woensdag 2 oktober 2024

KLUISJE 87.

 Met Wim (59,5)is het nooit saai in het kleedhok van de gym. De eerste keer dat ik hem ontmoet loopt hij in de kleedkamer te ijsberen in zijn veelste kleine zwembroekje. Wim is 1.75 m bij 110 kg. Zijn druk getatoeëerde buik hangt als een slappe pizzabodem over zijn zwembroek. Hij druipt nog wat na van het aquajoggen. Als enige knul tussen 39 meiden heeft hij weer flink zijn best gedaan. Hij voelde zich daar helemaal op zijn plaats. Het liefst zou hij zich ook omkleden bij die meiden maar de meesten denken daar anders over.


Tegen de gewoonte in, begroet Wim de anderen in het mannenkleedhok niet en begint in het wilde weg te oreren: ‘Ik ga een klacht indienen bij de directie. Het water was vandaag nauwelijks nat te noemen.’ Wim bedoelt het grappig maar het komt niet aan bij de andere jongens. Hij trekt zijn zwembroekje uit , 'wringt' het dingetje uit boven de afvalbak en probeert nog: ‘Kijk jongens geen druppeltje water'. Van enige gêne om zijn kleine pikkie is geen sprake.

Hardop probeert Wim zich te herinneren in welk kluisje hij zijn kleren heeft opgeborgen: ‘Op maandag kluisje eenentachtig … op dinsdag drieentachtig … op woensdag vijfentachtig dus vandaag, donderdag heb ik altijd kluisje zevenentachtig. Maar … dat is waar ook, dat kluisje was al bezet. Even denken, hoor … wat heb ik toen ook al weer gedaan? O ja, toen heb ik kluisje negenentachtig maar genomen.’

Wim weet nog niet dat ik me vandaag kluisje 87 heb 'toegeëigend'. Dat kluisje, bij binnenkomst gelijk links. Persoonlijk kruip ik altijd graag in hoekjes. Wáár ik ook ben. Als er tenminste hoekjes zì`jn!. In de klas. Op de bank. In de bios. In het theater. Op het strand. In de metro. In de trein. Op het perron. Heerlijke hoekjes allemaal.
Dààrom heb ik waarschijnlijk zo’n rothekel aan de Kuip. Tsja, dat zal ook wel psychisch wezen.

Dat het bij Wim dieper zit merk ik pas later ... toen wij alleen nog samen in dat kleedhok waren. Ik sta die paar haren van mij föhnen en Wim probeert amechtig zijn gulp dicht te ritsen.

‘Jos', vraagt hij met een lief stemmetje, 'zou jij voortaan op donderdag, een ànder kluisje willen nemen. Op donderdag zit dat kluisje zo geheid in mijn systeem .. . ik raak helemaal in de Bona als nummer 87 bezet is.

Daar ga ik natuurlijk niet moeilijk over doen. Als ik Wim daar gelukkig mee kan maken. Why not?! D’r zijn nòg drie hoeken toch?

dinsdag 1 oktober 2024

DE BUBBEL.

Deze week blijf ik veel te lang in mijn eigen bubbel hangen. Ik kots bijna van mijzelf, weet je dat? Ik heb al van alles geprobeerd maar het beklijft gewoon niet. Want ... hoe leuk, afstotend, prikkelend, sexy, boeiend, uitdagend, angstig, hilarisch, aantrekkelijk, deprimerend, opwindend, komisch, erotisch het bùìten de bubbel ook is, keer op keer word ik die bubbel weer in gezogen.


Hoe probeerde ik nu uit mijn bubbel te komen? Tsja, ik durf het haast niet op te schrijven. Maar een stem in mij zegt dat ik niks te vrezen heb. Dit alles speelde zich immers af buiten mijn eigen bubbel.

Bij mijn buren aanbellen als Jehova getuige.

Op Spottify André Hazes als mijn favoriet in stellen.

Naar Gradus’ rommelmarkt in ons bejaardenhuis gaan.

Een vrolijk praatje maken met Miranda, bovenbuurvrouw en racist.

’s Nachts, met mijn zus Manda, in ons nakie wandelen door het Kralingse Bos.

Een kwartiertje met vriendin Manuela onder een ijskoude douche.

Tickets kopen voor Tineke Schouten.

Vijfentwintig Euro doneren aan de PVV.

Met mijn rode schoenen, mijn oranje broek en mijn kanariegele vest over het Lage Land paraderen.

Me inschrijven bij Lia voor de karaoke in ons buurthuis. Wie ik dan ga doen? Nana Mouskouri natuurlijk!

Op een fatbike rondsjezen …

Een rotschop geven aan een rondschijtende Nijlgans.

Een dagje geen porno kijken en toch lekker klaarkomen.

Sonja schrijven dat ik nog steeds veel van haar houd.

Buurman Rob vertellen dat hij zo’n wilskrachtige kerel is.

Dat ik me bij Jacqueline ga melden als vrijwilliger/leraar ‘vrij, wild dansen’ bij het buurthuis.

Bij de Jumbo: boodschappen scannen … zeker niet àlle boodschappen ... alleen de goedkoopste …

Het geheim rondbazuinen dat ik over Perry weet ... ja ja.

Over de grafzerken van Oud-Kralingen swingen met ‘Sympathy for he devil’ in m’n oortjes.

Op de BSO Bijlow balletles geven, alléén aan de jòngens van groep acht.

In een restaurant eten en dan wegpiepen zonder te betalen. (flessentrekkerij.)

Bij de Jumbo: spugen in een potje aardbeienjam (zero) en vlug weer terug zetten in het schap.

Met kleren aan ‘géén diploma-zwemmen’.

Een handhaver tegen zijn broekspijp piesen en hem vragen waar de pisbak is.


Het is echt geweldig daar … buiten mijn bubbel, maar ik moet daar tot op heden een constante, zware strijd voeren tegen een kracht die mij ‘rücksichtslos’ mijn bubbel weer in sleurt.

Zal dat nou ooit eens ophouden, vraag ik u af?

maandag 30 september 2024

VLIEGEN.

Deze zondagmiddag krijg ik onverwacht bezoek. Ik sta mijn gisteren gescoorde fruit te blenderen, als er naast de blender een joekel van een bromvlieg landt. Zwart met blauw lijfje, twee glimmende doorzichtige vleugels en zes pootjes. Brommen heb ik hem niet horen doen. Hij zal afgekomen zijn op de schillen van de Galia-meloen, die een paar centimeter van hem af lagen. Het is een mannetje, dat leid ik af uit zijn kleurrijke uiterlijk. Net als bij vogels zijn de mannetjes fraaier dan de vrouwtjes. Vrouwtjes zijn daarentegen weer wat slimmer … ja, ook dààr dus.


De fruitvliegjes hadden me al lang bezig gezien, geroken en …. gehoord! Want wat een teringherrie maakt zo’n blender, zeg!
Die fruitvliegjes kan ik trouwens geen onverwàcht bezoek noemen. Vele tientallen houden mij al een paar maanden gezelschap. De meeste van hen zitten in de gft-bak. Als ik daar bijvoorbeeld het klokhuis van een appel in gooi, stuift er een wolk van die vliegjes op. Daar valt niet tegen op te meppen. Zelfs Kruitvat heeft er niks tegen. Godzijdank is de levensduur van zo’n vliegje niet langer dan drie kwartier.
Als er maar één vliegje in de maand zou wezen had ik geen probleem. Maar het zijn er honderden tegelijk … per dag. Ik heb daarom besloten mijn gft-bak op het balkon te stallen en dagelijks te legen. In de vuilcontainer voor de deur.

Intussen is die bromvlieg op de schil van de galia-meloen geklauterd. Hij staat een beetje in het vruchtvlees te prikken en te zuigen.
Met natte, kleverige handen sta ik perziken blenderklaar te maken. Ik probeer hem nu weg te blazen. Hij vliegt even op en blaast lachend terug. Echt lachen zie ik hem natuurlijk doen maar het voelt zo. Binnen een seconde staat ie weer met z'n zes trillende pootjes op die meloen te stampen. Ik laat hem maar. Straks, als ik klaar ben met deze smoothie, dan pak ik hem wel aan.

Ik ben tegenwoordig niet meer zo van het moorden: meppen, vergiftigen, opzuigen (niet door mij, maar door de stofzuiger), verdrinken, vast laten plakken, opsluiten, op laten eten (door een vleesetende plant). Neen, ik doe het anders. Ik wacht tot hij stil zit. Op een raam bijvoorbeeld. Ik zet dan een klein open leeg jampotje over hem heen … dekseltje er op … naar het balkon … daar het dekseltje er af … en in één enkele seconde voert de termiek hem metershoog …. de vrijheid in.

zondag 29 september 2024

OVER TIEN JAAR ...

Als wij, mijn vriendin Bea en ik, naar het Kralingse Bos gaan, lopen we meestal niet verder dan pannenkoekhuis de Nachtegaal. Daar drinken of eten we wat en dan gaan we weer terug naar huis. Dat is een half uurtje heen en een half uurtje terug lopen. Een uurtje lopen bijelkaar. Precies genoeg voor de sportieve wandelaar op leeftijd. Heel verleidelijk om verder het bos in te gaan vandaag, waren de prettig, pittige muzikale klanken die uit het bos kwamen. Er was waarschijnlijk een festival gaande waar wij niets van gehoord of gelezen hadden. Op onze tocht richting Nachtegaal hoorden we voornamelijk de klanken van een Reggae-band.


Bij de Nachtegaal gebruikten we wat. Ik nam een cappuccino mijn vriendin nam een koude chocomel, waar ze even later alweer spijt van had, omdat ze daar vreselijke het zuur van kreeg. Daarom moest ze nog wat anders drinken om die vieze zurige smaak weg te spoelen. Dat werd dan een cassis. We hebben daar ongeveer een half uurtje gezeten en wat rondgekeken. Zo heel erg veel was er vandaag trouwens niet te zien. Te horen des te meer.

Er leek wel een muziekfestival aan de gang. Maar goed … we betaalden ieder onze eigen drankjes en gingen weer op huis aan. Inmiddels dacht ik de klanken van een house-band te herkennen op het ons onbekende festival.

‘Waar zal dat festival zijn, Fred?’ vroeg mijn vriendin.
‘Zullen we anders even gaan kijken, ’ antwoordde ik.
‘Nee!’ antwoordde Bea resoluut … ’Of wil jij soms graag?’
‘Nee, ik hoef niet zo nodig.’
Ik was eerlijk gezegd bang dat we dan te ver het bos in moesten lopen en dat dan de wandeling uiteindelijk te lang zou uitvallen voor onze oude beentjes. Dus liepen we gewoon dezelfde route terug die we heen gekomen waren. We moesten ook weer lopen over het met afstand slechtste trottoir van Rotterdam: de Cornelis Bloemaertsingel, waar de stoeptegels hotseknots, hobbelig, schots en scheef. Je moet, zeker als wij ouwetjes, heel voorzichtig lopen om niet te vallen. Het lijkt haast wel ijsschotsen lopen. Je kan er alleen niet uitglijden maar voor de rest is het precies hetzelfde.

‘Moet je luisteren Fred,’, zei zij, ‘dit lijkt wel een bewerking van ‘I’m Going Home’… weet je wel ... die hit van Ten Years After.

zaterdag 28 september 2024

BLENDEREN.

 Dora, een vriendin, leende me haar blender. Zomaar. Ik had nergens om gevraagd.


’Echt iets voor jou, Jos. De lekkerste drankjes maak je daar mee’. Dora en ik kennen elkaar van de bios. Zij is ook lid van Cineville. Daarmee kan je voor 22,50 zo veel films zien als je maar wilt. We zien elkaar onregelmatig in bios Kino, Gouvernestraat. Zij woont daar vlakbij.

We eten samen. Babbelen over muziek, politiek en seks. De eerste film die we samen zagen was Turks Fruit. Onze partners waren er toen ook nog bij. Die zijn al een eeuwigheid uit beeld.

Tot die blender in mijn leven kwam, stond er alleen een handmatig sinaasappelpersje in mijn keuken. Dora had het goed gezien. Ik sloeg gelijk aan het blenderen. Eerst fruit kopen natuurlijk. Tientallen sinaasappels, kilo’s pruimen, perziken, dozen aardbeien, frambozen, aal- en bosbessen.

Op een gegeven moment had ik wel zeven liter smoothies bij elkaar geblenderd. Moest er toen even mee stoppen. Was wat te obsessief bezig geweest. Ook echt iets voor mij, trouwens! Ik gaf Dora die blender terug. Ging er in die ingelaste stop zelf een kopen.

Ik kocht er een van 17,99. Bijna voor niks. Vederlicht, geheel van kunststof. Bij de Action. Ik testte mijn eerste eigen blender met, stukjes peer, kiwi, galia meloen en een scheut (zelf gekochte) sinaasappelsap. In totaal anderhalve kilo. Binnen de toegestane tijd (3 minuten) was het fruit geblenderd. Het water liep me in de mond. Om de drank over te gieten in een glas, draaide ik de kan los ... en als diarree stortte m’n smoothie van onderen uit de kan, het aanrecht op. De smurrie verdween onder de waterkoker, de Senseo, de afwasborstel, de flacon Dreft, de handcleaner en de blender zelf.

Toen ik de boel weer schoon had, bracht ik het apparaat terug naar de Action. Ik kreeg onmiddellijk mijn geld terug. Alsof ze op me hadden zitten wachten. Goedkoop ... duurkoop.

Vanmiddag heb ik bij MediaMarkt, in de stad, een andere blender gescoord. EenTefal ( A-merk) voor honderdtien euro.

Gelijk even naar de markt gegaan … was toch in de buurt ... kocht daar een kist mango’s (9 stuks) voor slechts 3 euro … (goedkoop ... is …?) … ‘fucking’ zwaar sjouwen!’ Het was de moeite waard. Zowel mango’s als blender: prima-de-luxe.

vrijdag 27 september 2024

ZONDER BENEN.

Ik sta met mijn twee kleindochtertjes van vier en vijf, bij Capri, onze ijsboer. Likkebaardend kiezen mijn schatjes hun lekkerste twee bolletjes uit.


‘Ga maar even aan dat tafeltje zitten,’ wijs ik, terwijl ik mijn eigen lievelingsijsje bestel: een oubliehoorn met drie citroenbolletjes. Moet ik in totaal tien euro voor afrekenen. Wat is ijs gvd teringduur tegenwoordig. Excusez le mot.

Die kleine dametjes zitten zó lekker te smullen. Zó kan je alleen je eigen kleindochtertjes maar zien smullen. Ik ga bij ze zitten. Rianne, de oudste, zit te staren naar iets achter me. Ada, de jongste kijkt ook met grote ogen die kant op. Ze zeggen niks. Kijken alleen maar. Likken gewoon door. Werpen af en toe een blik naar elkaar.

Ik wil nou ook wel eens weten wat daar achter me zo interessant is. Voorzichtig kijk ik. Daar zit een tamelijk jonge obesitas-vrouw, zonder benen, in een rolstoel. Zij heeft een blote jurk aan waarvan ze de onderkant in haar kruis heeft gepropt.

Het zweet breekt mij uit. ‘Laat ze alsjeblieft niks zeggen’, bid ik zowat. Tegelijk vrees ik het ergste. Dat gaan ze toch zeker niet doen, hè?

‘Ik vind citroen het lekkerste … en jullie?’ probeer ik. Ze reageren geen van beiden. Ze blijven staren.
Ada kijkt me aan, Rianne nu ook. Ik vind het allemaal prima. Laat ze maar lekker kijken. Zolang ze hun mond maar houden. ‘Houd je ijsje boven de tafel, lievertjes, anders druipt het ijsje straks op je mooie jurk en dan krijgt opa van mama op zijn kop’. Ze kijken elkaar aan.

En opeens springt die kleine Ada van haar stoel: ‘Opa, opa, kijk!’ Al wijzend loopt ze op de gehandicapte vrouw af: ‘Opa, opa, kijk ….’. Neen hè …. ik kan wel door de grond zakken. ‘Opa, kijk dan’ , zegt Ada …. ‘die mevrouw heeft ook een ijsje’.



Met veel dank aan Stefan Kok.

donderdag 26 september 2024

MEXICO.

In het buurthuis, waar ik lange tijd vrijwilliger was, hoorde ik een 60-plus-dame tegen Karin, de vrijwilligerscoördinator zeggen: ‘Oh nee, ik ga vrijdag absoluut niet ‘de Engelbewaarder’ karaoken, dat vind ik zo’n zielig nummer’.


‘Nouwou’, bemoeide ik me er mee, ’dan doe je toch iets van Doe Maar: ‘lekker jeugdig!’. ‘Jaaaaa, leuk! kirden de dames. En alsof ze al jaren een popduo vormden zongen ze spontaan en woordelijk ’Sinds een dag of twee’.

Karin vroeg me toen gelijk of ik vrijdag ook mee wilde doen aan de karaoke in het buurthuis. Alleen al van het wòòrd ‘karaoke’ werd ik een beetje eng. Ik zag me daar al voor paal staan, door mijn knieën gezakt, gebogen ruggetje, met een microfoon in mijn hoofd, voor een groot scherm waarop Bob Dylan ‘Blowin’ in the wind’ NIET zingt, maar dat zingen overlaat aan mij. Regel voor regel sta ik een supersong te verkrachten.

‘No way, Karin, voor mij geen karaoke … zò sullig … zò onbenullig’.
‘Hé, kom op, Jos, kom eens uit je comfort-zone. Je kan er toch ook een showtje van maken?!’
‘Uit mijn comfort-zone? Ik ben altijd al uit mijn comfort-zone, Karin’. In feite is ‘uit mijn comfort-zone’ mijn normale stand. ‘Maar goed, ik zal er nog eens over denken’, zei ik. Maar ik wist: playback is gewoon meer mijn ding.

Niet geheel toevallig kwam ‘s avonds Verpleeghuis Zorglust (in m'n hoofd) voorbij. Daar was ik receptionist. In het laatste jaar dat ik daar werkte, vroeg Ria, de activiteitenleidster me mee te doen aan de jaarlijkse Playbackshow. Zij vond dat dè gelegenheid voor mij om afscheid van Zorglust te nemen.
‘Mexico’ van de Zangeres zonder Naam’ studeerde ik in, ik verzon een simpel choreografietje en de laatste paar dagen voor de show, gebruikte ik voor de metamorfose van Jos naar Mary, zoals de naam van de Zangeres zonder Naam in werkelijkheid was.

Mijn baard en bakkebaarden moesten er sowieso af. Ria had in haar pruikendoos nog een heel mooi zwart golvend exemplaar zitten. Keus genoeg had ik in de kamer met spulletjes, geschonken door familie van recent overleden bewoners van Zorglust. Verder had Ria thuis nog een paar fake-borsten liggen van haar moeder, die alweer een paar jaar terug aan borstkanker was overleden. Die kunsttietjes pasten uitstekend bij Mary.

Ik won die avond de Zorglust-Playbackbokaal met vlag en wimpel. Bewoners en personeel braken de tent af! Ik moest twee keer terugkomen. Kippenvel. Ook nu nog. Veertig jaar na dato zit ik het verdorie wèèr te playbacken: ‘Mexico ….me-xi-hi-hi-hi-co-het land van al mijn droo-hoo-men …. ‘