zaterdag 21 september 2024

MIJN FIETSMAATJE.

 Hoe meer ik met Otto fiets hoe meer ik een hekel aan hem krijg. Hij weet altijd alles beter. Otto is niet bepaald iemand die alleen maar bij zichzelf dènkt, dat het niet klopt wat ik zeg.

Neen, hij móét àltijd laten weten, dat hij het beter weet. Ik ben er overigens van overtuigd, dat hij dat niet doet om mij af te zeiken. Neen, het is gewoon zijn tweede natuur, geen betweterij. Hij is gewoon niet in stààt mijn vage, niet correcte observaties te accepteren, te laten passeren:

Als mijn bladeren niet meer zo groen zijn, zijn ze van hem aan het verdorren. We doen er niet drie kwartier over om vanuit Alexanderpolder naar het centrum van Rotterdam te fietsen, wat ik altijd dacht, maar dat is achtendertig minuten ... zegt hij.

Op mijn stadsfiets moet ik volgens Otto niet schakelen tijdens het trappen op de pedalen. Hij heeft zelf een mountainbike, waarop hij juist moet schakelen tijdens het trappen.

Als voor mijn gevoel de wind uit het oosten waait, staat er volgens hem zuidoosten wind.

In gezelschap hoor ik natuurlijk ook genoeg bijna goede tot hele foute opmerkingen. Ik heb er alleen geen enkele behoefte aan om op elke slak zout te leggen. Al moet ik wel zeggen: met uitzondering van complot gedachten. Daar moet ik niks van weten ... dàn ageer ik onmiddellijk.

We zijn nu bijna een jaar fietsmaatjes, Otto en ik. Elke woensdagmiddag fietsen en praten we. Of we gaan bij slecht weer ‘mens-erger-je-nieten bij hem thuis’. Volgens Otto is dat niet elke woensdag- maar elke donderdagmiddag. Daar doe ik dan verder niet moeilijk over.

vrijdag 20 september 2024

BOBBELTJE.

 De wijn doet me niet wanen in Frankrijk. Daarvoor is hij iets te zuur, te bitter. Te weinig zoet, warm. Ze voelt stroef in mijn mond.

Er zit een bultje op mijn voorhoofd, rechtsboven mijn linker oog, nog net op mijn wenkbrauw. Dat plekje doet al lang zeer. Ik vind het bobbeltje moeiteloos met mijn wijsvinger. Maar ook als ik mijn voorhoofd tegen de rand van een kastplank druk. Dat doet dan pijn. Het klinkt vreemd, ongeloofwaardig: het doet me goed om mezelf zo te kastijden, want dat is wat er gebeurt. Ik schiet er alleen niks mee op. Ik kom er niet beter uit maar ook niet slechter.

De buurvrouw, Bettine, ziet me wel eens zo zitten met mijn voorhoofd tegen een plank van de keukenkast. Dan klopt ze, net als nu, op het keukenraam. Ik kijk dan verschrikt op met een nep-lachje.

‘Ha, ehhh, hallo Bettina’.
‘Hallooo Jos’.

Ze gaat Robbie, haar hondje uitlaten. Dat hondje zie ik niet. Ik zie alleen het bovenlijf van de vrolijk zwaaiende Bettina voorbijschuiven. Robbie, een vuilnisbakkie, is het leukste hondje van de hele flat. Hij is ziek. Bettina gaat hem waarschijnlijk binnenkort laten inslapen. Robbie is blind, doof, verliest zijn haar en zijn urine en ... hij houdt Bettina twee uur per nacht met gepiep uit haar slaap. Robbie is daarbij ook nog homoseksueel maar daar heeft verder niemand last van.

Mijn bobbeltje druk ik weer tegen de keukenkastplank aan. Dubbel: lekker en pijn …. toen dacht ik ineens weer aan Alie.
Alie, is Bettina’s dochter. Ik ben zo’n beetje gek op haar. Niemand hoeft te weten dat ik haar wel eens zou willen …. Neen! Ja! Ik zou wel eens lekker willen vrijen met Alie. Maar wat zie ik net uit mijn keukenraam? Alie loopt (ape)trots, met haar kleine tietjes puntig vooruit, naar haar autootje met een heel leuke jonge man achter zich aan. Nog nooit zag ik die Alie zo rechtop en zo met haar kleine tietjes vooruit lopen. Zou het een vriendje van haar zijn? Hij stapt bij haar in de auto. Shit! Dan kan ik het allemaal mooi vergeten met Alie. Dubbel pijnlijk.

donderdag 19 september 2024

HUN PAKKIE AN!

Onze minister van Migratie en Asiel, tevens omvolkingsdeskundige, mevrouw Faber, is bezig het asielbeleid volledig in de soep te laten lopen. Ze weigert de Spreidingswet te gebruiken om gemeenten in Nederland asielzoekers te laten op te nemen. Zij is verantwoordelijk voor de asielzoekers die al in Nederland zijn. Ze weigert ook maar een hand uit te steken voor die mensen. Zelf belt ze geen burgemeesters om opvangplekken te regelen. Ze doet niks. Het enige wat ze, als een soort Ma Flodder, tegen de pers zegt over die burgemeesters en hun houding tegenover asielzoekers: ‘Dat is hun pakkie an.’ Zo schuift ze haar verantwoordelijkheid op een gênante wijze af. Een willekeurige maatschappelijk werker zou om zo’n uitspraak op staande voet ontslagen worden.

Alsof het oorlog is, of er een watersnoodramp is, gaat ze de asielcrisis uitroepen, terwijl het aantal asielzoekers de laatste jaren juist aan het afnemen is. Het lijkt op dit moment mèèr omdat er te weinig opvangplekken zijn. Dat komt omdat die Faber de Spreidingswet niet wil benutten.

Ik schaam me om Nederlander te zijn met zo’n Faber aan het bewind. Een mevrouw die alleen maar kwetsbare mensen wil terugduwen in hun ellende. Een minister die de taak, waarvoor ze staat, het in goede banen leiden van migratiestromen, zelf saboteert.
En de kiezers, vooral de laagst betaalden, zijn er zo vreselijk blij mee dat mevrouw Faber asielzoekers en migranten gaat tegenhouden, terugsturen.
De laagstbetaalden hebben oogkleppen op. Zij kijken alleen maar naar het migratie-beleid. De laagbetaalde (PVV)-kiezers hebben nog niet in de gaten dat ze door Wilders belazerd worden waar ze bij staan: de in verkiezingstijd door hem gedane beloftes komt hij niet na:

Het eigen risico in de zorg wordt niet afgeschaft maar gehalveerd …, over een paar jaar pas.
Tandartszorg komt niet in het basispakket.
Geen verhoging minimumloon.
Geen verhoging huurtoelage.
Geen lagere AOW-leeftijd.
Geen vroegpensioenregeling.

Wilders is behalve een racist ook een onderdanige loopjongen van ‘onze’ miljonairs, miljardairs en ontiegelijk rijken. Deze groep is ook dolblij is met deze regering, omdat die door belastingmaatregelen enorm begunstigd wordt.

Voor mij persoonlijk is dit kabinet een drama. Ik sport graag, ga vaak naar theater, lees veel (boeken en kranten), op al die zaken komt een btw verhoging van maar liefst twaalf procent. De trein gaat me zes procent meer kosten. Verder gaat wèl de huur omhoog maar komt er dus geen verhoging van de huurtoeslag.

Dit kabinet voert Nederland in een sneltreinvaart naar de verdommenis.

woensdag 18 september 2024

EEN BRIEFJE

Ik ontving vandaag, tot mijn verrassing, een briefje van Sonja, de leidster van de wandelclub. Ze vroeg me om haar briefje op te nemen in mijn ‘stukje’ van de dag. Okee, beste lezer, lees maar mee.



Hallo Jos,

Het is ruim vijf maanden geleden. Pas nu beseft ik dat ik me destijds nogal truttig naar jou toe heb gedragen. Sorry daarvoor, Jos.

Ik had alle wandelaars gevraagd om de groepsapp alleen nog maar te gebruiken voor wandelnieuwtjes. Gestoord werd ik van al die zeik-appjes, over ooms, tantes, neefjes en nichtjes. Toch kwam er wèèr zo’n app die niks met wandelen te maken had. (Een lollig bedoeld paaskuikentje). Jij ageerde daar gelijk tegen, Jos.
Ik vond dat toen kinderachtig van jou. Dom van mij natuurlijk. Ik had juist jouw kant moeten kiezen!

Ik kapte het gesprek hierover met jou af.(‘Einde discussie!’ schreef ik). Ik blokkeerde je ook in de groepsapp. Zodat je hierover niet meer kon appen met de andere groepsleden.
Omdat er niet meer over gepraat kon worden besloot je te stoppen bij de wandelclub. Je vroeg me nog iedereen van de club te bedanken voor de leuke maandagmiddagen van de afgelopen jaren. Dat heb ik niet gedaan, Jos. ‘Kinderachtig van me’, ik geef het onmiddellijk toe.
Ronduit achterbaks heb ik me gedragen rond dat toneelstuk dat je in Schiedam voor de groep organiseerde. Je weet vast nog wel wat ik bedoelt.

Achteraf schaamt ik me rot hoe het gelopen is, hoe stiekum, leugenachtig en huichelachtig ik me gedragen hebt. Ik biedt je daarvoor mijn verontschuldigingen aan. Ik hoop dat je het mijn kunt vergeven.

Groet,
Sonja.


Hallo Sonja,
Dank je voor je briefje. Ik vind het fijn te lezen hoe je er nu tegen aan kijkt. Mooi ook dat je je op deze manier zo kwetsbaar opstelt. Ik aanvaard je excuses, Sonja … ik vergeef je en ga proberen dit alles te vergeten.

Met vriendelijke groeten,
Jos.

dinsdag 17 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 28 (slot). Geen leuke start.


Fanteit ruikt echt brand. En inderdaad er komt uit een van de afvalcontainers een pluimpje rook. Hij rent naar de brandslang en gaat met die slang de container ‘te lijf’. Die slang is in dertig jaar niet gebruikt en al die tijd ging de slijtage gewoon door. De slang breekt af. ‘
Hij beveelt tot drie keer toe: ‘Zet die brandkraan godverdomme open, Martin´ Hij is in paniek. Martin doet, laconiek, precies wat hem gevraagd wordt. Het gevolg is, dat de hele foyer onder water loopt. Hij staat nu voor schut bij die smeulende container met z’n losgeschoten brandspuit in de aanslag. Geen druppeltje water komt er uit.
Terwijl wij vrolijk lachend toekeken, smeet hij de brandspuit op de grond. Hij snelde zich naar de toegangsdeuren. Gooide die open. Pakte de rokende afvalcontainer en zwiepte die naar buiten. Bovenop een daar geparkeerde glanzende Mercedes. Het was net een lachfilm. Met een emmertje water heeft de vrijwillige brandweerman Fanteit de container nog geblust. Daarna moest hij met de Mercedes eigenaar het schadeformulier gaan zitten invullen.

Waarom deden jullie verdomme niks?‘
‘Het was negen uur, regeltjes hè. Wij moeten nu ook alweer aan het werk’, zei Lenie sarcastisch. Woedend stapt hij weg. Zijn geblindeerde kantoortje in. Zijn luxaflex blijft naar beneden.
Het was niet zo’n leuke start voor die man. Eigen schuld; dikke bult. Als hij niet als zo’n brigadegeneraal zijn entree had gemaakt, hadden we hem heus wel geholpen.

Theo vond het een mooi verhaal; moest er om lachen. Hij verslikte zich bijna nog in het petit-fourtje, dat Petra voor bij de koffie had meegenomen. Petra en Theo zouden het zoveelste bruidspaar worden in de Rotterdamse bioswereld.

