dinsdag 14 januari 2025

OP HOL GESLAGEN.

 

Om half twee vannacht sliep ik nog niet. Ik lag al weer minstens een uur wakker. Nu pas viel het me op. Elke twee minuten dreunde er iets in de flat. Dat hield me wakker. Eerst dacht ik: ‘shit!’ , maar niks aan te doen. Het stormt zeker, de wind blaast een deur open en vervolgens klapt de deur weer terug. Dreun!  Van een stormwaarschuwing wist ik niks. Dat kon het niet zijn. Ik mijn bed uit. In mijn eigen woning stond niks te klapperen. Het dreunen kwam van de galerij. Om op de galerij te komen moest ik eerst mijn voordeur de-isoleren, want alle naadjes en kieren heb ik dichtgestopt met opgevouwen kranten.  Eenmaal buiten hoorde ik die op hol geslagen deur. Elke twee minuten gaf die deur zichzelf een oplawaai. Bijna knalde die nog tegen me op.

Ik herinnerde me nog dat ik met mijn buurvrouw  van de vijfde al eens eerder had staan kijken naar die maffe deur. ‘Nou’, zei ze, ‘als ik zo’n deur had , dan had ik allang die stekker d’r er uit getrokken’. Ik wist niet eens dat dat kon, wat ze zei. Ik zag die stekker niet eens, toen ze dat zei. Maar zij ziet wel meer dingen, die ik niet zie. Vreemd typje, die buurvrouw. Ik zei er verder niks van.

Nu stond ik voor die deur en nam hem héél nauwkeurig in mij op en ja hoor, daar zag ik hem, die stekker. En die deur (het is onderhand al half vier in de nacht) maar te keer gaan. Ik loop even naar mijn woning om een stoeltje te pakken, want die stekker zit te hoog voor mij.

Totaal onverwachts komt een hier al jaren illegaal wonend (nogal jeugdig buurvrouwtje)  me met haar hondje tegemoet. Om deze tijd!! Ze ziet wat ik aan het doen ben en brabbelt in een nauwelijks verstaanbare mix van Spaans, Engels en Nederlands, dat ik morgen wel gelijk de huisbaas moet waarschuwen. Ik zeg haar geïrriteerd maar in goed Nederlands, dat ik zelf wel weet wat ik moet doen, dat ‘hoef jij mij niet te vertellen. Ga jij maar eerst eens fatsoenlijk Nederlands leren praten!’

Maar goed, ik had die stekker er uit getrokken, het gedreun was over, de deur was getemd. Dank je buurvrouw van de vijfde. Ik kon gaan slapen.

maandag 13 januari 2025

Cringe ... in de duinen.

En zoals bijna altijd moet ik halverwege mijn wandeling poepen. Meestal overkomt me dit op het strand als ik in de buurt van het (geheel verlaten) naaktstrand ben. Natuurlijk, vanuit het strand is het simpel om de duinen in te duiken. Maar dan heb ik nog te maken met dat het hard waait èn dat  ik geen papier bij me heb om mijn kont af te vegen.

Toch heb ik het  gedaan, want de stront sijpelde mijn kont zowat uit en wandelen met een poepbroek is onsmakelijk en ongemakkelijk. Ik ging dus af. Ik moest wel. Ik kon niet anders. Maar ik kon mijn reet níét afvegen. Per abuis was ik beland op een doodstille homo-afwerkplek. Overal om me heen lagen verfrommelde  tissues. Maar … daar ging ik me kont echt niet mee afvegen! Dank je de koekoek. Ook niet met iets uit de natuur; dat kon niet. Met zand had misschien wel het beste geweest, dat was er immers volop. Dat durfde ik echter niet aan, want ik was bang voor de pijn van het schurende zand.  Ook wist ik niet direct raad met mijn vieze handen. Hoewel, bedacht ik me later pas, toen ik al in de metro zat, dat de zee voldoende water had om mijn handen in te wassen. Stom! Voor de rest had de natuur niet meer zo veel te bieden. Het was winter, alle herfstblaadjes waren al meegenomen door de wind, die nu door de duinen raasde.

Toen ik klaar was trok ik snel mijn onderbroek en spijkerbroek omhoog. Zo blij was ik, dat ik door  niemand in die ongemakkelijke pose gezien was. Mijn billen kleefden linea rectaal aan elkaar. Met deze vastgeplakte billen moest ik in anderhalf uur, van het naaktstrand in ’s Gravenzande tot op metrostation Prinsenlaan zien te komen. Mijn reukorgaan is niet meer in zo’n goede conditie. Maar zo te zien rook niemand iets.

Aangekomen op de Prinsenlaan lijkt mijn zitplaats nog schoon. Voor de zekerheid voel ik bij het uitstappen nog even vlugvlug vanachteren, aan mijn spijkerbroek en …  ja, hoor … het is doorgelopen! Ik heb er ook zo’n lopie naar, hè. Als een soort houten Klaas in onbalans. Awkward!

Thuisgekomen gooi ik meteen mijn broeken in de was, neem een douche, spuit me vol met een lekker luchtje, ‘David Beckham’, doe mijn huispak aan en ga Studio Voetbal zitten kijken.

zondag 12 januari 2025

KERSTDINER EN EEN WOORDSPELLETJE.

Opgewekt fiets ik van mijn woning in Prinsenland naar het huis, waar ik vòòr de echtscheiding woonde. In het Oude Noorden. Ik vind het fijn dat ik voor het kerstdiner ben uitgenodigd. Het is een  hereniging. Jammer dat zoon Ralf net gescheiden is. Zijn jonge zonen, Bent en Marcus zijn er. Freek, mijn oudste zoon, zijn vrouw Sarah en natuurlijk Winny, m’n ex. We zijn met zijn zevenen.

Ik ben vrolijk. Ik verbaas mezelf. Ben misschien wel wat tè vrolijk ... kan dat wel? mag dat wel? Daar moet ik mee oppassen.

Het is al halverwege de middag, als het feestje begint. Op de salontafel staan allemaal lekkere hapjes, kaasjes, knabbeltjes en drankjes.

We gaan een spelletje doen. Een woord raden. Welk woord staat op de post-it dat op je voorhoofd is geplakt? Door vragen te stellen aan de anderen, kan je daar achter komen. Bij antwoord ’ja’ mag je doorvragen; bij antwoord ‘neen’ krijgt degene die naast je zit de beurt.

Sarah kijkt me indringend aan: ‘Je hoeft niet mee te doen hoor, Jos! Als je geen zin hebt doe je toch gewoon niet mee!’

‘Neen joh, het lijkt me juist hartstikke leuk! 

'Rare vraag!'

Ik raad vrij snel mijn woord: varken. Ik sta er lekker op bij kleinzoon Bent!  Hij schreef dat woord. Ik verbaas me over de woordenschat van die gassies, zes en tien jaar oud. Zonder blikken of blozen plakken ze de woorden ‘perineum’ en ‘clitoris’ op de voorhoofden van tante Saar en ome Freek.  Het maakt mij veel te losbandig, en laat Ralf naar het woord ‘neuken’ raden.

‘Hoeveel heb je al op, Jos?’ wordt me insinuerend gevraagd?

‘Geen  druppel!’

‘Dit kan je echt niet maken, met die jonge kinderen er bij.

Volgens hun ben ik ontremd. Ik moet nu echt dimmen.


Het eten is goed binnen te houden en leidt godzijdank af van de ontstane wrevel.

Mijn voorafje, een blokje meloen met ham, vastgeprikt door een kleurrijk parasolletje. Dan de hoofdmaaltijd van Freek en Sarah: stoofpeertjes, haricots verts, gestoofd rundvlees, aardappelcroquetjes en als toetje tiramisu. Om je vingers bij af te likken.

Ik geniet van Bent en Marcus mijn grappige, bijdehandte  kleinzonen.  De volwassenen zitten te smullen van het kerstdiner terwijl de jongens verdiept zijn in een zojuist verzonnen spel met de kleurrijke parasolletjes.

Lachend zeg ik tegen Ralf dat zijn zonen echt gestoord zijn. Hij kijkt me een beetje argwanend aan.

‘Prèttig gestoord bedoel ik, Ralf!’

Dan pas verschijnt er een grijns op zijn gezicht.

zaterdag 11 januari 2025

WEG BIJ FACEBOOK.

Toen ik hoorde dat Facebook-baas Zuckerberg (Z.)  de berichten die aan zijn mediabedrijf werden aangeboden niet meer wilde gaan controleren op waarheid, correctheid, voelde ik meteen weerzin. Daar wil ik niet aan meedoen. Tegen complot-theorieën gaat (Z.) niks meer ondernemen. (Z.) heeft het jarenlang wel gedaan. Dat wel. Maar nu stopt hij er mee. Hij verwijt zijn feitencheckers dat hun werk heeft geleid tot censuur. Volgens (Z.) zijn feitencheckers vooringenomen en zodoende beperken ze de vrijheid van meningsuiting te veel.

(Z.) schuift daarmee een eind op in de richting van Trump èn het steeds meer naar ultra-rechts neigende Europa. 

Facebook eiste weliswaar dat feitencheckers geen banden hebben met politieke partijen of kandidaten. Dat ze niet lobbyden en niet-aflatend objectief en transparant zijn. Het netwerk van feitencheckers legt uit dat niet zij, maar andere medewerkers van Facebook de bevoegdheid hadden om berichten of accounts offline te halen. Hoewel Facebook slechts beperkte informatie gaf over de resultaten van het in 2016 opgezette programma voor feitenchecks, denkt de koepelorganisatie dat het effectief was.

Facebook zelf houdt nu de factcheckers af. Maar de Europese Commissie gaat vooralsnog nog gewoon door.

Facebook heeft vergelijkbare programma’s in meer dan honderd landen, die erg verschillen en in verschillende fases van ontwikkeling zitten. Sommige van deze landen zijn erg kwetsbaar voor desinformatie die aanzet tot politieke instabiliteit, inmenging bij verkiezingen, geweld en zelfs genocide. 

Facebook’s koerswijziging in de Verenigde Staten valt samen met initiatieven om de banden tussen het internetbedrijf en Trump aan te halen. Het International Fact-Checking Network vermoedt dat de dwingende, afwijzende  houding van Trump ten opzichte van factchecking heeft bijgedragen aan de beslissing van (Z.). Iets wat Trump zelf ook doorzag.

Sommigen factcheckers hebben dezelfde soort Trump-dwingelandij ervaren. Ze snappen hoe moeilijk het is om die druk te weerstaan.

In dat nieuwe beleid kunnen vrouwen bijvoorbeeld ‘voorwerpen’ genoemd worden en homo’s ‘mentaal ziek’. Ik voel me niet meer thuis bij een club als Facebook, die zich onder het mom van beschermen van de democratie, ook nog eens welbewust laat gebruiken voor desinformatie en complottheorieën, die weer tot verwarring, misleiding, discriminatie, haat en hetzes leiden.

Op Facebook vertoon ik me niet meer. Ik plaats mijn schrijfsels voortaan op mijn eigen blog, dit blog.  

vrijdag 10 januari 2025

BORDJE TIK.

 

Ik ben een jaar of negen. Speel buiten met een stel vriendjes. We gooien een tennisbal tegen ons straatnaambordje. De van Lennepstraat is onze straat. We doen ‘bordje tik’. Om de beurt gooien we. Als een werper raak gooit, tegen het straatnaambordje dus, loopt iedereen hard weg. Behalve de werper. Als die ‘stop’ roept moet iedereen stilstaan. Dan gaat de werper zo veel mogelijk spelers met de tennisbal afgooien. Wie afgegooid wordt mag niet meer meedoen. Degene die overblijft, wordt de nieuwe werper. Dan mag iedereen weer meedoen. Simple comme bonjour.

Eens verdween mijn tennisbal in een rioolput. De put is bedoeld om vol te lopen met  regenwater, bladeren en  straatvuil. Eens per maand kwam de puttenzuiger langs. Een wagen met een lange brede slang en een reservoir om vuiligheid uit putten op te slaan, zodat het water weer goed kon doorlopen naar het lager gelegen, grote riool. Gelukkig was de puttenzuiger deze maand nog niet geweest.

Ik wist precies hoe ik die ijzeren putdeksel met mijn wijsvinger moest optillen. Ik trok met mijn vinger de putdeksel naar boven en zag daar mijn tennisbal liggen. Ik moest met mijn buik op de rand van de put gaan liggen pas dan kon ik er net bij. Ik pakte het balletje op en wurmde me naar boven. Met mijn rechterhand duwde ik mezelf het laatste stukje omhoog toen Berend  Knigge, een wat grotere jongen uit de buurt, een harde trap gaf tegen het nog geopende putdeksel.

De putdeksel knalt op mijn rechterwijsvinger en klapt bijna mijn hele vingertopje eraf. Negentig procent. Ik moet het uitgegild hebben. Ik ben naar een ziekenhuis gebracht. Door wie en hoe weet ik niet. Het topje is er weer aangezet. Enige weken heb liep ik met mijn vinger in het verband en tot op de dag van vandaag weigert die vinger de door mij gewenste tekens op mijn mobieltje aan te slaan. Hoe het met mijn tennisballetje gegaan is? Misschien bij Berend Knigge?

donderdag 9 januari 2025

MA.

De verjaardagskalender hangt nog op november. Geen verjaardagen die maand. In januari staat ‘ma’ op 10 januari. Ze is in 2004 overleden. Vijfenzeventig was ze.

Als ik ‘ma’ zie staan, word ik overweldigd door het gevoel dat er geen vrouw in mijn leven is geweest bij wie ik me zo op mijn gemak heb gevoeld als bij haar.  Op mijn achttiende ging ik op kamers wonen. Tot die tijd waren we altijd samen. Zij was altijd thuis en waar ik uithing, maakte niks uit: op school, op de voetbalclub, in de kerk, bij mijn vrienden of ergens in Europa. We waren ‘close’. Zij was voor mij de ideale moeder. Ik haar ideale zoon.  We hadden het over van alles met elkaar. Over dansen, school, turnen, oma, de buurt, opa, haar jongste zus Ludie, die non geworden was en natuurlijk heel veel over pa, mijn zusjes en m’n broertjes.

Ma vertelde graag over haar dansles. De cha-cha-cha, de rumba, de Engelse wals. Daar werd ze vrolijk van. Was ze ook goed in. Als ik wilde, mocht ik van haar op dansles. Ook al was daar in feite geen geld voor. ‘Komt tijd komt raad’ zei ze dan veel betekend. Ik begreep eerlijk gezegd niet wat ze daarmee precies bedoelde. Maar dat vond ik geen probleem.  Danspasjes leren vond ik niks. Ik wilde liever ‘wild, vrij’ dansen. Dat kon ze wel begrijpen. Nooit heeft ze  hardop gezegd, dat dansen goed voor me zou zijn. Ze zag natuurlijk best wel dat haar zoonlief een heel verlegen ventje was. Dansles had hem daar wel eens overheen kunnen helpen, moet ze gedacht hebben.

Ik vond het zo fijn, zo knus, om ’s avonds, kort voor ik naar bed ging even met haar samen in de woonkamer te zitten. Mijn zusjes  en broertjes lagen dan al op bed.  Mijn vader was er niet. Die ‘zat op de grote vaart’.

De tv was dan uit. Dan praatten of lazen we wat. Ma zat maast de oliehaard en las dan in de ‘Ouders van nu’ of breide een warme sjaal. Ik zat op de bank de Voetbal International te lezen. Toen ik op de hbs zat moest ik boeken voor mijn lijst lezen. Romans. Daar hield ma niet zo van. Maar tòch wilde ze wel, dat ik haar vertelde waar die boeken over gingen. Tsja

Vandaag zou ze 96 zijn geworden.
















woensdag 8 januari 2025

HIERZO.

 

LET OP!

Mijn nieuwe serie schrijfsels

Is uitsluitend hierzo te lees,

op mijn blog:

https://stukkiejee.blogspot.com/

Vanaf 10 januari 2025.

Tot dan.


Jos Mastwijk.