Serie: ‘Oma en Opa’.
Deel 16. Een beetje jaloers.
Voorgaande delen van de
serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook
gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel
1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop
‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande
afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij
kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest
recente verhaal.
Deel 16. Een beetje jaloers.
Wat vooraf ging.
Maria is verkracht en daardoor zwanger. Abortus is taboe in
Den Bosch. Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de
nonnetjes. Na de bevalling kan ze gaan inwonen en werken bij rijke mensen.
Maria verlangt naar haar baby’tje. Ze breit kleertjes. De
kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze schoonmaken. Ze verdient zo wat geld
voor wol. Maria heeft last van Wijnaldia; die randde haar aan.
Wijnaldia trekt alle breisels van Maria uit. ‘Collega’
zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over
Maria. Samen zoeken ze nieuwe babykleertjes.
Maria baart Kareltje. Ephraïm, vindt woonruimte en werk voor
Maria bij een welgestelde familie. De familie is goed voor haar. Met dochter
Lidwien, heeft Maria een klik. Kareltje helpt schoonmaken … van de wal in de
sloot.
Van meneer in ’t Hout … krijgt Maria kriebeltjes. Ze is verliefd … tegelijk ook verward ... ze
heeft wisselende stemmingen.
Ene Joop Kikkerd komt drukwerk afleveren. Mevrouw houdt
Kareltje bezig. Dat lijkt Maria te raken … maar het is haar schúldgevoel, om
het lelijks dat ze mevrouw in ’t Hout
‘toewenst.’
Maria verzwijgt de huisarts haar zelfbeschadiging. Verliefd
blijft ze. In een nare droom worden haar gevoelens vergoeilijkt. Ze eindigt bij
de in ’t Houts in bed.
Kareltje brult iedereen wakker. Hij ligt niet in zijn
ledikantje. Maria hoort niks. ‘Dit is ééns maar nóóit weer’, dreigt meneer in
’t Hout haar. Maria’s verliefdheid is gelijk over.
Raadselachtige verplaatsingen, van dieren, deden zich in het
ouderlijk huis van Maria ook al voor.
Ze denkt aan Joep, een jeugdvriendje.
Een rotklus: de traploper en roetjes schoonmaken. Kareltje
is aan het klieren. Maria gaat vroeg naar bed. Ze wordt héél vroeg wakker maar
niet in haar eigen bed. Haar zoontje ligt ook al ergens anders.
Maria, Joop en Kareltje maken een herfstwandeling in het
Sterrenbos. Joop vermaakt de kleine. Met de auto wil Joop Maria naar haar
familie in Den Bosch brengen. Mevrouw in ’t Hout vertelt Maria over de roddel:
Joop zou niet te vertrouwen zijn met kinderen.
Joop een pedo? Maria is sceptisch. Onderweg naar Den Bosch
praat ze er met hem over. Hij praat sneller als anders en stottert soms. Joop
kent die roddel. Twee vervelende gassies hebben tegen hun ouders gelogen over
hem. De politie is al bij hem geweest. Er is geen bewijs tegen Joop.
Op bezoek bij Maria’s familie, trakteert Joop op appeltaart.
Maria’s moeder maakt zich zorgen over Rika, Maria’s oudere zus. Die flirt met
Joop. De raadselachtige verplaatsingen van dieren van vroeger en Kareltje nu, komen
ook ter sprake.
Deel 16. Een beetje jaloers.
Kareltje doet in het grote bed van oma zijn middagdutje.
Joop en Rika waren nog steeds erg druk en lacherig. Wat die twee bezielt, is
voor iedereen hier een raadsel. Maria moet eerlijk bekennen dat ze jaloers is.
Tuurlijk, Joop is in Maria’s ogen een grappige, actieve man. Vandaag voelt ze zich genegeerd door hem. Die twee zijn nu ook weer de hort op: ze gaan
wandelen in de Drunense duinen. Op de afgesproken etenstijd, vijf uur, zouden
ze weer thuis zijn. Moeder maakt ons lievelingsgerecht klaar: runderlapjes, met
gekookte aardappelen en sperziebonen. Als toetje krijgen we grutjespap met
rietsuikerstroop. Maria helpt aardappelen schillen.
Pas om half zes komen Rika en Joop aan huppelen. Maria en haar
moeder hebben er goed de pest over in. Jammer van het eten ... het lekkere was
er nu wel van af.
Maria wil Rika even apart spreken.
‘Hé Rika, je bent wel lekker bezig met Joop, hè?’
‘Wat, hoezo, hoe bedoel je?’
‘Nou, zoals ik het zeg, je bent zo druk, lacherig,
beetpakkerig … ben je Joop soms aan het versieren?’
‘Nou zeg, hoe kom je dáár nou bij, Maria? Ik vind een Joop
een hartstikke leuk, lief menneke maar ik gun hem jou van harte, hoor. Voor mij
is Joop gewoon iemand om lol mee te maken, meer niet. Verder val ik helemààl
niet op hem'.
Dan gaat iedereen aan tafel. Het eten is inderdaad niet meer te vreten. De boontjes zijn te veel
doorgekookt, de aardappels papperig en de grutjespap is aangebrand. Alleen het
runderlapje is heel mals geworden, waarschijnlijk door het lange sudderen.
In plaats van het grutjespaptoetje kreeg iedereen een
mandarijn.
Op de terugweg kijkt Maria met een uiterst wantrouwige
blik naar Joop, die wel heel erg vrolijk
de Radetzkymars zit te zingen. Daarbij trommelt hij op het stuur van zijn auto.
Rika zegt niet op Joop te vallen maar Maria heeft de stellige indruk dat dat voor Joop anders is. Maria
zegt er nog niks over. Dat komt nog wel. Door dit soort gedachtes voelt Maria
dat ze toch wat om Joop begint te geven.
Kareltje is een makkelijke reiziger. Op Maria’s schoot is hij al snel in slaap gevallen. Maria vertelt Joop over haar gesprek van
vanmiddag met haar moeder. Over de haar onwelgevallige huisdieren in de
slaapkamer van haar en Rita en dat ze die dieren al slaapwandelend naar andere plekken in huis verhuist. Ik
krijg pillen tegen slaapwandelen, de dieren worden elders ondergebracht en het
probleem is opgelost.
‘Okee,’ zegt Joop, 'wat is dan nu het probleem nog, Maria?’
'Ik dacht, dat ik het je al eens verteld had, dat Kareltje
nu tot twee keer toe op onverklaarbare wijze uit zijn ledikantje is gekomen en
ergens anders in huis is gevonden'.
‘Zouden ze geen geintje met je hebben willen uithalen daar
bij die familie in ‘t Hout?’ vraagt Joop.
‘Nee, dat kan ik haast niet geloven, zoiets gemeens zullen
ze volgens mij nooit doen.’
‘Wat ik je nu ga zeggen, Joop weet je nog niet: een paar
jaar geleden, ben ik verkracht en ik ben toen ook zwanger geraakt. De vader van
Kareltje is dus die verkrachter.’
Joop is er stil
van. Hij trekt een beetje wit weg.
‘Wat ik nu denk, Joop, is dat ik weer ben gaan slaapwandelen
’s nachts ... Kareltje uit zijn bedje haal en hem ergens anders in huis
neerleg. Ik ben zo langzamerhand steeds meer van Kareltje gaan houden en
tegelijkertijd weet ik dat zijn vader een walgelijk monster is. Toch kan ik me
haast niet voorstellen dat ik daarom Kareltje onbewust niet op mijn kamer zou
dulden. Net als die huisdieren toen. Misschien slaapwandel ik ook wel weer.
Misschien heb ik wel weer pillen nodig, Joop.’
‘Heftig verhaal Maria! Als ik jou was zou ik zo snel
mogelijk met dat verhaal bij de dokter langs gaan'.
Morgen: Deel 16. De schaamte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten