Voorgaande delen van de serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop
‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande
afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij
kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest
recente verhaal.
Deel 22: Op het politiebureau.
Wat voorafging:
Maria is verkracht en
daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch. Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes.
Maria verlangt naar haar
baby’tje. ‘Collega’ zuster Ephraïm
‘ontfermt’ zich over Maria. Samen kopen
ze babykleertjes.
Maria baart Kareltje en
gaat na 3 maanden bij een rijke familie wonen en werken. De familie is goed
voor haar.
Maria is verliefd op
meneer in ‘t Hout … tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.
Ene Joop Kikkerd komt
drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken
… maar het is schúldgevoel, dat haar beroert.
Maria verzwijgt de
huisarts haar zelfbeschadiging. In een nare droom worden haar gevoelens
‘duivels’ vergoeilijkt.
Kareltje brult iedereen
wakker; hij is niet in zijn ledikantje en Maria slaapt nog diep. Meneer in ’t
Hout is boos: ’Dit moet afgelopen zijn.’
Maria’s kriebeltjes verdwijnen als sneeuw voor de zon.
Raadselachtige
verplaatsingen (van dieren), gebeurden ook al in Maria’s ouderlijk huis.
Maria, Joop en Kareltje
wandelen. Joop maakt grapjes met de kleine.
Joop gaat Maria naar Den Bosch rijden.
Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria de roddel over Joop: ’Hij is Joop niet
te vertrouwen met kinderen’.
Joop een pedo? Maria is
sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praten ze erover. Joop praat sneller als
anders, stottert soms. Hij kent de roddel. Twee gassies hebben leugens
opgehangen. De politie was bij Joop maar er valt niks te bewijzen.
Joop trakteert in Den
Bosch op appeltaart. Maria’s oudere zus, Rika, is een ouwe vrijster. Nu flirt
ze met Joop. Maria’s moeder herinnert zich raadselachtige verplaatsingen van
dieren in huis, net als nu met Kareltje gebeurt. En steeds was Maria in de
buurt.
Maria is jaloers. Zus Rika
en Joop zijn laat thuis. Het eten is verpieterd. Maria en Joop praten op de
terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter
tevens de vader van Kareltje is. Zou er
een verband zijn tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?
Op de terugreis naar
Schiedam tobt Maria over de verplaatsingen. Mevrouw in ’t Hout ontvangt Joop en
Maria allerhartelijks. Maria schaamt zich nog over haar ‘impulsieve’ verliefdheid op meneer.
Kareltje ligt alweer ergens
anders. Angstige gebeurtenis voor Maria. Doordat hij verwekt is door haar
verkrachter, heeft ze wisselende gevoelens voor haar zoontje. Joop wordt door
twee mannen in elkaar geslagen. Ze dreigen hem dat er nog meer slaag zal
volgen.
Maria gaat naar haar
huisarts voor het slaapwandelen. Ze
krijgt medicijnen en een verwijsbriefje
voor de psychiater. Joops buurman, Klaas, sjouwt hem naar zijn huis. Wat
moesten die vechtersbazen? ‘Een volgende keer ga je er aan, viezerik’, roepen
ze Joop na. Het daagt Joop langzaam wie hem dit geflikt hebben.
Maria lijkt goed te
reageren op de medicijnen. Ze is ook energieker, wil ‘haar vleugels’ uitslaan.
Samen met een leuke man in een klein huisje, daar droomt ze van. Joop likt zijn
wonden en steekt de hand in eigen boezem.
22. Op het politiebureau.
Op het politiebureau vertelt Joop, dat hij eergisteravond,
nadat hij voor zijn woonhuis uit zijn auto was gestapt, finaal in elkaar was
geslagen. Buurman Klaas vult zijn verhaal aan en meldt de dienstdoende
politieman, dat hij de heren die Joop mishandelden, heeft herkend. Het zijn de
gebroeders Albert en Hendrik van Ooijen. Ze zijn allebei makkelijk te
herkennen: Albert heeft een hazenlip en trekt met zijn linkerbeen en Hendrik
heeft enorme flaporen. Bovendien heeft Klaas de stemmen herkend van de broers.
Ze riepen om beurten iets naar Joop,
toen ze wegliepen. Klaas heeft niet precies verstaan wat ze zeiden. Joop ook
niet trouwens, die lag groggy op het trottoir.
De politieagent gaat hier nu eigenlijk zijn boekje een
beetje te buiten, maar hij vindt het toch nodig om Klaas en Joop te informeren.
De van Ooijens zijn namelijk een paar weken terug op het politiebureau geweest
om aangifte te doen tegen de heer Joop Kikkerds, u dus. De aangifte luidde, dat
Joop twee neefjes van de van Ooijens had betast. Er is toen gevraagd of de
neefjes hun verhaal zelf mochten komen doen op het bureau. Dat mocht. Een van
de neefjes vertelt eerlijk, dat ze Joop eerst wel een beetje hadden lopen
zieken door in zijn auto te blijven zitten. Wat er toen gebeurde … de neefjes
waren er nog steeds een beetje overstuur van
… toen het over het betasten ging ... Joop had ze bij hun kruis gepakt.
Daarna had Joop een van de neven, opgepakt, hem strak om zijn middel beetgepakt
en hem met zijn kont tegen zijn pik aan gedrukt. Dat was wat hun verhaal.
De politieagent zei al tegen de van Ooijens dat het zwakke
van dit hele verhaal was, dat het hun
woord was tegen dat van Joop. Met andere woorden er waren geen getuigen. Hoewel
… de politieagent aarzelde … het zou kunnen zijn, dat in het geval van de twee
neefjes, de een getuige zou kunnen zijn voor de ander. Dat laatste blijkt
onmogelijk te zijn, omdat de neefjes minderjarig zijn en minderjarigen mogen
niet getuigen. Voor de jongens zou deze zaak heel moeilijk te bewijzen zijn.
Voor de politieagent, die alsmaar verder zijn boekje te buiten ging, was het
meteen duidelijk, dat die van Ooijens het heft wel even in eigen hand zouden
nemen. Terwijl de kinderen aangifte deden, verscheen er een steeds agressiever
wordende grimas op die koppen van de van Ooijens. De politieagent dacht meteen
al, toen hij dat zag, dat dat niet veel goeds te voorspellen had. Zeker niet
voor Joop Kikkerds. De politieagent lachte even. Wat was Joop lelijk te grazen
genomen. Maar daar lachte de agent niet om. Het was fijn dat Joop een getuige
had, die gezien had, dat het de gebroeders van Ooijen waren, die wat tikjes aan
hem uitdeelden.
Meneer in ‘t Hout kwam thuis van zijn werk. Hij was notaris:
testamenten, erfenissen, huwelijkse voorwaarden, enzovoorts. Een gouden
business. Tegen zijn vrouw vertelt hij dat een van de meisjes op kantoor
binnenkort gaat trouwen met de assistent notaris van het notariaat. Ze gaat na
haar trouwen op de Burgemeester Knappertlaan wonen. Dat meisje woont nu nog in de
Wattstraat, een heel leuk woninkje, voor niet al te veel geld. Hij vroeg zijn vrouw of dat huisje misschien
wat zou zijn voor Maria en Kareltje. Ze dacht van wel maar Maria zou toch eerst
iemand moeten vinden, die de kost voor haar en Kareltje zou willen verdienen.
Morgen: Deel
22: Schuldig?
Op zondag 26 november a.s.
Voorleesmiddag.
Schrijvers lezen voor uit
eigen werk.
Ik lees 2 verhalen voor in
Verhalenhuis Belvédère ,
Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.
15.00 uur – 17.00
uur. Toegang gratis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten