vrijdag 4 juli 2025

DOOF.

Eens in de drie jaar krijg ik van mijn zorgverzekering een fooitje voor de kosten van brillenglazen en montuur. Ik koos vandaag uit de allergoedkoopste serie monturen het allergoedkoopste model: 90 euro. Als zevenjarig jongetje droeg ik ook al zo’n goedkopie. Dat werd toen een ziekenfondsbrilletje genoemd. Ik vermoed dat dat brilletje destijds helemaal door de zorgverzekeraar werd vergoed.

Bij Specsaver moet ik vandaag in totaal 190 euro neertellen. Behalve die 90 voor het montuur kosten die dunne, krasvrije, varilux multifvocale glazen ook nog eens 300 euro. Snappie?

 Ik heb er de laatste maanden continu afwijzend tegenover gestaan. Tegenover hints vanuit mijn directe omgeving dat ik me eens moet laten testen door een audiciën.

Je vraagt herhaaldelijk: ‘Wat zeggie’ …'Als je valt dan leggie’krijg ik dan te horen of ... nogal gênant: 'van masturberen wordt je doof’,   en … 'je praat onnodig hard' hoezo?. Het schijnen alleemaal symptomen te zijn, die wijzen op hardhorendheid.

Nu ik toevallig toch bij Specsaver zit en die firma ook iets met hardhorendheid doet, kan ik me hier  laten testen. Dan kan ik mijn omgeving met de testresultaten om de oren slaan. Want ik weet natuurlijk zelf heus wel of ik wel of niet doof ben.

Alsof de duvel er mee speelt belt mijn buurvrouw vanavond bij mij aan: ‘Jos, wil je eens komen luisteren bij mij. Het is net alsof er iemand continu met een naaimachine zit te werken: ‘brrr…brrr…brrr brrr…’ en dan weer ‘brrr brrr  brrr brrr … ‘hoor je dat ook?  Mijn buurvrouw heeft haar oortjes in.  Ik hoor niks bijzonders. Ik leg mijn oor te luisteren tegen de wand van de andere buur … ook niks. Ik ga naar buiten. Ja, verdomd, ik hoor wat … een licht gebrom , het wordt steeds iets luider…maar dat is de helikopter die aan komt vliegen. Misschien komt het van de benedenburen. Ik ga op grond liggen en druk mijn oor tegen haar parkiet oh sorry, parket maar ook daar geen gebrom. Het geluid zou ook van boven kunnen komen maar het valt niet mee om mijn oor tegen het plafond te drukken. Bovendien het heeft geen zin. Die buren zitten al ruim drie maanden in Torremolinos.

 Ik ben nu een beetje brutaal en vraag of ik de oortjes van de buurvrouw even in mag.

‘Dat vindt ze prima.

 Ik heb ze nu in. Hoor niks..

Wacht, ze staan nog niet aan, Jos.

Ja, buurvrouw! Weet u wat ik hoor? ’Brrr … brrr … brrrr ...’.

 Nou, dat was het dus! Probleem opgelost! 

donderdag 3 juli 2025

OPEN & BLOOT.

Mijn reisje is  vandaag  een stuk concreter geworden. De luchtvaartmaatschappij Easy Jet stuurt me de boarding tickets. Ik vlieg vanaf Schiphol. Een vriendin waarschuwt me om niet zo open en bloot over mijn vakantie te schrijven ‘Het dievengilde leest mee! Pas op, Jos!'

Een schoonzus van me, een nogal wantrouwig typetje, dacht dat ik door mijn openheid, misschien wel eens heel aardige mensen op een idee zou kunnen brengen. Allebei de dames  waren er van overtuigd, dat de verzekering de schade in dat geval niet zou dekken. ’De gelegenheid maakt de dief’ en ik creëerde  die gelegenheid zelf. Ik ga in dit stukje dan ook beslist niet verklappen wanneer ik op reis ben.

 Ik bedacht me daarentegen, dat ik de meest waardevolle spullen in mijn huis best zo lang bij mijn buren zou kunnen stallen. Bijvoorbeeld de koel-vriescombinatie bij Hilde en mijn wasmachine bij An. De nog zo nieuwe inductieoven mag misschien bij Manuela boven. Ze wil vast ook mijn sapcentrifuge en citruspers even hebben… zij is dol op sapjes.  Elisabeth, van beneden, vraag ik voor mijn drumstel, kan ze gelijk een beetje oefenen. Ik hoop dat Cas m’n gouden Boeddhabeeldjes in huis wil nemen. Tsja, en meer waardevolle spullen heb ik eigenlijk niet. 

Ik denk, dat een beetje inbreker zijn bed niet uit komt voor een waterkoker, een knoflookpers van het Kookpunt, een tweedehands koffiefilterapparaat, een magnetron of een lg-smart-tv … hoewel … die smart tv is ook wel prijzig, daar moet ik nog een buurvrouwtje voor zien te charteren … misschien wil Lucille hem (of haar)wel een paar weken gebruiken of Marijke, zij vindt zoiets ook wel leuk voor eventjes, denk ik zo. 

Later bedacht ik me nog dat het eigenlijk helemaal niet nodig is om m’n wasmachine bij An neer te zetten. Die gaat een simpele ‘uithaler’ bij mij toch never-nooit de deur uit sjouwen. Heb ik dan zo gauw niks voor An? … nou … weetje wat, ik vraag of ik mijn die dure winterjassen bij haar in de klerenkast mag hangen. Vindt ze vast wel goed. An is niet zo moeilijk. En, o, ja, mijn baardtrimmer en twee scheerapparaten, best eitje-kwaliteitje alledrie, die laat ik thuis. Gradus heeft vast wel een plekkie om die apparaten zestien dagen voor me op te slaan. 

Kijk eens aan! Zo heb ik voor dat zielig-beetje waardevolle spullen van me, een veilig plekkie bedacht’. Kan ik 1 augustus met een gerust hart naar Edinburgh vertrekken.

woensdag 2 juli 2025

STRAND.

Het is een heel goed plan: de zee opzoeken, de frisse lucht. Fijn wandelen bij een zeebriesje. In mijn Betondorp is het  niet uit te  houden. In mijn appartement is het nu nog 32 graden.

Eerst nog naar de sportschool. Er zijn heel weing liefhebbers. Een stuk of zes in de vrije oefenruimte. Daar lukt het ze ook niet om een redelijke temperatuur vast te houden. Ik moet meer drinken dan normaal. In de groepstrainingsruimte blijft de temperatuur prima. Toch sporten maar 10 mensen mee. Normaal zeker twintig. Als je daar klaar bent met de training, knal je als het ware tegen een muur van warmte aan.

 Ik wil om een uur of één in Hoek van Holland wezen. Moet ik bij mij de metro nemen van 12 uur. ’t Is nu elf  Heb ik nog even de tijd om een lunchje klaar te maken. Vier knekkers neem ik mee met marmite en kaas. Een knalgrote Elstar, een heerlijk zoete appel die momenteel bij mijn veel te dure groenteboer in de aanbieding is. Een appel eet ik altijd vòòr het eten, dat bevordert de spijsvertering.

Om te drinken neem ik een flesje spa rood  en  een halve liter citroensiroop mee, gemaakt met siroop van Teisseire  .. die is echt verrukkelijk.

 Het eerste deel van de metrorit is niet uit te houden. Tot aan Kralingse Zoom knettert de zon op de stampvolle metro. Dan duikt de trein Rotterdam onderdoor, om bij het Marconiplein weer boven water te komen. Godzijdank kon ik aan de schaduwzijde van het voertuig zitten tot Hoek van Holland Strand.

Meteen, met de allereerste stap al, is het volop genieten op het strand. Wat een weldadige windje. Een briesje dat de zon hier aangenaam doet zijn. Hier vlakbij zee kan ik opeens mijn pas versnellen. De zee lokt. Halverwege het strand ligt een betonnen bankje. Daar doe ik mijn kousen en  schoenen uit en loop smachtend naar verkoeling naar de branding, naar het pootje baden in het koele zeewater. Ik liep daar voor mijn gevoel alleen te genieten. Hoorde alleen geluiden. Het ruisen der golven. Die krijsende teringmeeuwen. Spelende  kinderen. Hier op het strand spelen ze weer wel. Thuis op straat nooit.

 

Helemaal opgefrist keer ik terug naar huis. In de metro raak ik aan de praat met een aardige Koerdische vrouw. Van een jaar of zestig. Ze woont in Schiedam, mijn geboorteplaats. Ze heeft net ook genoten op het strand.

We zijn allebei alleenstaand.

‘Ik ben opa’, verklap ik en steek twee vingers op.

‘Ik ook’, zegt ze: ‘Eén’.

Haar Nederlands is niet slecht. Maar ook nog niet heel goed.

dinsdag 1 juli 2025

NACHTWANDELEN.

 Veel drinken en thuisblijven. Dat is wat me, als oude man,  te doen staat op tropische dagen.Dat heb ik netjes gedaan. Overdag tenminste. ’s Nachts ga ik er op uit. Echt lekker was het toen nog niet maar het scheelde wel een jas. met overdag. Dat ’veel drinken-advies’ heb ik me terdege ter harte genomen. Om vijf voor acht gisterochtend stond ik bij de Jumbo voor de deur. Om een kratje bier te scoren.

 Tegen  middernacht, ik was inmiddels behoorlijk kachel, dronk ik nog een laatste biertje voor ik ging nachtwandelen. Ik was van plan met de metro naar de Voorschoterlaan te gaan en vandaar door het Kralingse Bos weer naar huis te lopen, zwalken kan ik beter zeggen.

In Kralingen zit, tegen half een, een stel jonge gasten, studenten denk ik, druk te praten onder het genot van jointjes zo te ruiken. Ze zeiden me vriendelijk gedag. Mijn openbare dronkenschap werd even later vriendelijk bejegend: een dame van in de vijftig, die haar hondje uit liet, wenste me goedenavond.

 Luid kwakend begeleidden tientallen, misschien wel honderden kikkers me op weg naar het bos. Ik was lang niet de enige daar.  Er werd nog gemusiceerd en gezongen. Verschillende groepjes vrolijke Spaanse studenten, liepen mij , tegen een uur of een, tegemoet.

 Op een bankje langs het voetpad, vlakbij het naaktstrandje, lagen er een paar wellustig te ketsen. Althans, zo te horen. Zij hadden niet eens in de gaten dat ik langsliep. ‘t Was ook pikdonker daar.

 Ik moest piesen. Nam de eerste de beste boom. Zo te voelen stond ik op mijn schoenen te piesen.

 Op een verlaten parkeerterrein  in het bos stond een malloot keihard Elvis-nummers af te spelen.

‘Jaill house rock’ ook. Het geluid knalde uit een walgelijk grote auto. Wel tien meter lang. Een schaars gekleed stel zat op de motorkap mee te swingen en te brullen. Blikjes Heineken in de aanslag. Jammer dat er geen valse honden meer in het Bos los lopen.

 Ik ben al bijna weer thuis. Half twee. Zoals altijd moet ik aan haar denken, kijken naar haar huisje, als ik bij haar langs loop.

 Vooral met die hitte.

maandag 30 juni 2025

DOOR HET STOF.

 Gisteren was ik in Enschedé. Wat was het heet! Ik had nog een ‘keuzevrije dag’ bij de NS. Dat betekent gratis reizen van Rotterdam naar Enschedé en weer terug. Normaal kost dat meer dan 60 euro. Dat scheelt nogal wat! Ik ging daar heen voor een goed toneelstuk. Alleen in Enschedé te zien.

Ik had gekozen voor de middagvoorstelling. Die begon om drie uur.

 Paniek op station Almelo! Een invalide (twee handen met elk drie vingers en slechts één been ) Marokkaan (zo te zien). Hij zou hulp krijgen bij het uitstappen. Maar er was in de verste verten geen hulp te zien.  Hij moest hier overstappen op een trein naar Duitsland. Onze trein was inmiddels al op weg naar het eindpunt Enschedé. Dáár stond de hulp voor die paniekzaaier klaar. Paniek gezaaid voor niks. Hij moest er dus pas hier uit. Dit was al een aardige toneelstukje op zich. Maar daar kwam ik niet voor.

De voorstelling: ‘Door het stof’ heet die, is in het Willem Wilminktheater. Toen ik eenmaal wist waar dat theater was ben ik hier even rond gaan kijken. Er viel niet zo veel te zien hier. Het lijkt een beetje op Schiedam, met iets meer nieuwbow in het centrum. Overduidelijk is dat Willem Wilmink hier een soort heilige is. Er is een theater, een straat en  een plein naar hem vernoemd. In deze streek is hij een populaire dichter. Landelijk is hij meer bekend van de grappige liedjes die hij schreef voor kinderprogramma’s op tv.

Maar goed, ik kwam niet voor Willem Wilmink maar voor dat toneelstuk. Dat stuk speelt zich af in het verleden van Twente. Het stuk laat de harde wereld van de textielindustrie zien. Daar bemiddelt een jonge katholieke priester tussen rijke baronnen en arme arbeiders. ‘Door het stof’ is een verzonnen verhaal, geïnspireerd op zijn tijd en idealen. Thema’s zijn sociale ongelijkheid, religie en arbeidersstrijd. Geen letterlijk geschiedenis maar een eigentijdse interpretatie van een bewogen tijdperk.

Het stuk was zeer de moeite waard. Heel speciaal was de verdeling van de voorstelling over twee zalen. Het leven van de bourgeoisie werd verbeeld in het Willem WIlmink-theater. Voor het leven van de arme arbeiders moest het publiek verhuizen naar een ander (nabij gelegen) theater.

De hitte had me lui gemaakt. ‘Lazy on a Sunday afternoon.’(the Kinks)

In de trein terug viel ik in slaap. Moe maar voldaan kwam ik in Rotterdam aan.


Een klein toepasselijk rijmpje van Willem Wilmink

 

Ik ben lekker lui vanavond

Ik heb een slome bui vanavond

Denk maar niet dat ik nog iets doe.

Ik ben liever lui dan moe.

 

Lekker liggen op mijn bed

met geen mens die op mij let

Alles wat ik anders móét

Gaat vanavond niet door, net goed.
































 

Een klein toepasselijk rijmpje van Willem Wilmink

 

Ik ben lekker lui vanavond

Ik heb een slome bui vanavond

Denk maar niet dat ik nog iets doe.

Ik ben liever lui dan moe.

 

Lekker liggen op mijn bed

met geen mens die op mij let

Alles wat ik anders móét

Gaat vanavond niet door, net goed.

zondag 29 juni 2025

EEN HETE DAG.

Het eerste uur dat ze wakker zijn, zeggen ze vrijwel niets. Het is ook niet normaal om op dit tijdstip van de dag veel te zeggen. Heel even kijken ze elkaar aan ... ‘lekker bakkie’ … was het enige dat ze tot nog toe gezegd hadden, na het kopje koffie, dat ze was aangeboden door de organisatie.

Het is half zes in de ochtend. Het lijkt klaarlichte dag. De zon is bijna op. Het wordt een hete dag. Nu al is het warm. Twee anderen zijn een half uur eerder vertrokken. Toen was het ook al licht, zij het iets minder.  De rest van de groep mag pas weg rond zeven uur. Die zijn niet te benijden. De rest van de groep wandelaars is veel rapper dan de vier, die eerder mochten vertrekken. Weldra zullen die worden ingehaald door de rest, net als zij binnenkort die twee vòòr hen zullen inhalen. Toch gaat het hen er niet om voorop te lopen. Winnen is geen doel, voor geen van de wandelaars trouwens. Meedoen is belangrijker dan winnen.

