zaterdag 25 november 2023

SERIE 'OMA & OPA' DEEL22: OP HET POLITIEBUREAU

 

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.


Deel 22: Op het politiebureau.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje.  ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze babykleertjes.

Maria baart Kareltje en gaat na 3 maanden bij een rijke familie wonen en werken. De familie is goed voor haar.

Maria is verliefd op meneer in ‘t Hout … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker; hij is niet in zijn ledikantje en Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout is boos: ’Dit moet afgelopen zijn.’  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop gaat Maria naar Den Bosch rijden.  Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria de roddel over Joop: ’Hij is Joop niet te vertrouwen met kinderen’.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als anders, stottert soms. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was bij Joop maar er valt niks te bewijzen.

Joop trakteert in Den Bosch op appeltaart. Maria’s oudere zus, Rika, is een ouwe vrijster. Nu flirt ze met Joop. Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen van dieren in huis, net als nu met Kareltje gebeurt. En steeds was Maria in de buurt.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Maria en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria allerhartelijks. Maria schaamt zich nog over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. 

Kareltje ligt alweer ergens anders. Angstige gebeurtenis voor Maria. Doordat hij verwekt is door haar verkrachter, heeft ze wisselende gevoelens voor haar zoontje. Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen. Ze dreigen hem dat er nog meer slaag zal volgen.

Maria gaat naar haar huisarts voor het  slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. Joops buurman, Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Wat moesten die vechtersbazen? ‘Een volgende keer ga je er aan, viezerik’, roepen ze Joop na. Het daagt Joop langzaam wie hem dit geflikt hebben.

Maria lijkt goed te reageren op de medicijnen. Ze is ook energieker, wil ‘haar vleugels’ uitslaan. Samen met een leuke man in een klein huisje, daar droomt ze van. Joop likt zijn wonden en steekt de hand in eigen boezem.   

 

22. Op het politiebureau.

Op het politiebureau vertelt Joop, dat hij eergisteravond, nadat hij voor zijn woonhuis uit zijn auto was gestapt, finaal in elkaar was geslagen. Buurman Klaas vult zijn verhaal aan en meldt de dienstdoende politieman, dat hij de heren die Joop mishandelden, heeft herkend. Het zijn de gebroeders Albert en Hendrik van Ooijen. Ze zijn allebei makkelijk te herkennen: Albert heeft een hazenlip en trekt met zijn linkerbeen en Hendrik heeft enorme flaporen. Bovendien heeft Klaas de stemmen herkend van de broers. Ze riepen om beurten  iets naar Joop, toen ze wegliepen. Klaas heeft niet precies verstaan wat ze zeiden. Joop ook niet trouwens, die lag groggy op het trottoir.

De politieagent gaat hier nu eigenlijk zijn boekje een beetje te buiten, maar hij vindt het toch nodig om Klaas en Joop te informeren. De van Ooijens zijn namelijk een paar weken terug op het politiebureau geweest om aangifte te doen tegen de heer Joop Kikkerds, u dus. De aangifte luidde, dat Joop twee neefjes van de van Ooijens had betast. Er is toen gevraagd of de neefjes hun verhaal zelf mochten komen doen op het bureau. Dat mocht. Een van de neefjes vertelt eerlijk, dat ze Joop eerst wel een beetje hadden lopen zieken door in zijn auto te blijven zitten. Wat er toen gebeurde … de neefjes waren er nog steeds een beetje overstuur van  … toen het over het betasten ging ... Joop had ze bij hun kruis gepakt. Daarna had Joop een van de neven, opgepakt, hem strak om zijn middel beetgepakt en hem met zijn kont tegen zijn pik aan gedrukt. Dat was wat hun verhaal.

De politieagent zei al tegen de van Ooijens dat het zwakke van dit hele verhaal was, dat het  hun woord was tegen dat van Joop. Met andere woorden er waren geen getuigen. Hoewel … de politieagent aarzelde … het zou kunnen zijn, dat in het geval van de twee neefjes, de een getuige zou kunnen zijn voor de ander. Dat laatste blijkt onmogelijk te zijn, omdat de neefjes minderjarig zijn en minderjarigen mogen niet getuigen. Voor de jongens zou deze zaak heel moeilijk te bewijzen zijn. Voor de politieagent, die alsmaar verder zijn boekje te buiten ging, was het meteen duidelijk, dat die van Ooijens het heft wel even in eigen hand zouden nemen. Terwijl de kinderen aangifte deden, verscheen er een steeds agressiever wordende grimas op die koppen van de van Ooijens. De politieagent dacht meteen al, toen hij dat zag, dat dat niet veel goeds te voorspellen had. Zeker niet voor Joop Kikkerds. De politieagent lachte even. Wat was Joop lelijk te grazen genomen. Maar daar lachte de agent niet om. Het was fijn dat Joop een getuige had, die gezien had, dat het de gebroeders van Ooijen waren, die wat tikjes aan hem uitdeelden.

Meneer in ‘t Hout kwam thuis van zijn werk. Hij was notaris: testamenten, erfenissen, huwelijkse voorwaarden, enzovoorts. Een gouden business. Tegen zijn vrouw vertelt hij dat een van de meisjes op kantoor binnenkort gaat trouwen met de assistent notaris van het notariaat. Ze gaat na haar trouwen op de Burgemeester Knappertlaan wonen. Dat meisje woont nu nog in de Wattstraat, een heel leuk woninkje, voor niet al te veel geld.  Hij vroeg zijn vrouw of dat huisje misschien wat zou zijn voor Maria en Kareltje. Ze dacht van wel maar Maria zou toch eerst iemand moeten vinden, die de kost voor haar en Kareltje zou willen verdienen.

 

Morgen:    Deel 22:   Schuldig?

 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.

vrijdag 24 november 2023

SERIE 'OMA & OPA' DEEL 21: EEN LEUK, KLEIN HUISJE.

 Deel 21: Een klein, leuk huisje

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 21: Een leuk klein huisje.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar waar is hij? Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout waarschuwt  Maria: ‘zoiets wil ik nooit weer!’  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Traploper en roetjes schoonmaken: een rotklus. Maria is moe, gaat vroeg slapen. Wordt vroeg wakker. Niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook weer ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop zal Maria naar Den Bosch rijden.  Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria dat Joop niet te vertrouwen is met kinderen; zo wordt er althans geroddeld.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat dan sneller als anders en stottert soms. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was bij Joop maar er is geen bewijs tegen hem.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. Maria’s moeder praat ook over de raadselachtige verplaatsingen van dieren, destijds en die van Kareltje nu.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria allerhartelijks. Maria schaamt zich nog over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. Joop zit een beetje vies soep te slurpen. Maria is verbaasd dat ze daar niks over zegt. Joop vindt Maria’s zus Rika ‘alleen maar aardig, meer niet’, zegt hij.

Kareltje is alweer verplaatst. Angstige gebeurtenis voor Maria. Doordat hij verwekt is door haar verkrachter, heeft ze wisselende gevoelens voor haar zoontje. Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen. Ze dreigen hem dat er nog meer slaag zal volgen.

Maria gaat naar haar huisarts voor het  slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen en  een verwijsbriefje voor de psychiater. Joops buurman, Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Wat moesten vechtersbazen? ‘Een volgende keer ga je er aan, viezerik’, roepen ze Joop na. Het daagt Joop langzaam wie hem dit geflikt heeft.

Deel 21: Een leuk klein huisje.

Mevrouw in 't Hout is benieuwd, hoe Maria’s bezoek aan de dokter is afgelopen. Maria vertelt haar dat ze een trazodone-kuur van drie weken gekregen heeft tegen haar kwalen. Na die drie weken moet ze weer op het spreekuur komen. Maria slikt die pillen nu drie dagen en het effect is redelijk positief. Van de in ‘ Houts heeft Maria niks te horen gekregen over slaapwandelen. Ook met Kareltje is  ze dus niet aan de haal gegaan. Fijn dat Maria zich wat rustiger voelt. Ze voelde zich voorheen gejaagd bij het werk in huis. Altijd alles maar vlug, vlug, vlug, want het werk moet klaar voordat haar zoontje wakker wordt. Mevrouw vindt dat jammer om te horen. Want over het werk van Maria is zij erg tevreden. Wat mevrouw vooral fijn vindt is dat ze zo zelfstandig is. Je hoeft haar niet aan het werk te zetten. In feite hoeft je haar niet eens te controleren; ze doet alles pico bello.

‘Heel mooi dat je nu wat ontspannener je werk kunt doen, Maria. Die rust komt vast doordat je nu niet meer slaapwandelt. Je slaap is dieper, je rust meer uit. Het werk hier in huis vind je steeds leuker en steeds meer plezier beleef je met je kind.’

Mevrouw in ‘t Hout heeft niet alles goed gezien: hoe energieker Maria wordt, hoe meer zin zij krijgt om leuke dingen te doen met Kareltje, dat wel, maar de lol in het schoonhouden van het huis neemt alleen maar af. Mevrouw in ‘t Hout gaat weer naar boven, eten klaarmaken. Dat is iets wat ze nog wel zelf doet.

Aan schoonmaken op zich heeft Maria geen hekel. Het lijkt haar alleen heerlijk om een eigen huisje te hebben en dàt schoon te houden. Alleen, Maria kan geen huisje huren. Daar heeft ze geen geld genoeg voor. Een betrekking heeft Maria niet, ja, hier bij de in ‘t Houts; maar hier verdient ze geen geld. Ze krijgt betaald met kost en inwoning ... daar wil ze nu juist van af.

Waar ze van droomt is in een klein huurhuisje te wonen met haar zoontje en een leuke man, die genoeg zou verdienen om zo’n huisje voor hen drietjes te betalen.

 

Zoals Klaas gezegd had, zou hij Joop zijn dokter op de hoogte stellen. Dat heeft hij keurig gedaan. Dokter komt redelijk snel langs.

Joop heeft een gebroken arm, een gebroken jukbeen, verschillende kneuzingen en enkele lelijke verwondingen met name aan zijn hoofd. De dokter ontsmet, verbindt de wonden en geeft hem een receptje voor de apotheek.

‘Sterkte en beterschap, jongen’ wenst de dokter Joop toe en hij vertrekt naar de volgende patiënt.

‘Sterkte en beterschap …  ja hoor, dokter …,’ denkt Joop, ‘het is gewoon allemaal mijn eigen stomme schuld. Eigen schuld, dikke bult. Die van Ooijens hebben volkomen gelijk om me in elkaar te rammen. Als het mijn neefjes waren geweest had ik het misschien net zo gedaan. Jonge kinderen maken me gek! Hoe dat komt? Ik weet het niet. Wist ik het maar. Het gebeurt gewoon. Wat ik zeker weet is, dat ik me beter moet leren beheersen. Ik sterf verdomme van de pijn ... maar ’t is mijn verdiende loon.’

Morgen gaat Joop naar het politiebureau om aangifte te doen tegen de van Ooijens wegens geweldpleging. Buurman Klaas gaat mee.

 

Morgen deel  22: Op het politiebureau.

 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.

donderdag 23 november 2023

SERIE 'OMA EN OPA' DEEL 20. DE RELIGIEUZE BOEKHANDEL.

 

Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel 20: De religieuze boekhandel.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 20: De religieuze boekhandel.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar waar is hij? Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout waarschuwt  Maria: ‘zoiets wil ik nooit weer’!  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Traploper en roetjes schoonmaken: een rotklus. Maria is moe, gaat vroeg slapen. Wordt vroeg wakker. Niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook weer ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop zal Maria naar Den Bosch rijden.  Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria dat Joop niet te vertrouwen is met kinderen; zo wordt er geroddeld.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als anders en stottert soms. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was bij Joop maar er is geen bewijs.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. Maria’s moeder praat ook over de raadselachtige verplaatsingen van dieren destijds en die van Kareltje nu.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria hartelijk. Maria schaamt zich nog steeds over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. Joop zit een beetje vies soep te slurpen. Maria is verbaasd dat ze daar niks over zegt. Joop vindt Maria’s zus Rika ‘alleen maar aardig, meer niet’, zegt hij.

Kareltje is alweer verplaatst. Angstige gebeurtenis voor Maria. Doordat hij verwekt is door haar verkrachter, heeft ze wisselende gevoelens voor haar zoontje. Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen. Ze dreigen hem dat er nog meer slaag zal volgen.

Maria gaat naar haar huisarts voor haar slaapwandelen. Ze krijgt medicijnen een verwijsbriefje voor de psychiater. Joops buurman, Klaas, ontfermt zich over hem.

 

Deel 20: De religieuze boekhandel.

Bedankt buurman,’ zegt Joop.

‘Ja, ik kan je toch niet midden in de nacht in die plas bloed laten liggen,’ zegt Klaas. ‘Ik ga zelf nu weer naar bed, als je nog wat te eten wil moet je het nu zeggen ……o, dat vergat ik even,  je kan niks zeggen … nou, knik maar  ‘ja’ en schud maar ‘nee’ als antwoord op mijn vragen,’ zegt Klaas. Aan het einde van het liedje wil Joop alleen maar wat drinken. Klaas geeft Joop een glas cola met een flinke scheut jonge jenever in de hoop dat daardoor Joop zijn pijn wat zou minderen en dat hij snel in slaap zou vallen.  Het is nu half drie. Klaas gaat weer naar boven, naar zijn eigen kamer. Hij zegt tegen Joop dat hij morgenochtend vroeg rond een uur of acht weer terug komt. Dan gaat hij eerst even bij Joop zijn huisarts langs gaan om hem te vertellen wat er gebeurd is. Joop begrijpt het en zwaait zoiets als 'welterusten'.

Slapen kan Joop voor geen meter. Het enige dat hij zonder pijn kan, is knipperen met zijn ogen. Voor de rest doet alles, echt alles pijn. Gore lafbekken zijn het. Met z’n tweeën nog wel; en maar rossen. Ik mag blij zijn, dat ik nog leef.  Die klootzakken zeiden geen stom woord, anders had ik misschien hun stemmen nog kunnen herkennen. In het begin, dacht ik, dat ze het gemunt hadden op mijn auto, hoewel, eigenlijk was het  natuurlijk mijn eigen wagen niet, dit was de wagen van de zaak. Op mijn geld waren ze blijkbaar ook niet uit; dat hadden ze zo kunnen krijgen … dat kleine beetje van me.

Volgens Klaas waren het mannen van ‘van Ooijen’ van de Schiedamsche Kolenhandel op de Lange Haven. Die kolenhandel, die ken ik wel, daar heb ik wel eens een paar mud eierkolen besteld. Mannen met spierballen werken daar. Maar waarom moeten die gasten mij nu zonodig hebben? Wat heb ik misdaan?  Toen ze wegliepen riepen ze nog wat. Dat kan ik me wèl herinneren maar wàt ze precies riepen? Zoiets als:  ‘je overleeft het niet’ … ze hadden mijn oren denk ik dichtgeschopt … ‘vuile viezerik’ …ja, vuile viezerik riepen ze ook naar mij. ‘Je overleeft het niet vuile viezerik.’ O jaaaa …… van Ooijen …..  was dat niet een broer van Hermus, van die religieuze boekhandel?

Het waren de kinderen van die Hermus die Joop destijds op zijn manier uit zijn wagen gezet heeft. De  boze boekhandelaar is daarna naar het politiebureau gestapt om daar zijn twee zoontjes te laten verklaren, welke onzedelijke handelingen Joop met hen heeft uitgevoerd.

 

Ze zullen het nooit kunnen bewijzen, dat die twee jochies gelijk hebben. Bekennen zal Joop nooit. Ja, nu had Joop het weer op een rijtje. De hardvochtige helden zeiden: ‘Als je nog eens een keer aan onze kinderen zit, dan overleef je het niet, vuile viezerik.’ Dat was duidelijke taal. Joop zal zich moeten leren beheersen.

 

Morgen: Deel 21. Een leuk klein huisje.

 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.

woensdag 22 november 2023

SERIE 'OMA & OPA'' DEEL 19. EEN VERWIJSBRIEFJE

 Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel 19: Een verwijsbriefje.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 19. Een verwijsbriefje.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar waar is hij? Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout waarschuwt  Maria: ‘zoiets wil ik nooit weer’!  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Traploper en roetjes schoonmaken: een rotklus. Maria is moe, gaat vroeg slapen. Wordt vroeg wakker. Niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook weer ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop zal Maria naar Den Bosch rijden.  Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria dat Joop niet te vertrouwen is met kinderen; zo wordt er geroddeld.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als anders en stottert soms. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was bij Joop maar er is geen bewijs.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. Maria’s moeder praat ook over de raadselachtige verplaatsingen van dieren destijds en die van Kareltje nu.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria hartelijk. Maria schaamt zich nog steeds over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. Joop zit een beetje vies soep te slurpen. Maria is verbaasd dat ze daar niks over zegt. Joop vindt Maria’s zus Rika ‘alleen maar aardig, meer niet’, zegt hij.

Kareltje is alweer verplaatst. Angstige gebeurtenis voor Maria. Doordat hij verwekt is door haar verkrachter, heeft ze wisselende gevoelens voor haar zoontje. Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen. Ze dreigen hem dat er nog meer slaag zal volgen.

 

Deel 19. Een verwijsbriefje.

Om tien over half elf gaat Maria naar de dokter. Ze had deze dokter voor het eerst nodig toen Kareltje van de trap viel en zijn arm brak (en Lidwien haar ribben). De dokter was toen zo vriendelijk om haar zoontje naar het ziekenhuis  te brengen. Dit keer heeft ze de dokter zelf nodig. Ze heeft de wekker op acht uur gezet, dan zou ze genoeg tijd hebben om Kareltje te wassen, aan te kleden en eten te geven en ze zou nog voldoende tijd over hebben voor zichzelf. Mevrouw in ‘t Hout past weer eens op die kleine.

De wachtkamer is druk bezet: er zijn er zes vòòr Maria. Als het een beetje mee zit, zou ze over dik een uur weer buiten staan. Alleen … deze dokter staat er om bekend, dat hij aandacht heeft voor zijn patiënten en dat kost nogal wat tijd.

Na ruim een uur is Maria aan de beurt. Ze vertelt haar slaapwandelverhaal. Belangstellend hoorde de dokter dat aan. Hij is er van overtuigd dat haar traumatische ervaring, haar verkrachting, nog steeds opspeelt in haar geest. De daardoor oplopende spanning, uit zich bij Maria in slaapwandelen. Dat is op zich al zorgwekkend; maar dat ze Kareltje verplaatste (verhuist) tijdens haar slaapwandeling, heeft volgens de dokter een te hoge risicofactor. Dat moet kost wat kost voorkomen worden. Maria krijgt daartoe van hem trazodone voorgeschreven; een middel dat, spanningreducerend werkt. Ze krijgt een kuur van drie weken; elke dag drie tabletten. Na die drie weken moet het afgelopen zijn met dat geslaapwandel. ‘Kom daarna nog maar eens langs op het spreekuur’.

De dokter vindt dat Maria’s schuldgevoelens over Kareltje thuis horen bij een psychiater. Over die schuldgevoelens en haar verkrachting, die tot de conceptie van Kareltje leidde, zou zij het met psychiater moeten hebben. De dokter geeft haar een verwijsbriefje mee. Maria moet zelf bellen voor een afspraak.

Tot slot stelt dokter nog een rare vraag, althans een vraag die ze niet meteen met ‘ja’ of ‘nee’ kan beantwoorden:

‘Heb je je zoontje onvoorwaardelijk lief?’

Een heel moeilijke vraag voor Maria.

 

Kort nadat Joop zijn laatste klapjes had geïncasseerd, komt zijn bezorgde bovenbuurman Klaas kijken hoe hij er bij ligt. Allesbehalve goed.  Het bloed gutst uit zijn mond en wat Klaas ook aanraakte alles deed Joop  pijn. Klaas port hem om op te staan … probeert hem op te tillen. Het lijkt wel alsof al zijn botten gebroken zijn, zo reageert hij.

‘Ik heb gezien wie het waren Joop,’ zegt Klaas, ‘die twee lafbekken. Het waren de gebroeders van Ooijen.’ Joop zegt wel iets terug maar doordat zijn tong en zijn lippen kapotgeschopt zijn, hoort Klaas niets anders dan een onverstaanbaar gemurmel.  Met een uiterste krachtsinspanning probeert Joop wel te gaan staan maar hij zakt meteen als een plumpudding in elkaar.

‘Zo’n klein mannetje als Joop zou ik toch een trap naar boven moeten kunnen slepen,’ denkt Klaas, die een kop groter is. Vragen aan Joop of hij het okee vindt, daar begon Klaas niet meer aan. Onder veel tegenstribbelen, protesten en amechtig gekerm trekt Klaas zijn buurman de trap op, legt hem in zijn bed en verzorgt de ergste verwondingen.

 

Morgen: Deel 20: De religieuze boekhandel.

 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.

dinsdag 21 november 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 18. IN ELKAAR GESLAGEN.

 Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel  18: In elkaar geslagen

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 18. In elkaar geslagen.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken …  helpen, van de wal in de sloot.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar waar is hij? Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout waarschuwt  Maria: ‘Dit wil ik nooit weer!  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Traploper en roetjes schoonmaken: een rotklus. Maria is moe, gaat vroeg slapen. Wordt vroeg wakker. Niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook weer ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop belooft Maria naar haar familie in Den Bosch te rijden. Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria over de roddel: Joop is niet te vertrouwen met kinderen.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als anders en stottert soms. Hij kent die roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop thuis maar heeft geen bewijs.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. De raadselachtige verplaatsingen van dieren (van vroeger) en Kareltje nu, brengt Maria’s moeder ook ter sprake.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria hartelijk. Maria schaamt zich nog steeds over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. Joop zit een beetje vies soep te slurpen. Maria is verbaasd dat ze daar niks over zegt. Joop vindt Maria’s zus Rika gewoon aardig, meer niet, zegt hij.

 

Deel 18: In elkaar geslagen

Een intens verdrietig huilend Kareltje wekt Maria uit een diepe slaap en wèèr ligt hij niet waar hij zou moeten liggen maar hij ligt onder de vensterbank naast de prullenbak. Het ventje is helemaal overstuur en voor Maria is ergeen excuus meer om het bezoek aan haar huisarts uit te stellen. Ze is zich er weer totaal niet van bewust wat ze met haar zoontje heeft uitgespookt; gek wordt ze er van.

Het is midden in de nacht en ze zijn allebei nog klaarwakker. Maria denkt dat Kareltje toch niet zal slapen, als ze hem nu gelijk weer in zijn bedje legt. Dus neemt ze hem maar even bij haar in bed. Dat werkt goed: binnen een paar minuten houdt zijn gesnik op en slaapt hij. Als Maria hem daarna in zijn eigen bedje wil leggen is hij ineens weer klaarwakker en zet het op een brullen. Maria zingt ‘Slaap kindje slaap ….’ en klopt hem intussen zachtjes op zijn billetjes ... dan is hij weer snel vertrokken.

Zelf kan Maria de slaap niet meer vatten. De angst voor het slaapwandelen houdt haar wakker. Dat ‘verplaatsen’ van Kareltje vindt ze zo vreselijk.  Ze voelt zich schuldig tegenover haar zoontje.

Ja, zo heel in het begin heeft ze er zwaar de pest over in gehad, dat ze zwanger  was. Maar later beseft ze dat dat wezentje in haar buik, het toch ook niet kon helpen dat het door zo’n lompe schoft verwekt was. Vanaf het moment van zijn geboorte is bij Maria van weerzin tegen het ventje geen sprake meer. Een leuk, lief en mooi ventje vindt ze haar Kareltje. Ze dènkt ook dat ze van hem houdt en ze dènkt ook dat ze steeds meer van hem gaat houden.

En dan nu wèèr dit gekmakende geslaapwandel …. Zou ze dan toch niet ècht van hem houden … doet ze misschien maar alsof, om voor de buitenwereld goede sier te maken. Wil ze in werkelijkheid niets liever dan Kareltje ergens dumpen. Natuurlijk wil ze van hem af. Je was er natuurlijk nooit geweest, klein schatje, als die enorme klootzak haar niet had verkracht.

Die kwellende gedachten moet ze uit haar hoofd zetten.  Driftig schudt ze haar hoofd. Krachtig  stompt Maria met haar vuisten op haar bed en zo hard ze kan schreeuwt ze: ‘Ik hòù van je Kareltje’. Te horen aan de huilbui die Kareltje daarop krijgt, schrikt hij zich het apenzuur van het geschreeuw van zijn moeder.

Na de huilbui, die Maria daarna krijgt, valt ze snel in slaap; haar zoontje is gelukkig snel bekomen van de schrik en ligt al snel weer lekker te knorren.

 

Als Joop voor zijn huis uit zijn auto stapt, wordt hij gelijk stevig ‘in de tang’ genomen door twee mannen, beiden een kop groter dan hij.  De ene houdt hem vast en de andere stompt Joop waar hij hem maar raken kan. Hij krijgt trappen in zijn kruis. Op een gegeven moment wordt Joop losgelaten. Zakt dan als een bord yoghurt in elkaar, waarop de mannen om het hardst tegen Joop aan blijven schoppen … ; raken waar ze hem maar raken kunnen.

Helemáál bewusteloos is Joop nog niet. Hij heeft tijdens deze rampartij geprobeerd zich zo goed en zo kwaad als het ging te beschermen. De mannen vinden het klaarblijkelijk genoeg zo; ze willen nog wat wel kwijt aan Joop: ‘Als je nog een keer aan onze kinderen zit, dan overleef je het niet, vuile viezerik.'

 

Morgen: Deel 19. Een verwijsbriefje.


 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.

maandag 20 november 2023

SERIE 'OPA & OMA' DEEL 17. DE SCHAAMTE.

 Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel 17: De schaamte.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 17. De schaamte.

Wat vooraf ging.

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes en na de bevalling kan ze gaan inwonen en werken bij rijke mensen.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria en samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken …  helpen, van de wal in de sloot.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. Verliefd blijft ze. In een nare droom worden haar gevoelens vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar niemand weet waar hij is. Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt diep. Meneer in ’t Hout dreigt Maria: ‘Dit is eens maar nooit weer.’ Maria’s verliefdheid is gelijk over.

Raadselachtige verplaatsingen, van dieren, deden zich in het ouderlijk huis van Maria ook al voor.

Een rotklus: de traploper en roetjes schoonmaken. Maria is moe en gaat vroeg slapen. Wordt ook  vroeg wakker; niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook al ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop belooft Maria naar haar familie in Den Bosch te rijden. Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria over de roddel: Joop zou niet te vertrouwen zijn met kinderen.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praat ze erover. Hij praat sneller als anders en stottert soms. Joop kent die roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was al bij Joop thuis. Er is geen bewijs tegen Joop.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. De raadselachtige verplaatsingen van dieren van vroeger en Kareltje nu, brengt Maria’s moeder ook ter sprakekomen ook ter sprake.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn nogal laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter, ook de vader van Kareltje  is. Is er een verband tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Deel 17. De schaamte.

Op de terugreis moet Maria onophoudelijk denken aan wat  ze vanmiddag met haar moeder besproken heeft over dat slaapwandelen en het verhuizen van de huisdieren. Joop probeert haar aandacht een beetje af te leiden van haar getob en hij vertelt haar, eigenlijk nogal lomp, die mop van ‘Hempie en Broekie’  en die van ‘Pudding en Gisteren’. Dat heeft wel succes, alleen is het wel van korte duur; met name  om die van ‘Pudding en Gisteren’ moet ze erg lachen maar dat komt waarschijnlijk, omdat Joop ze zo smakelijk vertelt.

Het is een lange reis. Pas rond elf uur ’s avonds zijn ze in Schiedam. De familie  in ‘t Hout ontvangt ze heel hartelijk. Ze hebben een soepje voor de reizigers klaargemaakt, want ze weten uit ervaring hoe flauw je kan zijn na zo’n lange reis. Voor bij de soep, het was tomatensoep, hadden de in ‘t Houts ook wat brood klaargezet.

Het is te laat voor kleine kinderen als Karel om nog te gaan zitten eten. Hij krijgt een beetje melk vòòrdat Maria hem naar bed brengt. Daar moet hij het mee doen.

‘Wat zijn het toch schatten van mensen,’ denkt Maria terwijl ze Kareltje in slaap  aan het wiegen is. Ze schaamt zich wel eens een beetje, dat haar gedachten en gevoelens over meneer in ‘t Hout destijds ineens zo op hol waren geslagen. Waarschijnlijk hebben de in ‘t Houts er niks van gemerkt, want ze heeft er nooit met een woord over gerept tegen hem …  ze is ook nooit handtastelijk geworden ….hoewel ze dat toen wel heel graag geworden was …

Het smaakt Maria en Joop verrukkelijk, dat tomatensoepje. Hoorbaar lekker zit Joop te eten; de rode spetters vliegen om zijn oren. Het doet de in ‘t Houts zichtbaar genoegen, dat hun soep er zo goed in gaat.

Eigenlijk houdt Maria er helemaal van als iemand ‘vies zit te vreten’. Normaal moet ze er iets van zeggen, als er gesmakt, geslurpt, gesmekt, gespetterd of geboerd wordt maar op de een of andere manier kan ze dat van Joop wèl hebben.

Het hoort blijkbaar bij hem, dat was zijn manier van eten. Ze vindt het wel vreemd dat ze totaal niet de aandrang heeft om naar Joop toe corrigerende opmerkingen te maken ... misselijk wordt ze er ook niet eens van. Blijkbaar is haar tolerantiegrens ten aanzien van het eetgedrag van iemand als Joop opgeschoven. ‘Néém iemand zoals hij is, ‘dat gezegde brengt Maria dus in praktijk.

Met Joop moet ze later nog wel es praten over zijn uitgelaten gedrag van vanmiddag met haar oudste zus Rika ... èn over wat er nou aan de hand was met die twee broertjes. Want àls Maria verder wil met Joop moet ze toch op zijn minst eerst duidelijkheid hebben over die zaken.

Maria en Joop doen even de kleine ‘soep’afwas, ‘wat helemaal niet nodig is volgens mevrouw.’ Ze bedanken de in ‘t Houts en zakken af  naar de begane grond.  Spontaan geeft Maria een zoen op Joop zijn wang: ’Bedankt, Joop! Goed gereden! Ik heb een fijne dag gehad! Hoeveel krijg je voor de benzine?’

‘Niks,’ zegt Joop, ‘het was toch mijn aanbod, om met de auto naar Den Bosch te gaan? En … luister eens Maria, ik had vanmiddag nou wel veel lol met Rika maar daar moet je verder niks achter zoeken, hoor …   ik vind haar een leuke,  goedlachse vrouw … maar ze is wel vijf jaar ouder dan ik en bovendien … ze is gewoon mijn type niet… jij wèl Maria … jij wèl! Rika zou gewoon een aardige schoonzus kunnen worden.’

‘Ik moet gaan,’ zegt Joop. Vlug geeft hij Maria een kusje op haar wang en loopt naar de auto.

 

Morgen: Deel 18. In elkaar geslagen.

 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.

zondag 19 november 2023

SERIE: 'OPA EN OMA' DEEL 16: EEN BEETJE JALOERS

 Serie: ‘Oma en Opa’.

Deel 16. Een beetje jaloers.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

Deel 16. Een beetje jaloers.

Wat vooraf ging.

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes. Na de bevalling kan ze gaan inwonen en werken bij rijke mensen.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Ze verdient zo wat geld voor wol. Maria heeft last van Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen zoeken ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje. Ephraïm, vindt woonruimte en werk voor Maria bij een welgestelde familie. De familie is goed voor haar. Met dochter Lidwien, heeft Maria een klik. Kareltje helpt schoonmaken … van de wal in de sloot.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel, om het lelijks dat ze mevrouw in ’t Hout  ‘toewenst.’

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. Verliefd blijft ze. In een nare droom worden haar gevoelens vergoeilijkt. Ze eindigt bij de in ’t Houts in bed.

Kareltje brult iedereen wakker. Hij ligt niet in zijn ledikantje. Maria hoort niks. ‘Dit is ééns maar nóóit weer’, dreigt meneer in ’t Hout haar. Maria’s verliefdheid is gelijk over.

Raadselachtige verplaatsingen, van dieren, deden zich in het ouderlijk huis van Maria ook al voor.

Ze denkt aan Joep, een jeugdvriendje.

Een rotklus: de traploper en roetjes schoonmaken. Kareltje is aan het klieren. Maria gaat vroeg naar bed. Ze wordt héél vroeg wakker maar niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook al ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje maken een herfstwandeling in het Sterrenbos. Joop vermaakt de kleine. Met de auto wil Joop Maria naar haar familie in Den Bosch brengen. Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria over de roddel: Joop zou niet te vertrouwen zijn met kinderen.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praat ze er met hem over. Hij praat sneller als anders en stottert soms. Joop kent die roddel. Twee vervelende gassies hebben tegen hun ouders gelogen over hem. De politie is al bij hem geweest. Er is geen bewijs tegen Joop.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Die flirt met Joop. De raadselachtige verplaatsingen van dieren van vroeger en Kareltje nu, komen ook ter sprake.

