Posts tonen met het label Claude. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Claude. Alle posts tonen

zaterdag 27 juli 2024

LUISTER NAAR ME.

Luister naar me.
Ik heb mijn boodschappenbriefje bijna afgewerkt. Alleen nog een paar broodjes voor vanmiddag bij de soep. Bij dat broodschap staat een leuke, ’s zomers geklede jonge vrouw van kleur, vrolijk mee te zingen met ‘Ecoutez-moi’ van Claude, de song die door de supermarkt klinkt. Als onze blikken elkaar kruisen staan we opeens allebei tegelijk te lachen.
‘Leuk hè, dat liedje!’ zeg ik.
‘Ja, zeker’, lacht ze.
‘Jaaaa, zelfs een oude man als ik vind dit een leuk liedje … zo vrolijk ook!’
‘Ja 't is echt een lekker nummer’ zegt ze.
‘Maar ik moet wel eerlijk zeggen, dat ik de muziek van de Rolling Stones en Bob Dylan liever hoor. Ken je die?’
‘Ja, natuurlijk ken ik die’.
‘Weet je ook wie Mick Jagger is?’
‘Neen, nooit van gehoord.’
‘Dat is de zanger van de Rolling Stones. Hij is vandaag jarig! Hij is eenentachtig geworden. Hij is superfit en zo fris als een hoentje. Als hij toert met zijn band, neemt hij altijd zijn eigen mobiele gym mee. Kan hij dagelijks sporten’.
Ik doe vier pistolettes in een plastic zakje.
‘Keith Richard is een van de gitaristen van de Rolling Stones. Het is echt een wonder dat hij nog leeft. Nauwelijks bewegen, veel roken, drugs gebruik ook en …‘
‘Stoppen nu, man!!’, denk ik …
‘Ecoutez-moi’ is afgelopen.
‘Oh, leuk om te horen allemaal,… u bent zo te zien ook nog heel fit’ … ze stopt een paar baguettes en croissants in een zakje ...
Ik ga afrekenen bij de scankassa: ‘Zal ik haar nu nog vertellen hoe ik heet’, denk ik, ’dan zegt zij mij misschien háár naam wel ... Neen! Doe normaal, opa! Ga naar die kassa, nu!’
Vòòr de kassa realiseer ik me dat ik mijn broodjes nog niet gescand heb. Ik laat mijn boodschappenkarretje voor het scanapparaat staan en loop terug naar het broodschap.
Zij gaat net op weg naar de kassa en zegt: ‘Wat u net zei, ga ik straks thuis vertellen … heel leuk om te weten. Dag meneer’.
Ik lach haar vriendelijk toe: ‘Tot ziens, hoor’.
In mijn hoofd zingt Claude nog: ‘Écoutez-moi, Écoutez-moi’.
Klinkt goed.

maandag 1 juli 2024

VERWIJSBRIEFJE.

Mijn broer John (59) belde me zaterdagochtend. Oorspronkelijk zou hij samen met mij, m’n ex en m’n vriend Derck naar het bluegrassfestival gaan. Maar hij had acuut last gekregen van z’n nekhernia. Hij kreeg de diagnose al een paar maanden geleden maar die was hij, bij gebrek aan pijn, helemaal vergeten. Enthousiast met zijn hoofd ‘shaken’ op wervelende klanken, was er dus niet bij.


Mijn broer John is verzot op festivals. Je kan hem er midden in de nacht voor zijn bed uit trommelen. Natuurlijk was hij op Pinkpop geweest. Ed Sheeran en Aviva vond ie ‘vet gaaf’.

Heel toevallig was hij begin juni op het Wantijfestival in Dordrecht geweest. Daar was ik ook. We hebben elkaar gemist maar we beiden genoten van Claude, de sympathieke zanger van de vrolijke drietalige liedjes (Frans-Nederlands-Engels). ‘Écoute-moi’ en 'Ladada (Mon Dernier Mot)'.

John en ik hebben elkaar veel te vertellen. We spreken elkaar niet zo veel. Van alles passeert in hoog tempo de revue: vakantieplannen, mijn nieuwe schouder, stoppen met roken, een nieuwe fiets en een nieuwe vriendin.

Op sommige onderwerpen gaan we wat dieper in. Zoals John’s 'stoppen met roken'. Drie maanden rookte hij niet … en toen … op een feestje … zag hij iemand … en rook hij … toen kreeg hij trek en ging weer voor gaas. Éen pakje shag van 50 gram kost hem 26 euro en dat blaast hij in tweeëneenhalve dag de lucht in. Maar ja, zo redeneert hij, ik heb nog nergens last van, hoesten doe ik ook nauwelijks, dus … is hij een tevreden roker en zeker geen onruststoker.

John heeft sinds kort weer een vriendin. Een onderwijzeres. Toen ik dat hoorde moest ik hard lachen, want mijn broer houdt helemaal niet van geleerde, bijdehandte vrouwen met meer opleiding dan groep acht basisschool ... òf ze is niet geleerd, òf niet bijdehand … òf allebei niet, dat weet ik nog niet omdat ik haar nog niet ontmoet heb ... ’dat komt nog wel’ zegt John: ‘alles op zijn tijd’.

Van mijn nieuwe rechterschouder wist John al af. Ik kan helemaal niks met m’n rechterarm. De schavuit vroeg me brutaalweg hoe dat nou met aftrekken ging. ‘Niet dus’, antwoordde ik, ‘ daar heb ik gisteren bij de dokter een verwijsbriefje voor gevraagd’.