Serie: ‘Opa en Oma’.
Deel 17: De schaamte.
Voorgaande delen van de
serie ‘OPA & OMA’ nog eens lezen? Dat kan! Deze serie wordt ook
gepubliceerd op mijn blog: ‘stukkiejee.blogspot.com’. Daar kan de serie ‘Opa & Oma’ vanaf deel
1 nog eens gelezen worden.
Door daar op de knop
‘oudere blogs’ rechtsonder te drukken krijg je telkens meer voorgaande
afleveringen van de serie te zien.
Ook eerder ‘werk’ van mij
kan je daar lezen. Met de knop ‘homepage’ kom je dan weer terug bij het meest
recente verhaal.
Deel 17. De schaamte.
Wat vooraf ging.
Maria is verkracht en
daardoor zwanger. Abortus is taboe in Den Bosch. Ze wordt ‘opgeborgen’ bij de nonnetjes en na
de bevalling kan ze gaan inwonen en werken bij rijke mensen.
Maria verlangt naar haar
baby’tje. Ze breit kleertjes. De kamer van hoofdzuster Wijnaldia moet ze
schoonmaken. Zo verdient ze wat geld voor wol. Maria heeft last van die
Wijnaldia; die randde haar aan.
Wijnaldia trekt alle
breisels van Maria uit. ‘Collega’ zuster Ephraïm ‘ontfermt’ zich over Maria en samen kopen ze nieuwe babykleertjes.
Maria baart Kareltje. Ephraïm vindt woonruimte en werk voor Maria
bij rijkelui. De familie behandelt haar goed. Kareltje helpt schoonmaken … helpen, van de wal in de sloot.
Van meneer in ’t Hout …
krijgt Maria kriebeltjes. Ze is verliefd
… tegelijk ook verward ... ze heeft wisselende stemmingen.
Ene Joop Kikkerd komt
drukwerk afleveren. Mevrouw houdt Kareltje lief bezig. Dat lijkt Maria te raken
… maar het is haar schúldgevoel, dat haar beroert.
Maria verzwijgt de
huisarts haar zelfbeschadiging. Verliefd blijft ze. In een nare droom worden
haar gevoelens vergoeilijkt.
Kareltje brult iedereen
wakker maar niemand weet waar hij is. Niet in zijn ledikantje. Maria slaapt
diep. Meneer in ’t Hout dreigt Maria: ‘Dit is eens maar nooit weer.’ Maria’s
verliefdheid is gelijk over.
Raadselachtige
verplaatsingen, van dieren, deden zich in het ouderlijk huis van Maria ook al
voor.
Een rotklus: de traploper
en roetjes schoonmaken. Maria is moe en gaat vroeg slapen. Wordt ook vroeg wakker; niet in haar eigen bed. Haar
zoontje ligt ook al ergens anders.
Maria, Joop en Kareltje wandelen.
Joop maakt grapjes met de kleine. Joop belooft
Maria naar haar familie in Den Bosch te rijden. Mevrouw in ’t Hout vertelt
Maria over de roddel: Joop zou niet te vertrouwen zijn met kinderen.
Joop een pedo? Maria is
sceptisch. Onderweg naar Den Bosch praat ze erover. Hij praat sneller als
anders en stottert soms. Joop kent die roddel. Twee gassies hebben leugens
opgehangen. De politie was al bij Joop thuis. Er is geen bewijs tegen Joop.
Op bezoek bij Maria’s
familie, trakteert Joop op appeltaart. Maria’s moeder maakt zich zorgen over
Rika, Maria’s oudere zus. Ze komt maar niet aan de man. Nu flirt ze met Joop.
De raadselachtige verplaatsingen van dieren van vroeger en Kareltje nu, brengt
Maria’s moeder ook ter sprakekomen ook ter sprake.
Maria is jaloers. Zus Rika
en Joop zijn nogal laat thuis. Het eten is verpieterd. Rita en Joop praten op
de terugweg over de ‘verplaatsingen’. Maria onthult Joop dat haar verkrachter, ook
de vader van Kareltje is. Is er een
verband tussen de verkrachting en de ‘verplaatsingen’?
Deel 17. De schaamte.
Op de terugreis moet Maria onophoudelijk denken aan wat ze vanmiddag met haar moeder besproken heeft
over dat slaapwandelen en het verhuizen van de huisdieren. Joop probeert haar
aandacht een beetje af te leiden van haar getob en hij vertelt haar, eigenlijk
nogal lomp, die mop van ‘Hempie en Broekie’
en die van ‘Pudding en Gisteren’. Dat heeft wel succes, alleen is het
wel van korte duur; met name om die van
‘Pudding en Gisteren’ moet ze erg lachen maar dat komt waarschijnlijk, omdat
Joop ze zo smakelijk vertelt.
Het is een lange reis. Pas rond elf uur ’s avonds zijn ze in
Schiedam. De familie in ‘t Hout ontvangt
ze heel hartelijk. Ze hebben een soepje voor de reizigers klaargemaakt, want ze
weten uit ervaring hoe flauw je kan zijn na zo’n lange reis. Voor bij de soep,
het was tomatensoep, hadden de in ‘t Houts ook wat brood klaargezet.
Het is te laat voor kleine kinderen als Karel om nog te gaan
zitten eten. Hij krijgt een beetje melk vòòrdat Maria hem naar bed brengt. Daar
moet hij het mee doen.
‘Wat zijn het toch schatten van mensen,’ denkt Maria terwijl
ze Kareltje in slaap aan het wiegen is.
Ze schaamt zich wel eens een beetje, dat haar gedachten en gevoelens over
meneer in ‘t Hout destijds ineens zo op hol waren geslagen. Waarschijnlijk
hebben de in ‘t Houts er niks van gemerkt, want ze heeft er nooit met een woord
over gerept tegen hem … ze is ook nooit handtastelijk
geworden ….hoewel ze dat toen wel heel graag geworden was …
Het smaakt Maria en Joop verrukkelijk, dat tomatensoepje.
Hoorbaar lekker zit Joop te eten; de rode spetters vliegen om zijn oren. Het
doet de in ‘t Houts zichtbaar genoegen, dat hun soep er zo goed in gaat.
Eigenlijk houdt Maria er helemaal van als iemand ‘vies zit
te vreten’. Normaal moet ze er iets van zeggen, als er gesmakt, geslurpt,
gesmekt, gespetterd of geboerd wordt maar op de een of andere manier kan ze dat
van Joop wèl hebben.
Het hoort blijkbaar bij hem, dat was zijn manier van eten.
Ze vindt het wel vreemd dat ze totaal niet de aandrang heeft om naar Joop toe
corrigerende opmerkingen te maken ... misselijk wordt ze er ook niet eens van.
Blijkbaar is haar tolerantiegrens ten aanzien van het eetgedrag van iemand als
Joop opgeschoven. ‘Néém iemand zoals hij is, ‘dat gezegde brengt Maria dus in
praktijk.
Met Joop moet ze later nog wel es praten over zijn
uitgelaten gedrag van vanmiddag met haar oudste zus Rika ... èn over wat er nou
aan de hand was met die twee broertjes. Want àls Maria verder wil met Joop moet
ze toch op zijn minst eerst duidelijkheid hebben over die zaken.
Maria en Joop doen even de kleine ‘soep’afwas, ‘wat helemaal
niet nodig is volgens mevrouw.’ Ze bedanken de in ‘t Houts en zakken af naar de begane grond. Spontaan geeft Maria een zoen op Joop zijn
wang: ’Bedankt, Joop! Goed gereden! Ik heb een fijne dag gehad! Hoeveel krijg
je voor de benzine?’
‘Niks,’ zegt Joop, ‘het was toch mijn aanbod, om met de auto
naar Den Bosch te gaan? En … luister eens Maria, ik had vanmiddag nou wel veel
lol met Rika maar daar moet je verder niks achter zoeken, hoor … ik vind haar een leuke, goedlachse vrouw … maar ze is wel vijf jaar
ouder dan ik en bovendien … ze is gewoon mijn type niet… jij wèl Maria … jij wèl!
Rika zou gewoon een aardige schoonzus kunnen worden.’
‘Ik moet gaan,’ zegt Joop. Vlug geeft hij Maria een kusje op
haar wang en loopt naar de auto.
Morgen: Deel 18. In elkaar geslagen.
Op zondag 26 november
a.s. Voorleesmiddag.
Schrijvers lezen voor
uit eigen werk.
Ik lees 2 verhalen voor in
Verhalenhuis Belvédère
, Rechthuislaan 1, R’dam , Katendrecht.
15.00 uur – 17.00
uur. Toegang gratis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten