vrijdag 10 november 2023

SERIE 'OMA & OPA': DEEL 7. EEN ONBEDAARLIJKE HUILBUI.

7. Een onbedaarlijke huilbui.

Wat vooraf ging:

Mijn lieve oma Maria heeft ‘open benen’; opengekrabbeld door haar ‘rotkat’. Opa gaat over mijn grenzen: hij betast me met zijn worstvingers en schuurt zijn ongeschoren kin langs mijn wangen.

Maria wordt op haar 17e verkracht en bezwangert. Abortus is taboe in haar woonplaats Den  Bosch.  Zwangere meisjes worden in nonnenkloosters ‘opgeborgen’. Tot drie maanden na de bevalling. Daarna volgt meestal werken bij rijkelui.

Maria kan niet wachten op haar kindje. Breit zelf kleertjes. Ze maakt de kamer van hoofdzuster Wijnaldia schoon. Zo verdient ze centjes om wol te kopen. Maria moet de  leugenachtige Wijnaldia, die haar aanrandt, haastig ontvluchten.

Wijnaldia (‘een duivel’ is ze), trekt de breisels van Maria uit elkaar. ‘Collega’zuster Ephraïm, lief en behulpzaam, ‘ontfermt’ zich over  Maria, samen  met haar gaat ze op zoek naar nieuwe kleertjes.

Maria bevalt van een jongen: Kareltje. Haar steun en toeverlaat Ephraïm, regelt woonruimte en werk voor Maria. Bij de familie in ’t Hout in Schiedam kan Maria terecht. De familie biedt de onontbeerlijke steun die een jonge ongehuwde moeder nodig heeft. Met de oudste dochter van de familie. Lidwien, heeft Maria een klik. Kareltje helpt op zijn maniermee met schoonmaken. Dan gaat er wel eens iets fout.

En  … wanneer meneer in ’t Hout in haar buurt komt  … voelt Maria kriebeltjes zoals ze eigenlijk mog nooit eerder heeft gevoeld.  Ze is verliefd op hem ... en ook verward. Haar euforie wordt afgewisseld door momenten van diepe neerslachtigheid. Schuldgevoelens maken zich van haar meester.

 

7.Een onbedaarlijke huilbui.

Er wordt aangebeld bij huize van ‘t Hout. Maria doet open. Ze laat de huilende Kareltje even alleen in zijn ledikantje. Voor de deur staat een man met een rond, kaal, ongeschoren hoofd, vol puisten, een zeer brede mond en flaporen. Hij zegt dat hij, Joop Kikkerds is, van Moerlandt Drukwerk. Hij komt een paar dozen drukwerk brengen voor het kerkkoor. Kareltje is opgehouden met huilen.

Maria weet, dat meneer van ’t Hout in het kerkkoor zingt en voorzitter is van de koorvereniging. Voordat ze er erg in heeft, heeft Joop Kikkerds alle dozen al in de gang gezet.  Het zijn tien dozen in totaal. Maria tekent de bon af. Ze  gaat snel naar haar kamer om te zien hoe het met haar kleine jochie is. Hij is de hele dag zo huilerig geweest, het zal haar niks verbazen, als hij ziek wordt

Mevrouw van ’t Hout staat gebogen over Kareltjes ledikant. Heel lief en zacht hoort zij mevrouw van ’t Hout zingen:

’Schaapje, schaapje, heb je witte wol?’

bolletje‘Ja baas, ja baas, drie zakken vol ……...’

en Maria ziet mevrouw tijdens het zingen Kareltje over zijn bolletje aaien. Hij is nu ontspannen; hij zal inmiddels wel slapen.

Zomaar, uit het niets, begint Maria onbedaarlijk te huilen. Mevrouw van ’t Hout schrikt daar van. Kareltje blijft slapen als een roos. Mevrouw loopt naar Maria toe en sluit haar in haar armen.  Mevrouw zwijgt en laat Maria uithuilen op haar schouder. Zo blijven ze nog even in de omarming staan.

‘Ik vond het lief van u, dat u dat deed … dat u zo lief was voor Kareltje … toen ik u bezig zag, moest ik ineens heel hard huilen … en nu bijna weer,’ zegt Maria.

‘Ach ja,’ zei mevrouw,’ die kleine jongen was helemaal overstuur en jij was aan het werk met Joop Kikkerds, toen dacht ik, kom, ik ga Kareltje even troosten.’

Ze hoort halverwege haar zin mevrouw al niet meer praten. Maria moest helemààl niet huilen omdat ze mevrouw zo lief vond … ze moest huilen omdat ze zichzelf een gemeen en schijnheilig loeder vindt … in haar heimelijkste fantasieën is zij vaak intiem met meneer van ’t Hout … alleen al met die fantasíéën bedriegt zij die lieve mevrouw van ‘t Hout …  en het gaat maar door en door in haar hoofd, terwijl zoiets beslist niet kan of mag.

Ze laten elkaar los uit de omarming.

‘Bedankt mevrouw, dat was fijn,’ zei Maria.

‘Als ik je ergens mee kan helpen … laat me dat dan weten,’ zegt mevrouw, die naar beneden naar de woonkamer gaat.

Maria kan best  bedenken, hoe mevrouw haar kan helpen: door er met een nog knappere man vandoor te gaan dan die ze nu al heeft of door plotseling zomaar ineens spoorloos te verdwijnen of  door ongeneeslijk ziek te worden …

Walgelijk Maria, verachtelijk. Ze straft zichzelf voor deze gedachten door zichzelf hard in haar gezicht te stompen. 

 

Morgen: Deel 8: Een lichte droom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten