vrijdag 7 juni 2024

ENIGSKIND.

Toen ik geboren werd dacht ik: ’Dat is héél mooi, ik heb een vader en een moeder en ik ben hun enige kind’. Bijna een heel jaar lang (op twee dagen na) heb ik dat gedacht. Toen kreeg ik er zomaar ineens een broer bij en wat voor een broer ... wist ik toen veel … die broer was Martin en deed de meest vreemde dingen in huis. Hij kon niet zo goed zien. Hij liep overal tegenaan en toen er eens een verjaardagsvisite was trok hij het tafelkleed met drinken en allerlei lekkers, met een ferme ruk van tafel. Ik vond hem wel lief, Martin, maar ik werd wel een beetje gestoord van hem. Mijn moeder heeft op een gegeven moment de dokter er bij gehaald. Die vond het beter dat Martin naar een tehuis ging voor zeer zwak begaafde kinderen. Enigskind zou ik nooit meer worden. Er was een zus bijgekomen: Lidy. Ik bleef nog wel de enige jongen.


Lidy bemoeide zich niet zo veel met mij. Toen een jaar later Manda werd geboren leek het wel of ik toch weer enigskind was geworden. Zoveel waren die twee met elkaar bezig.
Ik was toen drie, Martin twee, Lidy één en Manda nul. Met mijn vader en moeder erbij waren we met zijn zessen. Maar … mijn vader woonde bijna nooit bij ons. Hij werkte op een cruiseboot, de s.s. Rotterdam, in de keuken. Hij was veel op zee. Eigenlijk kwam hij zo af en toe, alleen even thuis om een nieuw kind te maken, dacht ik. Voorlopig was ik nog wel de enige jongen in het gezin.

Drie jaar later… weer een zus erbij, Anneke. Ik was toen bijna zeven en zat al in de tweede klas van de lagere school. Bij meester Mens. Ons huis werd te klein voor mijn vader, moeder en vier kinderen. Daarom verhuisden we van Spangen naar IJsselmonde. Daar huurden we een eengezinswoning met vijf kamers. Toen we verhuisden was ik dertien jaar.

Mijn moeder was hoogzwanger. We woonden nog geen twee weken in het nieuwe huis of ik was niet de enige jongen meer in het gezin. Herman was de tweede knul. Daarna volgden er in rap tempo nog vier jongens: Ron, John, Ed en de laatste Marco, een mongooltje. Zo waren we met tien kinderen, zeven jongens en drie meisjes. Alleen omdat Martin uit huis geplaatst was leek het of we met z’n negenen waren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten