Posts tonen met het label schots en scheef. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schots en scheef. Alle posts tonen

zondag 29 september 2024

OVER TIEN JAAR ...

Als wij, mijn vriendin Bea en ik, naar het Kralingse Bos gaan, lopen we meestal niet verder dan pannenkoekhuis de Nachtegaal. Daar drinken of eten we wat en dan gaan we weer terug naar huis. Dat is een half uurtje heen en een half uurtje terug lopen. Een uurtje lopen bijelkaar. Precies genoeg voor de sportieve wandelaar op leeftijd. Heel verleidelijk om verder het bos in te gaan vandaag, waren de prettig, pittige muzikale klanken die uit het bos kwamen. Er was waarschijnlijk een festival gaande waar wij niets van gehoord of gelezen hadden. Op onze tocht richting Nachtegaal hoorden we voornamelijk de klanken van een Reggae-band.


Bij de Nachtegaal gebruikten we wat. Ik nam een cappuccino mijn vriendin nam een koude chocomel, waar ze even later alweer spijt van had, omdat ze daar vreselijke het zuur van kreeg. Daarom moest ze nog wat anders drinken om die vieze zurige smaak weg te spoelen. Dat werd dan een cassis. We hebben daar ongeveer een half uurtje gezeten en wat rondgekeken. Zo heel erg veel was er vandaag trouwens niet te zien. Te horen des te meer.

Er leek wel een muziekfestival aan de gang. Maar goed … we betaalden ieder onze eigen drankjes en gingen weer op huis aan. Inmiddels dacht ik de klanken van een house-band te herkennen op het ons onbekende festival.

‘Waar zal dat festival zijn, Fred?’ vroeg mijn vriendin.
‘Zullen we anders even gaan kijken, ’ antwoordde ik.
‘Nee!’ antwoordde Bea resoluut … ’Of wil jij soms graag?’
‘Nee, ik hoef niet zo nodig.’
Ik was eerlijk gezegd bang dat we dan te ver het bos in moesten lopen en dat dan de wandeling uiteindelijk te lang zou uitvallen voor onze oude beentjes. Dus liepen we gewoon dezelfde route terug die we heen gekomen waren. We moesten ook weer lopen over het met afstand slechtste trottoir van Rotterdam: de Cornelis Bloemaertsingel, waar de stoeptegels hotseknots, hobbelig, schots en scheef. Je moet, zeker als wij ouwetjes, heel voorzichtig lopen om niet te vallen. Het lijkt haast wel ijsschotsen lopen. Je kan er alleen niet uitglijden maar voor de rest is het precies hetzelfde.

‘Moet je luisteren Fred,’, zei zij, ‘dit lijkt wel een bewerking van ‘I’m Going Home’… weet je wel ... die hit van Ten Years After.

zondag 27 augustus 2023

TWAALF.

Ik probeer me voor te stellen wat er kan zijn gebeurd. In het huis is het doodstil, alsof er niemand aanwezig is, wat vrijwel nooit voortkomt. Zeker niet op zondagmorgen. In dit huis woont een gezin met twaalf kinderen! De familie Richardson. Ik kan naar binnen omdat de deur van de bijkeuken  niet op slot zit. Tegen de linkerwand staat een werkbank met een stoel  ervoor en op de grond een houten krat met ijzeren veren. Tegen die stoel zijn twee blauwe mountain-bikes aangegooid. Onder de ene helft van de werkbank ligt een heel regiment schoenen en pantoffels kriskras door elkaar, onder de andere helft zie ik een verzameling schoonmaakspullen: een zwabber, emmers, schoonmaakmiddelen, moppen en dweilen. 

 ‘Hallo,’ ik ben het, Peter. Is er iemand thuis?

In de keuken ziet het er opgeruimd en ordelijk uit. Abnormaal, want normaal gesproken,  is het daar een rommeltje. De stoelen staan dan schots en scheef om de tafel. Kruimels en plassen drinken liggen op de eettafel en de keukenvloer. Het aanrecht staat vol vuile afwas.

Misschien dat er boven nog iemand is. Vreemd, want ik heb toch herhaaldelijk en luid geroepen. De badkamerdeur zou volgens het witte kleurtje onder de deurknop vrij moeten zijn maar ik krijg hem niet open. Ik hoor de douchestraal niet en ook geen gerommel met zeepjes of deodorant. Ik stomp  op de deur maar er komt geen reactie. Ik trèk dan hard aan de deur en voel aan de bovenkant wat speling. .. blijkt dat er aan de onderkant een schuifje de deur dicht houdt. Waarom is dit?

Er is niemand in de vier slaapkamers maar er heerst wel een bijna onbeschrijfelijke orde en netheid. Het is normaal gesproken in elke kamer een zooitje.

De overbuurvrouw, een tengere Indische vrouw weet te vertellen, dat er rond twaalf uur een zwart geblindeerd ‘Groep 12’ busje voor de deur stopt. Twee mannen in het zwart, met bivakmuts, bellen aan bij de Richardsons. Mevrouw Richardson, die opendoet, moet mee,  stribbelt wel even tegen maar is kansloos. Er is veel activiteit en heen en weer geloop in Huize Richardson gedurende zeker een kwartier. Dan komen één voor één, van klein naar groot, alle bewoners naar buiten gelopen en worden naar het busje geleid. De mannen met bivakmuts herstellen de voordeur, doen hem op slot en rijden tussen half één en één uur de straat weer uit. Zo althans luidt het relaas van de kleine overbuurvrouw. Zij belt 112 maar daar lachen ze haar gewoon uit.

Er zijn volgens teletekst nog meer raadselachtige ontvoeringen die nacht. Niet alleen gezinnen met twaalf kinderen. Ook huishoudens, die op huisnummer twaalf 12 wonen, in elke willekeurige stad, worden opgepakt en allemaal zo tussen twaalf en één uur en uitsluitend in Nederland, België en Luxemburg. (De voormalige Benelux dus.) Zolang de verantwoordelijkheid niet is opgeëist tast een ieder nog danig in het duister omtrent het doel van deze actie en het  lot van de ontvoerden.

 

(wordt niet vervolgd)