Het duurde tot de verbouwing klaar was, eer Fanteit zijn draai gevonden had in de bios. Behalve een leuke ploeg medewerkers had Lumière nu ook aan Theo een goede leidinggevende en aan Fanteit een goede directeur.

Met maar liefst zes gloednieuwe zalen was de bios klaar voor de toekomst. De grote ‘klapper’ bij de heropening van Lumière in 1975 was ‘Jaws’ van Steven Spielberg.

Einde.

maandag 16 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 27. Brand.

 Theo gaat een kopje thee zetten en vraagt Petra: ‘en … hoe is ’t nou in de bios?’

‘Nog steeds erg rustig, hè, de verbouwing is nog in volle gang. De goeie films gaan voorlopig nog even naar de andere zalen.’ Theo vindt dat ze de zaak beter even een paar weken stil hadden kunnen leggen, want nu zitten de mensen toch stof te happen in de bios, ook al hebben ze het zelf niet eens zo erg in de gaten.

Duusjoo wordt dus vervangen door Theo maar zolang hij nog ‘ziek’ thuis is krijgt Lumière tijdelijk te maken met een interim: meneer Fanteit, een voormalige, zeer autoritaire militair, die kort na de roofoverval fijntjes liet weten, dat de dader wel eens iemand van het eigen personeel zou kunnen wezen.

Een van de eerste ‘heldendaden’ van Fanteit was Gerrit, de portier, op staande voet ontslaan omdat hij weer eens te laat was gekomen. In de bus in slaap gevallen. Ook Fanteit was een man van regeltjes en die regeltjes waren er niet voor niks.

Petra vertelt dat er weer eens asbakken met brandende peuken in een van de afvalcontainers waren leeggegooid. Meneer Fanteit komt naar ons toe. We zitten met zijn allen lekker te genieten van onze pauze en hij vraagt of wij ook die brandlucht ruiken. Wij niet dus. Wij hebben een momentje pauze. Dan ruiken we niks. Dan roken we, hè Theo. Ja, daaaaag, wie wel wat ruikt moet op onderzoek uit. Niemand van ons heeft daar zin in. Kom nou!

Morgen deel 28: Geen leuke start.

zondag 15 september 2024

Serie: Een Rotterdamse bios in de 60’s & 70’s. Deel 26. Even vrijaf.

 Na de roofoverval krijgt Theo veertien dagen vrijaf om van de schrik te bekomen. De directie heeft hem een fruitmand gestuurd. Die mand heeft hij meegenomen naar diergaarde Blijdorp, waar hij elke woensdag even heen gaat. Dit keer kan hij de beesten laten smullen van al dat lekker in die fruitmand. Alleen het blikje ananas heeft hij zelf maar opengemaakt en opgepeuzeld. Dat zou de dieren nooit gelukt zijn.


Die middag heeft hij een afspraakje met Petra. Ze komt op ziekenbezoek, zoals zij dat noemt. Petra heeft een zwak voor Theo en dat is wederzijds. Petra heeft een klein bosje gele fresiaatjes voor hem meegenomen. Ze weet dat hij daarvan houdt. Je moet bij hem niet aankomen met een bos gladiolen. Die kan je gelijk weer mee terug nemen. Zulke grote bloemenvazen heeft hij niet.

Voor bij de thee heeft Petra vier petits fours meegenomen. Precies Theo zijn maat. ´Klein maar fijn,´ zegt hij altijd, 'behalve Duusjo dan'.

Hij zegt Petra, dat hij liever door had gewerkt maar de leiding vond het beter dat hij wat gas terug nam. De leiding is voorzichtig: ´Je weet maar nooit wat je er aan over houdt.´

Ze spraken nog even over die klein rotmof Duusjo. Zowel Petra als Theo wisten allebei dat hij een gokprobleem had. Ze hadden het er nooit met elkaar over gehad. Hadden ze het maar wèl gedaan, dan was Theo een hoop ellende bespaard gebleven.

Morgen: deel 27. Brand.