 

Deel 16. Een beetje jaloers.

Kareltje doet in het grote bed van oma zijn middagdutje. Joop en Rika waren nog steeds erg druk en lacherig. Wat die twee bezielt, is voor iedereen hier een raadsel. Maria moet eerlijk bekennen dat ze jaloers is. Tuurlijk, Joop is in Maria’s ogen een grappige, actieve man.  Vandaag voelt ze zich genegeerd door hem.  Die twee zijn nu ook weer de hort op: ze gaan wandelen in de Drunense duinen. Op de afgesproken etenstijd, vijf uur, zouden ze weer thuis zijn. Moeder maakt ons lievelingsgerecht klaar: runderlapjes, met gekookte aardappelen en sperziebonen. Als toetje krijgen we grutjespap met rietsuikerstroop. Maria helpt aardappelen schillen.

Pas om half zes komen Rika en Joop aan huppelen. Maria en haar moeder hebben er goed de pest over in. Jammer van het eten ... het lekkere was er nu wel van af.

Maria wil Rika even apart spreken.

‘Hé Rika, je bent wel lekker bezig met Joop, hè?’

‘Wat, hoezo, hoe bedoel je?’

‘Nou, zoals ik het zeg, je bent zo druk, lacherig, beetpakkerig … ben je Joop soms aan het versieren?’

‘Nou zeg, hoe kom je dáár nou bij, Maria? Ik vind een Joop een hartstikke leuk, lief menneke maar ik gun hem jou van harte, hoor. Voor mij is Joop gewoon iemand om lol mee te maken, meer niet. Verder val ik helemààl niet op hem'.

Dan gaat iedereen aan tafel. Het eten is inderdaad niet  meer te vreten. De boontjes zijn te veel doorgekookt, de aardappels papperig en de grutjespap is aangebrand. Alleen het runderlapje is heel mals geworden, waarschijnlijk door het lange sudderen.

In plaats van het grutjespaptoetje kreeg iedereen een mandarijn.

Op de terugweg kijkt Maria met een uiterst wantrouwige blik  naar Joop, die wel heel erg vrolijk de Radetzkymars zit te zingen. Daarbij trommelt hij op het stuur van zijn auto. Rika zegt niet op Joop te vallen maar Maria heeft de stellige  indruk dat dat voor Joop anders is. Maria zegt er nog niks over. Dat komt nog wel. Door dit soort gedachtes voelt Maria dat ze toch wat om Joop begint te geven.

Kareltje is een makkelijke reiziger.  Op Maria’s schoot is hij al snel in slaap gevallen.  Maria vertelt Joop over haar gesprek van vanmiddag met haar moeder. Over de haar onwelgevallige huisdieren in de slaapkamer van haar en Rita en dat ze die dieren al slaapwandelend  naar andere plekken in huis verhuist. Ik krijg pillen tegen slaapwandelen, de dieren worden elders ondergebracht en het probleem is opgelost.

‘Okee,’ zegt Joop, 'wat is dan nu het probleem nog, Maria?’

'Ik dacht, dat ik het je al eens verteld had, dat Kareltje nu tot twee keer toe op onverklaarbare wijze uit zijn ledikantje is gekomen en ergens anders in huis is gevonden'.

‘Zouden ze geen geintje met je hebben willen uithalen daar bij die familie in ‘t Hout?’ vraagt Joop.

‘Nee, dat kan ik haast niet geloven, zoiets gemeens zullen ze volgens mij nooit doen.’

‘Wat ik je nu ga zeggen, Joop weet je nog niet: een paar jaar geleden, ben ik verkracht en ik ben toen ook zwanger geraakt. De vader van Kareltje is dus die verkrachter.’

 Joop is er stil van.  Hij trekt een beetje wit weg.

‘Wat ik nu denk, Joop, is dat ik weer ben gaan slaapwandelen ’s nachts ... Kareltje uit zijn bedje haal en hem ergens anders in huis neerleg. Ik ben zo langzamerhand steeds meer van Kareltje gaan houden en tegelijkertijd weet ik dat zijn vader een walgelijk monster is. Toch kan ik me haast niet voorstellen dat ik daarom Kareltje onbewust niet op mijn kamer zou dulden. Net als die huisdieren toen. Misschien slaapwandel ik ook wel weer. Misschien heb ik wel weer pillen nodig, Joop.’

‘Heftig verhaal Maria! Als ik jou was zou ik zo snel mogelijk met dat verhaal bij de dokter langs gaan'.

 

Morgen: Deel 16. De schaamte.