Tanja is een bijzondere en ook bijzonder spraakzame buurvrouw. Ze staat altijd voor iedereen klaar. Althans voor iedereen, die om een praatje verlegen zit. Dat zijn er nog verbazingwekkend veel. Voor háár gaat nou het gezegde op: ‘ze is van alle markten thuis’. Je kan het zo gek niet bedenken: van incest tot biologische aardappelteelt of van postnatale depressie tot het diervriendelijk vervoeren van kistkalveren. Je moet alleen wel je tijd in de gaten houden, want voor je het weet zijn je Ben & Jerries in je tas gesmolten of heeft je hond zijn behoefte in het gangetje gedaan. Ik noem maar wat. Zij houdt de tijd niet voor jou in de gaten; dat doet ze alleen voor zichzelf en dan nog niet eens zo superprecies. Want een babbeltje maken vindt ze eigenlijk leuker dan dingetjes op tijd doen.
'De jeugd van tegenwoordig heeft fruitangst geloof ik, een ooftfobie. Die zoete
snoeptroep, ja, die wel, die gaat er in als koek. Daar genieten ze van met
glimmende ogen ....en het is nota bene nog verslavend ook.’
Tanja zelf weegt geen grammetje te veel. Ze snoept wel. Gedroogd fruit:
pruimen abrikozen, rozijnen. Eens in de zoveel tijd trakteert ze zichzelf op
een Magnum, je weet wel, dat populaire ijskoude pakje boter met een dun laagje
chocola eromheen en een houtje d'r in, om het goed beet te kunnen houden.
Een keukenprinses is Tanja niet en zal ze ook nooit worden. Vindt ze zelf ook. Ze kookt op laag blo-niveau:‘spruitjes, aardappeltjes, balletje gehakt en een bakje yoghurt met roosvicee toe. Daar ben ik goed in èn in variaties daarop. Maar dat kan iedere boerentrien toch. Van mijn 19e tot nu toe heb ik het zo gedaan. Ziek was ik zelden of nooit. Energie had en heb ik altijd volop gehad!'