Gisteravond laat hoorde hij dat zijn dochter Helma over tien dagen naar huis mag. Ze is zo blij als een klein kind. Eindelijk weer ‘eigen baas’ na een ziekenhuisopname van bijna vier weken. Na een val van haar fiets, ze viel op haar hoofd, wordt ze erg depressief. Na enige dagen menen haar psychiaters verschijnselen te herkennen, die duiden op een postnatale depressie. Zeer tegen haar zin, maar voor haar eigen bestwil en dat van haar tien dagen oude Marieke, moet ze worden opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis Sancta Immaculata in Oegstgeest. Marieke moet ze thuis laten. Woedend gooit ze een stoel door de ruit van haar kamertje. Net voor ze met de losgekomen glasscherven haar pols door kan snijden wordt ze ‘gered’ door de verpleging.

Zijn zus loopt lekker rustig, glimlachend. Haar gedachten zullen bij het aanstaande huwelijk van haar zoon Leo zijn. Moeders trots, die Leo. Hij woont alweer een aantal jaar in Nieuw-Zeeland. Ze mist hem erg. Over drie weken stapt hij in het huwelijksbootje met de superschone Iraanse jongedame Parvanan, wat vlinder betekent.

Het allermooiste is dat zij er samen met haar Dien bij kan zijn, daar in Wellington. Wat verheugt ze zich op die bruiloft en wat is ze blij met Dien, die toch maar mooi haar vliegangst gaat overwinnen.

De twee die vòòr hen liepen hebben ze inmiddels ingehaald. Als ze achterom kijken, zien ze de grote restgroep met rasse schreden naderen.


zaterdag 28 juni 2025

OPVLIEGER.

Onderweg naar het popkoor kom ik Els tegen. Een van de vele zangeressen.  Ze zit op een bankje langs de Alexanderlaan. Ik zeg niks en plof naast haar neer.

‘Wat mot je?’ vraagt ze.

‘Waarom zit jij hier te zitten?’

Ze haalt haar schouders op: ’Gewoon’, zegt ze.

‘Je vindt het toch zeker niet erg dat ik naast je kom zitten?’

 Begint ze ineens te hinniken, een ‘stom soort van lachen’. Ik buig voorover zodat ik haar beter kan aankijken.

‘Je zit me toch niet uit te lachen hé, Els?’  

‘Neen, joh’, hinnikt ze nog na. Ik ben hier ff gaan zitten omdat ik overvallen werd door een opvlieger. Ik kon geen stap  meer zetten’. En weer begon ze te lachen nu meer te ginnegappen.  ‘

‘Ik ben d’r nog steeds niet aan gewend. Duurt nu al tien jaar. Nou ja bijna dan’.

Els heeft me al eens verklapt dat ze 55 is. Dus vanaf haar 45e loopt ze al te etteren.

 ‘Ik had het kunnen weten, Jos. Geen zin om op te staan. Eigenlijk moet ik helemaal niet zingen. Mijn lijf zegt: neen. Maar ik luister niet. Ik blijf over mijn grenzen heen gaan. Een collega van me, ook in de overgang, belt. Ze  heeft slecht geslapen en … ‘ik duik er nog maar even in, hoor’ Els. Dan sta ik er weer mooi alleen voor met mijn opvliegerlijf’.

‘Ja, net zoals je nú hier zit. Je had beter thuis kunnen blijven.’

‘Thuis had ik in mijn eentje gezeten. Van het zingen straks krijg ik weer energie.

‘Okee, Els, zo ervaar ik dat ook, dat klinkt positief. Mijn ex, heeft nooit last van de overgang gehad. Wel van haar menstruatie (zij noemde het ‘opoe’). Voor ons alletwee waren dat telkens weer zware dagen. Veel chagrijn, hoofdpijn, misselijkheid, meisje lacht meisje huilt, moe, kotsen, de dunne, ruzie maken, passief en super eigenwijs.  Met de overgang hebben we nooit geen last gehad. Zij slikte hormoonpillen daardoor verliep die periode voor ons opvliegerloos. Ze stopte met die pillen toen bekend werd dat het kankerverwekkers waren’.

‘Daarom ben ik er nooit aan begonnen, Jos. Toen jouw ex met die hormoonpillen begon was het gevaar van kanker nog niet bekend. Ik moest die shit absoluut niet in mijn lijf hebben

 … oooh, godverdomme, daar komt er weer een, Jos .. dsjiezus!’