maandag 21 augustus 2023

MOET IK ALWEER!

 

Wat ik nooit heb kunnen geloven, overkomt me nu. Niet elke dag. Er gaan weken voorbij dat er niks aan de hand is maar dàn opeens loop ik er weer mee te worstelen. Het is volslagen onvoorspelbaar. Vandaag bijvoorbeeld een kleine wandeling van huis naar het station: hooguit  tien minuten.  Wij, mijn vriendin Carola en ik, zijn nog geen vijf minuten onderweg of het is weer zo ver.

‘Verdomme, moet ik alweer!’ Ja, want dit is niet de eerste keer vandaag. Dit moet toch minstens de vijfde keer zijn … en allemaal van die kleine piemelbeetjes, soms moet ik maar liefst twee keer in een half uur.

Ik ga er nu toch echt eens naar laten kijken. Want dit zijn duidelijk symptomen van een niet goed werkende prostaat.  Ik zie er alleen tegenop. Logisch, ik ben een kleinzerig mannetje, zie altijd op tegen medische onderzoeken en ingrepen. Tegen dit onderzoek zeker, want in dit onderzoek propt de arts een camera door mijn plasser naar de prostaat om te zien wat daar aan de hand is. Daar zit ik niet op te wachten. Desalniettemin móét er echt iets gebeuren. Ik kan natuurlijk niet in mijn broek blijven piesen.

We lopen dus naar het station.  De trein staat al klaar. Het vervelende is dat in stilstaande treinen, het toilet niet gebruikt mag worden. Over vijf minuten mag ik pas. Ik probeer wat te ontspannen door de krant lezen. Bij elk woord dat ik lees wordt de aandrang sterker totdat ik uiteindelijk begin te druppelen. Zover komt het nu gelukkig nog net niet. Het is tien voor zeven. De trein zet zich in beweging. Eindelijk … nu kan ik gebruik maken van het NS-toilet, vlakbij. Hooguit tien stappen. Vanaf mijn zitplaats is de toilet al heel goed ruikbaar.  Ik haast me er naar toe maar shit (!)  het toilet is bezet. Carola zegt dat ze kort geleden wel iemand naar binnen heeft zien glippen. Ik klap zowat! Ik word er gek van. Moet op zoek naar een andere plee in de trein. De toilet in de eerste klas is ook bezet. Weer verder. Ik hou het niet meer. Eindelijk vind ik een niet bezette wc. Ik moet inmiddels zo vreselijk, dat ik meer dan de helft langs mijn been moet laten lopen. Het huilen staat me nader dan het lachen.  In mijn eenzijdig natte spijkerbroek ga ik terug naar mijn zitplaats.

Carola vindt het blijkbaar nog grappig ook om me zo te zien aankomen in mijn ‘wet jeans’. Ze moet er tenminste om lachen. 

De hele reis, tot nu toe, had mijn vriendin niemand uit die nabije toilet zien komen.

Pas als we op onze bestemming aankomen gaat de toiletdeur plotseling van ´BEZET´ op ´VRIJ´ en stapt er een studentikoos type met een attachékoffertje naar buiten. Een typisch geval van zwart rijden. Wat een lul! Ik voelde me zó afgezeken!

zondag 20 augustus 2023

OP EEN STOEPJE.

Het is goed warm. Wel 25 graden. De lucht strak blauw. Zondagmiddag, één uur. De zon staat hoog aan de hemel. Zijn moeder heeft hem netjes aangekleed. Een wit overhemd met korte mouwen; een korte lichtblauwe broek; bruine sandalen en witte sokken (Een petje zou niet misstaan op een dag als deze).Theo moet van zijn moeder de eendjes gaan voeren. Daar baalt hij van. Te ver lopen. Er is hier geen kip te zien. Niet in de Wolkersstraat, niet in de Unicumstraat.  Ook geen honden, katten, vogels. Er valt niet eens een duif dood van het dak. Theo gaat zich op een stoepje  zitten vervelen.

Zijn vrienden mogen van hun ouders niet buiten spelen op zondag.  Dat komt omdat ze streng gelovig zijn. De meeste mensen hier zijn van de Zwarte Kousen Kerk. Die ouders willen dat hun kinderen ook streng gelovig worden. Ze mogen niet buiten spelen op zondag en … bìnnen mogen ze ook niks doen. Neen, dat is niet juist: binnen mogen ze van àlles doen, als het maar met de Here Jezus, zijn moeder en de bijbel te maken heeft. Dus een Jezusje   kneden, een kruis knutselen om daar het Kindeke Jezus aan vast te nagelen.

Mijn vader is niet gelovig. Mijn moeder is Rooms Katholiek. Niet streng. Ze gaat nooit naar de kerk. Daar heeft ze geen tijd voor. Ze heeft veel kinderen. Misschien zou ze naar de kerk gaan, als mijn vader zou helpen in het huishouden. Maar dat doet ie nu eenmaal niet. Hij zit altijd voor de tv … dat is zijn kerk.

Theo trekt het boterhamzakje kapot. Alle door zijn moeder klein gesneden stukken brood vallen op zijn blote bovenbenen. Er zit leverpastei op de ene boterham en appelstroop op de andere. De stukken met appelstroop blijven op zijn bovenbenen plakken. Die stukken brood blijven ook aan Theo’s vingers plakken. Het zweet breekt hem uit. Hij loopt naar de rioolput. Daar probeert hij de stukjes brood van zijn benen te schrapen.  Aan zijn handen kleeft nu de onsmakelijke combinatie van leverpastei en appelstroop. Water is hier niet. Dus zit er niks anders op dan zijn handen af te likken.  Op dat stoepje gaat hij door met zich stierlijk vervelen.

Dan duiken schieten ze opeens uit alle gaten van de rioolput tevoorschijn. Een grijszwarte vacht hebben ze. Zo groot als ratten zijn ze maar die zijn meestal bruin. Het zijn er zeker wel tien, misschien wel dertien en blijkbaar zijn ze dol op brood met leverpastei en appelstroop.  In een mum van tijd vreten ze alle stukjes brood bij die rioolput op. Nog sneller dan ze kwamen, verdwijnen ze weer in die rioolput.

Theo maakt aanstalten om naar huis te gaan. ’t Wordt te warm.  Hij werpt nog een terloopse blik naar de rioolput. Tot zijn stomme verbazing, ziet hij, dat is al het brood weg. Waar is het gebleven? Zich vervelend op dat stoepje heeft hij daar niks van mee gekregen.

zaterdag 19 augustus 2023

Dammen.

 Normaal gesproken dammen we op de woensdagmiddag, Peter en ik. Dan eens bij hem, dan eens bij mij thuis. Vandaag zouden we bij mij spelen maar het is zalig weer. We kunnen beter samen een eindje fietsen. Wat fruit en drinken mee. Dat lijkt me prima. Ook de damspullengaan mee. Misschien kunnen we op een schaduwrijkplekje een potje dammen. (Dammen doe je in ‘potjes’).

Tegen de middag belt Peter. Meestal krijgen zijn vissen de schuld als hij geen zin heeft om te dammen.

‘ Jee, moet je eens luisteren, ik vind het veel te warm om bij jou binnen te gaan zitten schuiven. Laten we gewoon eens een keertje over slaan …  het is bovendien al weer veel te lang geleden dat ik het aquarium schoongemaakt heb. Sorry, Jee, volgende week gaan we weer dammen!

‘Peter,‘ zeg ik, ‘groot gelijk, … en dan vertel ik hem mijn idee voor deze middag. Hij is gelijk om.

‘Goed plan, ik ga gelijk wat spullen bij elkaar zoeken … neem jij je damspel mee?’

