien, zou ze ‘Hoi!’ roepen. En dan kom ik vanzelf met: ‘Hey’.

Ik ben blij dat ze me niet gezien heeft, want anders blijft ze op me staan wachten daar voor de deur. Dan móét ik wat tegen haar zeggen. Normaal vind ik dat niet zo erg maar vandaag weet ik niks.

Zit niet lekker in mijn vel. Me eigen rotschuld natuurlijk: gisteren èn te laat naar bed èn te veel gezopen.
Ze heeft d’r fietsje in de fietsenstalling gezet. Ze rent naar binnen. Te laat.

Blij dat ze binnen is. Geen gespreksstof nodig. Als ze eenmaal binnen is dan is ze ook met hart en ziel binnen. Dan is het: hard werken. Èn hard zingen, hè! Elke ochtend wat anders, dat wel. Vanochtend hoor ik: ‘De Engelbewaarder’.


Als ik zo zwalk naar de ingang van de gym en even schuin naar boven kijk, zie ik zich uitslovende gestalten fietsen, lopen, gewicht heffen, alleen roeien kan ik net niet zien. Straks sta ik daar ook tussen … crossen denk ik.

Ik ben d’r bijna. Liever loop ik hier niet. Die lui daarboven houden mij hier stap voor stap in de gaten. Ik loop behoorlijk te zwalken. Heb liever niet dat ze me zo zien aankomen. Maar ja, ’t is nu te laat voor een andere route. Daar had ik ook eerder bij stil moeten staan.

Ongemerkt binnenkomen hier in de sportzaal is ‘not done’. Normaal gesproken, zeg ik, luid en duidelijk, op een niet zo bij mij passende, stoere toon: ‘Goede ochtend, dames en heren’. Maar vanochtend niet.

Zo onopvallend mogelijk sluip ik de zaal in en ga linea recta in een hoekje zitten ‘leg-pressen’. ‘Goedemorgen Jos’, klinkt het dan van alle kanten. Ik doe maar net of ik er niet ben.

vrijdag 24 juni 2022

EVEN IN BLIJDORP

Even in Blijdorp I 

Druilerig en  rond de achttien graden: ideaal voor een ochtendje dierentuin Blijdorp. Er is weinig toeloop en dan zijn de dieren juist het meest actief. Met een vrolijkmakend elan spettert en tettert het jonge olifantje in zijn ruime waterpoel. Ondeugend spuit hij andere olifanten en dierentuinbezoekers nat.“Leuk hè, die olifantjes, Jacco?”, die op mamma’s bovenbeen zit. Maar peuter Jacco heeft alleen maar oog voor het kleuterklasje even verderop. Hoe de kinderen praten,  tegen elkaar opbotsen, snoepen,  lachen, gillen, wijzen, springen, Jacco lijkt niets te ontgaan.‘Vind je het leuk, Jacco?’ vraagt mamma, die zelf helemaal in de ban is van het olifantje. Ja, knikt hij enthousiast. Hij vindt het geweldig.

 

Even in Blijdorp II

 Een endje verderop loopt de tijger zijn rondjes……..in zijn namaakjungle; een gepantserde glaswand van drie  hoog bij vijf breed scheidt tijger en bezoeker van elkaar. De tijger heeft er blijkbaar ineens lol zin in om vlak langs de glasplaat heen en weer te lopen. Petertje loopt aan de bezoekerskant in het temp van de tijger mee. Stopt als de tijger stopt. De tijger stopt als   Peterje stopt. Hij en de tijger maken geen geluid. Petertje kijkt niet op of om. Is één met de tijger.

‘Kom Peter, kom’, … maar hij hoort niets of wil niets horen  … en als zijn moeder hem bij zijn arm beetpakt , rukt hij zich gelijk weer los.

 

Even in Blijdorp III

 

Het terras staat er nog net zo bij als eind gistermiddag.  De tafels en stoelen zijn smerig en zeiknat van de regen van vannacht. Die regen is niet voldoende geweest om de vogelpoep van het terrasmeubilair af te spoelen.

Heel even laat ik mijn koffie onbewaakt achter … wat servetjes halen om mijn tafel schoon te maken. Vogels lusten geen koffie, godzijdank. Anders had ik inmiddels geen koffie meer gehad. Spreeuwen, kauwen, kraaien, merels, meeuwen, duiven staan hier in tientallen klaar om jacht te maken op elke koekkruimel.

‘Dit is natuurlijk wèl de dierentuin’, zeg ik bij mezelf. Toch jaag ik die brutale meeuwen weg.  Bijna snaaien ze mijn boterham met kaas, met plastic zakje en al.

Aan het tafeltje naast mij zit een inburgeringsklasje, 6 vrouwen, drie  kinderen, waarschijnlijk alle drie van één moeder … volgens mij is het een drieling. Ik geef een servetje aan een van de dames. Haar stoel is vies. Ze pakt het servetje aan, maakt haar stoel schoon, legt haar jas op de zitting en ploft neer op de stoel.