Posts tonen met het label voertuig. Alle posts tonen
Posts tonen met het label voertuig. Alle posts tonen

woensdag 2 juli 2025

STRAND.

Het is een heel goed plan: de zee opzoeken, de frisse lucht. Fijn wandelen bij een zeebriesje. In mijn Betondorp is het  niet uit te  houden. In mijn appartement is het nu nog 32 graden.

Eerst nog naar de sportschool. Er zijn heel weing liefhebbers. Een stuk of zes in de vrije oefenruimte. Daar lukt het ze ook niet om een redelijke temperatuur vast te houden. Ik moet meer drinken dan normaal. In de groepstrainingsruimte blijft de temperatuur prima. Toch sporten maar 10 mensen mee. Normaal zeker twintig. Als je daar klaar bent met de training, knal je als het ware tegen een muur van warmte aan.

 Ik wil om een uur of één in Hoek van Holland wezen. Moet ik bij mij de metro nemen van 12 uur. ’t Is nu elf  Heb ik nog even de tijd om een lunchje klaar te maken. Vier knekkers neem ik mee met marmite en kaas. Een knalgrote Elstar, een heerlijk zoete appel die momenteel bij mijn veel te dure groenteboer in de aanbieding is. Een appel eet ik altijd vòòr het eten, dat bevordert de spijsvertering.

Om te drinken neem ik een flesje spa rood  en  een halve liter citroensiroop mee, gemaakt met siroop van Teisseire  .. die is echt verrukkelijk.

 Het eerste deel van de metrorit is niet uit te houden. Tot aan Kralingse Zoom knettert de zon op de stampvolle metro. Dan duikt de trein Rotterdam onderdoor, om bij het Marconiplein weer boven water te komen. Godzijdank kon ik aan de schaduwzijde van het voertuig zitten tot Hoek van Holland Strand.

Meteen, met de allereerste stap al, is het volop genieten op het strand. Wat een weldadige windje. Een briesje dat de zon hier aangenaam doet zijn. Hier vlakbij zee kan ik opeens mijn pas versnellen. De zee lokt. Halverwege het strand ligt een betonnen bankje. Daar doe ik mijn kousen en  schoenen uit en loop smachtend naar verkoeling naar de branding, naar het pootje baden in het koele zeewater. Ik liep daar voor mijn gevoel alleen te genieten. Hoorde alleen geluiden. Het ruisen der golven. Die krijsende teringmeeuwen. Spelende  kinderen. Hier op het strand spelen ze weer wel. Thuis op straat nooit.

 

Helemaal opgefrist keer ik terug naar huis. In de metro raak ik aan de praat met een aardige Koerdische vrouw. Van een jaar of zestig. Ze woont in Schiedam, mijn geboorteplaats. Ze heeft net ook genoten op het strand.

We zijn allebei alleenstaand.

‘Ik ben opa’, verklap ik en steek twee vingers op.

‘Ik ook’, zegt ze: ‘Eén’.

Haar Nederlands is niet slecht. Maar ook nog niet heel goed.