Over vissen geen woord meer.

‘Nee, neem jij je damspel maar mee, da’s steviger. Dan zien we elkaar bij jou om één uur.

‘Okido, Jee, vergeet je pet niet, met die kale knar van je, ha ha. Zonder gekheid, de zon is scherp , je kop is in een mum van tijd verbrand. Nou, tot één uur dan.’

Het is nog ruim voor één uur. Peter is druk aan het sleutelen aan zijn mountain bike. Nu eens zit hij op zijn knieën, dan weer op zijn hurken of loopt hij om zijn fiets heen. Het lijkt alsof die fiets jaren niet gebruikt is. Hij controleert banden, remmen, stuur, zadel en bel.

Naast zijn mountain bike, op de stoep, ligt allerlei ‘troep’ voor onderweg: een bidon, bandenplakspullen, eten, drinken en zijn fototoestel. Vóór Jee zich meldt zit alles in zijn fietstassen.

‘Prima idee van jou, echt top, Jee! Moet me alleen nog even omkleden. Tot zo..’

 

Niet veel later is Peter weer terug, gekleed in een veel te strak kanariegeel wielrenshirt (rugnummer 1) en dito wielrennersbroek; zo een met een zeemleren kruis. Verder behoort tot zijn outfit: een grijze helm, waar z’n kleine grijze paardenstaart eigenwijs onderuit wappert.

Jee kan zijn mond niet houden: ‘Kijk nou toch eens aan, uitslover die je d’r bent! Kan dat nou echt niet een tandje minder, Peter? We gaan toch zeker vanmiddag de Mont Ventoux niet bedwingen!’

Peter grinnikt om de woorden van Jee. Nu, zo naast Peter staand, voelt  Jee zich opeens wat onzeker met  zijn opoefiets, de kaki driekwartbroek en zijn grote, blote voeten in Jezussandalen.

‘Hé Peter, we kunnen toch net zo goed, hier op straat, in de schaduw een lekker potje dammen?

vrijdag 18 augustus 2023

RON EN LOES GETROUWD.

 

Donderdag 17 augustus trouwen mijn broer Ron en Loes. Ze kennen elkaar al twintig jaar. Loes had al lang willen trouwen maar Ron vraagt haar twee jaar terug pas: ’Zullen we nu toch maar eindelijk eens gaan trouwen, schat?’ zegt hij terwijl hij de keuken in komt lopen, waar Loes op het aanrecht en op haar hurken, de keukenramen zit te zemen.

Half vier is trouwen ze. Meer dan honderd familieleden vrienden en kennissen zijn gekomen. Het hele gebeuren vindt plaats in Breezze, een locatie in het dorpje Vierpolders bij Brielle.

Het wordt vandaag lekker weer, dus ik besluit die veertig kilometer te gaan fietsen. Ik ben al er al om twee uur. Anderhalf half uur te vroeg. Er is zijn nog geen bruiloftsgasten. Ik kan mijn tas met waardevolle spullen (enveloppe met inhoud, speech, leesbril) al bij Breezze binnenzetten. Ik krijg daar ook een Spaatje  Rood.

Ik wandel een uurtje in de groene omgeving en langs de Brielse Maas. Samen met Ron, Loes en de fotograaf kom ik terug bij Breezze. Ze hebben een fotoreportage gemaakt. Loes draagt een fraaie witte (echte) trouwjurk, met machtig décolleté. Mijn broer heeft een fraai trouwpak. Kennelijk heeft hij tussen de aanschaf van dat pak en vandaag, iets te veel gedronken en/of gegeten want het jasje had niet helemaal meer de juiste pasvorm.

Zo warm als het weer in de ochtend was, zo kil wordt het in de middag. De weinig verhullende kleding van vele opvallend mooie dames moet gecompenseerd worden met dekentjes om te veel afkoelen te voorkomen. Het huwelijk tussen Ron en Loes wordt op informele wijze voltrokken op een schiereilandje, dat ligt op het terrein van Breezze. De dag is helemaal top. Heerlijk eten, snoepen en drinken.

Het is nog steeds kil als  het muzikale deel  van de avond begint.  Maar nu kan iedereen zich warm dansen, zingen en springen op de technobeats van de dejays.  De hoofdrol van dit swinggedeelte is weggelegd voor mijn jongste broer Marco, de downie, ster en ‘troeteldier’ van de avond. Ik vind het nogal bedenkelijk, dat juist hij hier die rol kan spelen. Persoonlijk had ik liever Loes en Ron die hoofdrol gezien.

Voor mij dreigt de avond op een zeperd uit te lopen, omdat het is gaan regenen. Veertig kilometer ’s nachts fietsen in de regen, zonder regenkleding  is rampzalig. Gelukkig biedt mijn broer John aan om mijn fiets en mij met zijn auto thuis te brengen. Niet zo rampzalig maar wel jammer is dat de speech  die ik heb voorbereid in de feestvreugde in de vergetelheid is geraakt. Na dit stukje schrijf ik nog wat zinnen uit mijn speech op.

Ron en Loes: het was een geweldige dag. Bedankt hiervoor en veel geluk ‘for now and ever’.

 

 

 

 

Een paar zinnen uit mijn ‘speech’:

Zelf heb ik twee kinderen,  veertigers zijn dat al. Ook jullie hebben al grote kinderen, hè? … ik vroeg hen of ze d’r nog  een leuk broertje of zusje bij wilden hebben?  Nou en of! Super enthousiast zijn ze … en …. hoe denken jullie daar zelf over … want op zich is het voor Ron totaal geen probleem, zelfs al wordt hij honderd maar Loes is pas 45 …. helemaal geen probleem voor haar toch? ……… maar wat ook kan: adoptie van een lief klein Chinesie… nietwaar, Ron?.

Kijk ze daar staan: het echtpaar Mastwijk – Jansen! Jaren geleden hebben jullie elkaar gevonden. Hoeveel jaar? 20 jaar geleden? Jullie hebben elkaar niet gezocht maar gevonden. Dat is het grote geheim van superstellen: die zoeken niet  maar vinden.

Ron en Loes: Luister goed naar mijn advies : als er eens slaande ruzie dreigt tussen jullie begin dan allebei met het uittrekken van je kleren en gaat naakt worstelen, dan komt het gegarandeerd snel helemaal in orde , geloof mij nou?! 

Zo, Loes wat was jij blij!  Zóhéél blij. Kennen jullie facebook? Ik ben op facebook, Loes ook. Ik heb nog nóóit, nog nóóit, iemand op facebook zo waanzinnig zien stralen als  Loes, nadat Ron haar ten huwelijk had gevraagd. Het is net, nee, eerlijk,  het is net of ze voor het eerst sinds hele lange tijd  weer es lekker……. Oh, neen, sorry hoor Ron, daar mocht ik het niet over hebben. Die knip ik er uit.

O, helemaal vergeten: ’Loes en Ron: wat zien jullie er prachtig uit …. Loes: Je bent In één woord betoverend! En …. houd dat heerlijke gevoel vast, want besef, dat je ná vandaag nóóit meer in een trouwjurk hoeft te passen. Ik hoorde van ons broer John, dat jullie bij hem Hilversum geslaagd zijn voor jullie trouwpakkies …. John,die is daar filiaalchef bij dat grote tweedehands warenhuis ….. daar ken je goed slagen, hoor. Kijk maar es naar mij:… eh … hoe vinden jullie dat ik er bij loop? ….Piekfijn,hè?  Ja, ik moet ook op de kleintjes letten… tussen twee haakjes: ik hoop dat Ron en Loes heel veel huwelijkscadeaus krijgt van jullie allemaal, dan merken ze niet dat dat van mij er niet bij zit.

