Posts tonen met het label gladiolen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gladiolen. Alle posts tonen

zondag 15 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 26. Even vrijaf.

 Na de roofoverval krijgt Theo veertien dagen vrijaf om van de schrik te bekomen. De directie heeft hem een fruitmand gestuurd. Die mand heeft hij meegenomen naar diergaarde Blijdorp, waar hij elke woensdag even heen gaat. Dit keer kan hij de beesten laten smullen van al dat lekker in die fruitmand. Alleen het blikje ananas heeft hij zelf maar opengemaakt en opgepeuzeld. Dat zou de dieren nooit gelukt zijn.


Die middag heeft hij een afspraakje met Petra. Ze komt op ziekenbezoek, zoals zij dat noemt. Petra heeft een zwak voor Theo en dat is wederzijds. Petra heeft een klein bosje gele fresiaatjes voor hem meegenomen. Ze weet dat hij daarvan houdt. Je moet bij hem niet aankomen met een bos gladiolen. Die kan je gelijk weer mee terug nemen. Zulke grote bloemenvazen heeft hij niet.

Voor bij de thee heeft Petra vier petits fours meegenomen. Precies Theo zijn maat. ´Klein maar fijn,´ zegt hij altijd, 'behalve Duusjo dan'.

Hij zegt Petra, dat hij liever door had gewerkt maar de leiding vond het beter dat hij wat gas terug nam. De leiding is voorzichtig: ´Je weet maar nooit wat je er aan over houdt.´

Ze spraken nog even over die klein rotmof Duusjo. Zowel Petra als Theo wisten allebei dat hij een gokprobleem had. Ze hadden het er nooit met elkaar over gehad. Hadden ze het maar wèl gedaan, dan was Theo een hoop ellende bespaard gebleven.

Morgen: deel 27. Brand.

maandag 15 januari 2024

BENG!!

Tenslotte slaag ik er nog net in om te blijven staan. Ik houd me stevig vast aan de lantaarnpaal waar ik zojuist hard tegenaan geknald ben. Dat heb ik soms, dat ik de hele wereld om me heen vergeet. Zoals nu dus. Ik loop gewoon te denken of ik die mooie bos rode rozen zou kopen voor mijn vriendin of dat ik haar een net zo leuke maar veel kolossalere bos witte gladiolen zou geven. Zo maar, ze was niet jarig of zo. Ik vind dat je niet perse alléén bij verjaardagen bloemen moet geven. Zo geef ik haar ook bloemen op de dag dat we elkaar hebben leren kennen. Dat is bij ons 6 juni. Dus elke 6e van de maand geef ik haar een bloemetje. Maar daar zijn we na zeventien keer mee gestopt. Ja, je moet met zoiets niet eindeloos doorgaan. 

Zou ik alleen aan bloemen hebben gedacht, dan zou ik niet tegen die paal zijn gekleund. Er is nog iets ... en daardoor ben ik de laatste tijd een beetje euforisch .. dat is Sparta. Mijn favoriete voetbalclub doet het dit jaar (weer) heel goed in de eredivisie van het Nederlandse voetbal en laat dàt me nou net het tweede zetje tegen die lantaarnpaal aan geven. Het rood van de rozen, het  wit van de gladiolen, het rood en wit, de kleuren van Sparta ... ik loop met mijn hoofd in de wolken. Ik telde als het ware de sterren, herhaalde de goals, de mooie saves en  toen BENG! Ik weet zeker dat ik een paar seconden buiten westen ben. Er staan gelijk een paar behulpzame mensen om me heen. ‘Gaat het meneer?’  ‘U liep met uw stevige pas recht op  die paal af, ik denk, dat kan niet goed gaan, met zo’n snelheid.’( En dat allemaal met een zachte ‘g’. Wat lief.)  ‘Ik bel 112 voor u’.  ‘Neen,’ zeg ik ’dat is niet nodig.’ Dan zie ik pas dat er bloed van mijn hoofd op mijn witte coltrui sijpelt. Gutsen doet het niet. Met een paar papieren zakdoekjes is het ergste weg. Ik maak aanstalten om de paal los te laten. De omstanders ondersteunen me nog even, vragen of het wel weer gaat en als ik dat beaam, gaat ieder weer zijns weegs.

Zondag aanstaande speelt Sparta om 14.30 uur op het Kasteel tegen Go Ahead Eagles. De huidige nummer zes tegen de huidige nummer zeven. Ik heb er een goed gevoel over. Zondagavond staan we er nòg beter voor. Het moet niet veel gekker worden, toch? Straks gaan we Europa in?  Jaren terug, in 1959, ik ben dan acht, wordt Sparta voor het laatst kampioen van Nederland. Gek werd ik, dat straatschoffie uit Spangen.

Mijn bloemetje voor de 6e juni is definitief passé, maar dat landskampioenschap pakken we heus nog een keer mee.

Tsja, daar loop ik dan over te mijmeren, met mijn kop in de wolken: BENG!