Met groot enthousiasme en hoge verwachtingen was ik naar Hotel Belvedère op Katendrecht getogen. De FNV-regio Rotterdam beloofde me drie urgente films en vooraf een lekkere maaltijd. Ik zag die avond als een klein een klein schouderklopje voor mijn 50 jarig lidmaatschap van de bond. Die maaltijd was karig maar lekker. Complimentje voor de kokkin. Koken voor circa honderd eters valt niet mee.
Na de maaltijd wordt de eerste film vertoond in het knusse
maar veel te benauwde zaaltje. Zeker met alle gordijnen dicht voor het
verduisteren in verband met de film. Geen atmosfeer om eens flink tot actie op
te peppen. De film toont de teloorgang van de Tweebosbuurt en haar bewoners.
Een man die daar nog steeds woonachtig is, ik schat hem op ca.100 jaar, deed op
uiterst slaapverwekkende wijze verslag van de verwording van zijn woonbuurt. Aan
het slot van zijn betoog maakt hij zijn hele saaie gelul van hiervoor helemaal
goed door een parallel te trekken met de uitzichtloze, trieste situatie van de
bewoners van de Pompenburgflat. Die flat
zal worden neergehaald om plaats te maken voor een drietal ultra luxe-yuppentorens.
Die Pompenburgflat met enkele honderden sociale, betaalbare woningen in hartje
centrum van Rotterdam wordt met volledige instemming van de gulzige, op miljarden
euro’s jagende Gemeente Rotterdam gesloopt, voor onbetaalbare, expats-, yuppen- en grootverdienerswoningen.
De oorspronkelijke bewoner van de Pompenburgflat, zeg voor
het gemak maar Jan de Arbeider, wordt in het diepe gegooid: zoek het maar uit, voor hem is het pompen of
verzuipen.
Ik doe mee aan die hogere-opkomst- actie van FNV-regio. Maar dat moet wel vele malen pittiger. Flitsend, fris, jeugdig.