Ik ben de jongste niet meer (75). Inmiddels heb ik zo veel lichamelijk ongemak, dat ik regelmatig met artsen en apothekers van doen heb. Vandaag moest ik naar de apotheek om mijn medicijn ‘Macrogol en Electrolyten’ op te halen. Dat klinkt heel wat maar ik noem dat medicijn heel simpel ‘mijn poepzakje’, want meer is het niet. Ik heb nogal gauw last van ‘de stop’. Die poepzakjes, helpen mij aan een prettige en regelmatige stoelgang.
Twee vrije stoeltjes naast elkaar probeer ik meestal te pakken in de metro. Ga bij het raam zitten. Ik rij altijd achteruit, zodat Prinsenland zich langzaam aan mijn oog onttrekt. Heel langzaam ontspan ik. Kan ik weer lekker relaxt ademhalen.
Ook als er per ongeluk iemand naast me komt zitten verandert daar niets aan.
Ik blijf gewoon strak naar buiten kijken, ook als er bijvoorbeeld iemand met erg
dikke billen naast me komt zitten. Dat vind ik niet zo’n probleem ik wip gewoon wat door naar het raam, zodat
ik er geen last meer van heb. Pas als de metro ondergronds gaat, bij
Kralingse Veer, is mijn ontspanning volledig. Ik heb het kneuterige Prinsenland
achter me gelaten. Arriveer nu in de wereld, die er toe doet. Vandaag naar de bieb en de markt.
Op de markt, waar het vanwege het lekkere weer erg druk was heb ik een
portie kibbeling gekocht. Op een bankje vòòr de bieb, ver weg van truttig Prinsenland,
geniet ik van de kibbeling en … zo lang mogelijk van de gezellige drukte, het mooie weer en het lekkere sfeertje hier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten