Deel 13. De roddel.
Eerdere delen van de serie
‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook gepubliceerd op
mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’.
Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel 1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop
‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande
afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij
kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest
recente verhaal.
Deel 13. De roddel.
Wat vooraf ging.
Oma Maria loopt alsmaar slechter. Opa overschrijdt grenzen
met zijn kleinkinderen.
Maria is, na verkracht te zijn, zwanger. In Den Bosch, haar
woonplaats, is abortus taboe. Ze wordt
‘opgeborgen’ in een nonnenklooster. Na de bevalling kan ze bij rijkelui gaan
werken.
Maria wil haar baby graag. Ze breit kleertjes. De kamer van
hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Ze verdient zo wat centjes om wol te
kopen. Maria moet de leugenachtige
Wijnaldia, die haar brutaal aanrandt, ontvluchten.
Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’
zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over
Maria. Samen gaan ze op zoek naar babykleertjes.
Maria baart Kareltje. Ephraïm, regelt woonruimte en werk bij
een familie in Schiedam. De rijke familie is goed voor Maria. Met dochter
Lidwien, heeft Maria een klik. Kareltje helpt schoonmaken; dat gaat niet altijd
goed.
Als meneer in ’t Hout in haar buurt komt … voelt Maria kriebeltjes. Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze
heeft wisselende stemmingen.
Ene Joop Kikkerd komt drukwerk brengen. Mevrouw houdt
Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel dat
haar beroert. Boos op zichzelf is
ze, om wat ze mevrouw in ’t Hout
‘toewenst’.
Maria verzwijgt haar huisarts, dat ze zichzelf toegetakeld
heeft. Ze blijft verliefd. In een nare droom worden haar gevoelens
vergoeilijkt. Ze eindigt bij meneer en
mevrouw in ’t Hout in bed.
Maria droomt, slaapt diep. Haar zoontje ligt midden in de
nacht te brullen. Maria hoort niks. De in ’t Houts worden uit hun slaap
gehaald. Kareltje ligt niet in zijn ledikantje. ‘Dit is eens maar nooit weer’,
dreigt meneer in ‘t Hout. Maria’s verliefdheid ebt dan snel weg.
Raadselachtige verplaatsingen maar dan van dieren, deden
zich thuis, bij Maria, als meisje al voor.
Ze heeft leuke herinneringen aan haar jeugdvriendje Joep.
Thuis heeft ze nog een rotklus: de traploper en roetjes
schoonmaken. Kareltje is aan het klieren. Maria gaat vroeg naar bed. Ze wordt
heel vroeg wakker; niet in haar bed. Haar zoontje ligt ook niet in zijn
ledikant.
Deel 13. De roddel.
Pastoor Rotobst houdt
een mooie preek op deze vroege zondagochtend. Het gaat over de ‘Verdwijning en
Wederkeer van ‘t Lam Gods’. Hoe ’t Lam door ‘Zijn Wederkeer’ talloze vervlogen
zielen een herkansing gaf. Onwillekeurig moet Maria toch een klein beetje denken aan Kareltjes verdwijning. Nou ja …. Kareltje had natuurlijk nóóit
‘talloze’ vervlogen zielen een herkansing kunnen geven, dus dat moest ze maar
snel weer vergeten.
Ze is blij om haar zoontje weer te zien, als ze thuiskomt
uit de kerk. Mevrouw in ’t Hout is net Karels kontje aan het afvegen … de
kleine man, op weg naar de zindelijkheid,
heeft een grote boodschap gedaan op zijn potje. Met een vies gezicht
loopt Lidwien naar de wc om daar het potje van de kleine stinkerd leeg
kieperen. Maria neemt Karel over van
mevrouw in ’t Hout. Ze doet hem een schone luier om, want helemaal zonder kan
hij nog niet. Voor vanmiddag als ze met Joop naar het bos gaat doet Maria alvast z’n mooie oranje giraffenpakje aan. Daarna kroelen ze nog even lekker met elkaar.
In de hoek van de kamer, aan de eettafel, zit meneer in ’t
Hout een potje te dammen met zijn jongste zoon Ruud.
Ze hebben geluk. Het is fraai weer. Eind september is het,
herfst bijna, maar met 24 graden is het gewoon een zomerse dag. Er zijn best
veel mensen op het zelfde idee gekomen als Maria en Joop: wandelen in het
Sterrenbos. Als een trotse vader loopt Joop achter de kinderwagen. Wel een beetje overdreven vindt Maria.
Kareltje en Joop hebben lol samen. De
kleine jongen schatert het uit van het lachen als Joop het liedje ‘in een
groen, groen, groen, groen knollen- knollenland’ zingt. Joop trekt al zingend,
gekke bekken; Kareltje komt niet meer bij. Alleen als Joop voor de vierde
achtereenvolgende keer het groene knollenland wil gaan bezingen, is het voor
Maria klaar: ‘ja, stop nou maar Joop,
genoeg gelachen.’ Dat is wel even
slikken voor Joop. Hij bindt snel in ... Maria lacht in haar vuistje, ze vindt
het ook weer iets vertederends hebben.
Vreemd, er laten zich vandaag nauwelijks vogeltjes zien in
het bos; eigenlijk alleen van die grote, logge duiven. De bladeren nemen
langzamerhand hun herfstkleuren aan en
binnen enkele weken zullen de meeste takken weer allemaal kaal zijn. Op de
paden en grasperken liggen volop kastanjes en noten; kinderen zijn ze aan het
verzamelen; misschien wel voor een werkstuk op school.
Als ze even op een bankje zitten, biedt Joop Maria aan om
haar en Kareltje te zijner tijd met de auto naar Den Bosch te brengen. Hij zou
dan wel de auto van de zaak kunnen krijgen. Daar doen ze nooit zo moeilijk
over. Maria is echt blij met dat aanbod. Zus Rika heeft Maria’s brief inmiddels beantwoord. Aanstaande zondag
zouden ze naar Den Bosch kunnen komen.
Voor Joop is aanstaande zondag geen probleem; om half acht
staat hij bij haar voor de deur.
‘Mmmmm’, denkt Maria, 'die Joop is dan wel geen
casanova … hij is wel lief, leuk met
Kareltje en behulpzaam.’
Maria vertelt aan
mevrouw in ’t Hout, dat Joop haar en Kareltje met de auto naar haar familie in
Den Bosch zal brengen. Omdat mevrouw dan een beetje bedenkelijk kijkt, vraagt
Maria haar of daar wat mis mee is. In eerste instantie houdt mevrouw haar mond stijf dicht maar later en na enig
aandringen van Maria vertelt mevrouw, dat er in het Schiedamse geroddeld wordt,
dat Joop niet te vertrouwen is met jonge kinderen … zowel jongetjes als
meisjes: hij kan zijn handen niet thuis houden.
Morgen: deel 14.
Vervelende gassies.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten