dinsdag 8 juli 2025

OUWE KLETSKOEK.

Met groot enthousiasme en hoge verwachtingen was ik naar Hotel Belvedère op Katendrecht getogen. De FNV-regio Rotterdam beloofde me drie urgente films en vooraf een lekkere maaltijd. Ik zag die avond als een klein een klein schouderklopje voor mijn 50 jarig lidmaatschap van de bond. Die maaltijd was karig maar lekker. Complimentje voor de kokkin. Koken voor circa honderd eters valt niet mee.

 Het was hier weer het zelfde oude liedje: 90% blank,  grijs, blauw permanentje of kaal. Nog voor we een hap gegeten hadden kwam de aap uit de mouw.  De opkomst voor de Gemeenteraadsverkiezingen van 2026  moet omhoog. De laatste opkomst was minder dan 40%.dat moet minsten naar 80%.  De FNV regio Rotterdam wil deze avond komen tot een robuuste actiegroep met als motto:. ‘Gemeenteraad 2026: Stem Allen’.

 Deze gezellige eet-film avond was opgezet door 8 gedreven FNV’ers op leeftijd. Dat zijn er te weinig om een robuust groepje te vormen. Flyers worden nu uitgedeeld waarop je je kan aanmelden voor 'robuust'. 

Na de maaltijd wordt de eerste film vertoond in het knusse maar veel te benauwde zaaltje. Zeker met alle gordijnen dicht voor het verduisteren in verband met de film. Geen atmosfeer om eens flink tot actie op te peppen. De film toont de teloorgang van de Tweebosbuurt en haar bewoners. Een man die daar nog steeds woonachtig is, ik schat hem op ca.100 jaar, deed op uiterst slaapverwekkende wijze verslag van de verwording van zijn woonbuurt. Aan het slot van zijn betoog maakt hij zijn hele saaie gelul van hiervoor helemaal goed door een parallel te trekken met de uitzichtloze, trieste situatie van de bewoners van de Pompenburgflat.  Die flat zal worden neergehaald om plaats te maken voor een drietal ultra luxe-yuppentorens. Die Pompenburgflat met enkele honderden sociale, betaalbare woningen in hartje centrum van Rotterdam wordt met volledige instemming van de gulzige, op miljarden euro’s jagende Gemeente Rotterdam gesloopt, voor onbetaalbare, expats-, yuppen- en grootverdienerswoningen.

De oorspronkelijke bewoner van de Pompenburgflat, zeg voor het gemak maar Jan de Arbeider, wordt in het diepe gegooid:  zoek het maar uit, voor hem is het pompen of verzuipen.

 Ik kon de  rest van het avondvullende programma niet meer aanzien. Ik moest daar weg uit dat zaaltje: Genoeg benauwde entourage, genoeg slaapverwekkende ouwe kletskoek. Ga zo door FNV-regio dan keldert het opkomst percentage onder de 10%.  

 Ik doe mee aan die hogere-opkomst- actie  van FNV-regio. Maar dat moet wel vele malen pittiger. Flitsend, fris, jeugdig.

maandag 7 juli 2025

MEEUWENPRET

Al weken wordt mijn woonbuurt dag en nacht geteisterd door het gekerm en gekrijs van jonge meeuwen die hier vliegles krijgen van paps en mams. Wat een oorpijniging! Die kloterige lawaaiapparaten waar die tuinmannen hier in de buurt mee moeten werken (met oordoppen!)  zijn daar nog heilig bij en … dat is tenminste alleen maar overdag. Die jonge meeuwen maken dan niet alleen een pestherrie; ook leren ze intimideren.

Toen ik eens mijn lege potten pindakaas en wijnflessen extra hard in de glasbak stond te mieteren kwam er zo’n leerling-meeuw zó laag over me heen krijsen, dat mijn toch echt niet zo weelderige bos haar er van in de war raakte. Zoiets gebeurde een paar keer en steeds als ik iets in mijn handen had. Mijn boodschappenkarretje bijvoorbeeld of de papierbak. Steeds weer kwam d’r zo’n kutbeest aanvliegen, liet zich vallen, scheerde vlak over mijn kop en klom razendsnel weer omhoog.

Een vriend van me, Ruud, is er van overtuigd dat meeuwen doelbewust mensen sarren. Tijdens een van onze fietstochtjes, maakte Ruud het ’fietsers-stopgebaar’. Het was hem namelijk opgevallen dat er al geruime tijd een meeuw boven ons bleef rond cirkelen. Hij vertrouwde het niet. Verwachtte een kwak gore meeuwenschijt op zijn of mijn kop.

‘Dat jong daarboven is zijn vizier aan het scherp stellen,’ zo formuleerde Ruud het. Zolang wij stil stonden, pauzeerde onze gevederde vijand kennelijk óók. Hij is in ieder geval in geen velden of wegen meer te bekennen.

Nog geen splitsecond stonden we weer op de pedalen of  daar hing onze volger, biddend op grote hoogte. Horen konden we hem toen niet.

 Niet veel later, geheel onverwachts sjplasjte een handwarme lading kakkederrie half op mijn helm, half op mijn schedel uiteen. De vogel begeleidde zijn voltreffer met een misselijk makende -lachsalvo.  Ik zag nog wel dat Ruud schielijk zijn hoofd van me weg draaide. Hij kon zijn lachen niet bedwingen. De klootzak.

De meeuw had me bescheten en daarna een hoge vlucht genomen. Het was precies wat Ruud bedoelde met dat doelbewust sarren.

Nog nooit eerder had ik zoiets ervaren. Héél ontnuchterend, vernederend bijna. Maar wàt heb ik daarentegen genoten, hardop gelachen zelfs, wanneer een meeuw, in volle vlucht, op een leuk terrasje, het kroketje weg snaaide vlak voor het wijdgeopende hapmondje van een oud baasje met lekkere  trek. Niet alleen ik had vreselijke lol … die meeuw was als een kind zo blij ... nog geen twee meter verderop .. zat tie te smullen van z'n kroket.

zondag 6 juli 2025

TANJA (2)

 Van haar 19e tot nu toe was ze zelden of nooit ziek. Energie had  en heeft ze altijd volop  gehad!' Inderdaad: zelden zo’n energieke vrouw gezien als Tanja (58). 

Haar eerste en enige huwelijk is al vroeg op de klippen gelopen. Er waren toen al wel twee kinderen. De derde, Theo, is 15. Nu, na al die vijftien jaren weet nog geen enkele buur wie hem verwekt heeft. Tanja babbelt in de buurt met Jan en Alleman over van alles en nog wat, maar over het hoe, waar en waarom van Theo rept ze met geen woord. Met niemand niet.  

Maakt mij op zich niks uit. Ik zal er echt niet over gaan schrijven. Voor elke leek is het zonneklaar dat de vader iemand moet zijn met van die kleine smalle Aziatische oogjes. Chinees, Japans, Vietnamees, Koreaans. Theo heeft namelijk óók dat soort grappige oogjes en  …, de bouw van een Sumo worstelaar. Tanja daarentegen heeft  een Hollands koppie, met grote blauwe kijkers.

Een van de buurtbewoners heb ik wel eens horen zeggen, of het waar is weet ik niet, dat zo in de tijd dat Theo zich aankondigde er vlak tegenover de woning van Tanja, een Chinees-Indisch restaurant gevestigd was. Tanja kluste daar zo af en toe wat bij.  Die eigenaar moet een knappe, charmante man geweest zijn. Er werd daar in de buurt van dat restaurant niet voor niets in die periode veel meer Chinees gegeten dan anders. Maar dat kwam warempel niet alleen omdat die eigenaar zo’n leuke vent was. Zijn eten was ook hemels. Met name de gado-gado. Verrukkelijk! Daar likte je je vingers bij af! Zo’n simpele, uitermate gezonde maaltijd, zo voordelig en zo onvergelijkbaar lekker. Maar wat Tanja, die Chinees en Theo met elkaar gemeen hebben vertelt dit hele verhaal ook weer niet ... en is dat dan per sé noodzakelijk? Welnee toch!?

Tanja’s oudsten van 37 en 39 zijn al lang de deur uit.  Allebei getrouwd. Hebben allebei een kind. Tanja is oppas-oma bij hun. Zij haalt de kids uit school en houdt ze bezig tot paps en mams ze tussen vijf en zes komen ophalen. 

Meneer Ho ziet oma Tanja op het Cruijff-veldje voor zijn deur als een jonge meid voetballen met haar kleinkinderen en nog wat kinderen uit de buurt. Hij krijgt er kriebeltjes van, voetbalkriebeltjes wel te verstaan. Hij gaat naar buiten en zegt (iets te) stoer:

‘Ik doe ook mee, jongens!’ Niemand roept enthousiast:‘Jaaaaa, leuk meneer! Logisch. De jongens kennen meneer Ho niet eens..

Oma Tanja's reactie is positief:

‘Ja, leuk!. Deze meneer kan heel goed keepen. Let maar op, jongens. Kom maar bij ons in de goal, meneer Ho’.

zaterdag 5 juli 2025

TANJA (1)

Tanja is een bijzondere en ook bijzonder spraakzame buurvrouw. Ze staat altijd voor iedereen klaar. Althans voor iedereen, die om een praatje verlegen zit. Dat zijn er nog verbazingwekkend veel. Voor háár gaat nou het gezegde op: ‘ze is van alle markten thuis’.  Je kan het zo gek niet bedenken: van incest tot biologische aardappelteelt of van postnatale depressie tot het diervriendelijk vervoeren van kistkalveren.  Je moet alleen wel je tijd in de gaten houden, want voor je het weet zijn je Ben & Jerries in je tas gesmolten of heeft je hond zijn behoefte in het gangetje gedaan. Ik noem maar wat.  Zij houdt de tijd niet voor jou in de gaten; dat doet ze alleen voor zichzelf en dan nog niet eens zo superprecies. Want een babbeltje maken vindt ze eigenlijk leuker dan dingetjes op tijd doen.

 Dat is nou juist een van die leuke dingen van Tanja. Dingen moeten nooit op tijd te gaan. Zoals eten bijvoorbeeld. Ikzelf  moet altijd zo rond acht uur ’s morgens, twaalf uur ’s middags en zes uur ’s avonds wat eten. Zielig eigenlijk, maar het is niet anders. Zij eet alleen wanneer ze honger heeft en haar zoon Theo (15), weet, dat hij wanneer hij trek heeft, hij wat uit de kast kan pakken.

 ‘Wacht maar niet op mij hoor, Theo!’ roept Tanja tegen zoonlief, ‘ er ligt nog  een pakje Tuc in de voorraadkast en een Bounty.  Maar als je nou echt gezond wil doen, Theo,  en ook je eetlust niet wilt bederven, dan ligt er ook nog wel een appel of een banaan op de fruitschaal.’ En ze voegt er lachend aan toe, dat ze zich die laatste opmerking net zo goed had kunnen besparen. 

'De jeugd van tegenwoordig heeft fruitangst geloof ik, een ooftfobie. Die zoete snoeptroep, ja, die wel, die gaat er in als koek. Daar genieten ze van met glimmende ogen ....en het is nota bene nog verslavend ook.’

Tanja zelf weegt geen grammetje te veel. Ze snoept wel. Gedroogd fruit: pruimen abrikozen, rozijnen. Eens in de zoveel tijd trakteert ze zichzelf op een Magnum, je weet wel, dat populaire ijskoude pakje boter met een dun laagje chocola eromheen en een houtje d'r in, om het goed beet te kunnen houden.

Een keukenprinses is Tanja niet en zal ze ook nooit worden. Vindt ze zelf ook. Ze kookt op laag blo-niveau:‘spruitjes, aardappeltjes, balletje gehakt en een bakje yoghurt met roosvicee toe. Daar ben ik goed in èn in variaties daarop. Maar dat kan iedere boerentrien toch. Van mijn 19e tot nu toe heb ik het zo gedaan. Ziek was ik zelden of nooit. Energie had en heb ik altijd volop gehad!'

 


Morgen: Tanja (2)


vrijdag 4 juli 2025

DOOF.

Eens in de drie jaar krijg ik van mijn zorgverzekering een fooitje voor de kosten van brillenglazen en montuur. Ik koos vandaag uit de allergoedkoopste serie monturen het allergoedkoopste model: 90 euro. Als zevenjarig jongetje droeg ik ook al zo’n goedkopie. Dat werd toen een ziekenfondsbrilletje genoemd. Ik vermoed dat dat brilletje destijds helemaal door de zorgverzekeraar werd vergoed.

Bij Specsaver moet ik vandaag in totaal 190 euro neertellen. Behalve die 90 voor het montuur kosten die dunne, krasvrije, varilux multifvocale glazen ook nog eens 300 euro. Snappie?

 Ik heb er de laatste maanden continu afwijzend tegenover gestaan. Tegenover hints vanuit mijn directe omgeving dat ik me eens moet laten testen door een audiciën.

Je vraagt herhaaldelijk: ‘Wat zeggie’ …'Als je valt dan leggie’krijg ik dan te horen of ... nogal gênant: 'van masturberen wordt je doof’,   en … 'je praat onnodig hard' hoezo?. Het schijnen alleemaal symptomen te zijn, die wijzen op hardhorendheid.

Nu ik toevallig toch bij Specsaver zit en die firma ook iets met hardhorendheid doet, kan ik me hier  laten testen. Dan kan ik mijn omgeving met de testresultaten om de oren slaan. Want ik weet natuurlijk zelf heus wel of ik wel of niet doof ben.

Alsof de duvel er mee speelt belt mijn buurvrouw vanavond bij mij aan: ‘Jos, wil je eens komen luisteren bij mij. Het is net alsof er iemand continu met een naaimachine zit te werken: ‘brrr…brrr…brrr brrr…’ en dan weer ‘brrr brrr  brrr brrr … ‘hoor je dat ook?  Mijn buurvrouw heeft haar oortjes in.  Ik hoor niks bijzonders. Ik leg mijn oor te luisteren tegen de wand van de andere buur … ook niks. Ik ga naar buiten. Ja, verdomd, ik hoor wat … een licht gebrom , het wordt steeds iets luider…maar dat is de helikopter die aan komt vliegen. Misschien komt het van de benedenburen. Ik ga op grond liggen en druk mijn oor tegen haar parkiet oh sorry, parket maar ook daar geen gebrom. Het geluid zou ook van boven kunnen komen maar het valt niet mee om mijn oor tegen het plafond te drukken. Bovendien het heeft geen zin. Die buren zitten al ruim drie maanden in Torremolinos.

 Ik ben nu een beetje brutaal en vraag of ik de oortjes van de buurvrouw even in mag.

‘Dat vindt ze prima.

 Ik heb ze nu in. Hoor niks..

Wacht, ze staan nog niet aan, Jos.

Ja, buurvrouw! Weet u wat ik hoor? ’Brrr … brrr … brrrr ...’.

 Nou, dat was het dus! Probleem opgelost! 

donderdag 3 juli 2025

OPEN & BLOOT.

Mijn reisje is  vandaag  een stuk concreter geworden. De luchtvaartmaatschappij Easy Jet stuurt me de boarding tickets. Ik vlieg vanaf Schiphol. Een vriendin waarschuwt me om niet zo open en bloot over mijn vakantie te schrijven ‘Het dievengilde leest mee! Pas op, Jos!'

Een schoonzus van me, een nogal wantrouwig typetje, dacht dat ik door mijn openheid, misschien wel eens heel aardige mensen op een idee zou kunnen brengen. Allebei de dames  waren er van overtuigd, dat de verzekering de schade in dat geval niet zou dekken. ’De gelegenheid maakt de dief’ en ik creëerde  die gelegenheid zelf. Ik ga in dit stukje dan ook beslist niet verklappen wanneer ik op reis ben.

 Ik bedacht me daarentegen, dat ik de meest waardevolle spullen in mijn huis best zo lang bij mijn buren zou kunnen stallen. Bijvoorbeeld de koel-vriescombinatie bij Hilde en mijn wasmachine bij An. De nog zo nieuwe inductieoven mag misschien bij Manuela boven. Ze wil vast ook mijn sapcentrifuge en citruspers even hebben… zij is dol op sapjes.  Elisabeth, van beneden, vraag ik voor mijn drumstel, kan ze gelijk een beetje oefenen. Ik hoop dat Cas m’n gouden Boeddhabeeldjes in huis wil nemen. Tsja, en meer waardevolle spullen heb ik eigenlijk niet. 

Ik denk, dat een beetje inbreker zijn bed niet uit komt voor een waterkoker, een knoflookpers van het Kookpunt, een tweedehands koffiefilterapparaat, een magnetron of een lg-smart-tv … hoewel … die smart tv is ook wel prijzig, daar moet ik nog een buurvrouwtje voor zien te charteren … misschien wil Lucille hem (of haar)wel een paar weken gebruiken of Marijke, zij vindt zoiets ook wel leuk voor eventjes, denk ik zo. 

Later bedacht ik me nog dat het eigenlijk helemaal niet nodig is om m’n wasmachine bij An neer te zetten. Die gaat een simpele ‘uithaler’ bij mij toch never-nooit de deur uit sjouwen. Heb ik dan zo gauw niks voor An? … nou … weetje wat, ik vraag of ik mijn die dure winterjassen bij haar in de klerenkast mag hangen. Vindt ze vast wel goed. An is niet zo moeilijk. En, o, ja, mijn baardtrimmer en twee scheerapparaten, best eitje-kwaliteitje alledrie, die laat ik thuis. Gradus heeft vast wel een plekkie om die apparaten zestien dagen voor me op te slaan. 

Kijk eens aan! Zo heb ik voor dat zielig-beetje waardevolle spullen van me, een veilig plekkie bedacht’. Kan ik 1 augustus met een gerust hart naar Edinburgh vertrekken.

woensdag 2 juli 2025

STRAND.

Het is een heel goed plan: de zee opzoeken, de frisse lucht. Fijn wandelen bij een zeebriesje. In mijn Betondorp is het  niet uit te  houden. In mijn appartement is het nu nog 32 graden.

Eerst nog naar de sportschool. Er zijn heel weing liefhebbers. Een stuk of zes in de vrije oefenruimte. Daar lukt het ze ook niet om een redelijke temperatuur vast te houden. Ik moet meer drinken dan normaal. In de groepstrainingsruimte blijft de temperatuur prima. Toch sporten maar 10 mensen mee. Normaal zeker twintig. Als je daar klaar bent met de training, knal je als het ware tegen een muur van warmte aan.

 Ik wil om een uur of één in Hoek van Holland wezen. Moet ik bij mij de metro nemen van 12 uur. ’t Is nu elf  Heb ik nog even de tijd om een lunchje klaar te maken. Vier knekkers neem ik mee met marmite en kaas. Een knalgrote Elstar, een heerlijk zoete appel die momenteel bij mijn veel te dure groenteboer in de aanbieding is. Een appel eet ik altijd vòòr het eten, dat bevordert de spijsvertering.

Om te drinken neem ik een flesje spa rood  en  een halve liter citroensiroop mee, gemaakt met siroop van Teisseire  .. die is echt verrukkelijk.

 Het eerste deel van de metrorit is niet uit te houden. Tot aan Kralingse Zoom knettert de zon op de stampvolle metro. Dan duikt de trein Rotterdam onderdoor, om bij het Marconiplein weer boven water te komen. Godzijdank kon ik aan de schaduwzijde van het voertuig zitten tot Hoek van Holland Strand.

Meteen, met de allereerste stap al, is het volop genieten op het strand. Wat een weldadige windje. Een briesje dat de zon hier aangenaam doet zijn. Hier vlakbij zee kan ik opeens mijn pas versnellen. De zee lokt. Halverwege het strand ligt een betonnen bankje. Daar doe ik mijn kousen en  schoenen uit en loop smachtend naar verkoeling naar de branding, naar het pootje baden in het koele zeewater. Ik liep daar voor mijn gevoel alleen te genieten. Hoorde alleen geluiden. Het ruisen der golven. Die krijsende teringmeeuwen. Spelende  kinderen. Hier op het strand spelen ze weer wel. Thuis op straat nooit.

 

Helemaal opgefrist keer ik terug naar huis. In de metro raak ik aan de praat met een aardige Koerdische vrouw. Van een jaar of zestig. Ze woont in Schiedam, mijn geboorteplaats. Ze heeft net ook genoten op het strand.

We zijn allebei alleenstaand.

‘Ik ben opa’, verklap ik en steek twee vingers op.

‘Ik ook’, zegt ze: ‘Eén’.

Haar Nederlands is niet slecht. Maar ook nog niet heel goed.