donderdag 13 november 2025

WAAR IS DE UITGANG?

Ik heb in het weekend alvast wat maaltijden gemaakt voor later deze week. Spaghetti Boulognese, zuurkool met spekjes en worst en rode kool met verse worst en appelmoes. 

Met vriendin Hetty heb ik vanmiddag zes uur afgesproken. We zouden ieder voor ons zelf thuis iets te eten maken. Ik heb spaghetti Guiseppe staan met een mega-dosis knofloof; 10 teentjes.. Hetty maakt me er fijntjes op attent dat ik de maximale hoeveelheid knoflook in de spaghetti ruimschoots heb overschreden. Ze gaat zowat van haar stokje van de 'stank' in mijn huis.  

We gaan naar de film: 'It was just an accident' van Iraanse makelij. Draait in Kino. Er wordt veel te veel geluld in die film. Dat is de makke van vrijwel alle Iraanse films. Inhoudelijk geweldig maar dodelijk vermoeiend. Ik val dan  ook enkele malen als een blok in slaap. Snurken dus. Dan realiseer ik me opeens dat ik heel erg naar knoflook stink, wat mega-vervelend is voor de man, op het stoeltje naast me, die zojuist met zijn rug naar mij toe is gaan zitten. 

Normaal lukt het me wel om in de bios een plaatsje te bemachtigen met vrije stoelen naast me. Dan geef ik de buren geen aanstoot. Nu zit Hetty gelukkig links van me. Zij weet  hoe het, met mij kan gaan in de bios. Maar die buurman aan de andere kant niet. Allengs voel ik me steeds onprettiger. Ik moet dit niet meer doen. Stinken en snurkend in de bios liggen. Ik irriteer me zo langzamerhand meer aan mezelf dan aan dat vele gelul in die film.

Tot overmaat van ramp moet ik ineens piesen. Ik sta op, loop in de zaal van boven naar beneden, voor het filmdoek langs naar de uitgang. Hoewel?  Waar is die uitgang? Nergens te bekennen. Ik zie ook nergens dat groene 'uitgangslampje' met het mannetje dat met grote richting buiten gaat Ook heb ik niet meer paraat hoe ik hier in godsnaam binnen gestapt ben. Het enige licht in de zaal is dat van de film. Op de tast tracht ik een  uitweg te vindende. Ik voel alleen maar wand en radiatoren. Als ik dan eindelijk en deurknop voel en dus een deur gevonden heb, blijkt die deur hermetisch op slot te zitten. Ik probeer die deur toch uit alle macht open te krijgen, wat met de nodige geluidsoverlast gepaard gaat.  Niet echt leuk voor de filmkijkers. Een van hen springt naar voren uit de duisternis van de filmzaal. 

‘Meneer, meneer, u kunt hier niet uit. U moet precies de andere kant op.

Als ik klaar ben met plassen zie ik dat Hetty mij hoofdschuddend bij de toiletten staat op te wachten: 

'Dat je me naar zo’n kutfilm meeneemt is nog tot daar aan toe. Maar wanneer je als een D.mente lawaaipappeagaai op zoek gaat naar de uitgang, breekt het zweet me aan alle kanten uit'.

dinsdag 11 november 2025

POT ZONDER BRIL.

Nora, mijn nicht, ben ik kwijt. Loop ik te zoeken. Ze komt mijn kant opgelopen. Een beetje waggelend. Ze is ruim 7 maanden zwanger. Zij loopt driftig richting metro.  Maar in plaats van me te begroeten steekt ze ineens snel over.

‘Nora, Nora wacht, wat is er aan de hand?’

Ze loopt te snotteren en is woedend over iets wat ik op het feestje geroepen schijn te hebben. Zoiets als: ‘Iedereen ziet toch zo wel dat ze een pot is, daar hoef je echt geen bril voor op te zetten.’

Ze snottert: ’Ik ga je aangeven wegens  belediging.

Dat kan helemaal niet eens want ik mag zoiets gewoon zeggen. Bovendien ik heb niet eens naam genoemd. En dan daar boven op ook nog eens: ik bedoelde Nora niet eens maar me zus Ans. Zoiets mag ik gewoon denken en hardop zeggen.

Ik was toen al wel behoorlijk aangeschoten, maar ik wilde echt niemand kwetsen. Zo ben ik helemaal niet. Ik vind Ans een geweldige meid. Nora trouwens ook. Ik was in een jolige bui. We hadden het over potten en poten. Ans en Nora, onze bijna ongehuwde moeders, zaten gezellig met elkaar te babbelen op de sofa en toen knalde ik er, dat onhandige ‘pot’ d’r uit. Sorry, sorry, sorry.

Nora stormde gelijk woest de deur uit. Ze voelde zich gelijk aangesproken. Voor iedereen op het feest was het gelijk zonneklaar: Nora kwam als door een wesp uit de kast. Ans niet.  Ans was er lang en breed uit. Iedereen wist het.

‘We wilden eigenlijk pas uit de kast komen als de kleintjes er zijn’, zei Nora, nog steeds snotterend.

 Ans is eerste kerstdag uitgerekend. Nora iets later, met de jaarwisseling.

Nora zet langzamerhand, al terug wandelend met mij, alles een beetje op een rijtje. Ze komt enigszins tot bedaren. Nu iedereen het toch weet gaan Nora en ik rustig terug naar het feest. Naar de anderen. We hoeven het er voorlopig niet mee over te hebben.

De zwangere tantes nemen nog een kopstootje. Niet zo goed is voor die kleine jongens in hun buik

 


zondag 9 november 2025

MOOI WEER.

Ik hou van kleine theatertjes. Vaak gevestigd in oude wijken, winkels, opslagplaatsen of fabrieken. Meestal met geringe toeschouwerscapaciteit. Zo’n theatertje draait, met uitzondering van acteurs en stagiaires, helemaal op vrijwilligers. Het is zeer de moeite waard om te zien wat daar vertoond wordt. Althans voor mij. Geen lach of ik schiet verhalen. In dat soort theatertjes staat creativiteit en engagement hoog in het vaandel.

Stukken waarin op een heldere en humoristische wijze  getoond wordt hoe doortrapt onze democratie onderuit wordt gehaald door journalisten, politici, bankiers, bedrijfsleven, sociale media, talkshows. De acteurs in die kleine theaters komen vaak al improviserend tot hun voorstelling. Soms worden ook stukken gespeeld van 'groten' als Bergman, Brecht, Ibsen ja, zelfs Mollière en Shakespeare.

In Rotterdam ken ik Theater Altstadt,  Babel en Mooi Weer. Fijne theaters. Interessant repertoire.

Gisteravond was ik bij Theater ‘Mooi Weer’ samen met Dina (67), een stokdove Klup-dame met een veel te vrolijke over-sized blouse in alle kleuren van de regenboog. Ik ontmoet haar vanavond voor het eerst. Dit toneelstuk lijkt haar heel actueel gezien die dominante ultra rechtse beweging in dit land. Mij ook.

Vòòr elke voorstelling is er in dit theatertje een ‘shared dinner’. Samen eten dus. Met z’n zessen aan een tafeltje. Toeschouwers kunnen dan kennis maken met elkaar. Meestal is het wel leuk. Soms niet. Zo hoorde ik dat een disgenote via, via had vernomen dat, Henri, een een oude vriend van mij, die drie jaar haar buurman is geweest, onlangs, met spoed nog wel, in een geriatrische kliniek opgenomen moest worden. Toen ik dat hoorde moest ik wel ven slikken.  

Gisteravond zat ik wel aan een 6-persoonstafel, maar ik heb geen andere keus, dan me met Dina bezig te houden. Tot vervelens toe zitten zij en ik kennis te maken. Drie kwartier, vooraf onder de spaghetti bolognaise en in de pauze met het toetje, vijftien minuten. Het meest opvallende aan Dina, behalve haar blouse dan, as dat ze juf was op de spinazieacademie in 110 Morgen èn dat haar oudste dochter lesbisch is (net zoals mijn zus). Dat laatste is ook het enige dat we echt gemeen hebben. 

En …  wat ik al schreef: Dina is zo doof als een kwartel. Om mij goed te horen, krijg ik als experiment een microfoontje om dat verbinding moet maken met haar gehoorapparaten.

Het experiment slaagt. Ze hoort alles wat ik zeg. Ook hoort ze me als ik sta te piesen in de pauze. 

Het stuk dat we zien heet? ‘Vijand van het volk’. Het is een actueel verhaal over het nastreven van idealen. Een voorstelling vol verhitte discussies en gloeiende verlangens. Een humoristisch klokkenluidersdrama en een verontrustende eco-tragedie: een waterzuiveringsinstallatie, die niet meer in staat is het drinkwater voldoende te zuiveren.

Dina en ik vonden het nog al heftig.


vrijdag 7 november 2025

LICHAAMSSAPPEN

Ik heb haar al een tijdje niet gezien. Is ze een beetje jaloers? Heeft ze me soms met Emmy gezien? Of is ze op vakantie ... ziek misschien. Hoe dan ook: ik mis haar. Ze is leuk. Slim ook. Zij is 20 jaar jaar jonger dan ik. Ik hoef niet zo nodig lichaamssappen met haar uit te wisselen. Gezellige gesprekjes over films: zijn al prima. Ze heeft net als ik een Cineville pas, daarmee kan je voor 24 euro per maand zo vaak naar de bios als je maar wil. Onze ‘filmsmaken’ verschillen nogal. Zij houdt van kostuumdrama’s en (Franse) komedies. Ik meer van films over relaties, emancipatie, sociale verhoudingen en biopics, over mensen naar mijn hart.

Mss F, zo mag ik haar noemen (ze heet eigenlijk Frieda), ging een paar weken terug met haar broer een weekendje ‘wellnessen’ in Zuid-Limburg.

‘Jullie doen veel samen, hè? Jij en je broer?’ 

‘Ja,’ knikte ze en aan de blik in haar ogen kon ik zien dat hij een lieve broer voor haar is.  Een man of kinderen heeft ze niet. Wel een piepjong peetzoontje; het kind van een nicht. Zou ze lesbisch zijn, vraag ik me soms wel eens af.

We praten niet alleen over films en sportdingen ook soms een heel klein beetje privé. Nou ben ik zelf een behoorlijke flap-uit. Iedereen mag van mij alles weten, alles zien. Mss F onthult slechts een piepklein beetje privé. Zij is erg  gesloten en soms ineens verrassend heel open.

Ze geeft hatha-yoga lessen aan huis. Ik was gelijk door het dolle heen toen ik dat hoorde en stond gelijk de volgende dag al bij haar op de stoep voor de eerste les.

‘Neen, zo snel werkt dat niet bij mij.’. Heel fijntjes maakte Mss F. me duidelijk dat ze nogal terughoudend was met het thuis ontvangen van mensen (ook cursisten) in haar huis (haar heiligdom). Daar kan flink wat tijd overheen gaan. Ik vraag me dan wel af hoe groot die yoga-groep van haar is.

Pas  na een jaartje sporten  verklapte Mss F. me dat ze, geïnspireerd door haar petekind, een kinderboekje  geschreven had. Ze is nog op zoek naar een illustrator.

‘Leuk dat je schrijft E.  Ik schrijf óók!’ flapte ik er uit: Elke dag een stukje in mijn blog. Dat ‘móét’ je lezen!’

Ik vroeg haar gelijk of ik haar sprookje mocht lezen.

‘Oh, neen, ik bewaak mijn grenzen heel goed,’ zei Mss F. gedecideerd. Ze weigerde mij zelfs de titel van het boekje.

Zo’n stukje als dit, dat nu zo langzamerhand op zijn eind loopt, verschijnt in mijn blog. Alles in mijn blog mag door iedereen dus ook door Mss F. gelezen worden. Grenzeloos.

 

woensdag 5 november 2025

HONDSDOLHEID.

Het gaat geen moer uitmaken of een nieuwe regering straks een verstandiger, beter asielbeleid gaat uitvoeren.

Als het zogenaamd ‘immense' probleem 'asiel' uit het zicht verdwijnt, als het leven van alle dag een beetje beter wordt, dan wordt de gewone man daar níét beter van. Hij is dan niet genezen van zijn extreem-rechtse hondsdolheid.

Verreweg de meeste kiezers zijn niet arm! Ze wónen niet een verloederde multiculturele achterbuurt, ook wel 'zwarte buurt' genaamd. Nieuwe apparatuur, zoals een energie zuinige oven, wasmachine, -droger of koelkast, is géén medicijn tegen blinde buitenlanderhaat.

Rechtsextremisme is een irrationele woede, die gaat over gevoelens, met spook- en vijandbeelden, die worden aangepraat.

In de grote steden moet het natuurlijk verbeteren maar voor het overige staat die opwinding over asiel in geen verhouding tot de ernst en omvang van die problematiek. De opwinding over bestaanszekerheid stond in geen verhouding tot de ernst en omvang van de bestaanszekerheid.

Het ging er voor deze verkiezingen niet één keer over, maar ons grootste probleem is de opwinding an sich.

Het grootste probleem is de opgewondenheid op zich. De alsmaar toenemende consumptie van steeds onbetrouwbaardere media, die onze democratie naar de klote helpt. Zolang de volgevreten meute in haar opwinding blijft hangen - Nederland is kapot!! - komen we tot niets meer. 

Bovendien, de goede luisteraar, weet het al lang: het gaat niet alléén meer om asiel. Het gaat om etniciteit, omvolking en remigratie, het deporteren van mensen, die hier geboren zijn. 

Als je een fascist zijn zondebok afpakt komt hij gewoon met een nieuwe. Is het migratieprobleem zo goed als opgelost dan zijn de nieuwe mogelijke zondebokken gauw gevonden: 'links, transgenders, zigeuners, Joden, lhbti'ers en Nederlandse moslims'. Keus genoeg.

Niemand ontkent nog, dat verstandig en realistisch asielbeleid, waarbij de lasten eerlijk verdeeld worden, broodnodig is. Het is werkelijk naïef om te denken dat welke asielmaatregel dan ook, zou leiden tot het einde van de extreem-rechtse hondsdolheid. 

Hartstikke belangrijk is het, dat het politieke midden (VVD, GLPvdA, D66, CDA) gaat samenwerken en verregaande maatregelen neemt tegen de online verspreiding van fascisme en de rampzalige invloed van buitenlandse algoritmes. 

De Verenigde Staten laten zien dat het zomaar eens de laatste kans kan zijn.

maandag 3 november 2025

BOODSCHAPPENKARRETJE.

Zo af en toe staar ik als een koe, vanuit mijn keukenraam naar buiten. Ik zie dan buren lopen die ik ken en mensen waarvan ik niet zeker weet of ze m’n buren zijn.

Die buren die ik ken, maar ook die buren die ik niet ken, staan ongetwijfeld ook zo af en toe voor hun keukenraam te ‘koe’keloeren als ik voorbij kom.

 

Ik hoor ze dan al zeggen, daar in hun keukentje, achter dat raam:

 

’Kijk daar gaat ie weer.’

 

‘Wie?’

‘Die kale van vijfde.’

 

‘Wat  zou die gaan doen?’

 

‘Naar de super? Zijn boodschappenkarretje volproppen met bier?’

 

Naar zijn kleinzoon?

Zijn psychiater?

Zijn uroloog?

De bioscoop?

Het theater?

Het circus

Een vriendin?

De hoeren?

 

Ik pak mijn boodschappenkarretje. Naar de super. Voor bier. Met name bier en jonge jenever. Al m’n bier is op. Ik had zo’n dorst en sloeg mijn hand op een lege plaats. Er is alleen Spa Rood en citroensiroop in de koelkast. En, o ja, ook nog vers geperst sinaasappelsap, dat is alleen voor na mijn ontbijt. Thee of koffie had ook nog gekund. Maar nu gaat het puur om bier.

 Buurvrouw Lara is haar bouvier, Brutus, wezen uitlaten. Ze stapt de flat in. Ik er uit. Ze lacht lief. Ook kijkt ze zo schuin weg achterom naar mijn boodschappenwagentje. Alsof ze vermoedt dat ik iets ga dumpen.

Lara zegt niks. Het blijft bij die lieve lach.  Het is een zooitje rondom die afvalcontainers. Acht volle vuilnisbakzakken ernaast. Opengescheurd  door onze gevederde vrienden. Tien vierkante meter rotzooi. Dan bitst die goedlachse Lara opeens in mijn richting:

‘Dat ga ik echnie opruimen, die teringzooi. Dat mag de gemeente mooi zelf doen! Die knakkers van daarnet in dat gemeentekarretje zágen die troep  hier en reden door. Ik laat het ook leggen. Ze kennen de pleuris krijgen.’

Brutus heeft nu wat anders aan zijn hoofd. Hij trekt zijn baasje bijna omver in de richting van mijn boodschappenkarretje. Ruikt het karretje nog naar iets lekkers voor de hond? Het zou best eens kunnen, dat mijn karretje nog een beetje naar rundergehakt ruikt, want dat was gisteren bij de super in de aanbieding, daar kocht ik een kilo van en wie weet heeft dat een beetje gelekt. Ja, dat kan toch. Het karretje kan dat ook niet helpen. Brutus al helemaal niet.

Boodschappenkarretje volproppen! Nu! Snel! 

zaterdag 1 november 2025

MALLE BABBE.

Een musical-liefhebber ben ik beslist niet. Alleen de West Side Story en Jezus Christ Superstar vond ik in dat genre geweldig. Nu is mijn vriend Ruud fan van Rob de Nijs. Hij wil graag de musical over Rob’s leven gaan zien. Samen met mij. Hij is een beetje inkennig. ‘Malle Babbe’ zo heet die musical. Die ‘draait’ nog twee dagen in het Nieuwe Luxor. Snel probeer ik twee kaartjes te scoren. Ik offer me wel op. Razendsnel heb ik de tickets. Voor de allerlaatste voorstelling in Rotterdam. Ik betaal een ‘last-minute-prijs’: van 72 euro voor 29 euro! Op rij vijf vlak voor het podium. Echt mazzel.

Luxor is uitverkocht. 1.200 mensen. Ik zit te zowaar genieten. Er wordt goed gespeeld  en  gedanst door een sterke cast. Goede muzikanten. De enorme  speelvloer is omgetoverd tot een circusachtige omgeving, zeer creatief en kleurrijk. Een verwijzing naar de circustijd van Rob de Nijs.

Het is een mooi en vrolijk levensverhaal, dat in deze musical verteld wordt door  Jet de Nijs (gespeeld door Lottie Hellingman) zijn laatst echtgenote. Iets te veel naar mijn zin treden zijn vele vriendinnetjes voor het voetlicht. Het was waarschijnlijk Rob’s realiteit. Hij wordt hier neergezet als lieve, wat naieve man met een gat in zijn hand.

Natuurlijk komen al zijn populaire songs voorbij. Rene van Kooten, de vertolker van Rob speelt en zingt bijna zoals Rob zelf: van ‘Ritme van de regen’ tot ‘Banger Hart’. Alles meegebruld door een enthousiast publiek (ook door mij, voor zover ik de teksten kon).

De toegift van deze cast is werkelijk spectaculair en vol dynamiek.

Ruud is niet zo positief over ‘Malle Babbe’. Hij is Rob de Nijs-fan van het 1ste uur. Op het zang- en dansgedeelte heeft hij niks aan te merken
Hij vond het geheel niet zo lovend voor Rob. Voor hem was het ook te druk op de  Bühne, al die wervelende figuren. Het deed hem denken aan een kindervoorstelling.

Met Rob zijn songteksten was volgens Ruud onnodig en storend geknoeid.
Na een half uur had hij al weg gewild. Uit beleefdheid is hij nog blijven kijken. Het stoorde hem ook dat in het verhaal de eerste vrouw van Rob belachelijk werd gemaakt.! Teleurstelling dus bij hem. Het eerste wat hij straks doet als hij thuis een cd'tje van Rob opzetten en meezingen met de juiste teksten.
 Geschreven door onder andere Belinda Meuldijk, Boudewijn de Groot, Lennaert Nijgh, Han Kooreneef. Die zijn voor Ruud écht en oprecht en voor de eeuwigheid, weet Ruud.!

Desalniettemin bedankt hij me na afloop, dat ik de kaartjes geregeld had. Hij had het niet willen missen. Ik trouwens ook niet. Een aanrader! Niet meer te zien in Rotterdam.