Posts tonen met het label Bob Dylan. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bob Dylan. Alle posts tonen

donderdag 26 september 2024

MEXICO.

In het buurthuis, waar ik lange tijd vrijwilliger was, hoorde ik een 60-plus-dame tegen Karin, de vrijwilligerscoördinator zeggen: ‘Oh nee, ik ga vrijdag absoluut niet ‘de Engelbewaarder’ karaoken, dat vind ik zo’n zielig nummer’.


‘Nouwou’, bemoeide ik me er mee, ’dan doe je toch iets van Doe Maar: ‘lekker jeugdig!’. ‘Jaaaaa, leuk! kirden de dames. En alsof ze al jaren een popduo vormden zongen ze spontaan en woordelijk ’Sinds een dag of twee’.

Karin vroeg me toen gelijk of ik vrijdag ook mee wilde doen aan de karaoke in het buurthuis. Alleen al van het wòòrd ‘karaoke’ werd ik een beetje eng. Ik zag me daar al voor paal staan, door mijn knieën gezakt, gebogen ruggetje, met een microfoon in mijn hoofd, voor een groot scherm waarop Bob Dylan ‘Blowin’ in the wind’ NIET zingt, maar dat zingen overlaat aan mij. Regel voor regel sta ik een supersong te verkrachten.

‘No way, Karin, voor mij geen karaoke … zò sullig … zò onbenullig’.
‘Hé, kom op, Jos, kom eens uit je comfort-zone. Je kan er toch ook een showtje van maken?!’
‘Uit mijn comfort-zone? Ik ben altijd al uit mijn comfort-zone, Karin’. In feite is ‘uit mijn comfort-zone’ mijn normale stand. ‘Maar goed, ik zal er nog eens over denken’, zei ik. Maar ik wist: playback is gewoon meer mijn ding.

Niet geheel toevallig kwam ‘s avonds Verpleeghuis Zorglust (in m'n hoofd) voorbij. Daar was ik receptionist. In het laatste jaar dat ik daar werkte, vroeg Ria, de activiteitenleidster me mee te doen aan de jaarlijkse Playbackshow. Zij vond dat dè gelegenheid voor mij om afscheid van Zorglust te nemen.
‘Mexico’ van de Zangeres zonder Naam’ studeerde ik in, ik verzon een simpel choreografietje en de laatste paar dagen voor de show, gebruikte ik voor de metamorfose van Jos naar Mary, zoals de naam van de Zangeres zonder Naam in werkelijkheid was.

Mijn baard en bakkebaarden moesten er sowieso af. Ria had in haar pruikendoos nog een heel mooi zwart golvend exemplaar zitten. Keus genoeg had ik in de kamer met spulletjes, geschonken door familie van recent overleden bewoners van Zorglust. Verder had Ria thuis nog een paar fake-borsten liggen van haar moeder, die alweer een paar jaar terug aan borstkanker was overleden. Die kunsttietjes pasten uitstekend bij Mary.

Ik won die avond de Zorglust-Playbackbokaal met vlag en wimpel. Bewoners en personeel braken de tent af! Ik moest twee keer terugkomen. Kippenvel. Ook nu nog. Veertig jaar na dato zit ik het verdorie wèèr te playbacken: ‘Mexico ….me-xi-hi-hi-hi-co-het land van al mijn droo-hoo-men …. ‘

maandag 21 maart 2022

AANKOMEND TALENT

Volgende maand ga ik, met mijn buurman Daan, vijf keer naar het Isala Theater in Capelle aan den IJssel om naar beginnende cabaretiers te kijken. Het is een aanbieding van het Isala: vijf voorstellingen voor vijftig euro. Normaal betaal je voor één optreden tweeëntwintig vijftig. Best aardig voordeel. We gaan naar Nabil, Lisa Oosterman, André Manuel (die al redelijk bekend is), Pieter Jouke en Johan Goossens. Behalve André Manuel zeggen die namen natuurlijk helemaal niks, want het zijn beginnende cabaretiers. Het zou leuk zijn als er één van die vijf over een paar jaar uitverkochte grote zalen gaat trekken: het Nieuwe Luxor, Carré of …  als  één van deze vijf over een jaar of tien de oudejaarsconférence op tv mag doen.

Één cabaretier die nú heel bekend is, heb ik in de seventies als aankomend talent gezien. Ik woon en studeer dan in Utrecht.  Ik zit op de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar. Met een paar klasgenoten loop ik in het weekend in het centrum. In de buurt van het Janskerkhof is een podium.  Als wij langs lopen treedt er een jongeman op die Bob Dylan-liedjes in een Nederlandse vertaling zingt. Hij doet ‘blowen in de wind’ en ‘als een zwerver’ …  klinkt best goed. Maar hij is niet degene die later de bekende Nederlander zal worden.  Er is op dat moment nog niet zo veel publiek. Wij gaan even op het nabije terrasje een biertje drinken. Tegelijk houden we het podium in de gaten;  we willen niets missen.

Er volgt nu een optreden van een buikspreker, altijd grappig. Deze artiest zit met zijn arm in een pop die sprekend lijkt op  Joop den Uijl, op dat moment de politiek leider van de PvdA. De buikspreker, die een ultra rechtse VVD’er speelt, imiteert de stem van Joop den Uijl perfect. Joops stopwoordjes: ‘van twee dingen één’ , ‘om kort te gaan’, ‘uh’ en ‘als ik heel eerlijk ben’, lardeert hij heel vindingrijk door zijn act. De buikspreker drijft zijn Joop-pop bijna tot waanzin door opmerkingen over ‘luie overbetaalde arbeiders’ en ’te hoge vennootschap belasting’.  Op een gegeven moment duikt Joop den Uijl woedend, in grote snelheid, met zijn hoofd in het kruis van de buikspreker, die het uitgilt van de pijn. Het publiek kan de act wel waarderen.  Wij ook wel maar voor ons is buikspreken een soort tweedehands tak van sport, hoe gewiekst deze man ook bezig is.

Een beginnend cabaretier doet het volgende optreden.  In een record tempo, alsof hij de olympische finale van de honderd meter loopt. Met superieure acrobatische bewegelijkheid en een grotere grapdichtheid dan wij ooit eerder hadden ervaren. Continu loopt hij zichzelf te bekritiseren: ‘ik word helemaal gek van mezelf’, ‘voor mij hoeft het niet,’ ‘ik word toch zo moe van mezelf’ ...   steeds meer mensen blijven staan kijken. Wij gaan daar ook heen.  Niemand kent hem. Hij is onweerstaanbaar. Het publiek ligt in een deuk .. en is doodop van hem.

Leuk, dat ik hem, ruim veertig jaar geleden, als aankomend talent zag. Iedereen kent hem nu. Bert Visscher.