maandag 8 juli 2024

KASTEEL VAN HOENSBROEK.

Ze zijn er nog volop, restaurants die je het gevoel geven, dat je je handen mag dichtknijpen als je daar binnen mag komen. Daarom ga ik niet zo veel uit eten. Het blijft meestal bij een pizzaatje, een patatje pindasaus of iets van de meeneem-Chinees.


Één keer hebben mijn vriendin Cora en ik, héél lekker gegeten in een restaurant, waar we ons ook echt welkom hebben gevoeld. Dat was in het Kasteel van Hoensbroek. Een restaurant in een heus kasteel. Het was er niet druk. Wij werden ontvangen door de kasteelheer zelf. Hij deed van alles in het restaurant, behalve de keuken. We mochten een leuk plaatsje uitzoeken. Ondertussen vertelde hij wat over de geschiedenis van het kasteel en over de specialiteiten van het restaurant (zalmgerechten). Hij excuseerde zich toen hij even naar de keuken liep om daar onze eetwensen door te geven: zalm met sperziebonen, Franse frietjes, een fles wijn en als toetje: dame blanche.

De zalmschotel werd neergezet op een apart tafeltje. De kasteelheer bleef bij ons in de buurt om indien nodig wat bij te scheppen of schenken. In elk ander restaurant zou ik daarvan de zenuwen krijgen maar in dit restaurant liet ik me dit ontspannen welgevallen. Ook Cora kon het goed hebben. Hij drong zich ook niet met een babbeltje aan ons op. Alleen bijschenken en –scheppen deed hij … steeds goed getimed.

De maaltijd was copieus. Eigenlijk wat te veel. Wij legden ons bestek naast onze borden. Vriendelijk vroeg de kasteelheer:
’Heeft het gesmaakt, mevrouw, meneer?’ Hij verdeelde het restant van de wijn eerlijk over onze glazen.

‘Kan ik verder nog iets voor u betekenen?‘

Ik had op mijn witte trui, saus zitten knoeien en vroeg hem of hij een vochtig doekje kon brengen om de vlek er uit te halen. Dat was geen probleem. Het was blijkbaar zo’n futiliteit, dat de kasteelheer zelf met het natte doekje mijn trui schoonmaakte. Hij gebruikte er vast wat wasmiddel bij. De trui was weer als nieuw.

Als dessert hadden we de Dame Blanche, Cora’s lievelingstoetje gekozen. Die was zoals al het eten en drinken hier ‘uit de kunst’. Alleen hadden we nog nooit eerder zo veel geld aan ‘uit eten’ gespendeerd.

Tsja, alle waar naar zijn geld.

zondag 7 juli 2024

NOORDERDICHT (2)

’t Is geen hotnews maar het was vrijdag jl., op weg naar Noorderdicht, weer eens kutweer. Geen fietsen dus. Maar met de metro en de ‘benenwagen’. Halfuurtje lopen van de Blaak naar het Brancoplein. Een half uurtje spinselen. Nu eens positief dan weer negatief.


Zo net in de metro zie ik dat eigenwijze achterhoofd van mijn Belgische oud- collega Ed. Zo’n tien meter voor me. Mijn eerste reactie is ‘wegduiken’ achter de brede rug van die kerel voor me. Af en toe even kijken of Ed niet om kijkt. Misschien heeft hij me gezien. Eigenlijk vind ik hem best een leuke vent. Maar waarom dóé ik in godsnaam dan zo? Ik heb twintig jaar geleden een jaar of vijf met hem samengewerkt in Cool. Drie jaar terug kwam ik hem tegen. Hij negeerde hij me. Ik naar hem toe: ‘Ha Ed’. Hij wist niet eens wie ik was. Weinig indruk gemaakt zeker. Ik wilde niet weer een deukje oplopen. Dáárom vermeed ik hem misschien. Ik was bang dat hij gelijk met mij uit zou stappen. Hij bleef zitten. Ik was er zeker van dat hij ook naar Noorderdicht ging. Hij zit zich bij elk evenement in Noord op z’n Belgisch te manifesteren (veel drinken, kletsen, lachen, knuffelen). Hij is een popi-jopie in Noord. Natuurlijk kwam hij. Alleen later. Heel Noorderdicht bleef ik hem ontlopen.


Als voetganger in het Centrum van Rotterdam moet je nu ook al een tering-end omlopen omdat ‘de boel’ open ligt. Ik loop rond een uur of twee in de middag vlak langs het huis van m’n ex, waar ik overigens weer redelijk goed mee ben. Ze houdt ook van dichten, voorlezen en muziek … ze weet ook van Noorderdicht … ’ik ga misschien ook’, zei ze. Toch bel ik haar niet om te zeggen ‘Hallo, ik ben in de buurt, ga je mee naar Noorderdicht?’ Ze zal het wel niks vinden, denk ik, kijken, luisteren, zingen, in die benauwde rookvrije locaties van het festival. Te veel lopen ook op het Brancoplein, drie kroegen en die Sparta kapsalon (van Sparta moet ze al helemaal niks hebben; ik hing daar destijds veelste vaak rond). Het is trouwens ook nog te vroeg voor haar, als avondmens. Ze gáát wel. Vanávond. Met een vriendin. Alléén gaat ze zéker niet. Als ze maar gáát. ‘t Is echt iets voor haar: Noorderdicht 2024.

zaterdag 6 juli 2024

Noorderdicht (1)

Ik was afgelopen vrijdag in mijn lievelingswijk: het Oude Noorden. Daar heb ik meer dan veertig jaar met veel plezier gewoond. Op het Zwaanshals, in de Hamelstraat en op de Rechter Rottekade. Iedereen kent me daar. Ik heb daar iedereen gekend. In het bejaardenhuis waar ik nu zit, in Prinsenland, ken ik niemand en niemand kent mij. Hier gebeurt ook nooit wat.


In het Oude Noorden wel. Daar was afgelopen vrijdag, 5 juli, een festivalletje: ‘Perron Noorderdicht 2024’: Rond het Brancoplein: de Gerard Scholtenstraat, Jacob Catsstraat en het Pijnackerplein zijn er optredens van bekendere Oude Noorderlingen: dichters, komedianten, muzikanten, woordkunstenaars, cabaretiers, chansonniers en singer-song-writers. De locaties zijn ‘de koffiebar’, ‘Aad de Spartakapper’, 'Speck' en 'café Bel'. Noorderdicht 2024 is een kleine (gratis) zomereditie van het festival.

Ik ben rond half drie bij Perron Noord, zie daar een paar aardige optredens en ‘schuif’ tot ongeveer vijf uur, via ‘Aad de kapper’ door naar ‘Speck’… het ‘rondje Brancoplein’ dus. Het festival wordt om 20.00 uur afgesloten in café de Bel. Maar zo laat maak ik het niet, want behalve proza en poëzie heb ik nog een andere grote liefhebberij: ‘foebele’ . Ik wil thuis zijn voor de wedstrijd van zes uur.

In Perron Noord zag ik Jack Kerklaan: Deelder’s Sparta gedicht: ‘Vroeger of later ga je dood ….’ voordragen.
Johnny ‘accordeon’ Vain speelt bij Aad de Spartakapper in de zaak de Sparta Mars. Alle aanwezigen brullen gezellig mee. Maar ook als hij ‘Hand in hand’ speelt wordt ‘massaal’ meegebruld. Zelfs door Aad de Spartakapper himself ... nou ja, Noorderdicht verbroedert, denk ik dan maar. Dichter Mario Van der Stelt draagt zijn (geïllustreerde) hilarische gedicht over zijn ‘reuzen-teelt-ballen’ voor.
Dichteres Jacqueline Duvalois leest voor uit haar meest recent werk. Zij schreef veel eerder het kadegedicht dat in supergrote letters langs de Rotte aan Linker Rottekade-kant te lezen is. Dat gedicht gaat als volgt:

Als kind keek ik nooit over het water….
dat kwam pas later
De kade aan deze kant
was de grens van mijn land.

Tegen vijf uur stond ik langs de Rotte, te wachten op tramlijn 7. Dat duurde nog wel even. De fraaie dichtregels van Jacqueline, kon ik van deze kant helaas niet zien.

Noorderdicht was grandioos. Het foebele zwaar klote.

vrijdag 5 juli 2024

EKSTERS.

Drie eksters bevechten elkaar op het asfalt. Er moet daar iets begeerlijks liggen. Ik loop op een meter of tien afstand als ik ze zo bezig zie. Eksters zijn vreemde vogels. Toen ik twaalf hoog woonde, heb ik eens een poes in een boom zien klauteren. Waarom die poes dat deed wist ik niet. Die poes was nog niet halverwege of er vlogen driftig drie grote eksters op haar af om haar te verjagen. Maar dat liet de poes niet gebeuren en dat pikten de vogels ook weer niet. Ze gingen haar nu te lijf. Ze sloten de poes in, terwijl ze krijsten . De poes, die het gemunt bleek te hebben op het nestje jonge ekstertjes in de boom, werd in haar staart gebeten. Dat was het teken voor haar om zich behoedzaam te laten zakken. Maar daar namen de eksters geen genoegen mee. De poes moest snel wegwezen. Weg bij de boom met jonkies. De luchtaanval van de eksters ging door … ze pikten de poes over haar hele lijf. Ze zakte door haar pootjes. Ze sloop langzaam weg bij de bewuste boom. Versnelde haar tempo tot zij aan het rennen was en ik haar uit het oog verloor. De vogels bleven nog een paar minuten strijdvaardig na krijsen. Toen de eksters zeker wisten dat de kat weg, was kalmeerden ze.


Maar nú …waar zijn die drie eksters nú mee bezig op dat asfalt … Ik kom dichterbij. Een ekster trekt wat uit het asfalt. Dat pikt zijn zus onmiddellijk van hem af. Vlakbij die plek, zie ik verder niks eetbaars. Wat ik wel zie zijn in het asfalt gedrukte, witte kiezelsteentjes … die zijn ze er aan het uit pikken. Misschien kunnen ze die steentjes goed gebruiken voor hun spijsvertering. Geen idee! Hoe dan ook: om de een of andere reden zijn die kiezeltjes heel begeerlijk. Ze vechten ervoor alsof hun leven er van afhangt.

Net zo agressief als hun aanval op de poes.

donderdag 4 juli 2024

EEN DAGJE NAAR HET STRAND?

Eindelijk strandweer. We rijden op onze e-bikes richting Hoek van Holland. In je enthousiasme over je splinternieuwe e-bike rijd je veel te hard. Ik heb het je al een paar keer gezegd. Je blijft maar racen. Als je een stoplicht op oranje ziet springen versnel je je vaart en sjees je het kruispunt over zelfs al staat het stoplicht al op rood.


Tot nu toe geen probleem. Je jaagt automobilisten de schrik op het lijf. Luid getoeter. Dat kan niet goed blijven gaan. Op de kruising Erasmusbrug - Maasboulevard flik je het weer. De auto’s die al mogen rijden kan je nog ontwijken. De tram meerdert vaart … begint paniekerig te rinkelen, kan niet meer stoppen … knalt tegen je aan. Ik sta netjes voor dat stoplicht te wachten en zie je een meter of vijf door de lucht vliegen. Je splinternieuwe e-bike wordt vermorzeld door de tram. Jij ligt buiten westen op de Maasboulevard. Alles staat stil.

Ik zie je daar liggen, bewusteloos, zonder bril, in je onderbroek … je spijkerbroek is van je lijf gerukt door die zwieper. Het bloed gutst uit je hoofd en zo te zien is je rechterbeen gebroken, want zo heb ik je been tenminste nooit zien liggen. Met je linkerarm zal ook wel wat ‘aan de hand’ zijn, want die zie ik in de gauwigheid niet terug. Hoe dan ook: bekijk het maar jongen, ik fiets lekker alleen door richting Hoek van Holland.

In Schiedam realiseer ik me dat jij alle spullen nog bij je hebt. Zonder handdoek, bikini, broodjes, drankjes, bananen geen strandpret. Die bal en badmintonrackets zullen me worst wezen. Wat valt er te badmintonnen in m’n eentje?

Helemaal weer terug naar dat kruispunt, waar jij van pampus ligt. Alle stoplichten tegen. Een brug gaat ook nog vlak voor mijn neus open. Geheel tegen mijn principes rijd ik 30. Ik wil op dat kruispunt zijn, vóórdat jij in die ambulance ligt.

Ik ben veel te opgejaagd, kijk niet uit. Rijd tegen een fietser van rechts. Dubbele beenbreuk. Verder dan Spoed Eisende Hulp van het EMC komen we vandaag niet.

woensdag 3 juli 2024

RABARBER, RABARBER.

‘t Is een wonder. Mijn vriendin Paula heeft gekookt! Niet meteen aardappelen met groente, vlees en jus, nee, dat niet, maar het had zeker iets met koken te maken, wat ze deed. Ze heeft rabarber gemaakt. Nou is rabarber niet het allermoeilijkste gerecht. Maar voor iemand die al jarenlang volhoudt een hekel te hebben aan koken en het bovendien nooit dóét, moet dit een hele klus zijn.


De groenteboer had haar belazerd. Hij had haar een portie slappe rabarber in haar handen gestopt. Het was het laatste restje uit de kist. Daar was niks mee te beginnen. De andere dag is ze teruggegaan en heeft ze een portie kakelverse rabarber geëist. Paula deed haar beklag over de troep die hij haar gisteren in haar schoenen had geschoven. De man deed eerst net of zijn neus bloedde maar koos later toch eieren voor zijn geld en gaf Paula de rabarber uit coulance gratis mee.

Als je zo’n tijdje niet kookt moet er wel haast iets misgaan, zo’n eerste keer weer. Ze had er teveel water bij gedaan. Een groot probleem was dat niet. Want het te veel aan rabarbersap in de rabarbermoes kan weer gebruikt worden als rabarberlimonade. Dat heeft ze zo ook gedaan. Het smaakte werkelijk heerlijk. Ook de rabarbermoes van Paula was niet te versmaden. We aten die avond de rabarber als toetje. Ze was alleen vergeten krijt in de rabarber te doen. Rabarber onttrekt namelijk kalk aan je lichaam … en krijt is kalk, dus wordt met krijt de kalkvoorraad in je lichaam weer aangevuld en kunnen je nagels gewoon lekker blijven doorgroeien.

Als hoofdgerecht aten we die avond een salade, die zij bij de slager had gekocht. Een salade met asperges, ei en tomaat. Heel lekker. Paula had daar niks aan gedaan. Gekocht alleen. Daar wil ik niks kwaads over zeggen. Want dat valt nog beslist niet mee, gezien de lange rij wachtenden bij de slager.

Paula kookte. 't Was met recht een wonder. Dat gaat ze nooit meer doen

dinsdag 2 juli 2024

VERJAARDAGSFEESTJE.

Zo dadelijk gaan de gasten komen. Tatatata. Ik heb besloten mijn verjaardag dit jaar op 1 juli te vieren. Ik ben eigenlijk 13 juli jarig maar dat ben ik na 74 jaar zat. Hopelijk denken m’n vrienden en kennissen niet ik een grapje maak. Ik meen het echt serieus. Kadootjes hoef ik dit jaar niet. Raar? Zeker! Maar zo zit ik nu eenmaal in elkaar!


Ik heb heel wat ingekocht. Twee kratten bier en vijf flessen wijn. Voor de frisdrankdrinkers is er Fanta, tonic light en Cola. Één trouwe gast, op zich een leuke meid, drinkt uitsluitend ( kot-kots) Rivella. Maar met alleen die drankjes ben ik er nog niet.

Ik heb twee appel-kruimelvlaaien gekocht. Voor degenen die niet van vlaai houden heb ik wat krakelingen liggen. Bij het bier (Westmalle trippel) en de wijn (Saint-Èmilion) heb ik blokjes kaas en stukjes Gelderse worst (ja, ik ben nog van de oude stempel). Ik zorg normaal ook nog voor een lijvig stuk leverworst waar mijn gasten zelf, grote hompen vanaf kunnen snijden maar vandaag dus niet.

Voor de wijndrinkers neem ik verschillende lekkere kaasjes mee: camembert, Roquefort en een paar stokbroodjes. Natuurlijk ben ik ook nog bij de slijter langs geweest voor een jonge jenever, een literflesje en daar laat ik het bij, want ome Koos is de enige die daar (veel te veel) van drinkt.

Ik heb de visite rond acht uur uitgenodigd. De eersten die aan de koffie met vlaai zitten zijn altijd dezelfden: tante Mien en ome Wim. Lieve, hartelijke een tikje onnozele mensen, doen geen vlieg kwaad, maar voor de gezelligheid hoef je ze niet uit te nodigen. Ze komen binnen, gaan op de beste plekjes zitten, drukken een hapje weg, slaan een drankje achterover en kijken vriendelijk lachend rond.

Het wordt druk. Mijn zus Olda komt gelukkig zo. Zij gaat me helpen, de schat. Ger en Joke, Peter en Karla (met een K) en Hans en Grietje, komen kort achter elkaar binnendruppelen. De laatste die aanbelt is ome Koos , de grootste afnemer van mijn sterke drank. Hij is ook weer de eerste die opstapt. Een lege fles jonge jenever laat hij achter.

De sfeer zit er goed in. Er wordt gelachen, gegeten, gedronken. We genieten vanavond van de vet-gave singer-song writer ‘Klinkt Goed’. Er wordt volop meegedeind en –geneuried.

Ik krijg bijna zin in een herhaling van dit feestje op 13 juli.

maandag 1 juli 2024

VERWIJSBRIEFJE.

Mijn broer John (59) belde me zaterdagochtend. Oorspronkelijk zou hij samen met mij, m’n ex en m’n vriend Derck naar het bluegrassfestival gaan. Maar hij had acuut last gekregen van z’n nekhernia. Hij kreeg de diagnose al een paar maanden geleden maar die was hij, bij gebrek aan pijn, helemaal vergeten. Enthousiast met zijn hoofd ‘shaken’ op wervelende klanken, was er dus niet bij.


Mijn broer John is verzot op festivals. Je kan hem er midden in de nacht voor zijn bed uit trommelen. Natuurlijk was hij op Pinkpop geweest. Ed Sheeran en Aviva vond ie ‘vet gaaf’.

Heel toevallig was hij begin juni op het Wantijfestival in Dordrecht geweest. Daar was ik ook. We hebben elkaar gemist maar we beiden genoten van Claude, de sympathieke zanger van de vrolijke drietalige liedjes (Frans-Nederlands-Engels). ‘Écoute-moi’ en 'Ladada (Mon Dernier Mot)'.

John en ik hebben elkaar veel te vertellen. We spreken elkaar niet zo veel. Van alles passeert in hoog tempo de revue: vakantieplannen, mijn nieuwe schouder, stoppen met roken, een nieuwe fiets en een nieuwe vriendin.

Op sommige onderwerpen gaan we wat dieper in. Zoals John’s 'stoppen met roken'. Drie maanden rookte hij niet … en toen … op een feestje … zag hij iemand … en rook hij … toen kreeg hij trek en ging weer voor gaas. Éen pakje shag van 50 gram kost hem 26 euro en dat blaast hij in tweeëneenhalve dag de lucht in. Maar ja, zo redeneert hij, ik heb nog nergens last van, hoesten doe ik ook nauwelijks, dus … is hij een tevreden roker en zeker geen onruststoker.

John heeft sinds kort weer een vriendin. Een onderwijzeres. Toen ik dat hoorde moest ik hard lachen, want mijn broer houdt helemaal niet van geleerde, bijdehandte vrouwen met meer opleiding dan groep acht basisschool ... òf ze is niet geleerd, òf niet bijdehand … òf allebei niet, dat weet ik nog niet omdat ik haar nog niet ontmoet heb ... ’dat komt nog wel’ zegt John: ‘alles op zijn tijd’.

Van mijn nieuwe rechterschouder wist John al af. Ik kan helemaal niks met m’n rechterarm. De schavuit vroeg me brutaalweg hoe dat nou met aftrekken ging. ‘Niet dus’, antwoordde ik, ‘ daar heb ik gisteren bij de dokter een verwijsbriefje voor gevraagd’.

zondag 30 juni 2024

BLUEGRASS.

Voor m’n ex en mijn vriend Derck heb ik al weken kaartjes in huis. Ik wil mijn neus niet stoten omdat het straks misschien uitverkocht is. Sinds ik de kaartjes heb (15 euro per dag; per persoon) verheug ik me er des te meer op: het Rotterdamse Bluegrassfestival. Als altijd het laatste weekend van juni. Dit jaar voor de tweede keer op het schaduwrijke, met bomen omzoomde Noordplein.


Gedurende drie dagen kunnen meer dan 10.000 liefhebbers van twaalf tot twaalf genieten van deze muziek. Bluegrass is folk- countrymuziek, met jazzinvloeden, waarbij de banjo, gitaar, viool en harmonieuze samenzang vier belangrijke elementen vormen.

Het genre ontstond in de jaren vijftig. De laatste jaren is bluegrass wereldwijd aan een opmars bezig.

De sfeer op het festivalterrein is ontspannen. We weten dat we geen eigen eten en drinken mee naar binnen mogen nemen. Bij de entree krijgen we ieder een kaartje waarmee we het statiegeld voor een glas kunnen betalen bij aankoop van het eerste drankje.

De muziek is vrolijk. Er zijn optredens van onder andere Dom Flemons alias The American Songster, de virtuoze Canadezen van Slocan Ramblers, prachtige folk uit Alaska van Annie Bartholomew en The Kody Norris Show als absoluut spektakelstuk.

Het is muziek waar je niet stil bij kan blijven zitten. Dat gebeurt dan ook niet, ook al is de gemiddelde leeftijd van de festivalbezoekers zeker 50+. Dat drukt de pret allerminst. Er wordt volop geswingd, meegebruld en ritmisch meegeklapt. Ook door ons natuurlijk.

Op zaterdagmiddag dreigt een stortbui maar gelukkig dropt de donkere wolk slechts enkele grote regendruppels boven het festivalterrein. Wel precies op het moment, dat op het hoofdpodium Bertolf & Friends een jamsessie houdt met onder andere een glansrol voor de vooral bij jongere festivalgangers populaire Douwe Bob. Hij doet zijn liedje ‘Rotterdam’.

Eten en drinken mochten we niet mee nemen. Op het festival terrein zelf is gelukkig volop te koop. Best pittig prijzen voor ons. Vier euro voor een drankje en bijna negen euro voor een broodje.

Dat ze hier ook theater, kinderactiviteiten en workshops programmeren hoeft voor ons niet zo nodig. Wij komen toch alleen maar voor goeie bluegrass muziek.


** Luister op YouTube of Spottify naar ‘Country Gazette’ als je een indruk wil krijgen van Bluegrass muziek.
*** of google ‘bluegrass’

zaterdag 29 juni 2024

ONDRAAGLIJK, UITZICHTLOOS LIJDEN.

Enkelen van mijn trouwe lezers vragen me hoe het met Koe gaat. Het is al weer bijna twee maanden geleden dat ik door het ernstige ongeluk van tante Aal, haar vriendelijke, oude, half blinde konijn Koe te logeren kreeg. Tante Aal moest revalideren maar Koe mocht niet mee in het Zorghotel.


Helaas is tante Aal tijdens haar revalidatie overleden. Het was nog vrij onverwachts. Ze was net 88 geworden op 15 juni. Haar zoon was speciaal voor haar verjaardag met zijn vriend uit Nieuw-Zeeland overgekomen. Op 18 juni overleed ze. In haar slaap.

Haar zoon, nog maar net weer terug in Nieuw Zeeland, belde me, was in tranen maar hij en zijn vriend konden onmogelijk bij de crematie zijn. Hoewel het misschien niet het juiste moment was om over Koe te beginnen, zei tante Aals’ zoon, dat zijn vriend allergisch was voor konijnenhaartjes. Hij kon Koe beslist niet in huis nemen dus … of ik het konijn van zijn moeder zolang het nog nodig was wilde blijven verzorgen. Volgens hem kon ik Koe altijd nog laten euthanaseren, want daar is het beestje ‘slecht’ genoeg voor. Koe lijdt overduidelijk: ondraaglijk en uitzichtloos. Ik zei dat ik daar heel anders over dacht en beëindigde het gesprek.

Ik heb Koe er niks van laten merken. Volgens mij heeft ze niks van het overlijden van tante Aal meegekregen. Ze is nog net zo rustig en vriendelijk als toen tante Aal nog leefde.

In die paar maanden hier is Koe echt een vriend van me geworden. Hij zit zo af en toe met dat ene goeie oogje van hem, zo lief naar me te kijken. Alsof hij de problemen begrijpt waar ik het met hem over gehad heb. Hij heeft grote luisterende oren.

Ik ga hem echt niet laten inslapen. Ik ben veel te blij met Koe, hoewel hij ook wel wat ondeugende trekjes heeft. Zo maak ik bij elke schoonmaakbeurt van zijn kooi een ’schoon wc’tje’ … daar gaat hij dan, altijd met opzet, denk ik, naast zitten piesen of poepen. Elke dag mag hij een tijdje uit zijn kooi. Soms verstopt Koe zich op zo’n plekje dat ik uren moet zoeken om hem te vinden. Vandaag zat hij zich bijvoorbeeld in de groente-fruit- en tuinafvalpak volte vreten. Tsja!.

Van mijn visite krijg ik regelmatig te horen dat er een konijnenpislucht in mijn huis hangt. Zelf ruik ik dat niet meer. Gek, hè?

vrijdag 28 juni 2024

EEN STUKJE VOORLICHTING.

Ik kwam om informatie te krijgen over een buitenruimteplan van twee scholen in mijn buurt maar door het gezeik van een aantal opgetrommelde, omwonende, dubieus gemotiveerde ouwe zuurpruimen, is er geen fractie informatie tot mij gekomen.


Aan de overkant van het flatgebouw in de Rodaristraat, waar ik woon, worden nabij de Prinsenlaan, binnenkort twee gloednieuwe scholen opgeleverd. Een basisschool, de Jan Antonie Bijloo en een VMBO, de Thorbeckeschool. Met het nieuwe schooljaar gaan de deuren open voor de leerlingen. De gebouwen zijn al klaar. Aan de buitenruimte: de speelobjecten, het groen, de paden wordt deze dagen met man en macht gewerkt.

Gezien de ligging van beide scholen is het voor de hand liggend dat er één buitenruimteplan komt. Omwonenden van beide scholen werden 25 juni jl. in de Thorbecke uitgenodigd kennis te nemen van het plan voor de buitenruimte. Verheij Integrale Groenzorg en, namens de scholen de Stichting BOOR presenteerden de informatie.

Aanwezig bij die presentatie waren zes bewoners van de Rodaristraat en ongeveer twintig van de Prinsenlaan. Allereerst zij opgemerkt dat het voorlichtingsmateriaal ronduit inferieur was: de powerpoint-presentatie was voor de aanwezigen niet lees-/herkenbaar. De presentator was ongeschikt voor zijn taak: niet enthousiast, matig Nederlands sprekend . In één zin van twintig woorden presteerde de man het om vijf keer iets ‘een stukje’ te noemen ….’. Een stukje gras. Een stukje groen. Een stukje bank. Een stukje tuin. Een stukje heuvel. Een stukje parkeren. Een stukje pad. Een flink stukje irritant.

Doch veel irritanter was, dat de aanwezige bewoners van de Prinsenlaan deze bijeenkomst doelbewust traineerden. Informatie over de buitenruimten kon daardoor niet gegeven worden. Het enige waar deze ernstig verzuurde mensen in geïnteresseerd waren is als volgt samen te vatten: ‘Hoe dwingen we de (zwarte) leerlingen van de Thorbecke VMBO zo ver mogelijk van onze flats weg te blijven en hoe worden deze kinderen zo snel mogelijk het metrostation in gedreven.’

De bijeenkomst, die een uur zou duren, verliet ik na een half uur. De andere Rodaristraatbewoners die het uur wel uitzaten, waren, naar ik vernam, ook niks wijzer geworden. Het Prinsenlaan - gezeik hield aan tot het eind. Jammer, want ik had en heb nog steeds behoefte aan ‘een stukje’ informatie over die buitenruimte.

donderdag 27 juni 2024

GAAF MAN.

Uitgeput van een intensief uurtje ‘sportschool’, heb ik zojuist mijn bezwete kleren uitgetrokken. Nog alsmaar zwetend zit ik met de ellebogen op mijn bovenbenen uit te puffen. Ik weet dat er nog een paar sporters in deze kleedruimte zijn, maar ik zie of hoor ze niet. Ik ben helemaal ‘zen’… ‘in mezelf gekeerd’ ...totdat … een super-enthousiaste jonge man, met spiksplinternieuwe Nikes en een king size witte handdoek om zijn nek, de kleedruimte komt binnen stormen:

‘Gaaf, man, waanzinnig gaaf! De volgende keer ga ik weer bodypump doen. Echt gaaf!
Dan komt je lichaam weer helemaal in balans, man. Bodypump! Mijn vriendin vertelt me:
'Kickfun is great, keihard ook. Samen met bodypump. Perfect.' Andersom precies zo. Het zijn van die groepsdingen op muziek. Zeker weten, man: als ik bodypump erbij doe, heeft mijn lichaam alles, totally perfect’.

‘Hé, man …’, zegt een van de jongens die zich aan het omkleden is: ‘ … is lang geleden, man, goed je weer te zien, gast. Moeilijkheden?’

‘Neen, tijdje gewoond op Cabo Verde, met Angela, je weet wel, die vriendin van mij … die chick … van Cup a soup … van die reclamespot, weet je …

‘O ja zo, … tof die chick, man!’

‘Vreselijk arm daar! Kan je je niet voorstellen. Heet, droog, nauwelijks iets eetbaars.

‘Je bent veranderd man … die baard … zeg me, waarom die baard, man?’

'Om me kin ... nee, grapje ... problemen, hè … zo word ik minder gauw herkend.’

‘Ik herken je gezicht helemaal niet. Maar je stem …. ja, je stem herken ik uit duizenden. Ik ga je zeggen, man, doe normaal, praat zacht. Ik ben niet doof! Jij praat dom hard. Je staat twee meter van me weg. Iedereen hier valt stil door jou … waar heb dat nou voor nodig man?’

De jonge man houdt zijn mond. Verongelijkt gaat hij zitten. Gooit zijn handdoek naast zich neer en bukt zich om de veters van zijn mooie Nikes los te maken. Zijn kennis loopt hoofdschuddend naar de doucheruimte.

Ik ga daar ook effe naar toe.

woensdag 26 juni 2024

ER ZAT HEM IETS NIET LEKKER.


Boris heeft zijn pillen ingenomen, genoeg geslapen, geen alcohol gedronken. Het was best een rustig dagje vandaag. Maar toch is hij gespannen. Er is zit hem iets niet lekker.


Zó bóós, zó vrolijk, zó verdrietig, zó opgewonden, zó jachtig kan hij zijn … vaak om helemaal niets.

Zijn huwelijk met Bep is ronduit waardeloos. Als broer en zus leven ze. Blijven alleen nog bij elkaar voor de kinderen, terwijl ze er maar één hebben: Priscilla, hun fris ogende, 14-jarige dochter. Ze doet de opleiding ‘nagelstyliste’ op MBO-niveau.

Boris zakt in mekaar als hij hoort dat Koeman, keeper Olij niet meeneemt naar het E.K. Z’n hart … Boris is in hart en ziel een Sparta-Piet. Hij overleeft het niet. Vlak voordat hij het bewustzijn verloor zei hij nog: ’Alsof die Bijlow nou zoveel beter is’.

Boris zakt in mekaar bij Hang-Low, een Chinees restaurant in Bleiswijk. De tv staat daar altijd aan ... Koeman maakt zijn keuze voor de E.K.-keepers bekend.

Det hele verhaal over die hartstilstand van Boris is overigens gelul. Hij pleegt gewoon zelfmoord. Heeft genoeg van zijn eigen leven en van het samenleven met Bep en in mindere mate met Priscilla. Hij kan het hun alleen niet uitleggen.

Ook zijn hele lol in het foebele is door al die corruptie binnen de UEFA verdwenen. Dat speelt bij Boris ook een grote rol.

Kijken? O nee. Dat gaat hij niet doen. Hij wordt alleen al niet goed van het idee dat Koeman zijn favoriete keeper Olij niet goed genoeg vond. Toen knapte er dus iets.

Boris heeft voldoende pillen in huis om er een eind aan te maken. Voordat hij met z’n gezinnetje naar de Chinees gaat heeft hij de benodigde pillen geslikt. Leegpompen van zijn maag helpt niet. Bep kon het niet geloven toen ze hoorde van de overdosis. Dat gaat Bep niet aan de grote klok hangen. ’t Was een hartstilstand, besluit ze. Ze heeft wel eens horen zeggen, dat er bij elke zelfmoord een dader in de buurt moet zijn maar aan dat soort slap geouwehoer heeft Bep voorlopig geen behoefte.

Priscilla en Bep begraven hem op de begraafplaats Oud-Kralingen. Op Boris z’n kist liggen keepershandschoenen van Olij. Een blijk van waardering van de goalie. Hij droeg die handschoenen tijdens zijn laatste training in de selectie van het Nederlands elftal. Mooi gebaar!

VEGETARIËR.

 Vegetarisch.

Ik weet niet precies wat ik me nu (weer) op de hals haal maar ik denk er over om vegetarisch te gaan eten. Aan een van mijn vriendinnen verklap ik dit. Haar eerste reactie is een waarschuwend vingertje: let op je gezondheid. Ze kènt mensen die vegetarisch eten en die zien er niet bepaald gezond uit: broodmager en doodsbleek. Als je geen vlees meer eet dan mis je een aantal essentiële voedingsstoffen. Daar moet je je wel goed rekenschap van geven, voordat je er werkelijk aan begint.
Het geen vlees meer eten is eigenlijk kort geleden in mijn hoofd gaan spelen. Dat komt door de organisatie ‘Wakker Dier’. Die club heeft een boekje uitgegeven met de titel ‘Mijn brief aan de dieren’. In dat boekje staan meer dan vijftig brieven aan dieren, voornamelijk dieren in de vee-industrie. Door donateurs van Wakker Dier worden die dieren in hun eigen woorden toegesproken. Recht uit het hart. Om woorden te geven aan het machteloze gevoel. Aan de boosheid. De schaamte. Aan hun dierenliefde. De schrijver Arthur Japin schreef een van de brieven. Wat de briefschrijvers bindt is: een einde willen maken aan de vee-industrie.
En zo is het dus gekomen dat ik erover ging spinselen om geen vlees meer te eten. Nog niet eerder was ik me zo bewust geweest van het lijden van die arme beesten.
Ik realiseerde me terdege dat ik als vegetariër minder welkom zou zijn bij vleesetende vrienden. Die gaan natuurlijk niet voor mij een apart potje koken. En andersom zullen ze er niet zo happig op zijn om bij mij een vegetarische schotel te komen nuttigen.
Of zal het wel mee vallen?
Gaan ze er aan wennen?
Gaan ze het misschien nog wel lekker vinden ook?
Misschien kan ik enkele zeer smartelijke ‘brieven aan de dieren’ aan mijn vlees etende kennissen voorlezen, opdat ze het zó te doen krijgen met de vee-industrie-dieren, dat ze ook geen vlees meer door hun keel krijgen.
Al jaren heb ik een vegetarisch kookboek in huis. Nog nooit in gekeken. Uitgegeven in 1995! ‘VEGA, snel en simpel’ heet het. Het begint met het hoofdstuk: ‘Snel op tafel’. Heerlijke vegetarische recepten die binnen een uur klaar zijn. Met betaalbare ingrediënten bereid je heerlijke gerechten waarmee je op iedereen indruk maakt. Dat klinkt toch prima!?

maandag 24 juni 2024

LEESFEES.

Tegenwoordig zet ik elke ochtend de wekker op zeven uur. Om acht uur wil in de sportschool zijn. Ook op zaterdag en zondag. Ik eet dan eerst even een paar knäckers, drink een sterke bak koffie en wandel in vijf minuten naar de sportschool. Ik ben meestal een van de eersten. Dat is heel fijn want dan hoef ik nooit te wachten voor toestellen waar andere sporters op bezig zijn. Ik kan me voorstellen dat ‘elke dag om acht uur in de sportschool staan’ enigszins fanatiek overkomt. Dat doe ik echter niet om een soort bodybuilder te worden, want dat zou me toch nooit lukken, daar heb ik gewoon de ‘body’ niet voor. Ik doe het voor de revalidatie. Sinds oktober vorig jaar loop ik met een nieuwe schouder en om het herstel te bevorderen train ik elke dag. Vooral de spieren rondom die schouder. Natuurlijk doe ik ook oefeningen die goed zijn voor de rest van mijn lichaam maar dat heeft wat minder prioriteit. In totaal ben ik een uurtje bezig op de sportschool.


Vandaag, zondag, is ook mijn huishouddag. Allerlei sportschoolachtige-huishoudelijke handelingen staan dan op het programma zoals stofzuigen, dweilen, stoffen en deuren afnemen. Tegen elf uur ben ik daar klaar mee en … het is mooi weer ... een strak blauwe lucht. Lekker fietsweer en …. Ik heb pas een nieuwe fiets. Een buurvrouw van me ook. Die van haar is een e-bike. We hebben het er al eens met elkaar over gehad om bij lekker weer samen een eindje te gaan fietsen. Dat stelde ik haar ook voor maar helaas, ging haar dat vandaag niet lukken.

Het was maar goed dat dat fietsen niet door kon gaan. Ik zag in mijn agenda dat ik deze middag moest optreden. Totaal vergeten. Ik was uitgenodigd voor het ‘leesfees’ van de Schrijfschool Rotterdam. Deze zondag tussen drie en zes kon ik een paar van mijn stukjes komen voorlezen. Haast-je-rep-je, moesten er dus nog een paar verhaaltjes uitgezocht worden.

Ik was daar niet de enige genodigde. Er waren er nog vier. We hadden met elkaar gemeen dat we een cursus hadden gedaan bij de Schrijfschool. Ondanks het strandweer van deze middag liep het zaaltje nog aardig vol.

Tot mijn opluchting had ik, in tegenstelling tot eerdere optredens, geen plankenkoorts. Twee stukjes die ik voorlas: ‘knappe koppies’ en ‘mijn oudste broer’ werden met applaus beloond. Op mijn derde nogal heftige stukje: ‘de kip’, vielen de toehoorders doodstil.

zondag 23 juni 2024

BAGGERFIETS.

De mountainbike die ik een jaar geleden kocht, heeft het nu al begeven. Met een zwabberend achterwiel durfde ik het nog net aan om naar een (peperdure) fietsenwinkel te rijden. Daar ziet de verkoper in één oogopslag dat ik een ‘baggerfiets’ bij me heb. Geen kettingkast. Metalen ketting. Geen jasbescherming. Gelast stuur. Geen slot. Hij schatte in dat ik er hooguit 300 euro voor betaald had … hij zat er een tientje naast.


‘Goedkoop is duurkoop, meneer, in de fietsenbranche,’ zei de verkoper.

Omdat mijn zadel 45 graden omhoog stond, dacht de verkoper dat ik daarvoor kwam. ‘Nog één keer kan dat zadel goed gezet worden. De moer is bijna lam, meneer’.

Maar … ik kom hier voor dat zwabberende achterwiel. Hij stelt ook een flinke speling vast van het achterwiel. ‘Van het zelfde laken een pak’, aldus de verkoper. Het schroefdraad van de as is kuis verrot’.

Ik wilde weten wat het me zou kosten om er een nieuwe as in te laten zetten.
‘Daar ga ik niet eens aan beginnen, meneer. Zonde van je geld. Stel, dat ik het zou doen, dan ben je zo’n drie- a vierhonderd euro kwijt. Dat geld kan je dan beter investeren in een nieuwe kwaliteitsfiets. Want de rest van deze fiets kan binnen het jaar met ‘grof vuil’ mee.

Hij zette hoofdschuddend nog mijn zadel recht. Vervolgens nam, hij me mee naar zijn aanbod kwaliteitsfietsen. Allemaal boven de 1.200 euro. Voor het recht zetten van mijn zadel rekende hij niks.

Ik vertrouw die fiets niet meer. Morgen ga ik een nieuwe kopen. Mijn oude fiets geef ik weg aan een vriend. Die gaat de fiets demonteren en biedt de onderdelen te koop aan op marktplaats. Dat heeft hij tenminste met een ander afdankertje van mij ook zo
gedaan.

Bij Mega-Bike koop ik een nieuwe dure Gazelle. Fietst uitstekend.

Mijn vriend stuurt me een appje: ‘De moeren van de as heb ik aangedraaid. Hij rijdt nu weer prima’.

‘Wil je hem terug hebben?

‘Neen, doe er maar mee wat je wilt. Hij is van jou’.

‘Okee, dan zet ik hem op marktplaats’.

Honderdvijftig euro heeft hij er nog voor gevangen.

zaterdag 22 juni 2024

EEN AFREKENING?

 Het verkeer komt half vier pas weer op gang. De hele dag heb ik nog geen auto langs zien rijden….sterker: ik heb geen mens gezien hier in de Prinsenlaan. Lopend, noch fietsend. De weg was hermetisch afgesloten voor alles en iedereen … aan allebei de kanten. Vlak voor mijn flat stond een zwarte Mercedes … naast die auto overlegden vier agenten met elkaar. Ze hielden duidelijk de plek in de gaten waar een gewonde lag. Iemand met een doek over zijn of haar lijf. Af en toe liep er een agent naar die gewonde persoon , bukte zich, bekeek hem of haar even, ging weer rechtop staan om aan zijn collega’s verslag uit te brengen. Die man of vrouw was absoluut niet dood. Soms was er beweging onder dat doek. Dan ging een van de agenten er naar toe en gaf een schopje tegen zijn of haar hoofd. Dat dacht ik althans. Het kan ook tegen de voeten geweest zijn maar meestal schoppen ze je tegen je hoofd. Ik weet niet hoelang dit nou al duurt. Ik kan het ook niet aan iemand gaan vragen, want we mogen de deur niet uit en alle telefoonverkeer is geblokkeerd. Dat heeft de politie vanmorgen vroeg toen het nog donker was omgeroepen. Daar was ik wakker van geworden.

Hij ligt weer te woelen, dat slachtoffer. Ja, ‘hij’, want ik kan nu duidelijk zien dat het een man is. Een Noord-Europees type met van die lange blonde haren. Zo op een afstandje lijkt hij een beetje op Hans Klok, maar die doet geen vlieg kwaad, die goochelt alleen maar wat. Die zal daar niet gauw komen te liggen. Hij probeert nu op te staan, ‘Hans’, maar de agenten hebben hem door. Twee van hen gaan op hem af. De een neemt hem in de wurggreep en de ander spuit pepperspray in zijn ogen. Het gevloek van 'Hans' is bij mij binnen duidelijk hoorbaar.
Een grote bloedvlek zit op zijn rechter broekspijp.
Op Radio Rijnmond, die bij mij altijd aanstaat, hoor ik praten over een moord in het Zwaanshals. Het zou een afrekening in het criminele circuit zijn. Zou deze ‘Hans’ daar bij betrokken geweest zijn?
Om circa half vier wordt ‘Hans’ per brancard de inmiddels gearriveerde ambulance ingeschoven. De ziekenwagen rijdt de straat uit. De Mercedes met de agenten rijdt er vlak achter aan.
Eindelijk komt het verkeer weer op gang.

vrijdag 21 juni 2024

OMVOLKEN.

Rechtsextremisten (PVV en Forum voor Democratie) spreken herhaaldelijk over ’omvolking’. Dat is een theorie van witte racisten, die stellen dat vluchtelingen, (arbeids-)migranten hun cultuur bedreigen. Ons land gaat binnenkort door een aantal omvormingsracisten bestuurd worden.


Wilders draagt nu Marjolein Faber voor als Minister van Asiel en Migratie. Faber is een aanhanger van die racistische omvormingstheorie. Vanuit die theorie kwam ze ook tot uitspraken als: ’Verbied de Islam en de Koran’. ‘Stop met dat mensenrechtengeneuzel’. ‘Schei ook uit met dat gezeur over Klimaatverandering’ want ‘dat komt door de activiteit van de zon.’ Vanwege die uitspraken en de denigrerende toon van mevrouw Faber stuitte haar aanstelling aanvankelijk op bezwaren. Maar die werden ingeslikt. Mevrouw Faber beloofde dat ze zich binnen de grenzen van het regeerakkoord en de rechtsstaat zou bewegen. Ze gaat zich inzetten voor àlle Nederlanders. Maar ze neemt geen woord terug van al haar eerdere kwetsende taal. Hoe stelt zij zich straks op in Brussel inzake de migrantenproblematiek. Op 2 juli staat er dus een verkondiger van de omvolkingstheorie op het bordes. De theorie die Hitler tot oorlogsmisdaden en de holocaust inspireerde.

Eerder is al een aanhanger van de PVV en de omvolkingstheorie tot voorzitter van de Tweede Kamer gekozen (Bosma). Rechts extremisten verwijten de overheid dat te veel Afro-Aziatische mensen in Europa zijn toegelaten, wat op den duur leidt tot het uitsterven van het blanke ras. Volgens Bosma zouden de Nederlandse Publieke Omroep (NPO 1,2,3,) en de Europese Unie instrumenten zijn van de omvolking in Nederland. Als voorbeeld van ‘volksvervanging’ wordt gegeven de Schilderswijk in Den Haag en de Afrikaanderwijk in Rotterdam. Die zijn van witte wijken in zwarte wijken veranderd. Door de recht-extremisten wordt het beeld geschetst dat ‘elite’ planmatig bezig is de bevolking te vervangen.

Mevrouw Klever mag aan de Tweede Kamer gaan uitleggen waarom zij zo graag Minister van Ontwikkelingshulp wil worden. Terwijl ze tegen ontwikkelingshulp is. Ze stuurt migranten liever terug dan dat ze hen helpt door in hun thuislanden de leefomstandigheden te verbeteren. Zij is ook zo’n ‘omvolkings-PVV’er’ die in het verleden geuite, kwetsende uitspraken niet wil terugnemen.

Het wordt dezer dagen weer pijnlijk duidelijk dat er in november 2023 massaal gestemd is op mensen die bereid zijn Syriërs, Afghanen, Somaliërs en Algerijnen met vastgebonden handen in zee te flikkeren zodat we het zelf niet hoeven te doen.

donderdag 20 juni 2024

DAT WIL JE NIET WETEN.

 ‘Dat wil je niet weten’, hoor je vaak zeggen. Het gaat dan vooral over zaken die verwerpelijk zijn: banaal, gênant, dom, triviaal of beneden alle peil . Je weet dat het er is; dat het gebeurt, maar je wilt er geen weet van hebben ... dat jij het ook hebt … dat jij het ook doet … dat een leuke buurvrouw zo is ... of … dat een geliefde van jou zoiets doet.


Misschien plaatst het meisje van je dromen racistische teksten op X. Je buurvrouw is broodmager … ze is terminaal. ‘Dat wil je niet weten’. Dat wordt tegen mij gezegd.

Maar ik wil juist alles weten. Zo zit ik mekaar. Alles. Echt alles. Kom maar op. Laat maar zien, ik ben benieuwd. Ik wil alles weten over haar diepste zielenroerselen, of die nu vol haat, moord en doodslag zitten of vol prachtige liefdevolle gedachten naar mij, haar buurman, haar kinderen of haar man. Misschien houd je in stilte wel meer van je lieve kleine marmotje dan van je man. Dat mag je nooit hardop zeggen, tegen niemand niet … maar wel tegen mij … kom maar op! Ik luister. Ik ben één en al oor. En ik houd mijn lippen stijf op elkaar.

… de parkiet krijgt een nieuwe kooi … ach ja.
… de krokusjes, de irisjes en de hyacintjes steken hun kopjes weer op in de tuin; dat is toch potjandosie elk jaar hetzelfde?
… héél benieuwd ben ik naar het verhaal van de verkoopster in de schoenenzaak. Één dag per week werkt ze in minirok en draagt ze geen slipje.
… mijn op één na oudste zus heeft een paar felgroene pumps gekocht. ‘Die lopen me toch lekker’, zegt ze.

Die small-talks over die parkiet, de bloembollen en die pumps zullen me worst wezen. Van dat sliploze dagje wil ik alles weten!!

Jij misschien helemaal niet!? Maar eens zal ik er over schrijven en als je ’t leest, dan weet je het toch ook. Of je nu wilt of niet. Sterker nog: in dit blog ben ik heel open en als ik de ‘kijkcijfers’ mag geloven, gaat die openheid er bij de lezer in als koek. Of ik dat niet wil weten? Dat weet ik allemaal allang!

woensdag 19 juni 2024

ONTRUIMD.

Ik kon me niet herinneren dat ik er opdracht voor gegeven had maar er waren opeens drie mannen aan het werk in mijn huis. De hele woonkamer was ontruimd … de fauteuiltjes, de bank, de lampen, het vloerkleed, de planten, de gordijnen, de schilderijen, de kasten, de televisie, de stereoinstallatie en de klok, alles was weg.


Ze stonden het behang van de muren af te rukken. Er was een Chinees, een creool en een Mexicaan met een sombrero op, aan het werk. Die andere twee liepen gewoon met petjes. Het was stikbenauwd binnen, het raam stond wijd open en de thermostaat op 24 graden. Opeens snapte ik waarom het raam openstond. Alle behang werd in grote proppen naar buiten gegooid . Dat moest echt wel een flink zooitje worden daar beneden. Ik krijg zeker en vast de buren op mijn dak. Even liep ik naar het balkon en keek naar beneden (ik woon op de 4e). Daar lag mijn hele meubilair aan diggelen.

Het eigenaardige was dat ik wèl verbaasd was, ontstelt haast, maar totaal niet de neiging kreeg om in te grijpen. Op het moment dat ik van het balkon terug kwam, liep een paar Joden, van die ouderwetse, met van die keppeltjes, mijn woonkamer in. De Joden kwamen om te witten. Ze haalden tegelijkertijd de deksel van hun bak witsel en gingen er met een stuk hout in staan te roeren. Dat ging geheel geruisloos; in hetzelfde ritme. Het was een goed op elkaar ingewerkt stel. Ik vroeg me af hoe ze op het idee waren gekomen om in mijn woonkamer aan de slag te gaan. Inmiddels waren ze begonnen met witten en binnen de kortste tijd waren ze er alweer mee klaar en verlieten de Joden mijn huis. Het plafond zag er prachtig uit.

Kort daarop kwamen er twee Nederlandstalige behangers, beiden met een helm op hun hoofd. Die presteerden het om in een half uur tijd de hele woonkamer te behangen in prachtige blauwtinten.

De witters kwamen nog even terug om de woonkamer schoon te maken. En alsof het allemaal zo afgesproken was, werd een nieuwe inboedel (alles spiksplinternieuw en helemaal mijn smaak) de woonkamer in gesjouwd. Ik stond het met mijn mond vol tanden allemaal te aanschouwen. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Dit bleek alleen een droom te zijn.