woensdag 23 juli 2025

HEER IN HET VERKEER.

 Als voetganger ben ik zonder meer een ‘Heer in het verkeer’. Oversteken doe ik bijna altijd op zebrapaden. De verkeersregel is dat de voetganger daar voorrang heeft op alle overige verkeer, met uitzondering van ambulances, militaire colonnes en uitvaart-stoeten. Ik moet daar meteen bij aantekenen dat fietsers en e-bikers,  oud, jong en van beiderlei kunne lak hebben aan deze regel.

Onlangs maakte ik aanstalten om over de zebra naar de overkant te gaan toen ik op zo’n 50 meter van links een e-biker wild zag gebaren en luidkeels hoorde schreeuwen: ‘he’, ho, let op, ik kom er aan’ . Veel te hard kwam hij aansjezen. . Hij had me bijna overhoop gereden. Nee, fietsers weten zeker dat ze niet hoeven te stoppen voor een voetganger op de zebra. Maar … misschien ben ik abuis. Misschien hoeven fietsers inderdaad helemaal niet te stoppen voor voetgangers. Voor alle zekerheid neem ik voorlopig geen risico’s. Als een e-biker zoals gewoonlijk met een grafsnelheid op mij  afracet, blijf ik als een lulletje rozenwater staan wachten tot de (heel vaak, heel erg oude) snelheidsduivel voorbij is.

Anderzijds: automobilisten houden zich prima aan deze regel. Van de zware vrachtwagencombinatie tot de Fiat Panda. Zelf ben ik zo'n voetganger die zware vrachtwagencombinaties voorrang gun. Met een genereus gebaar geef ik dan aan: ’Rijd maar lekker door vrachtwagentje’. De vrachtwagenchauffeur is daarmee in zijn nopjes. Steekt zijn duim op of bedankt met een eenmalige koplampknipper. 

Voor personenauto’s, ga ik niet staan wachten tot zij stoppen. Ze beginnen meestal zelf al op een metertje of vijftig af te remmen. Als ze (bijna) stilstaan, glimlach ik naar de automobilist, die ik overigens niet echt goed kan zien. Hij mij wel. Ik maak dan met mij rechterhand een dankjewel-gebaar of ik geef een duimpje. Soms knippert de chauffeur dan, heel lief, een keer met zijn koplampjes. Dan hebben we het heel even gezellig zo, als verkeersdeelnemers onder mekaar. Daar doe je het ook een beetje voor, toch?

Zo af en toe zijn er autobestuurders die, als ik al aan het oversteken ben, met een teringvaart op mij in komen rijden. Soms met gierende, ja zelfs rokende banden. Vlak naast me, bijna tegen me aan, is hun kar tot stilstand gekomen. Voor deze asociale vorm van voorrang geven, kan er bij mij geen gezellig onder-ons-bedankje meer af. Héél soms toon ik dan boosaardig mijn ‘dikke middelvinger’.

Wat niet past bij deze ‘Heer in het verkeer’.

dinsdag 22 juli 2025

ANNA.

 Ik ben de jongste niet meer (75). Inmiddels heb ik zo veel lichamelijk ongemak, dat ik regelmatig met artsen en apothekers van doen heb. Vandaag moest ik naar de apotheek om mijn medicijn ‘Macrogol en Electrolyten’ op te halen. Dat klinkt heel wat maar ik noem dat medicijn heel simpel ‘mijn  poepzakje’, want meer is het niet. Ik heb nogal gauw last van ‘de stop’. Die poepzakjes, helpen mij aan een prettige en regelmatige stoelgang. 

 In de truttige buurt waar ik woon, Prinsenland zijn er m.i. slechts twee leuke dingen te doen. Ten eerste: wandelen over Oud-Kralingen. Ten tweede: (snel) met de metro naar Rotterdam-Centrum.  

Twee vrije stoeltjes naast elkaar  probeer ik meestal te pakken in de metro. Ga bij het raam zitten. Ik rij altijd achteruit, zodat Prinsenland zich langzaam aan mijn oog onttrekt. Heel langzaam ontspan ik. Kan ik weer lekker relaxt ademhalen.

Ook als er per ongeluk iemand naast me komt zitten verandert daar niets aan. Ik blijf gewoon strak naar buiten kijken, ook als er bijvoorbeeld iemand met erg dikke billen naast me komt zitten. Dat vind ik niet zo’n probleem   ik wip gewoon wat door naar het raam, zodat ik er geen last meer van heb. Pas als de metro ondergronds gaat, bij Kralingse Veer, is mijn ontspanning volledig. Ik heb het kneuterige Prinsenland achter me gelaten. Arriveer nu in de wereld, die er toe doet. Vandaag naar de bieb en de markt.

 In de bieb geef ik Nederlandse les aan de 29 jarige Russin Anna. Ik ben nu drie jaar met haar bezig. Daarin heeft ze grote stappen gemaakt. Haar baas beloonde haar daarvoor met een loonsverhoging van 100 euro per maand gegeven. Alleen moest Anna hem er wel een kusje op zijn mond voor geven. Dat heeft ze nog gedaan ook … (had ze nooit moeten doen) .Bij die gelegenheid had haar baas ook gelijk haar borsten schielijk betast. Dat kon natuurlijk niet!… (ze had hem toen meteen hard in zijn ballen moeten knijpen!).  Anna durfde er niks van te zeggen. Anders zou die 100 euro misschien mislopen. Die opslag heeft ze trouwens gewoon gekregen.

Op de markt, waar het vanwege het lekkere weer erg druk was heb ik een portie kibbeling gekocht. Op een bankje vòòr de bieb, ver weg van truttig Prinsenland, geniet ik van de kibbeling en … zo lang mogelijk van de gezellige drukte, het mooie weer en het lekkere sfeertje hier.

maandag 21 juli 2025

IJDELTUIT.

In de maand maart van dit jaar besloot ik in mijn korte broek te gaan lopen. Tot op heden doe ik dat nog steeds. Meerdere malen heb ik vorst, striemende koude wind en gehoon van van mijn omgeving moeten doorstaan. Het waren de middelen die mijn doel heiligden: met bruine op vakantie.

Voor het eerst in mijn leven hoor ik vandaag tegen me zeggen: ‘zòòò lekkere bruine benen!'Karin zei dat, een nichtje van me. Leuk, brutaal ding. Ik heb d'r vandaag op de koffie. Ze kijkt me opeens recht in de ogen. ‘Je bent een echte ijdeltuit geworden. Hoe ouder hoe gekker!’

Haar woorden komen flink bij mij aan. Ik begrijp niet hoe ze daar bíj komt.

‘Nou neem nou je wens om met bruine benen naar Schotland op vakantie te gaan. Er zijn geen wittere benen in de wereld te vinden dan Schotse benen. En  moet je daar dan zo nodig gaan lopen pronken met die stoere gebruinde stampers van je, ome Jos?! Alaaf, zou ik zeggen!

‘Maar er is meer. Je wilt gewoon opvallen. Want … is het nou niet een beetje overdreven om je ALTIJD en OVERAL in zwarte kledij te vertonen. En dan opeens zo'n zwarte hoed erbij. 'Hoe dat zo?'

‘Tegen de zon’, zeg je dan. Zelfs al is er geen zonnestraaltje te bekennen, hebbie die hoed op. Het is een beetje tè, hè! Weet je?

Ik moet toegeven dat ik soms wat apart voor de dag kom. Denk je dan echt dat ik dat uit ijdelheid doe? Laat me niet lachen. Dat gaat gewoon onbewust.

Maar Karin was nog niet klaar.

‘Dat soort dingen doe je niet onbewust, ome Jos!’

‘Hoe bedoel je? Wat niet?’

 'Dat gejojo met die brillen van je bijvoorbeeld. Nu eens loop je met een groen, rood, zwarte punkbril op je neus, dan weer met een bril met een zwart montuur en vervolgens, heb je helemaal geen bril op. Je kan me nog meer wijs maken, ome Jos, maar voor dat soort dingen kies je gewoon!’ Hetzij om op te vallen, hetzij om quasi interessant te doen’.

 Dat ik nogal eens van bril wissel, heeft niks te maken met ijdeltuiterij. Als ik hoofdpijn heb zet ik geen bril op, met die punkbril lees ik. Die vergeet ik wel eens af te zetten, als ik naar buiten ga. That’s it! Meer niet. Dat ik dat zou doen uit ijdelheid!? Wat een gezeik! ’t Is gewoon slap gelul!

 Kort voordat Karin bij me weg gaat, drukt ze me op het hart, om nooit meer zo’n achterlijke bandage om m’n hoofd te doen: ‘Je waant je zo waarschijnlijk de een of andere popster. Maar sorry hoor, ome Jos, je loopt er alleen maar mee voor lul. Zwaar voor lul'.

.

    

zondag 20 juli 2025

RUST.

 

Als ik bijna tien jaar geleden hier kom wonen, ben ik nog verdrietig, in mezelf gekeerd en neerslachtig.  Ik ben dan nog maar net gescheiden. In deze omgeving ken ik geen kip. Mijn hele leven heb ik in het Oude Noorden gewoond. Daar ook heb ik al mijn sociale contacten. In de kroegjes. Bij de sport- en theatervereniging. Hier in de buurt heb ik niks. Ik heb in het begin ook helemaal geen zin om aan wat voor nieuws dan ook te beginnen.

Met een duf hoofd  doe ik op de automatische piloot, wat er nu eenmaal gedaan moet worden. Ik lees de krant en kijk elke dag naar alles op tv. Ook al was er niks aan.

Het moet begin september 2015 geweest zijn, dat ik van huis op weg was naar de supermarkt. Somberend. Ik schrik uit die somberheid op door het vrolijke stemgeluid van een tamelijk jonge vrouw, die me met een pittige vaart tegemoet fietst:

‘Hallo buurman!’

 Ze is me toen te snel voorbij gefietst. Ik had geen flauw idee wie ze was.

Enkele dagen later gaat het net zo.

‘Hallo buurman!’

 Dan kijkt ze achterom naar me en zegt schaterlachend:

 ‘Je weet niet wie ik ben, hè? Hahaha’.

Het is het eerste leuke, lieve, actieve contact dat gemaakt wordt met mij door die nog steeds onbekende buurvrouw. Onvergetelijk voor mij.

Ze heeft helemaal gelijk. Hoe ik ook pieker, ik weet die buurvrouw niet te plaatsen. Zij is er één van de 119.

Pas als ik, eind september 2015,  uit pure verveling, besluit om 7.00 uur te gaan zwemmen, wordt het raadsel opgelost. Zij stapt in het zwembad op me af. Stelt  zich aan me voor als de vrouw op de fiets. Ze woont een paar deuren verderop. Duidelijk nu.

 Vroeg in de ochtend om 7.00 uur gaat ze altijd zwemmen.  Een echte waterrat, dat is ze. In de wedstrijdbaan zwemt ze iedereen eruit. Ze gaat misschien wel tien keer zo snel als ik.

Net als ik is ze vrijwilliger bij de Prinsenhof. Zij is receptioniste. Ik geef taalles.

 Kort geleden verliest ze haar man. Op haar verzoek ben ik bij zijn begrafenis geweest.

We drinken later zo nu en dan, gezellig een bakje koffie .

Ik mis haar hier de laatste  maanden ... en nu is ze er helemaal niet meer. Wat me heel verdrietig maakt.

 

Veel liefs Ineke.

 

Rust.

zaterdag 19 juli 2025

STAAND PLASSEN.

 Als huisman met speciale zuig- en dweiltaken, weet Arie, dat hun onophoudelijk verharende kater, vervuiler nummer één is. Rondom zijn bak is het constant een zooitje door zijn driftige gedoe met die steentjes. Arie probeert van alles tegen de stank van die kat: maar tevergeefs! Geen probleem. Voor Arie hóéft zijn huis ook helemaal niet schoon en fris te ruiken.

 Een goede tweede op de vervuilersranglijst in hun huis is zijn vrouw. Overal waar ze komt ligt as. Op de keukenvloer. Vòòr het aanrecht, waar ze nogal eens te vinden is. Altijd met een peukie tussen d’r lippen. De as wordt op de vloer vermengd met spatwater uit de wasbak. Vandaar wordt het uitgelopen in de keuken …  naar de huiskamer en zo verder. Wat een dweilwerk Arie daar steeds weer aan heeft! Allemachtig! Op en rond de driezitsbank, waar zijn vrouw de krant leest, telefoongesprekken voert en televisie kijkt, zuigt hij zich de rambam.

Aan de sinds jaar en dag in huis hangende rooklucht is niks meer te doen. Van de buurvrouw kreeg ze een spuitbus anti-tabakrook.Die staat nog wel onaangeroerd naast de vaste telefoon.

Op de ranglijst van vervuilers staat Arie zelf op de derde plaats. Zijn vergrijp tegen de hygiëne is: staand plassen.

Al vele jaren doet zijn vrouw een beroep op Arie om voortaan  'zittend te gaan plassen'.

‘Okee,’ zegt ze nog, ‘de bril doe je al jaren omhoog, zoals het hoort. Prima! De dames zitten dus doorgaans  droog. Maar wees je ervan bewust Arie, dat de spetters van je plasje, vanuit de toiletpot alle kanten op sprietsen? Op de rand van de pot, tegen de muren achter en naast de wc, tegen de wc-deur en op de vloer. Dat is onhygiënisch. Dat gaat stinken Het moet daar dan ook vaker schoongemaakt worden, want op de lange duur gaat het daar steeds meer stinken. De urine trekt in de voegen van de tegelwand en –vloer. Jasses bah!

Ze heeft gelijk  maar om nou voor elk plasje met mijn broek op mijn knieën te gaan zitten? Neen! Arie vindt het nogal een gedoe: riem los, gulp open, broek en onderbroek laten zakken en dan zelf door de knieën, neen! 

Sinds kort is hij zijn vrouw toch iets tegemoet gekomen. Hij plast zittend als hij in een ritsloze broek broek loopt: een pyjama-,  trainings- of korte broek. Vanmiddag voelt Arie aan den lijve wat zijn vrouw precies bedoelt. Hij komt thuis na een fietstochtje. Klapt haast. Rent naar de wc. En plast staand een hééééle grote plas. Door een pijp van zijn voebalbroekje. Hij vergeet te gaan zitten. Met een lange broek aan, zou hij niets van al dat  gespetter op zijn benen gemerkt hebben. 

woensdag 16 juli 2025

PLASPARK.

Ik moet even voor een zalfje naar de apotheek. Hier tien minuten vandaan. Halverwege, terug, moet ik ineens vreselijk! Tot twee  keer toe plas ik wild, een scheut urine … in mijn eigen broek … of is dat soms niet wild genoeg? Gelukkig is er op mijn korte zwarte broek helemaal niks van te zien.

’t Is wel HET Vierdaagse item van 2025. Een wildplaspark langs het parcours. Bewoners van een wijkje  langs de route klagen al jaren steen en been over zeiklucht in hun struikgewas.

Mannen kunnen van 12 juli t/m 18 juli in dat parkje plassen. Ze kunnen richten op speciaal ontworpen ‘wilde’ objecten als een fiets, boom, voordeur of brandweerpomp. Alles is opgebouwd uit hufterproof materiaal en er is drainage aangelegd.

Leuk geprobeerd. Maar als ik héél erg moet, riskeer ik echt geen ‘natte zeikerd’. Dan pak ik de eerste redelijk veilige piesplek. Dat doe ik zo lang te veel horeca bot weigert de toilet ter beschikking te stellen van de hoge nood.

