Posts tonen met het label risicofactor. Alle posts tonen
Posts tonen met het label risicofactor. Alle posts tonen

woensdag 22 november 2023

SERIE 'OMA & OPA'' DEEL 19. EEN VERWIJSBRIEFJE

 Serie: ‘Opa en Oma’.

Deel 19: Een verwijsbriefje.

Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.  Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.

Door daar op de knop ‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande afleveringen van de serie te zien.

Ook eerder ‘werk’ van mij kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest recente verhaal.

 

Deel 19. Een verwijsbriefje.

Wat voorafging:

Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch.  Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.

Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die Wijnaldia; die randde haar aan.

Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over  Maria. Samen kopen ze nieuwe babykleertjes.

Maria baart Kareltje.  Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken.

Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes.  Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.

Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is schúldgevoel, dat haar beroert.

Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens ‘duivels’ vergoeilijkt.

Kareltje brult iedereen wakker maar waar is hij? Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t Hout waarschuwt  Maria: ‘zoiets wil ik nooit weer’!  Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Raadselachtige verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.

Traploper en roetjes schoonmaken: een rotklus. Maria is moe, gaat vroeg slapen. Wordt vroeg wakker. Niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook weer ergens anders.

Maria, Joop en Kareltje wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.  Joop zal Maria naar Den Bosch rijden.  Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria dat Joop niet te vertrouwen is met kinderen; zo wordt er geroddeld.

Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als anders en stottert soms. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens opgehangen. De politie was bij Joop maar er is geen bewijs.

Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop. Maria’s moeder praat ook over de raadselachtige verplaatsingen van dieren destijds en die van Kareltje nu.

Maria is jaloers. Zus Rika en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter tevens de vader van Kareltje  is. Zou er een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?

Op de terugreis naar Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en Maria hartelijk. Maria schaamt zich nog steeds over haar ‘impulsieve’  verliefdheid op meneer. Joop zit een beetje vies soep te slurpen. Maria is verbaasd dat ze daar niks over zegt. Joop vindt Maria’s zus Rika ‘alleen maar aardig, meer niet’, zegt hij.

Kareltje is alweer verplaatst. Angstige gebeurtenis voor Maria. Doordat hij verwekt is door haar verkrachter, heeft ze wisselende gevoelens voor haar zoontje. Joop wordt door twee mannen in elkaar geslagen. Ze dreigen hem dat er nog meer slaag zal volgen.

 

Deel 19. Een verwijsbriefje.

Om tien over half elf gaat Maria naar de dokter. Ze had deze dokter voor het eerst nodig toen Kareltje van de trap viel en zijn arm brak (en Lidwien haar ribben). De dokter was toen zo vriendelijk om haar zoontje naar het ziekenhuis  te brengen. Dit keer heeft ze de dokter zelf nodig. Ze heeft de wekker op acht uur gezet, dan zou ze genoeg tijd hebben om Kareltje te wassen, aan te kleden en eten te geven en ze zou nog voldoende tijd over hebben voor zichzelf. Mevrouw in ‘t Hout past weer eens op die kleine.

De wachtkamer is druk bezet: er zijn er zes vòòr Maria. Als het een beetje mee zit, zou ze over dik een uur weer buiten staan. Alleen … deze dokter staat er om bekend, dat hij aandacht heeft voor zijn patiënten en dat kost nogal wat tijd.

Na ruim een uur is Maria aan de beurt. Ze vertelt haar slaapwandelverhaal. Belangstellend hoorde de dokter dat aan. Hij is er van overtuigd dat haar traumatische ervaring, haar verkrachting, nog steeds opspeelt in haar geest. De daardoor oplopende spanning, uit zich bij Maria in slaapwandelen. Dat is op zich al zorgwekkend; maar dat ze Kareltje verplaatste (verhuist) tijdens haar slaapwandeling, heeft volgens de dokter een te hoge risicofactor. Dat moet kost wat kost voorkomen worden. Maria krijgt daartoe van hem trazodone voorgeschreven; een middel dat, spanningreducerend werkt. Ze krijgt een kuur van drie weken; elke dag drie tabletten. Na die drie weken moet het afgelopen zijn met dat geslaapwandel. ‘Kom daarna nog maar eens langs op het spreekuur’.

De dokter vindt dat Maria’s schuldgevoelens over Kareltje thuis horen bij een psychiater. Over die schuldgevoelens en haar verkrachting, die tot de conceptie van Kareltje leidde, zou zij het met psychiater moeten hebben. De dokter geeft haar een verwijsbriefje mee. Maria moet zelf bellen voor een afspraak.

Tot slot stelt dokter nog een rare vraag, althans een vraag die ze niet meteen met ‘ja’ of ‘nee’ kan beantwoorden:

‘Heb je je zoontje onvoorwaardelijk lief?’

Een heel moeilijke vraag voor Maria.

 

Kort nadat Joop zijn laatste klapjes had geïncasseerd, komt zijn bezorgde bovenbuurman Klaas kijken hoe hij er bij ligt. Allesbehalve goed.  Het bloed gutst uit zijn mond en wat Klaas ook aanraakte alles deed Joop  pijn. Klaas port hem om op te staan … probeert hem op te tillen. Het lijkt wel alsof al zijn botten gebroken zijn, zo reageert hij.

‘Ik heb gezien wie het waren Joop,’ zegt Klaas, ‘die twee lafbekken. Het waren de gebroeders van Ooijen.’ Joop zegt wel iets terug maar doordat zijn tong en zijn lippen kapotgeschopt zijn, hoort Klaas niets anders dan een onverstaanbaar gemurmel.  Met een uiterste krachtsinspanning probeert Joop wel te gaan staan maar hij zakt meteen als een plumpudding in elkaar.

‘Zo’n klein mannetje als Joop zou ik toch een trap naar boven moeten kunnen slepen,’ denkt Klaas, die een kop groter is. Vragen aan Joop of hij het okee vindt, daar begon Klaas niet meer aan. Onder veel tegenstribbelen, protesten en amechtig gekerm trekt Klaas zijn buurman de trap op, legt hem in zijn bed en verzorgt de ergste verwondingen.

 

Morgen: Deel 20: De religieuze boekhandel.

 

Op zondag 26 november a.s. Voorleesmiddag.

Schrijvers lezen voor uit eigen werk.

Ik  lees 2 verhalen voor in

Verhalenhuis Belvédère , Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.

15.00 uur – 17.00 uur.  Toegang gratis.