zaterdag 28 september 2024

BLENDEREN.

 Dora, een vriendin, leende me haar blender. Zomaar. Ik had nergens om gevraagd.


’Echt iets voor jou, Jos. De lekkerste drankjes maak je daar mee’. Dora en ik kennen elkaar van de bios. Zij is ook lid van Cineville. Daarmee kan je voor 22,50 zo veel films zien als je maar wilt. We zien elkaar onregelmatig in bios Kino, Gouvernestraat. Zij woont daar vlakbij.

We eten samen. Babbelen over muziek, politiek en seks. De eerste film die we samen zagen was Turks Fruit. Onze partners waren er toen ook nog bij. Die zijn al een eeuwigheid uit beeld.

Tot die blender in mijn leven kwam, stond er alleen een handmatig sinaasappelpersje in mijn keuken. Dora had het goed gezien. Ik sloeg gelijk aan het blenderen. Eerst fruit kopen natuurlijk. Tientallen sinaasappels, kilo’s pruimen, perziken, dozen aardbeien, frambozen, aal- en bosbessen.

Op een gegeven moment had ik wel zeven liter smoothies bij elkaar geblenderd. Moest er toen even mee stoppen. Was wat te obsessief bezig geweest. Ook echt iets voor mij, trouwens! Ik gaf Dora die blender terug. Ging er in die ingelaste stop zelf een kopen.

Ik kocht er een van 17,99. Bijna voor niks. Vederlicht, geheel van kunststof. Bij de Action. Ik testte mijn eerste eigen blender met, stukjes peer, kiwi, galia meloen en een scheut (zelf gekochte) sinaasappelsap. In totaal anderhalve kilo. Binnen de toegestane tijd (3 minuten) was het fruit geblenderd. Het water liep me in de mond. Om de drank over te gieten in een glas, draaide ik de kan los ... en als diarree stortte m’n smoothie van onderen uit de kan, het aanrecht op. De smurrie verdween onder de waterkoker, de Senseo, de afwasborstel, de flacon Dreft, de handcleaner en de blender zelf.

Toen ik de boel weer schoon had, bracht ik het apparaat terug naar de Action. Ik kreeg onmiddellijk mijn geld terug. Alsof ze op me hadden zitten wachten. Goedkoop ... duurkoop.

Vanmiddag heb ik bij MediaMarkt, in de stad, een andere blender gescoord. EenTefal ( A-merk) voor honderdtien euro.

Gelijk even naar de markt gegaan … was toch in de buurt ... kocht daar een kist mango’s (9 stuks) voor slechts 3 euro … (goedkoop ... is …?) … ‘fucking’ zwaar sjouwen!’ Het was de moeite waard. Zowel mango’s als blender: prima-de-luxe.

vrijdag 27 september 2024

ZONDER BENEN.

Ik sta met mijn twee kleindochtertjes van vier en vijf, bij Capri, onze ijsboer. Likkebaardend kiezen mijn schatjes hun lekkerste twee bolletjes uit.


‘Ga maar even aan dat tafeltje zitten,’ wijs ik, terwijl ik mijn eigen lievelingsijsje bestel: een oubliehoorn met drie citroenbolletjes. Moet ik in totaal tien euro voor afrekenen. Wat is ijs gvd teringduur tegenwoordig. Excusez le mot.

Die kleine dametjes zitten zó lekker te smullen. Zó kan je alleen je eigen kleindochtertjes maar zien smullen. Ik ga bij ze zitten. Rianne, de oudste, zit te staren naar iets achter me. Ada, de jongste kijkt ook met grote ogen die kant op. Ze zeggen niks. Kijken alleen maar. Likken gewoon door. Werpen af en toe een blik naar elkaar.

Ik wil nou ook wel eens weten wat daar achter me zo interessant is. Voorzichtig kijk ik. Daar zit een tamelijk jonge obesitas-vrouw, zonder benen, in een rolstoel. Zij heeft een blote jurk aan waarvan ze de onderkant in haar kruis heeft gepropt.

Het zweet breekt mij uit. ‘Laat ze alsjeblieft niks zeggen’, bid ik zowat. Tegelijk vrees ik het ergste. Dat gaan ze toch zeker niet doen, hè?

‘Ik vind citroen het lekkerste … en jullie?’ probeer ik. Ze reageren geen van beiden. Ze blijven staren.
Ada kijkt me aan, Rianne nu ook. Ik vind het allemaal prima. Laat ze maar lekker kijken. Zolang ze hun mond maar houden. ‘Houd je ijsje boven de tafel, lievertjes, anders druipt het ijsje straks op je mooie jurk en dan krijgt opa van mama op zijn kop’. Ze kijken elkaar aan.

En opeens springt die kleine Ada van haar stoel: ‘Opa, opa, kijk!’ Al wijzend loopt ze op de gehandicapte vrouw af: ‘Opa, opa, kijk ….’. Neen hè …. ik kan wel door de grond zakken. ‘Opa, kijk dan’ , zegt Ada …. ‘die mevrouw heeft ook een ijsje’.



Met veel dank aan Stefan Kok.

donderdag 26 september 2024

MEXICO.

In het buurthuis, waar ik lange tijd vrijwilliger was, hoorde ik een 60-plus-dame tegen Karin, de vrijwilligerscoördinator zeggen: ‘Oh nee, ik ga vrijdag absoluut niet ‘de Engelbewaarder’ karaoken, dat vind ik zo’n zielig nummer’.


‘Nouwou’, bemoeide ik me er mee, ’dan doe je toch iets van Doe Maar: ‘lekker jeugdig!’. ‘Jaaaaa, leuk! kirden de dames. En alsof ze al jaren een popduo vormden zongen ze spontaan en woordelijk ’Sinds een dag of twee’.

Karin vroeg me toen gelijk of ik vrijdag ook mee wilde doen aan de karaoke in het buurthuis. Alleen al van het wòòrd ‘karaoke’ werd ik een beetje eng. Ik zag me daar al voor paal staan, door mijn knieën gezakt, gebogen ruggetje, met een microfoon in mijn hoofd, voor een groot scherm waarop Bob Dylan ‘Blowin’ in the wind’ NIET zingt, maar dat zingen overlaat aan mij. Regel voor regel sta ik een supersong te verkrachten.

‘No way, Karin, voor mij geen karaoke … zò sullig … zò onbenullig’.
‘Hé, kom op, Jos, kom eens uit je comfort-zone. Je kan er toch ook een showtje van maken?!’
‘Uit mijn comfort-zone? Ik ben altijd al uit mijn comfort-zone, Karin’. In feite is ‘uit mijn comfort-zone’ mijn normale stand. ‘Maar goed, ik zal er nog eens over denken’, zei ik. Maar ik wist: playback is gewoon meer mijn ding.

Niet geheel toevallig kwam ‘s avonds Verpleeghuis Zorglust (in m'n hoofd) voorbij. Daar was ik receptionist. In het laatste jaar dat ik daar werkte, vroeg Ria, de activiteitenleidster me mee te doen aan de jaarlijkse Playbackshow. Zij vond dat dè gelegenheid voor mij om afscheid van Zorglust te nemen.
‘Mexico’ van de Zangeres zonder Naam’ studeerde ik in, ik verzon een simpel choreografietje en de laatste paar dagen voor de show, gebruikte ik voor de metamorfose van Jos naar Mary, zoals de naam van de Zangeres zonder Naam in werkelijkheid was.

Mijn baard en bakkebaarden moesten er sowieso af. Ria had in haar pruikendoos nog een heel mooi zwart golvend exemplaar zitten. Keus genoeg had ik in de kamer met spulletjes, geschonken door familie van recent overleden bewoners van Zorglust. Verder had Ria thuis nog een paar fake-borsten liggen van haar moeder, die alweer een paar jaar terug aan borstkanker was overleden. Die kunsttietjes pasten uitstekend bij Mary.

Ik won die avond de Zorglust-Playbackbokaal met vlag en wimpel. Bewoners en personeel braken de tent af! Ik moest twee keer terugkomen. Kippenvel. Ook nu nog. Veertig jaar na dato zit ik het verdorie wèèr te playbacken: ‘Mexico ….me-xi-hi-hi-hi-co-het land van al mijn droo-hoo-men …. ‘

woensdag 25 september 2024

INGEMAAKT.

Ik mopper zo af en toe wel eens over de doodsaaie buurt waar ik nu woon, Prinsenland. Ik noem dat buurtje wel eens gekscherend ‘het eeuwige lockdown-gebied’. Maar als ik wat verder in mijn geheugen graaf beland ik in een àndere omgeving, die ik mijn ergste vijand en de zwaarste misdadiger nog niet toe zou wensen.


Hoewel … terwijl ik dit neer- ‘pen’, bedenk ik me, dat ik met groot genoegen zo’n Wilders, zo’n Faber en zeer zeker ook zo’n Poetin van harte levenslang, vast zou ketenen in die regio.

Ik heb het nu over Hordijkerveld anno 1963. Dertien jaar was ik toen ik verbannen werd van het destijds zo gezellige, lieflijke, en vriendelijke Spangen, naar die nieuwe wijk waar alle bouwsels vierkant, alle straten leeg, alle tuinen kaal waren en bomen ontbraken. Nooit een dier gezien. Zelfs geen rat. Als een heel zware straf heb ik die verbanning ervaren. Wat ik misdaan had heb ik nooit kunnen achterhalen.

Vijftien kilometer was dat verbanningsoord in het uiterste zuiden van Rotterdam, verwijderd van waar al mijn vrienden woonden. Nooit, nooit in die 61 jaar dat ik daar nu weg ben heb ik nog één van die maatjes uit de Spartastraat en omgeving terug gezien. Terwijl we soms wel met zijn tienen waren. We honkbalden, voetbalden en speelden schuilé, oorloggie verklaren, ongelukstikkertje, ‘onder-Maria-koekoek’ of dieffie met verlos.
Maar ho, ho, ik moet nog even wat recht zetten: één keer heb ik toch nog iemand van die ‘Spangen-clan’ ontmoet. Toen was ik inmiddels 35. Het was op Vreelust, het voetbalcomplex van de amateurs van Sparta. Mijn zoon Freek, toen 7 jaar, speelde bij de F1 van Sparta. Hij moest om zaterdagochtend om half negen (waarom altijd zo ‘teringvroeg’ ?) spelen tegen Feyenoord F1. Zelfs op deze vroege mini ‘Sparta-Feyenoord’ kwam nog flink wat publiek af. Ook mijn voetbalmaatje uit de sixties in de Spartastraat: Arie Brouwer. Beiden waren we aangedaan door dit weerzien. Ik stond daar met een brok in mijn keel en bij Arie zag ik een traantje over zijn wang biggelen. We omhelsden elkaar allerhartelijkst.
Arie was drie jaar jonger als ik. Een heel slim, snel en technisch voetballertje. Stukken beter dan ik. Hij was een paar jaar een goeie linksbuiten in het eerste van Sparta-amateurs. Al snel moest hij stoppen. Een lastige knieblessure. Toen is hij gaan keepen. Hij was een multi-talent.

We keken samen de mini-stadsderby. Arie complimenteerde me nog met m’n zoon: ‘Heel goeie, verdediger, hard ook, zeg, die jongen van jou.’
Tsja. Desondanks kon mijn zoon niet voorkómen dat zijn F1 met 0 – 6 door zuid werd ingemaakt.

dinsdag 24 september 2024

AFDINGEN.

Tijdens een wandeling met een vriendin langs Rotterdamse en Capelse kringloopwinkels heb ik een stel leuke dingen gescoord: een gave keukenkast (260 hoog, 40 breed), een kek zwart giletje, een vet hip zwart-wit kussen voor op de bank en drie koddige kleurrijke poppetjes voor mijn kleinzonen.

Die kast is vandaag bij me thuisbezorgd ... beschadigd onderweg ... de hardboard achterkant was er afgestoten. De bezorger stond opeens bij mij voor de deur met alleen die achterkant in zijn handen. Het eerste dat hij vroeg was of ik die kast zó nog wel wilde hebben: ‘of zal ik hem weer mee terugnemen?’ vroeg hij. Ik twijfelde eigenlijk geen moment. Ik wilde hem nog best hebben.

Ik leg de kast op de keukenvloer en spijker die achterkant met tien kleine spijkertjes er weer netjes op.

Ik ben een secundaire reageerder. Toen ik al bijna klaar was met dat achterkantje vastspijkeren bedacht ik me, dat de vriendin met wie ik die kast kocht, me met een verwijtende blik zou vragen waarom ik uit deze situatie geen slaatje had geslagen.

‘Nou, meneer, ik wil die kast nog wel maar dan moet er wel wat van de prijs af.’

‘Hoeveel had u gedacht dan?

‘Tien euro. Ik heb 45 euro betaald. Ik neem hem beschadigd voor 35. Okee?’

‘Daar moet ik even met mijn baas over bellen, meneer’.

Onder het timmeren zat ik in gedachten af te dingen op die kast. Sloeg ik in een onbewaakt moment, gemeen hard op mijn duim. Het deed echt pijn en toch moest ik lachen. Niet om de tik op mijn duim natuurlijk maar omdat ik in gedachten aan het afdingen was. Iets wat ik nog nooit van mijn leven gedaan heb. Ik heb er wel eens een keer over gedacht maar mijn: ‘kan er nog wat vanaf, meneer’, zou zo timide klinken dat de verkoper mij smadelijk lachend ‘neen’ zou verkopen, ‘dit is al een absolute bodemprijs, meneer, daar kunnen we echt niet onder gaan zitten’.

Inmiddels staat de kast netjes in zijn hoek in de keuken. Tegen die vriendin heb ik trouwens mijn mond gehouden over de schade aan die kast. Wat niet weet wat niet deert.  

maandag 23 september 2024

TERINGGOOR.

Mijn peperdure overgordijnen (dubbele plooi met voering!) waren teringgoor geworden. Van boven roetzwart, van onderen het reukorgaan teisterend. Een van mijn exen, de stinkend rijke Cora, schonk ze mij. Ze hadden jaren liggen niksen op het naaimandje in Cora’s logeerkamer. Zó schoon waren ze, zó maagdelijk beige als maagdelijk beige maar wezen kan. Zò verleidelijk ook om ze liefdevol in mijn slaapkamer op te hangen. Toen was ik daar nog prima toe in staat. Zowel de liefde tussen Cora en mij was nog brandend en lichamelijk was ik na de schouderbreuk ook weer helemaal het ventje. Ik kon toen weer hoog genoeg reiken om de gordijnhaakjes in de runnertjes te wippen.

Ik kijk nu al zeker een jaar tegen die gore gordijnen aan. Helaas kàn ik, sinds ik een nieuwe schouder heb, met mijn rechter arm niet zo veel meer. Ik kan nog net met mijn wijsvinger in mijn rechteroor peuteren. Bij lange na niet genoeg dus om die gordijnen van de rail af te halen. Ook staand op een trapleer, lukte het me niet. Het scheelde maar een haartje (van olifantenstaartje, haha) of ik was er vanaf gemieterd.

Maar … gelukkig ben ik, als ik mensen in mijn omgeving tenminste geloven mag, de gigolo van ons bejaardentehuis. Een van mijn buurvrouwen was heel lief: zij wilde haar handen wel vuil maken aan mijn gordijnen. Aanvankelijk dacht ze nog dat haar armpjes te kort waren voor deze klus maar ze sloeg zich er uitstekend doorheen.

Vervolgens: hup naar de stomerij ermee. Er zijn er twee in de buurt. Ik vroeg ze allebei om een offerte voor het stomen van 20m2 gordijn. De een kwam uit op 90, de ander op 70 euro. Ik had geluk. Die laatste stomer, ging blindelings uit van een gordijnlengte van 1,50m maar dat was een meter te kort. Donderdag zijn ze klaargestoomd.

‘App me maar als je ze weer in huis hebt,’ zei diezelfde lieve buurvrouw, ‘dan hangt ik ze gelijk weer effe voor je op. Kleine moeite.’ Ik bof toch maar mensen zoals zij om me heen.

Ik hoop dat ik zonder overgordijnen de slaap kan vatten. Als het zwaar bewolkt is zal dat wel lukken. Maar bij een heldere nacht gaan de sterren me wakker houden. Zeker weten. Van de maan zal ik geen last hebben, want die was afgelopen donderdag nog teringvol.

 

zondag 22 september 2024

HANDFIETS.

 Wat een dag. Vroeg gaan sporten. Om acht uur. Heel rustig op de gym deze ochtend. Ik ga op de automatische piloot de sportschool binnen. Loop gelijk naar de handfiets. Goed voor mijn nieuwe schouder. Ik fiets inmiddels op stand 13. Mijn ongeluksgetal. Gaat altijd wel wat fout op vrijdag de dertiende. ’t Is nou donderdag, dus ’t moet goed gaan. Mijn leven begon al fout. ‘t Was vrijdag de 13e juli 1950.Toch weer een valse start vandaag: een poetsdoekje vergeten mee te nemen.

Terug dus. De schone doekjes liggen direct bij binnenkomst op een tafeltje. Daarnaast staat de bloemenspuit. Je moet een doekje nat spuiten en meenemen. Voor de grap wordt wel eens een willekeurige sporter daar nat gespoten … niet iedereen vindt dat leuk … is mezelf ook wel eens overkomen ... ik vond eigenlijk niet zó … zelf spuiten is leuker. Met die poetsdoekjes moet ik de plekken schoon poetsen die ik aangeraakt heb op het apparaat waarop ik ben bezig geweest. Ik heb vaak het gevoel dat uit alle hoeken van de gym ogen op mij zijn gericht; ogen, die checken of ik wel alle plekken poets, die ik aangeraakt heb. Dat zal vast wel aan mij liggen, want ik heb nog nooit iemand er echt op betrapt dat ie naar me zat te loeren. Zelf zou ik zoiets trouwens ook nooit doen. Ik zou het niet eens kunnen. Ik ben daarvoor veel te gefocust.

Op de andere handfiets, naast mij, zit een mooi vakantie-bruin gebakken oma te handfietsen. Ik zeg haar vriendelijk gedag. Zij groet mij terug, constant handfietst ze achteruit in de laagste versnelling (1). Ik wissel het af: één minuutje vooruit … één minuutje achteruit en dat drie keer. In totaal dus zes minuten. Je oefent andere spieren als je voor- of achteruit handfietst, dat is prima. Voor de rest maakt het geen moer uit of je voor- of achteruit handfietst, je blijft gewoon op dezelfde plaats staan.

Een groepje mannen is deze ochtend sportief en sociaal bezig. Ze lopen met zijn vieren naast elkaar op de loopband. Dat houden ze een half uur vol. Er wordt door de heren wat afgeluld en gelachen.

Heel soms laat ik me ook wel eens verleiden om te babbelen. Ik houd het graag kort … kom eigenlijk alleen in de gym om dagelijks puur een uurtje te sporten … en te poetsen.

zaterdag 21 september 2024

MIJN FIETSMAATJE.

 Hoe meer ik met Otto fiets hoe meer ik een hekel aan hem krijg. Hij weet altijd alles beter. Otto is niet bepaald iemand die alleen maar bij zichzelf dènkt, dat het niet klopt wat ik zeg.

Neen, hij móét àltijd laten weten, dat hij het beter weet. Ik ben er overigens van overtuigd, dat hij dat niet doet om mij af te zeiken. Neen, het is gewoon zijn tweede natuur, geen betweterij. Hij is gewoon niet in stààt mijn vage, niet correcte observaties te accepteren, te laten passeren:

Als mijn bladeren niet meer zo groen zijn, zijn ze van hem aan het verdorren. We doen er niet drie kwartier over om vanuit Alexanderpolder naar het centrum van Rotterdam te fietsen, wat ik altijd dacht, maar dat is achtendertig minuten ... zegt hij.

Op mijn stadsfiets moet ik volgens Otto niet schakelen tijdens het trappen op de pedalen. Hij heeft zelf een mountainbike, waarop hij juist moet schakelen tijdens het trappen.

Als voor mijn gevoel de wind uit het oosten waait, staat er volgens hem zuidoosten wind.

In gezelschap hoor ik natuurlijk ook genoeg bijna goede tot hele foute opmerkingen. Ik heb er alleen geen enkele behoefte aan om op elke slak zout te leggen. Al moet ik wel zeggen: met uitzondering van complot gedachten. Daar moet ik niks van weten ... dàn ageer ik onmiddellijk.

We zijn nu bijna een jaar fietsmaatjes, Otto en ik. Elke woensdagmiddag fietsen en praten we. Of we gaan bij slecht weer ‘mens-erger-je-nieten bij hem thuis’. Volgens Otto is dat niet elke woensdag- maar elke donderdagmiddag. Daar doe ik dan verder niet moeilijk over.

vrijdag 20 september 2024

BOBBELTJE.

 De wijn doet me niet wanen in Frankrijk. Daarvoor is hij iets te zuur, te bitter. Te weinig zoet, warm. Ze voelt stroef in mijn mond.

Er zit een bultje op mijn voorhoofd, rechtsboven mijn linker oog, nog net op mijn wenkbrauw. Dat plekje doet al lang zeer. Ik vind het bobbeltje moeiteloos met mijn wijsvinger. Maar ook als ik mijn voorhoofd tegen de rand van een kastplank druk. Dat doet dan pijn. Het klinkt vreemd, ongeloofwaardig: het doet me goed om mezelf zo te kastijden, want dat is wat er gebeurt. Ik schiet er alleen niks mee op. Ik kom er niet beter uit maar ook niet slechter.

De buurvrouw, Bettine, ziet me wel eens zo zitten met mijn voorhoofd tegen een plank van de keukenkast. Dan klopt ze, net als nu, op het keukenraam. Ik kijk dan verschrikt op met een nep-lachje.

‘Ha, ehhh, hallo Bettina’.
‘Hallooo Jos’.

Ze gaat Robbie, haar hondje uitlaten. Dat hondje zie ik niet. Ik zie alleen het bovenlijf van de vrolijk zwaaiende Bettina voorbijschuiven. Robbie, een vuilnisbakkie, is het leukste hondje van de hele flat. Hij is ziek. Bettina gaat hem waarschijnlijk binnenkort laten inslapen. Robbie is blind, doof, verliest zijn haar en zijn urine en ... hij houdt Bettina twee uur per nacht met gepiep uit haar slaap. Robbie is daarbij ook nog homoseksueel maar daar heeft verder niemand last van.

Mijn bobbeltje druk ik weer tegen de keukenkastplank aan. Dubbel: lekker en pijn …. toen dacht ik ineens weer aan Alie.
Alie, is Bettina’s dochter. Ik ben zo’n beetje gek op haar. Niemand hoeft te weten dat ik haar wel eens zou willen …. Neen! Ja! Ik zou wel eens lekker willen vrijen met Alie. Maar wat zie ik net uit mijn keukenraam? Alie loopt (ape)trots, met haar kleine tietjes puntig vooruit, naar haar autootje met een heel leuke jonge man achter zich aan. Nog nooit zag ik die Alie zo rechtop en zo met haar kleine tietjes vooruit lopen. Zou het een vriendje van haar zijn? Hij stapt bij haar in de auto. Shit! Dan kan ik het allemaal mooi vergeten met Alie. Dubbel pijnlijk.

donderdag 19 september 2024

HUN PAKKIE AN!

Onze minister van Migratie en Asiel, tevens omvolkingsdeskundige, mevrouw Faber, is bezig het asielbeleid volledig in de soep te laten lopen. Ze weigert de Spreidingswet te gebruiken om gemeenten in Nederland asielzoekers te laten op te nemen. Zij is verantwoordelijk voor de asielzoekers die al in Nederland zijn. Ze weigert ook maar een hand uit te steken voor die mensen. Zelf belt ze geen burgemeesters om opvangplekken te regelen. Ze doet niks. Het enige wat ze, als een soort Ma Flodder, tegen de pers zegt over die burgemeesters en hun houding tegenover asielzoekers: ‘Dat is hun pakkie an.’ Zo schuift ze haar verantwoordelijkheid op een gênante wijze af. Een willekeurige maatschappelijk werker zou om zo’n uitspraak op staande voet ontslagen worden.

Alsof het oorlog is, of er een watersnoodramp is, gaat ze de asielcrisis uitroepen, terwijl het aantal asielzoekers de laatste jaren juist aan het afnemen is. Het lijkt op dit moment mèèr omdat er te weinig opvangplekken zijn. Dat komt omdat die Faber de Spreidingswet niet wil benutten.

Ik schaam me om Nederlander te zijn met zo’n Faber aan het bewind. Een mevrouw die alleen maar kwetsbare mensen wil terugduwen in hun ellende. Een minister die de taak, waarvoor ze staat, het in goede banen leiden van migratiestromen, zelf saboteert.
En de kiezers, vooral de laagst betaalden, zijn er zo vreselijk blij mee dat mevrouw Faber asielzoekers en migranten gaat tegenhouden, terugsturen.
De laagstbetaalden hebben oogkleppen op. Zij kijken alleen maar naar het migratie-beleid. De laagbetaalde (PVV)-kiezers hebben nog niet in de gaten dat ze door Wilders belazerd worden waar ze bij staan: de in verkiezingstijd door hem gedane beloftes komt hij niet na:

Het eigen risico in de zorg wordt niet afgeschaft maar gehalveerd …, over een paar jaar pas.
Tandartszorg komt niet in het basispakket.
Geen verhoging minimumloon.
Geen verhoging huurtoelage.
Geen lagere AOW-leeftijd.
Geen vroegpensioenregeling.

Wilders is behalve een racist ook een onderdanige loopjongen van ‘onze’ miljonairs, miljardairs en ontiegelijk rijken. Deze groep is ook dolblij is met deze regering, omdat die door belastingmaatregelen enorm begunstigd wordt.

Voor mij persoonlijk is dit kabinet een drama. Ik sport graag, ga vaak naar theater, lees veel (boeken en kranten), op al die zaken komt een btw verhoging van maar liefst twaalf procent. De trein gaat me zes procent meer kosten. Verder gaat wèl de huur omhoog maar komt er dus geen verhoging van de huurtoeslag.

Dit kabinet voert Nederland in een sneltreinvaart naar de verdommenis.

woensdag 18 september 2024

EEN BRIEFJE

Ik ontving vandaag, tot mijn verrassing, een briefje van Sonja, de leidster van de wandelclub. Ze vroeg me om haar briefje op te nemen in mijn ‘stukje’ van de dag. Okee, beste lezer, lees maar mee.



Hallo Jos,

Het is ruim vijf maanden geleden. Pas nu beseft ik dat ik me destijds nogal truttig naar jou toe heb gedragen. Sorry daarvoor, Jos.

Ik had alle wandelaars gevraagd om de groepsapp alleen nog maar te gebruiken voor wandelnieuwtjes. Gestoord werd ik van al die zeik-appjes, over ooms, tantes, neefjes en nichtjes. Toch kwam er wèèr zo’n app die niks met wandelen te maken had. (Een lollig bedoeld paaskuikentje). Jij ageerde daar gelijk tegen, Jos.
Ik vond dat toen kinderachtig van jou. Dom van mij natuurlijk. Ik had juist jouw kant moeten kiezen!

Ik kapte het gesprek hierover met jou af.(‘Einde discussie!’ schreef ik). Ik blokkeerde je ook in de groepsapp. Zodat je hierover niet meer kon appen met de andere groepsleden.
Omdat er niet meer over gepraat kon worden besloot je te stoppen bij de wandelclub. Je vroeg me nog iedereen van de club te bedanken voor de leuke maandagmiddagen van de afgelopen jaren. Dat heb ik niet gedaan, Jos. ‘Kinderachtig van me’, ik geef het onmiddellijk toe.
Ronduit achterbaks heb ik me gedragen rond dat toneelstuk dat je in Schiedam voor de groep organiseerde. Je weet vast nog wel wat ik bedoelt.

Achteraf schaamt ik me rot hoe het gelopen is, hoe stiekum, leugenachtig en huichelachtig ik me gedragen hebt. Ik biedt je daarvoor mijn verontschuldigingen aan. Ik hoop dat je het mijn kunt vergeven.

Groet,
Sonja.


Hallo Sonja,
Dank je voor je briefje. Ik vind het fijn te lezen hoe je er nu tegen aan kijkt. Mooi ook dat je je op deze manier zo kwetsbaar opstelt. Ik aanvaard je excuses, Sonja … ik vergeef je en ga proberen dit alles te vergeten.

Met vriendelijke groeten,
Jos.

dinsdag 17 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 28 (slot). Geen leuke start.


Fanteit ruikt echt brand. En inderdaad er komt uit een van de afvalcontainers een pluimpje rook. Hij rent naar de brandslang en gaat met die slang de container ‘te lijf’. Die slang is in dertig jaar niet gebruikt en al die tijd ging de slijtage gewoon door. De slang breekt af. ‘
Hij beveelt tot drie keer toe: ‘Zet die brandkraan godverdomme open, Martin´ Hij is in paniek. Martin doet, laconiek, precies wat hem gevraagd wordt. Het gevolg is, dat de hele foyer onder water loopt. Hij staat nu voor schut bij die smeulende container met z’n losgeschoten brandspuit in de aanslag. Geen druppeltje water komt er uit.
Terwijl wij vrolijk lachend toekeken, smeet hij de brandspuit op de grond. Hij snelde zich naar de toegangsdeuren. Gooide die open. Pakte de rokende afvalcontainer en zwiepte die naar buiten. Bovenop een daar geparkeerde glanzende Mercedes. Het was net een lachfilm. Met een emmertje water heeft de vrijwillige brandweerman Fanteit de container nog geblust. Daarna moest hij met de Mercedes eigenaar het schadeformulier gaan zitten invullen.

Waarom deden jullie verdomme niks?‘
‘Het was negen uur, regeltjes hè. Wij moeten nu ook alweer aan het werk’, zei Lenie sarcastisch. Woedend stapt hij weg. Zijn geblindeerde kantoortje in. Zijn luxaflex blijft naar beneden.
Het was niet zo’n leuke start voor die man. Eigen schuld; dikke bult. Als hij niet als zo’n brigadegeneraal zijn entree had gemaakt, hadden we hem heus wel geholpen.

Theo vond het een mooi verhaal; moest er om lachen. Hij verslikte zich bijna nog in het petit-fourtje, dat Petra voor bij de koffie had meegenomen. Petra en Theo zouden het zoveelste bruidspaar worden in de Rotterdamse bioswereld.

Het duurde tot de verbouwing klaar was, eer Fanteit zijn draai gevonden had in de bios. Behalve een leuke ploeg medewerkers had Lumière nu ook aan Theo een goede leidinggevende en aan Fanteit een goede directeur.

Met maar liefst zes gloednieuwe zalen was de bios klaar voor de toekomst. De grote ‘klapper’ bij de heropening van Lumière in 1975 was ‘Jaws’ van Steven Spielberg.

Einde.

maandag 16 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 27. Brand.

 Theo gaat een kopje thee zetten en vraagt Petra: ‘en … hoe is ’t nou in de bios?’

‘Nog steeds erg rustig, hè, de verbouwing is nog in volle gang. De goeie films gaan voorlopig nog even naar de andere zalen.’ Theo vindt dat ze de zaak beter even een paar weken stil hadden kunnen leggen, want nu zitten de mensen toch stof te happen in de bios, ook al hebben ze het zelf niet eens zo erg in de gaten.

Duusjoo wordt dus vervangen door Theo maar zolang hij nog ‘ziek’ thuis is krijgt Lumière tijdelijk te maken met een interim: meneer Fanteit, een voormalige, zeer autoritaire militair, die kort na de roofoverval fijntjes liet weten, dat de dader wel eens iemand van het eigen personeel zou kunnen wezen.

Een van de eerste ‘heldendaden’ van Fanteit was Gerrit, de portier, op staande voet ontslaan omdat hij weer eens te laat was gekomen. In de bus in slaap gevallen. Ook Fanteit was een man van regeltjes en die regeltjes waren er niet voor niks.

Petra vertelt dat er weer eens asbakken met brandende peuken in een van de afvalcontainers waren leeggegooid. Meneer Fanteit komt naar ons toe. We zitten met zijn allen lekker te genieten van onze pauze en hij vraagt of wij ook die brandlucht ruiken. Wij niet dus. Wij hebben een momentje pauze. Dan ruiken we niks. Dan roken we, hè Theo. Ja, daaaaag, wie wel wat ruikt moet op onderzoek uit. Niemand van ons heeft daar zin in. Kom nou!

Morgen deel 28: Geen leuke start.

zondag 15 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 26. Even vrijaf.

 Na de roofoverval krijgt Theo veertien dagen vrijaf om van de schrik te bekomen. De directie heeft hem een fruitmand gestuurd. Die mand heeft hij meegenomen naar diergaarde Blijdorp, waar hij elke woensdag even heen gaat. Dit keer kan hij de beesten laten smullen van al dat lekker in die fruitmand. Alleen het blikje ananas heeft hij zelf maar opengemaakt en opgepeuzeld. Dat zou de dieren nooit gelukt zijn.


Die middag heeft hij een afspraakje met Petra. Ze komt op ziekenbezoek, zoals zij dat noemt. Petra heeft een zwak voor Theo en dat is wederzijds. Petra heeft een klein bosje gele fresiaatjes voor hem meegenomen. Ze weet dat hij daarvan houdt. Je moet bij hem niet aankomen met een bos gladiolen. Die kan je gelijk weer mee terug nemen. Zulke grote bloemenvazen heeft hij niet.

Voor bij de thee heeft Petra vier petits fours meegenomen. Precies Theo zijn maat. ´Klein maar fijn,´ zegt hij altijd, 'behalve Duusjo dan'.

Hij zegt Petra, dat hij liever door had gewerkt maar de leiding vond het beter dat hij wat gas terug nam. De leiding is voorzichtig: ´Je weet maar nooit wat je er aan over houdt.´

Ze spraken nog even over die klein rotmof Duusjo. Zowel Petra als Theo wisten allebei dat hij een gokprobleem had. Ze hadden het er nooit met elkaar over gehad. Hadden ze het maar wèl gedaan, dan was Theo een hoop ellende bespaard gebleven.

Morgen: deel 27. Brand.

zaterdag 14 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bioscoop in de 60’s en 70’s. Deel 25. Zijn rol is uitgespeeld.

Duusjo zat er inderdaad achter. Het lijkt haast wel of hij blij is dat ie gesnapt is. De kleine etterbak legt een volledige bekentenis af. Hij móést wel doorgaan met gokken, want hij had enorm veel geld geleend om te kunnen spelen. Eens zou hij toch moeten gaan winnen, dacht hij. Al is het alleen maar om zijn schulden af te betalen. Hij sloeg ook gelijk door over dat diefstalletje van zo´n vijfhonderd piek uit de kas van Lumière een tijdje terug. Toen had hij nog wel het geluk, dat hij opeens een aardig winstje maakte. Dat was eenmalig.

Duusjo was die twee overvallers van Lumière duizend gulden schuldig. De deadline voor terugbetaling was verlopen maar hij had geen rooie cent. Hij maakte hij het die jongens heel makkelijk om een overvalletje te plegen. Deurtje open laten staan. Die jongens precies vertellen waar, wanneer en hoe laat, succes verzekerd zou zijn.

De leider van het overval-duo was inmiddels gepakt, nu de poen nog. In het personeelsbestand was snel de naam gevonden van die oude vakantiekracht, die Theo meende te herkennen. Dat had hij goed gehoord. Ook dàt figuur sloeg door: hij en zijn maat hadden die duizend piek er echter al weer doorheen gejaagd. Ze worden net als Duusjo overigens wel even vastgehouden en voor het gerecht gedaagd. De bios zal via de rechtbank de schade op hen proberen te verhalen. Hiermee is de rol van die kleine oplichter Duusjo in de bioswereld natuurlijk uitgespeeld.

Voor Theo, het slachtoffer van de roofoverval, krijgt die gebeurtenis toch nog een mooi vervolg, want hij wordt gevraagd, gezien zijn gebleken leidinggevende capaciteiten èn zijn stressbestendigheid, om Duusjo op te volgen. Dat is precies wat Theo wilde vanaf het moment dat hij de bioscoopwereld instapte. Hij kwam binnen als student (rechten) en is nu bijna klaar met zijn studie. Met die bagage kan hij die klus best klaren. Zijn huidige collega’s zijn erg blij met hem als nieuwe chef. Hij werkt altijd hard en is niet vies van een geintje op zijn tijd … althans als collega’s onder elkaar dan. Als hij dadelijk in de leiding zit, heeft hij andere verantwoordelijkheden … minder tijd voor geintjes.


Morgen: Deel 26. Even vrijaf.

vrijdag 13 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s en 70’s. Deel 24. Verdacht.

Meestal zoekt een bedrijf na zo’n overval in eerste instantie de dader onder het lager (betaalde) personeel. Zeer irritant. Iedereen was hard aan het werk tijdens de overval. Desalniettemin viel de verdenking het eerst op hun. Na werktijd wordt iedereen door de politie verhoord. In die verhoren komt steeds de zelfde naam als verdachte naar voren: Duusjo.

Deze Duusjo werd steeds nonchalanter in zijn gedrag. Nu drukte hij onder werktijd al regelmatig zijn snor: ‘Ik heb vanmiddag een bespreking,’ zei hij dan. Eerder had hij nooit besprekingen en nu bijna elke middag. Om beurten volgde zijn personeel hem om te zien in welke locatie hij die besprekingen had. Dat was meestal in het casino. 'Ja, in het casino ontmoet ik leidinggevenden van bioscopen uit andere grote steden. We praten, drinken en gokken ook wat … hooguit voor 25 euro per persoon en dan gaan we weer elk ons weegs.
Omdat het zo vaak voorkwam dat ie er niet was, zijn Martin en Theo eens poolshoogte gaan nemen in die goktent. Ze zagen dat er helemaal geen sprake was van een overleg. Duusjo was druk en grof aan het gokken. De fiches van tien euro vlogen over de roulettetafel. Meestal kreeg hij er niks voor terug. Verliezen dus … en die kop van Duusjo, lijkbleek, strak van de spanning … neen dit was foute boel. Het kan nooit zo zijn dat Duusjo dit spelletje speelt met alleen zijn eigen salaris. Zoveel verdient een leidinggevende in de bioscoopwereld nou ook weer niet.

Martin en Theo waren heel gedecideerd: hij belazerde de boel. Ze meldden bij de politie hoe ze Dusjoo bezig hadden gezien. Onder werktijd nog wel: die kleine handneuker, zoals hij binnen Lumière gekscherend genoemd werd.

donderdag 12 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in 60’s & 70’s. Deel 23. Een reeks overvallen.

Sigarenwinkeltjes worden overvallen, kruideniers, groenteboeren en juweliers. Dus waarom een bioscoop niet? Het kan niet uitblijven: Theo zit in de personeelsruimte de opbrengst te tellen, de anderen zijn in de zaal aan het werk. Komen er twee figuren binnen zetten, gehuld in vale spijkerbroeken, leren jacks en bivakmutsen. Ze schreeuwen, duwen. Schoppen Theo, de plaatsvervangend locatiemanager, tegen de verwarming aan. Hij wordt met kettingsloten vastgeketend aan de radiatoren. Wat kan hij doen? Er zit niks anders op dan ze dat geld maar te laten jatten. Zijn verlies te nemen. Dat is ook de bedrijfspolitiek in dit soort zaken: niet stoer gaan lopen doen. De kans dat je het van die lui wint is zo klein. Het risico dat je levensgevaarlijk gewond raakt of het leven er bij laat is te groot. Dat zijn die vijftienhonderd gulden niet waard. Theo had wel snel in de smiezen dat dit het werk moest zijn van een bekende. Hier ... op deze plek ... op dit tijdstip. Hij meende ook het postuur en de stem van een van de overvallers te herkennen. Hij kan er niet meteen opkomen wie precies. Was het een vakantiekracht misschien?


Zo snel en lawaaierig als ze binnen waren gestormd zo geruisloos en snel waren ze de trap weer afgerend en verdwenen met de buit. Theo kon nog net met zijn voet bij een raampje komen. Zo trok hij de aandacht van Petra in de zaal. Theo was niet gewond. De schoppen, die hij kreeg voelde hij nog steeds maar hij kàn wel tegen een stootje.

Om hem te bevrijden is een slijptol nodig. Martin heeft er thuis wel een liggen. Hij loopt wel even voor die slijptol heen en weer. Hij woont toch in de buurt.

Later merkte de ingeschakelde politie, dat een van de achterdeuren net niet afsloot. Door een klein stukje touw kon die deur niet helemaal dicht klappen .. . dan zou je toch haast denken dat er iemand van het huidige personeel bij betrokken moest zijn.

Misschien iemand die vanavond dienst had?


Morgen: Deel 24. Verdacht.

woensdag 11 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 22: Baldadigheid.

Dat muisje had ongetwijfeld een langer en vervelender staartje gekregen als het slachtoffer niet toevallig een familielid van Petra bleek te zijn. Met een in allerijl gekocht bloemetje komt de man en eigenlijk ook de bios met de schrik vrij.

Kaskrakers draaien er niet tijdens de verbouwing. Daardoor is het vrij rustig voor het personeel. Af en toe slaat de verveling toe. De kleine Duusjo wist van alles te verzinnen om zijn personeel aan het werk te houden: van planten verzorgen, tot bestek poetsen.
Invaloperator Coen had het aangelegd met Sonja. Hij vond zelfs de tijd om zich op een stil moment even met haar terug te trekken in de personeelsruimte. De anderen waren de ramen aan het lappen. Coen vroeg aan Petra, die daar in de buurt bezig was, om de muziek wat harder te zetten. Petra hoorde desalniettemin bekende doch verdachte geluiden, uit hun gezamenlijke ruimte komen. Toen Petra later een beet je brutaal en naïef aan Coen vroeg wat hij had uitgespookt, hield hij zijn hand vlak onder Petra's neus en zei: 'Wat ik gedaan heb? Nou, ruik maar es aan mijn vingers!' Verontwaardigd stapte Petra weg. Ze hield helemaal niet van dat soort dingen!

De dagen duurden erg lang tijdens de verbouwing en de zwakke programmering.
Er was dus veel tijd voor baldadigheid, dingen waar het personeel nooit op zou komen in topdruktes. Sonja was wat dat betreft een brutaal nest. Die spuugde met liefde in de koffie van de ouwe inval-locatiechef Rick Amal. Hij had Petra lief aangekeken en gevraagd of ze een lekker bakkie voor hem wilde halen. O, wat spuugde Sonja graag in dat bakkie. Die Rick was echt een vieze ouwe man, die werkelijk dacht dat hij met zijn geperkamenteerde voorkomen nog in trek was bij de dames.

Sonja had een bijbaantje bij Wienerwald. Een redelijk chique eettent. Duitse toeristen kwamen daar graag. Sonja deinsde er niet voor terug om haar mannelijke collega’s in de keuken over de biefstukken te laten plassen, alvorens de maaltijden aan de Duitse klanten uit te serveren.

dinsdag 10 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 21. Martin gaat in de fout.

Zo’n 50 jaar geleden was bioscoopbezoek nog een redelijk chique aangelegenheid. Zowel dames als heren gingen op hun paasbest een filmpje kijken. Dat is tegenwoordig wel anders. Een bioscopie pikken is de gewoonste zaak van de wereld geworden. Het wordt eigenlijk haast niet meer beschouwd als uitgaan.

Wat nu dan wel uitgaan is? In een chique restaurant uit gaan eten … naar de schouwburg gaan voor een mooi toneelstuk of in je mooiste kleren gaan dansen.

Martin had een klein foutje gemaakt met het wisselen van de films waardoor het publiek enkele seconden zat te kijken naar een groot wit scherm. Daar kwam Martin niet zo makkelijk vanaf. Hij moest van zijn direct leidinggevende voor dat minieme foutje zijn excuus aan gaan bieden bij de algemeen manager.
De manager, die achter zijn tv nootjes zat te peuzelen, wist helemaal van niks en had van niemand uit het publiek klachten gehad. Er was enkele seconden geen beeld geweest en dat mocht gewoon niet! De manager nam het minder zwaar op dan Martins direct leidinggevende en wilde met rust gelaten worden. Hij wilde snel weer terug naar zijn tv programma en zijn nootjes.

Lumière wordt verbouwd. Van een zaal met één bioscoop naar een gebouw met 5 filmzalen. De inkomsten kunnen echter niet zo maar even gemist worden. Dus gaan tijdens de verbouwing de voorstellingen gewoon door. Zelfs als er een steiger omgevallen is, dwars door het witte doek, gaat de film gewoon door. Het vele stof dat door de werkzaamheden de bios in stuift mag geen belemmering zijn voor het programma. Maar eigenlijk kan het natuurlijk niet. Een biosganger krijgt een lichtspot op zijn kop als een rail met spotjes naar beneden komt zetten.

Morgen: Deel 22. Baldadigheid.

maandag 9 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 20: Een overval.

De baropbrengst van de tweede zaterdagavondvoorstelling wordt opgeteld bij die van de eerste middagvoorstelling van de zondag daarop. Koos zou nu de dagopbrengst naar de nachtkluis in de Doelen kunnen brengen. In de loop van de maandag komt een geldtransportwagen die kluis leeghalen. Zeker in de weekenden zit er toch wel een paar duizend gulden in.


Een aantal jaar geleden is Koos daar overvallen door een stelletje gasten met bivakmutsen. Ze zetten een pistool op zijn hoofd en eisten dat hij het geld afgaf. De reactie van Koos was niet verstandig. Hij gaf het geld niet af en met het rolletje pepermunt, dat hij altijd in zijn jas had zitten, blufte hij de overvallers mooi af. Hij drukte dat rolletje tegen de buik van een van de overvallers aan en zei:

‘Ik heb hier een geladen revolver en ik schiet je finaal overhoop als jullie niet ogenblikkelijk maken dat je wegkomt. ‘ Ze wisten niet hoe snel weg ze moesten wezen, de helden. Het had slechter kunnen aflopen voor Koos.

Hij had die overvallers nu wel weggejaagd maar dat hele voorval ging hem niet in zijn koude kleren zitten. De andere dag moest hij zich ziek melden en eigenlijk is hij nooit meer de oude geworden. Naar de kluis gaan bijvoorbeeld durfde hij voor geen goud meer, ondanks zijn pepermunt-overwinning. Dat moest Duusjo voortaan maar zelf doen. Tot de geldtransportfirma het overnam.