zondag 9 maart 2025

ZINGEN.

 Popkoor.

Ik kom vanochtend niet op gang. Mijn hoofd zit potdicht en mijn ademhaling gaat stroever dan anders. Ik moet iets gaan doen. Fietsen naar Nesselande bijvoorbeeld. Daar is straks, van half elf tot 12 uur het Badkamer(pop)koor. Voor een tientje per keer zing ik daar mee.

Het is normaal een half uurtje fietsen daarheen. Vandaag doe ik er drie kwartier over. Ik heb zware benen.

Een keer per maand word er gezongen, gemiddeld met z’n twintigen. Natuurlijk weer met veel te weinig mannen (4). Ook bij dit koor is het zo dat je niet per sé hoeft te kunnen zingen om mee te mogen doen. Bladmuziek lezen hoeft al je al helemaal niet te kunnen.

We zingen mee met de songs die de koorleider kiest en afspeelt op z'n geluidsinstallatie. De lyrics lezen we af van een groot powerpoint presentatiescherm.

Nog steeds voelde ik me niet helemaal jofel tijdens de eerste twee slome nummers:

Yesterday

I said something wrong, now I long for yesterday

En

Avond

Ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof, ik geloof in jou en mij.

Maar de derde song: 

Hit the road Jack schudde me flink al behoorlijk wakker:

Hit the road Jack. And don’t you come back no more, no more, no more

Bij het vierde nummer  

Rock around the clock was ik warm gelopen. Ik merkte dat ik stond te zingen en te swingen, zoals ik ook wel eens 'in trance' doe tijdens een optreden van een coverband van de Stones.

We’re gonna rock, rock, rock, ‘till broad daylight

Mijn favoriete band, the Stones, staat tot op heden helaas nog niet op het repertoire.

Deze keer zongen we nog:

I want to break free

I can’t get used to livin’ without you by my side.

Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder 

Voor degene met z’n mateloze trots. Op z’n risicoloze hoge toren.

 Kom van dat dak af .

Janne Jansen zijn vrouw was een koorddanseres

 Zoutelande

Ik ben blij dat je hier bent, ik ben blij dat je hier bent, ik ben blij dat je hier bent

 

Zingen doet wonderen.

Weer helemaal fris, opgewekt en vrolijk fietste ik naar de super. Bananen kopen. Vanochtend at ik de laatste op.

zaterdag 8 maart 2025

RIJGEN.

Van het Theater Rotterdam krijg ik een geweldige aanbieding: 9 voorstellingen in de maand maart komen kijken voor 75 euro. Dat is goed besteed aan zo’n krent als ik. Nog geen tientje per voorstelling! Gisteravond was het eerste stuk te zien: Rijgen, gespeeld door het Zuidelijk Toneel.

Ik dacht toen ik de schouwburg binnenstapte, dat ik een kat in de zak gekocht had, want de zaal was half leeg. Maar dat bleek beslist niet zo te zijn.  Het was zeer de moeite waard.

Rijgen is een opvallend opgewekte, lichte,  grappige voorstelling. Opvallend ook, omdat dit zeker niet gold voor het toneelstuk Reigen (1897) van de Oostenrijker Arthur Schnitzler, waar de makers zich op baseerden. Die Schnitzler was een goede vriend van Sigmund Freud. Met sarcastisch genoegen schetste hij in tien scènes een visie op de liefde die puur draait om seks en bedrog.

Het toneelstuk van vanavond gaat heel anders. Met een open blik wordt de kijkers allerlei hedendaagse vormen van liefde getoond: van een date op Tinder en een lang en gelukkig levend echtpaar tot vormen zoals sodomie en pedofilie. Dat gebeurt steeds met verbazing en een lach. Het gaat niet om de sensatie, maar om een blik op de drijfveren van de mensen, zoals eenzaamheid, verlangen naar intimiteit of bevrijding van de dagelijkse sleur.

De drie vrolijk en heel relaxed spelende acteurs, Louis van der Waal, Ariane van Vliet en Peter Seynaeve, zijn geknipt voor dit stuk. Ze spraken mij en de andere kijkers, direct aan. Ik dacht eerst nog even dat het een soort stand-up comedy zou worden maar er is geen sprake van meedoen van het publiek in dit spel der lusten. Eerder word je als publiek gevraagd mee te denken. Stel je toch al die verschillende verlangens en verliefdheden voor, lijken ze te zeggen. Dat is toch prachtig, die verschillende vormen?

Zeker!

--------------------------

Voor de liefhebber: een stukje tekst uit het stuk: Rijgen:

-----------------------

Peter:    Ik ben happy single. Een die aan zichzelf genoeg heeft.

Louis:    Ja, en seks?

Peter:    Natuurlijk hou ik van vrijen: flirten en vrijen. Als het gebeurt en goed is, is het welkom Maar uiteindelijk weet niemand beter dan ikzelf me naar een hoogtepunt te brengen, op het gewenste tempo en ritme en zo veel en zo vaak als ik wil. Trouwens, zelfs als je stapelverliefd bent, ben je tijdens de daad toch vooral met jezelf bezig! Het gaat om jouw genot, en het lichaam van de ander is niets anders dan een vehikel daarvoor. Nee, geef mij dan maar de zelf-bedruipende liefde.

Louis:    Volgens mij ben je nog niet de juiste persoon tegen gekomen.

Peter:    Ik geloof dat iedereen zijn eigen beste minnaar is. Niemand begrijpt beter wat ik voel en hoe op gevoel gereageerd moet worden. Niemand begrijpt beter wat ik nodig heb en wanneer. Niemand kan zo onvoorwaardelijk van me houden als ikzelf..

Ariane: Behalve je moeder misschien?

vrijdag 7 maart 2025

LANDJE PIK.

Sinds vorige week vrijdag, een inktzwarte vrijdag, ben ik er niet gerust op dat we de wereldvrede kunnen bewaren. De scène tussen de presidenten van Oekraïne Zelensky en Trump van de VS vond ik schokkend. Op een onbeschofte en leugenachtige wijze werd door Trump ingehakt op Zelensky. De Oekraïnse president werd het Witte Huis uitgestuurd en een dag later blokkeerde Trump alle wapenleveranties en weer een dag later het berichtenverkeer aan Oekraïne.

Europa reageerde aanvankelijk niet zo kordaat. Uiteindelijk kwam het toch over de brug met 800 miljard euro steun voor Oekraïne. Europa besloot een eigen leger te gaan vormen. In Nederland zelf ontstond een verbazingwekkende Kamerbrede eenheid voor steun aan Oekraïne. Alleen Wilders moest op het laatste moment nog even sputteren om te voorkomen dat zijn PVV hierdoor te veel van zijn kiezers (‘onze eigen mensen, die in armoede leven'), zou verliezen. Hypocriet.

Ondertussen deed Zelensky een knieval voor Trump en bedankte hem voor alles. Een spekkie naar Trumps bekkie. Zelensky noemde Trump toen zelfs ‘een groot leider’. Amerika kan de waardevolle aardmetalen in Oekraïne nu komen ophalen. Zelensky gaat wel een deal tekenen.

De lachende derde is in dit geval Trump’s vriend Poetin. Rusland kan nu rustig doorgaan met het vernietigen van Oekraïne en ondertussen Europese landen uitzoeken, die ook het graag wil inpikken.

Wat mij beangstigt is het imperialisme van de Russische oorlogsmisdadiger Poetin. Ik zie het al voor me: Rotterdamse, Amsterdamse woonblokken, bruggen, elektriciteitscentrales platgebombardeerd zoals in en rond  Kiev en Odessa. Veel slachtoffers en mensen die hier verminkt en ontheemd ronddwalen. Misschien ik ook straks en mijn dierbaren. Ik slaap sinds die zwarte vrijdag niet meer zo lekker.

donderdag 6 maart 2025

GESPETTER.

Een wandeling van mijn huis naar de Kop van Zuid duurt bijna twee uur.  Het is heerlijk weer. Aanvankelijk een beetje fris, met een strak blauwe lucht. Ik loop met Bea, een buurvrouw, van huis uit eerst richting Rotterdams groene trots: het Kralingse Bos. Gelijk al zien we op zo’n karakteristieke hoge nestpaal (paalnest?)  moeder ooievaar bezig haar ei uit te broeden. Vader ooievaar staat tussen een tros bedaarde reetjes rustig wat voedsel uit de grond te pikken.

Wij lopen over het fietspad, dat op dit tijdstip nog nauwelijks wordt gebruikt. Het is woensdag rond het middaguur.  We komen langs de speeltuin waar nog geen kind te zien is. De doelgroep van de speeltuin heeft vanmiddag, woensdagmiddag,  immers pas vrij van school. Met dit weer sterft het hier altijd van de jonge kinderen met hun ouders. Bijna allemaal yuppen, die je herkent de vele e-bakfietsen, die daar dan op het grasveld geparkeerd staan. Dat zal vanmiddag niet anders zijn.

Honden lopen er ook zat. Ze doen ons denken aan de honden die we zelf vele jaren terug hadden. Die van haar was groot en vrat ook vreselijk veel, het voedsel (kalkoenfilet en brood) was niet aan te dragen. Die van mij was een tamelijk kleine jachthond, die zichzelf uitliet in het dit bos. Voor zijn eten verslond hij grove stukken runderhart: in één hap, hup, rechtstreeks zijn maag in.

Toen Bea een openbaar toilet zag moest ze gelijk plassen. Ben toen ook maar even gegaan. Mooie schone toiletten tegenwoordig. In mijn jeugd was de Kralingse Plas zèlf het openbaar toilet. Er werd bij mooi weer door velen naar hartenlust in ‘gespetterd’.

We lopen het bos uit in de richting van de a-sociale wonigbouw van Nieuw-Crooswijk. Op het terrein van de voormalige hoveniersschool zijn woningen gebouw voor mensen die 1.200 euro huur per maand kunnen betalen. Dure e-bikes, e-bakfietsen en alleen maar elektrische auto’s daar in de buurt. Ze hadden dit wijkje beter Nieuw Kralingen of Nieuw Hillegersberg kunnen noemen.  Want Crooswijk associeer ik met een heel andere populatie.

Wij wandelen nu in Crooswijk. Langs de begraafplaats, de katholieke. Mijn ouders en mijn een jaar jongere broer liggen daar begraven. Ik groet ze astraal: ‘Dag pa, dag ma, dag Tinus’. Van de andere kant blijft het vanzelf doodstil.

In de Pannenkoekstraat kopen we in de Engelse speciaalzaak wat lekkere dingen. Bea koopt typisch Engelse broodjes. Ik koop doodgewone Hollandse digestieve kaakjes  met een extra bitter chocoladelaagje, dat wel. Mmmm.

De hele wandeling past helaas niet in dit stukje. Met hele grote stappen komen we bij ons eindpunt: bioscoop LantarenVenster. We gaan daar naar de de film: Maria Callas. 

Daarna hebben we een Social Deal bij Ketelbinkie. Lekker eten!  

Tenslotte gaan met de metro weer naar ons bejaardentehuis waar iedereen al in diepe rust lijkt te zijn.  

    

woensdag 5 maart 2025

HET FENOMEEN VAN RAYNAUD.

 Het Fenomeen van Raynauld.

Naar het ziekenhuis. Een klein stukje op de fiets. Vijf minuten hooguit. Daar wordt mijn zielige’ rechterhand onderzocht.

Ik heb last van dooie vingers, dooie tenen en een rooie neus. In wachtkamer 2 is het doodstil. Tien mensen zitten daar. Zo ver mogelijk uit elkaar. Er is wel plaats voor twintig. Drie oudere echtparen, twee moeders met elk een kind en drie mannen-alleen, waaronder ik. Een van de mannen ziet een van de kinderen drinken kijkt het meisje aan en vraagt vriendelijk of de chocomel lekker is. ’Het is geen chocomel, het is cola,’ zegt het meisje koel. De man houdt verder zijn mond.  

Ik heb zelf geen zin in contact met de anderen in wachtkamer 2. De anderen ook niet met mij.  ‘Meneer Mastwijk’ wordt er geroepen. De assistente registreert met high-tech –apparatuur  alle bewegingen in mijn hand en vingers (ook links). De assistente is gekleed in een wit verpleegstersuniform. Ze werkt heel zorgvuldig en herhaaldelijk vraagt ze of ik pijn heb.  Ze zegt steeds precies (bijna tot vervelens toe) wat ze allemaal gaat doen. Die assistente is een stevige Russische of Oekraïnsche vrouw. Het type robuuste Hollandse boerin.

Ik moet weer terug naar wachtkamer 2. Er zitten weer allemaal andere mensen. Dat maakt me echt niks uit. Er is nu alleen geen meisje dat cola drinkt. De man die daar iets over zei, is er nu ook niet meer. Het kan heel goed zijn dat hij binnen zit bij een dokter. Jammer dat ik niks te lezen bij me heb. Vlak voordat ik wegging van huis dacht ik nog: ik neem de krant mee van vandaag. Toch nog vergeten te doen. Maar àls ik die krant had meegenomen, had ik hem nog niet kunnen lezen, omdat ik geen leesbril bij me had. En zonder leesbril kan ik die kleine lettertjes niet lezen in de krant.

Als de man van de chocomel uit de behandelkamer komt, wordt ‘Meneer Mastwijk’ geroepen. De arts zag niks bijzonders aan al die registraties van mijn rechterhand. Aan de hand van mijn klachten: dooie vingers, dooie tenen en een rooie neus,  dacht de arts aan ‘het Fenomeen van Raynaud’. Vitamine D slikken (max 100 ug) zou, volgens Google,  symptomen van het Fenomeen kunnen reduceren. Ik zou al heel blij zijn als alleen maar die rooie neus van mij met vitamine D zou veranderen in een bleker neusje.

dinsdag 4 maart 2025

VINGEREN.

Morgen moet ik naar het ziekenhuis. Een vaatchirurg  gaat onderzoeken wat er met mijn rechterhand aan de hand is. Die hand is constant wat kouder, houdt wat te veel vocht vast en de vingers daar zijn stijver dan aan die andere hand.

Een hand ... vijf vingers. Alle vijf anders. We noemen ze ook anders.  Vier vingers hebben elk drie kootjes. Alleen de duim heeft er twee. Bij jonge kinderen verdwijnt die duim vaak in de mond. Op latere leeftijd geef je met een duim iemand een pluim of je houdt met de duim iemand eronder

De vinger naast de duim is de wijsvinger. Daar wijs je iemand mee aan, die ‘het gedaan heeft’ of ‘hem is’. Een kind steekt op school zijn vinger op als hij iets wil vragen aan de meester of juf. Hij heet nu wel ‘de wijsvinger’ maar het is ook de ‘likvinger’. De vinger waarmee je al het lekkers uit een pot kan likken. ’Likkepot’ heet de vinger in een heel oud en bekend versje (lees maar verderop). Tussen wijs- en ringvinger is de middelvinger, de grootste vinger en misschien wel de meest gebruikte tegenwoordig. Met het tonen van de middelvinger aan een ander, verfoei  je hem of haar.

Ook wordt de middelvinger samen met de wijsvinger, voor zover ik weet, aangewend voor seksueel genot, vingeren genaamd. Door wijsvinger en middelvinger tezamen op te steken op school vraagt een kind aan de juf of het naar de wc mag.

Met  het obscene gebaar: duim tussen wijsvinger en middelvinger maken sommige 'heren' hun bedoelingen met vrouwen duidelijk.

De kleinste vinger: de pink. Niet zo’n superactief vingertje. Wat onduidelijke taken. De pink wordt nogal eens gebruikt als peutervinger: in neusgaten, oren, tussen tanden en kiezen. Op ringvinger, tussen de pink en middelvinger wordt doorgaans een ring, trouw- of vriendschapsring geschoven.

Zal de vaatchirurg het traditionele vingerversje ook kennen? Ik vraag het hem morgen.

 

Naar bed, naar bed, zei Duimelot.

Eerst nog wat eten, zei Likkepot.

Waar kan ik dat vinden? zei Lange Jan.

In grootmoeders kastje, zei Ringeling.

Dat zal ik verklappen, zei 't Kleine Ding.

maandag 3 maart 2025

MUSEUMNACHT.

Van 1 op 2 maart was de museumnacht in Rotterdam. Van 10 uur ’s avonds tot half een ‘s nachts heb ik rondgelopen in het Rotterdamse Museumpark. Ik ga kijken bij het Nieuwe Instituut en  de Kunsthal ... Ik was niet de enige die ‘nacht’. Enkele duizenden. Heel wat Rotterdamse artistiekelingen, yuppen maar ook veel  import, jonge studentikoze import. Modieus gekleed. Beslist niet de grote groep Rotterdammers die zich tot extreem-rechts aangetrokken voelt.

Mensen zoals ik, in de zestiger jaren van huis gegaan, noem ik ze maar, waren er niet zo veel. Ik was ook een van de weinigen, die alléén dit nachtelijke avontuur was aangegaan. Ik heb op mijn route hooguit tien alleen gaande soortgenoten gesignaleerd. Geen enkele alleen gaande vrouw. In de Kunsthal, waar de weergaloze expositie ‘Diva’ voor de laatste dag te zien was,  werd ik op mijn rug getikt door Kim, een oude vlam van mijn zoon. Ze was met haar huidige vriend aan het swingen bij de(oorverdovende) hiphop. Ze vond het duidelijk leuk mij hier te zien. Vloog me om de hals. Had me hier niet verwacht. Nou ja, in de korte tijd dat ze me mee heeft gemaakt, had ze toch kunnen weten dat ik een beetje apart was. Zij was al bij het natuurhistorisch museum geweest. Dat móést ik  gaan zien. Prachtige foto’s en video’s van dieren het industriële havengebied. Helaas … geen tijd voor.

Op naar het Nieuwe Instituut. Een museum voor architectuur, design en digitale cultuur. Stampvol daar. Ook de toiletten, overal trouwens. allemaal transgender. Prima wel. Op weg naar de expositie ‘Tuinen van de toekomst’ staat Elza een foto te bekijken van mensen die tuinieren tussen de puinhopen van gesloopte gebouwen. Dat kan dus in de USA:  gebouwen wel slopen maar de puin niet opruimen. Dan maar tuinieren hebben de omwonenden op die foto  klaarblijkelijk gedacht. Ze zag er leuk uit. Elza geeft schrijfcursussen. Ik heb er ook een bij haar gedaan: ‘Schrijven voor nieuwsgierigen.’ Doet ze leuk. Leuke meid ook. Mijn columns vond ze nogal wisselvallig. Klopt. Ik moet op mijn oude dag nog veel leren. Zij gaat een column schrijven over deze nacht. Ik niet. Ze stelt me nog voor aan haar vriendin Annemarie, die een half uur bezig is geweest om even te plassen.

Ik moest ook. Ben onderweg maar even gegaan. Tegen een boompje. ‘t Was een mooie museumnacht. Kwart over één was ik thuis.