Kijk Loes nou eens: wat een leuke meid is ze toch! Leuke verschijning, toffe jurk, gedurfd haar … prachtig die look …. zeg eens eerlijk Loes:…..’zelf geknipt?’ 

Toen Ron nog een baby’tje was  dachten we dat er iets niet in orde was met hem, omdat ie in zijn wiegje zo raar lag te spartelen, later bleek dat hij tóén al met die balletjes in zijn bedje aan het oefenen was op de:

 ‘v-beweging,

het balletje onder je voet terughalen en de andere kant op dribbelen,

de bal achter zijn standbeen terughalen,

de kapbeweging met binnen- en buitenkant voet,

de overstap en

de Cruijffbeweging. 

Wie verwacht dat nou van een zuigelingetje?

Ron is de Ronaldo van de Mastwijk-Brothers geworden. Zelfs met blaasfoebele is hij veruit de beste.

Nog een dingetje wil ik van je weten Loes: wat vind jij nou het op één na leukste van je kersverse mannetje… jahaa….het op één na leukste: ‘hij is een leuke opa’ …  okee een leuke opa is tie…… tsja, ik mocht Loes niet vragen naar het àllerleukste van Ron. Das mijn geheim, zei ze. Nou, dan weet ik wel genoeg.

Tot slot geacht bruidspaar: van harte: jullie hebben allebei  iemand gevonden, die je voor de rest van je leven zal irriteren.

woensdag 16 augustus 2023

RIJDEN OP DE MARKT.

 Gelukkig is het vandaag niet zo druk op de markt. Meestal is het hoe warmer hoe drukker. Ik schrijf ‘gelukkig’ omdat het er weer wemelt van de voertuigen en hulpmiddelen op wieltjes en als het dan mooi weer is,  is er voor de normale marktklant zowat geen plaats meer.

Het is nooit leuk als mensen van een scootmobiel gebruik moeten maken. Wat ik echter bespottelijk vind, is dat ze zich tussen de andere marktklanten inwringen en zonder blikken of blozen tegen hielen botsen en over tenen rijden. De scootmobiel, vind ik, zou op de markt verboden moeten worden.

Ook rollators zijn zo’n bron van ergernis. Van een scootmobilist kan ik me nog voorstellen dat ie per ongeluk tegen enkels aan botst. Marktgangers met een rollator zetten hun ‘steuntje’ vaak als wapen in, in de strijd om de koopwaar: niks zeggen en stevig met de rollator duwen. Sta de rollator op de markt uitsluitend toe in de daluren ‘s ochtends en  ‘s middags.

Het zou overdreven zijn om de rollator gelijk helemáál uit de markt te verbannen.

Geconstateerd is , dat een aanmerkelijk deel van de rollatoreadors, ongebruikelijk veel ruimte in beslag neemt. Eigenlijk mag dat geen reden zijn om die groep als geheel van de markt uit te sluiten. Eigenlijk niet ….

Kinderwagens horen ook thuis in de categorie rollator. O, sorry, tegenwoordig worden  kinderwagens, maxi cosi’s genoemd. Die maxi cosi voor één kindje veroorzaakt qua ruimte een vergelijkbare irritatie-overlast als de  rollator. Deze zou dus uitsluitend op daluren de markt op mogen. De dubbele maxi cosi’s voor tweelingen zijn ook erg , als verzachtende omstandigheid geldt dat ze ook vaak, een baby en een kleuter bevatten, geduwd door ongehuwde moeders of moeders met mannen, die niet op de kinderen  willen passen.

Trouwens (en dit helemaal terzijde): er worden de laatste jaren veel tweelingen geboren,  vooral allochtone tweelingen… rijzen de pan uit, …. ik heb eens gelezen: ‘de tweeling’ is een degeneratieverschijnsel’ …  ‘t schijnt iets te maken te hebben met incest: met name huwelijken tussen neven en nichten.)

Boodschappenwagens op kleine wielen bezorgen nauwelijks overlast. De marktklant trekt het met één arm achter zich aan. Ze zijn duidelijk zichtbaar.

Ronduit onbeschoft vind ik de steeds vaker voorkomende, arrogante rotgewoonte van voornamelijk jonge mensen,  studentikoze types vaak, om, met hun fiets aan de hand, laadbak voorop, grote fietstassen achterop, de drukbezochte markt op te lopen … van vroeg tot laat  lopen ze te shoppen  met hun fietsen; van aftandse roestige brikken tot gloednieuwe hybrides. Met de ùìtstekende fietssturen botsen ze tegen ruggen, armen en borsten aan van kopers op de markt. Van deze aso-categorie marktbezoekers moet meteen de fiets geconfisqueerd worden.

Vanmiddag liep er, op de markt, zo’n aso tegen me aan met als resultaat een gekneusde rib.

dinsdag 15 augustus 2023

MEELOPERTJE.

 Ik ken Jan van het gymnasium. Jaren zestig. De triomfdagen van Stones en Beatles. Van Feijenoord ook. Een stille jongen. Bleek, mager. Grote bril, klein koppie, achterovergekamd,  vet  haar met slagen … neen,  niet bepaald moeders mooiste.

Hij komt bij ons in de tweede … een middelmatige leerling … goed in economie. Hij blokkeert als hij een mondelinge beurt krijgt ….  zijn hoofd wordt zo rood als een kreeft.

Het duurt even voordat hij aansluiting krijgt bij ons; jongens van klas: 2B. Hij laat zijn haar groeien en doet zijn bril af, zo lijkt hij op Keith Richards van de Stones. Echt geaccepteerd wordt hij door het groepje Stonesfans niet maar als hij het bevel van de schooldirecteur negeert om naar de kapper te gaan en in nette kleren naar school te komen, stijgt zijn populariteit wat. Maar … echt een prominent lid van die groep wordt hij nooit. Eens een meelopertje; altijd een meelopertje.

Zijn sport is voetbal … héél goed zijn we geen van allen, ook Jan niet. In de loop van de derde komt een stel Feyenoordfans op het idee om bij thuiswedstrijden van Feyenoord naar de Kuip te gaan.  Het is de tijd waarin Coen Moulijn als dertiger excelleert, al noemen wij hem toen al ‘liefkozend ‘die ouwe lul. Jan is er altijd; maar ook hier heeft hij nooit het hoogste woord, zelfs juichen bij een doelpunt doet hij ingetogen ….hij lacht …  steekt een vuist omhoog: ‘yeah!’

Ik ben een keer bij hem thuis geweest. Veel broertjes en zusjes heeft ie … zes tel ik er al … later komt er nog meer. Jan is daar de oudste. Wat me is bijgebleven is dat armoedige meubilair en die versleten vloerbedekking. Ook die penetrante zeiklucht ...geen huisdier te zien  …. van die broertjes dus.

Onze economiedocent wil eens bewijzen dat arbeiderskinderen het gymnasium nooit halen. Hij doet bij ons in de klas een onderzoekje naar het beroep van de vaders. Hij krijgt gelijk, want er zit bij ons géén arbeiderskind in de klas.

Mijn vader zit in de directie van C&A Nederland. Maar ik weet zeker, dat Jan zijn vader in een fabriek werkt, ….. gezien het armoedige zooitje daar thuis. Maar Jan antwoordt doodleuk dat zijn vader onderdirecteur is bij Bolletje … van die beschuit. Hij schaamt zich er volgens mij voor dat zijn vader arbeider is.

Dat is dàn …. later pas komt trots … trots, op een vader,  die hem laat doorleren, terwijl het thuis armoe troef is. Later, kort na het eindexamen, verklapt Jan me dat zijn vader al jaren rollen eierbeschuit in dozen verpakt en naar het magazijn vervoert.

Na de middelbare school verlies ik hem uit het oog en dan, wie had dat ooit kunnen denken , dan  groeit  Jan, dat schuchtere meelopertje, uit tot een van de meest gelezen schrijvers van Nederland. Leuk hem heel anders gekend te hebben en … eerlijk is eerlijk: Ik zou willen dat ik maar een heel klein beetje van zijn talent had.

        

maandag 14 augustus 2023

WAAR KOMT U VOOR? (2)

Ruud staat op en pakt zijn rollator. Ik schrik van hem: hij is zó dik geworden … achteraf had ik beter fruit mee kunnen nemen in plaats van stroopwafels … en wat loopt ie slecht, zeg ... ook achter die rollator waggelt hij. We gaan naar Ruud’s kamer. Zijn deur staat open. Vreemd.  Ik weet niet beter of hij sluit zijn kamer af, ook al gaat hij heel even weg.

Ik hang mijn doorweekte jas over een stoel en loop naar de badkamer om mijn haar wat te fatsoeneren.

‘Waar wil je zitten, Trees?’

Veel keus is er niet: het is òf op zijn bed òf in de makkelijke stoel  nààst zijn bed.

‘Kies jij maar, hoor, Ruud, jij moet er met je rollator goed bij kunnen.’

Hij gaat op zijn bed zitten.

Op het kozijn bij het grote raam, staat een vaas met een ‘bos’ verlepte gelig-witte kunstrozen; verder zie ik foto’s van zijn familie: zijn overleden vrouw Riek, zijn dochter Trees (51) en zijn twee kleinzonen.  Van zijn tweede dochter  Frederique (48) staat hier geen foto. Met haar mag hij geen contact meer hebben … er is iets niet goed gegaan in het verleden …  wat precies weet ik niet … zij woont nu in een zorgcentrum ergens in de provincie Utrecht.

Alleen Trees en ik komen af en toe bij hem op bezoek.

Ik heb kippenvel … zit met een natte bloes.

Op het ongebruikte keukenblok staat Ruud zijn trots en glorie: zijn pick-up, met twee koffers langspeelplaten … en zijn bandrecorder. Hij is dol op muziek, vooral Nederlandstalig, uit de vijftiger en zestiger jaren. Ik heb Ruud leren kennen in een koor. Samen zingen we als duo op partys. We hebben succes met liedjes als ‘Marina’ en ‘Mexico’

‘Luister je nog wel eens naar je muziek,? vraag ik Ruud.

‘Neen, nog niet … ’

Héél moeizaam komt hij overeind: ’plassen.’ Hij waggelt naar de badkamer annex toilet. De deur van de badkamer laat hij open staan. Hij laat een enorme scheet, gevolgd door het geluid van een drol, die in het wc-water plonst …. een duidelijk geval van decorumverlies.

‘Sorry hoor’, roept Ruud, ‘ik kom zo …mijn kont even afvegen.’

Of ik wat wil drinken.

‘Wat heb je?’

Hij schenkt sinas in een aangekoekt glas en legt een stroopwafel op het morsige schoteltje ernaast. O god, zou Ruud zijn handen wel gewassen hebben. Ik heb er niet op gelet. ‘Dank je Ruud, die stroopwafel neem ik mee. Ik zit nog vol.’  

Hij zakt een beetje weg … dan veert hij op:

‘Hoe oud ben je eigenlijk.

‘Eenenzeventig’.

‘O ja? Zo oud alweer? … ik ben moe, Trees … moet gaan liggen. Ga maar weg  … Ik roep de zuster wel om je  uit te laten.

De stroopwafel prop ik in mijn tas. Van het kopje sinas blijf ik wijselijk af.

De zuster wacht in de deuropening.

‘Dag Ruud, tot zaterdag,’ zeg ik.

De zuster loopt met me mee.

Godzijdank is het droog.