Als ik in Rotterdam wandel, probeer ik het wel eens .. zonder hapje of drankje  naar de plee in een café. Ik verwacht eerlijk gezegd een bruut ‘neen’. Een héél enkele keer wordt me direct de weg gewezen. Ook zijn er steeds meer cafeetjes die geld vragen: een euro per grote of kleine beurt.

Zo’n plaspark voor mannen helpt natuurlijk geen klote.  Het zou veel verstandiger zijn om het vizier te richten op de dames. Zij plassen namelijk níét wild omdat ze het niet op kunnen houden, maar uit pure noodzaak: er is een groot tekort aan vrouwentoiletten. Mannen kunnen bij evenementen onmiddellijk bij plaskruizen terecht, terwijl bij de dixi’s een wachttijd is van een half uur.

                               

                                                            een plaskruis:

Het is zwaar kut, dat nu, na zo veel jaar feminisme, het vraagstuk ‘buitenshuis poepende en plassende vrouwen’ nog steeds niet adequaat is opgelost. Investeer in schone, openbare toiletten! Zet bij ieder groot evenement even veel dixi’s neer als plaskruizen! Dwing cafés om vrouwen gratis toe te laten!

‘Baas in eigen blaas’, hoorde ik iemand zeggen.


dinsdag 15 juli 2025

MINDER PRETTIG SOMS.

Minder prettig af en toe.

 Ik ben zelf allerminst een neerlandicus. Ik zal zondigen tegen de Nederlandse taal, want ik weet, met betrekking tot onze taal, óók niet alles. MAAR .. wanneer ik iemand een grove taalfout hoor maken, Nederlands, Frans of Engels, dan kan ik het niet laten om te corrigeren. Er zijn maar heel weinig mensen die dat waarderen. Het merendeel van de verbeterden toont zich in zijn of haar kruis getast.

Reacties na een correctie mijnerzijds: 

Als ik ‘hullie’ wil zeggen, zegt ik gewoon ‘hullie’

Hebbie d’r soms last van als ik legt te slapen?

Denk je dat die kip er last van heb of hij dat ei nou lig of leg?

De groenteboer weet precies wat ik wilt als ik een kilo ‘Dooiende Komiek’ vraagt.

En de bakker kijk er heus niet gek van op als ik hem om ‘ peen de sukere’ vraagt.


Let ook eens op die foutieve ‘t’ achter de persoonsvorm:

‘zegt ik, ik legt, ik wilt, ik vraagt (2x),

Of juist op het ontbréken van die ‘t’: de bakker kijk, de kip heb last, hij (de kip!!...hij) lig of leg.

 

Denk nu alsjeblieft niet, dat ik dat doe voor mijn eigen lol of om anderen daarmee te plagen. O neen! Beslist niet. Ik doe het gewoon om behulpzaam te zijn. 

Tsja, want wanneer je in gezelschap, op je werk, op school of op een cursus, algemeen beschaafd Nederlands kan praten, ga je de ander ook beter begrijpen, waardoor je weer beter kan gaan functioneren … dus.

Maar hoe positief mijn intentie ook is t.a.v. de gecorrigeerde vrinden, familieleden en kennissen, de reacties van deze mensen zijn vaak niet voor de poes. De meest onschuldige reactie is nog dat ze, waar ik bij zit, expres dat ‘foute’ Nederlands gaan zitten lullen ... excuus: praten. Gewoon om me als het ware op de kast te jagen of ... uit mijn tent te lokken. 

Wat minder onschuldig, ervaar ik het, als mijn correctie wordt beschouwd als inbreuk op de privacy: 

'Ik bepaalt zelf wel hoe of wat ik iets formuleert'. Hoor ik dan

                                     


Van de man die dacht dat een kip een mannetje was kreeg ik als dank voor mijn correctie een halfvol flesje advocaat (de Zwarte Kip) naar mijn hoofd geslingerd. Zie bovenstaande foto.Net mis. De kloothommel!

Maar ... af en toe ben ik inderdaad minder prettig. Dat weet ik heus wel.